Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen. Deze wandeling liep ik in september 2019.
Ravenstein
Landschap
Land van Ravenstein
Deze zondag was de temperatuur een stuk gedaald (het was die week van de hitterecords van 2019), maar wel een lekkere wandeltemperatuur. Ik besloot eindelijk eens de NS-rondwandeling Ravenstein te gaan doen. Deze heeft een lengte van 16 kilometer. Ravenstein is in Noord-Brabant, dus het is voor mij niet zo’n heel lange treinreis. Ik ben al een paar keer eerder in Ravenstein geweest, waarvan die keer dat het het eindpunt was van een etappe van de Walk of Wisdom het meest memorabel is. Mijn moeder bleef het maar hebben over de “poort van Ravenstein”, maar het duurde zo lang voor die poort opdoemde, dat ik dacht dat het om een fata morgana ging.
Bord is bijna groter dan het dorpje
Kerk van D-D
Rustig
Het was een rustige wandeling. Het eerste stuk is een beetje saai, over lange, rechte landweggetjes. Je passeert ook nog een klein dorpje met een naambord dat bijna groter is dan het dorp: Deursen-Dennenburg. Maar het was wel lekker om even uit te waaien en ik liep in een flink tempo door. De route werd leuker toen ik door de uiterwaarden van de Maas mocht gaan lopen. Daar vond ik een cache, genaamd Zoek en vind! Ik had hem binnen een halve minuut gevonden, terwijl het volgens de omschrijving erg moeilijk moest zijn. Het zal de cache-ervaring wel zijn.
Maas
Rondje toren?
Prikkeldraad
Het struinpad door de uiterwaarden langs de Maas liep op een bepaald moment dood op prikkeldraad. Werd blijkbaar privaat terrein ofzo, er was ook een maisveld. Ik liep langs het maisveld terug naar de dijk. Helaas was daar geen uitgang. De keuze was een heel stuk terug lopen of onder het prikkeldraad door kruipen. Ik koos voor het laatste, maar het was niet echt prettig, ik kroop door de brandnetels en greep in de distels, dus lekker jeuk de rest van de dag. Ik wandelde over de dijk verder en zag in de verte nog de Branderode-runderen. Waarschijnlijk lag het aan deze koeien dat de struinroute afgesloten was, omdat de stier bij hen stond en die zou wandelaars aanvallen. Ik kon de stier eerlijk gezegd niet onderscheiden van de rest.
Struinen
Bomenlaantje
Stadscache Ravenstein
Ravenstein kwam in zicht, ik had behoorlijk snel gelopen voor mijn doen, dus er was nog tijd voor de stadscache van Ravenstein die al heel lang op mijn verlanglijstje stond. Helaas was de route echt heel vaag en had ik het gevoel dat ik op en neer bleef lopen. Ook waren de vragen op meerdere manieren te interpreteren en dat werkte niet lekker. De eindberekening was een heel lange som en kwam niet echt op een logisch punt uit, dus ik voelde de bui al hangen: ik kon de eindcache niet vinden. Ik vind het altijd vervelend om de eindcache van een multi niet te kunnen vinden, omdat je er vaak toch een stuk meer voor moet doen, dan voor een traditional. Jammer, maar helaas. Ik liep dus maar naar het station en stapte op de trein naar huis.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mij zelf gemaakt.
Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verhaal online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 20 augustus 2014
Samen met mijn moeder maakte ik de bossen bij Chaam onveilig.
Natte Neuzen I
Maker: Sheri5220
Type: Multi
Heideroosjes: Maartje
HaJaMaToJo: Hannie
Gevonden op: 20 augustus 2014
Plaats: Chaam
Aan de wandel #1
Aan de wandel #14
Squirrel de eekhoorn
Aan de wandel #13
Aan de wandel #12
Aan de wandel #10
Aan de wandel #9
Aan de wandel #8
Aan de wandel #7
Aan de wandel #6
Aan de wandel #5
Aan de wandel #4
Aan de wandel #3
Aan de wandel #2
Maker: GeoMies NL
Type: Traditionals
Heideroosjes: Maartje
HaJaMaToJo: Hannie
Gevonden op: 20 augustus 2014
Plaats: Chaam
Theoretisch gezien is het pas half augustus en zou het zomerweer moeten zijn, maar helaas lijkt het de afgelopen week meer op herfst, met de bijbehorende regen. Voor vandaag was er redelijk weer voorspeld, dus besloten mijn moeder en ik toch nog maar eens op jacht te gaan. We gingen dit keer niet al te ver van huis, want we hadden nog wat af te handelen in de bossen bij Chaam. Twee maanden geleden stonden we hier al om de multi Natte Neuzen te gaan lopen. Maar er was flinke dreiging van onweer + bijbehorende regen en we hadden geen jassen bij, dus zijn we bij waypoint 2 noodgedwongen omgekeerd naar de auto. We zaten nog maar net in de auto toen het noodweer losbarstte, dus dat was een goede keuze. Nu was de lucht een stuk minder dreigend en hadden we wel jassen bij. Gelukkig waren die niet nodig voor de regen, tijdens deze route.
We moesten steeds tags met coördinaten zoeken, de ene hadden we heel snel gevonden, naar de andere moesten we wat langer zoeken, maar alles werd binnen de vijf minuten gevonden, dus voor we het wisten stonden we al met de cache in handen.
Vanaf dezelfde parkeerplaats startte ook nog een serie die Aan de Wandel heette. Ik had me er eigenlijk al bij neergelegd dat we vandaag niet meer aan de serie toe zouden komen, maar omdat Natte Neuzen zo vlot verliep, zijn we doorgegaan met de serie. Die zouden niet allemaal even makkelijk verstopt zijn, maar we zouden wel zien hoe ver we zouden komen. De eerste had ik al vrij snel te pakken, we zijn hierna in tegengestelde volgorde gaan lopen. Niet omdat er andere geocachers waren, want we hebben niemand ontmoet, maar omdat nummer 14 dichterbij lag, dan nummer 2. Nummer 14 werd vlot gevonden, dus hadden we ook nog tijd voor het uitstapje naar Squirrel de eekhoorn, een cache die je volslagen gek zou kunnen maken. Het was namelijk een nano en die moest je gaan zoeken in een stuk of 10 bergen dennenappels. Het geluk was echter met ons en ik had hem binnen 5 minuten te pakken. Mijn moeder vond dat vooral leuk omdat het een oom van mij eerder die maand niet gelukt was om deze cache te vinden en daar had hij over geklaagd op een verjaardag. Goed, wij vonden onszelf dus buitengewoon goed en gingen verder met de serie.
Bij nummer #12 mocht ik voor het eerst de boom in. Mijn moeder houdt daar niet van met haar hoogtevrees – en als ik er dan in klim, zit ze de hele tijd te schreeuwen dat ik eruit moet komen -, maar ik vind het wel leuk als het een beklimbare boom is. Bij deze was het nadeel dat hij niet nauwkeurig was ingemeten, je hem niet vanaf de grond zag hangen en er twee mogelijke klimbomen waren. Gelukkig zat ik meteen in de goede en zagen we toen ineens tegelijk de cache, mijn moeder vanaf de grond en ik vanaf m’n tak.
Nummer #11 moesten we overslaan, het bos was op veel plekken behoorlijk drassig, dit had er deels mee te maken dat er een retentiebekken in het bos lag, daardoor hebben we een paar keer mogen “turnen” langs modderpoelen en was het pad naar nummer #11 toe onder water gelopen. Ik had mijn kano helaas niet bij en heel erg warm was het ook niet vandaag, dus geen zin in zwem-activiteiten.
Naar nummer #10 was het verste lopen. Ik had in deze periode last van hielspoor (en typisch voor mij: aan beiden voeten tegelijkertijd), maar het ging dankzij ontstekingsremmers weer de goede kant op. Dit was wel de verste afstand sinds maanden. Mijn doel was vooral om de hele tijd op tempo te blijven lopen en dat is wel goed gelukt.
Nummer #9 lag op een plek die ik herkende van vroeger, namelijk het retentiebekken van Chaam. Hier ben ik al eerder geweest met Anke, om een earthcache te loggen, ik heb het even opgezocht en dat was in mei 2008, dat is alweer ruim zes jaar geleden. De earthcache bestaat niet meer, maar volgens mij was het wel dat bord (heb even de foto opgezocht en het is precies die plek, echt grappig). Ik vond toen de kale bomen in het water al interessant, grappig dat dat er nog steeds zo is. Het was een beetje een desolated wasteland.
Nummer #7 hing ook weer in een boom, hoger dan de vorige boomcache. Mijn moeder stond allemaal te gillen op de grond dat ze het zo vreselijk eng vond dat ik in die boom aan het klimmen was, maar zelf vind ik in een boom klimmen dan weer niet eng. Langs een ravijn lopen is veel enger. En putten, putten zijn ook heel eng (in de zomer van 2013 ben ik op vakantie in een put in Slovenië gevallen, met een ernstig gekneusde knie als gevolg, waardoor ik wekenlang nauwelijks kon lopen). En het heette hier nog wel het Putven-bos…
Ik logde de cache en bereikte de grond weer zonder kleerscheuren. We werden nog wel aangegaapt door voorbijkomende wandelaars, die vonden ons ongetwijfeld vreselijk idioot en gestoord. (Zijn we ook, daar niet van.)
We gingen nu van het meer open gebied rondom het retentiebekken, weer het bos in. Ik begon mijn hielspoor-voeten nu wel te voelen, maar wilde de serie nog wel afmaken. Moest ook wel, want we kwamen toch langs die caches onderweg naar de auto.
Nummer #3 was nog wel een leukertje, ik moest een stukje een boom in klimmen en daarna de cache ophengelen van een hogere tak met behulp van een stok. Het deed ons denken aan de maffe boomcache in Baarle-Hertog, van twee maanden geleden. Dit ging wel iets sneller dan toen, dat wel.
Nummer #2 was voor ons de laatste en die stelde niet meer zoveel voor. Het was nog een kilometer terug naar de auto, over een fietspad. We hadden 13 kilometer gelopen en de pijn was betrekkelijk geweest, dus ik kan weer de iets langere wandelingen aan. Wel zo fijn, want ik haatte het om niet goed te kunnen wandelen.
We hebben trouwens wel een paar regenbuien over ons heen gehad en door de hoge drassigheid van het bos, waren mijn sokken en schoenen zeiknat. Maar alles bij elkaar was het wel te doen.
Wat ik hier op 20 augustus 2020 nog aan te voegen heb:
Het was lekker wandelen in de bossen van Chaam. Mijn moeder gilt nog steeds alles bij elkaar als ik in een boom klim, haha. Die hielspoor heb ik best wel lang last van gehad, vermoedelijk was het een gevolg van te snel weer belasten na die gekneusde knie. Uiteindelijk is het allemaal weer goed gekomen, gelukkig, hoewel ik nog steeds pijn heb als ik langer dan een paar minuten op mijn knieën zit en ik ook niet goed kan hardlopen sindsdien. Het is maar goed dat ik geen hardloopambities heb en dat wandelen wel prima gaat.
Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen. Deze wandeling vond dan ook al plaats in augustus 2019.
Beukenburg
De NS-wandelingen die ik nog niet gedaan heb zijn bijna op en ik wilde voor de spits weer in te trein zitten (vanwege mijn Dal Vrij-abonnement) dus werd het een korte wandeling: 14 kilometer van Utrecht naar Bilthoven. De wandeling begon middenin Utrecht en alles rondom het station ligt daar nog steeds open vanwege een in mijn ogen eeuwig durende renovatie. Smaug had veel moeite met satellieten vangen en de route bepalen.
Kanoën op de singels
Toen ik eindelijk begreep welke kant ik op moest, liep ik een heel eind langs de Utrechtse singels. Omdat ik recent over de Breda singels heb gevaren met mijn kano (een tocht georganiseerd door Kanovereniging Breda), lijkt het mij ook wel leuk om een keer de Utrechtse singels te doen. Maar ja, kano in de trein is niet echt een optie en Utrecht is een stuk verder weg. Dus dat zal er niet snel van komen. En waar ik wandelen of geocachen in mijn eentje prima vind, vind ik kanoën in mijn uppie weinig aan. Dat doe ik liever in een groepje. Alle historie ten spijt, was het bloedheet en stonk het op veel plekken sterk naar hondenpoep. Dus eigenlijk was ik blij toen ik de stad uit was.
Eindeloze stadsparken
Via een heleboel stadsparken, een mooie rozentuin en een apart natuurgebiedje/volkstuinachtig iets genaamd Bloeyendael liep ik richting Fort Voordorp. Ik vond het nog wel grappig dat ik het Spoorwegmuseum passeerde, ik vond dat een gaaf museum, maar het was natuurlijk gesloten op maandag, dus ik kwam niet in de verleiding om er naar binnen te gaan. Ook kwam ik nog over de Maliebaan, hier werd in 1885 het eerste fietspad van Nederland aangelegd.
Fort Voordorp en de Streak Week
Ik naderde Fort Voordorp via fietspaden door het buitengebied, vooral weilanden. Bij Fort Voordorp vond ik de enige cache op de route, vernoemd naar het Fort, maar verstopt in het theepotje dat reclame was voor het nabijgelegen rustpunt. Hiermee vervulde ik de tweede dag van de Streak Week, dit was een actie van Groundspeak, de organisatie achter geocaching. Als je een week lang elke dag een cache logde, kreeg je een souvenir. Uiteindelijk is het mij gelukt om het souvenir binnen te halen, wat best lastig was in een week waarin ook gewoon gewerkt moest worden.
Helaas hadden ze de logrol los in dat theepotje gestopt en niet de moeite gedaan om het in een kokertje te stoppen. Dus waarschijnlijk is het boekje veelvuldig nat geweest en daardoor lieten de pagina’s nu los. Beetje jammer, maar goed. Het Fort was ook gesloten op maandag (maandag is echt met stip de allersaaiste dag van de week om vrij te zijn, maar helaas heb ik daar geen keuze in), dus wandelde ik verder langs het water.
Beukenburg
Ik kwam uit op landgoed Beukenburg, waar de wandeling naar vernoemd is. Ik denk dat ik hier al eerder geweest ben bij de andere NS-wandeling die eindigt in Bilthoven, deze heet Beerschoten, maar volgens mij wandelde ik toen aan de andere kant. Toen liep ik door mooie bossen. Nu ging de route meer over brede bomenlanen met zandpaden. Dat was niet helemaal wat ik er van verwacht had, hoewel het wel mooie lanen waren. Op deze route was het best druk met mensen, zowel in de stad Utrecht als op landgoed Beukenburg. Heel anders dan mijn vorige NS-wandeling Cortenoever, toen ik bijna niemand tegen kwam.
Bilthoven
In Bilthoven vond ik nog een fietspaddestoel voor waymarking, dat had ik niet meer verwacht. Helaas was de paddestoel al geclaimd sinds 2006, ik was wel de eerste die hem “gevisit” heeft. Ik was al om kwart over twee op station Bilthoven, ondanks dat ik aan het einde nog een eindje om moest lopen vanwege wegwerkzaamheden in de straat naar het station toe. Om de treintijden hoefde ik me vandaag dus niet druk te maken. Met krap veertien kilometer was het ook geen heel lange wandeling en ik had hem dus ook heel snel volbracht. Ik vond het zeker niet de mooiste NS-wandeling die ik ooit heb gemaakt, dat kwam deels doordat er zo’n beetje overal werkzaamheden waren, maar ik denk dat ik met zoveel gelopen NS-wandelingen ook een beetje verwend ben geworden.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt.
Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 16 juli 2009
Anke, Stephanie en ik kampeerden een week op Texel. Omdat de Heideroosjes alle caches van geocaching.com al gevonden hadden, besloten we eens een route van TerraCaching.com te proberen.
Geocachingverhaal uit het verleden:
– Terra Cache
Strand, Bos en Duin
Maker: Zaanhoeve
Type: Multi
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 16 juli 2009
Plaats: De Koog, Texel
– Terra Cache
De vuurtoren van Texel
Maker: Virtual Cacher
Type: Virtual
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 16 juli 2009
Plaats: De Cocksdorp, Texel
– Terra Cache
De Kop van Texel
Maker: Zaanhoeve
Type: Multi
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 16 juli 2009
Plaats: De Cocksdorp, Texel
Een paar maanden geleden had ik Terra Caching ontdekt. Dit is ook een site die zich bezig houdt met geocaching, maar dan op een kleinere schaal dan geocaching.com. Om daar lid te kunnen worden, moet je een soort van friend attend (sponsorship) krijgen van twee teams die al lid zijn. Gelukkig voor mij had ik binnen een half uur twee van die friend attends binnen (van wildvreemde mensen) en kon ik daar ook lid worden. We heten daar MaAn; omdat ik Heideroosjes voor geocaching.com wilde houden.
Omdat er nog maar zo weinig caches te doen waren op Texel voor de Heideroosjes, besloot ik op de avond voor vertrek nog even op Terra Caching te kijken. Het bleek dat er drie terracaches op Texel lagen. Een virtuele en twee multi’s. Natuurlijk uitgeprint en meegenomen, je weet maar nooit of ik ze nog nodig zou hebben.
Omdat we op donderdag niets gepland hadden vroeg ik bij het ontbijt of er iemand met mij mee wilde om de terracache in de duinen bij De Koog te gaan doen. Stephanie had daar helemaal geen zin in, die wilde lekker op het strand gaan liggen. Anke twijfelde heel erg (die vond het strand ook wel aantrekkelijk), maar besloot uiteindelijk toch mee te gaan met mij.
Dus fietsten we samen naar De Koog. We reden op een bepaald moment vast op een hekje waar het fietspad eindigde en het wandelpad begon. Er gold hier een verbod voor fietsen, dus braaf als wij zijn, gingen we lopen.
De cacheroute Bos, Strand en Duin bleek een onverwacht leuke route te zijn. We kwamen inderdaad door alledrie die gebieden. De route leidde ons over het Sommeltjespad. Dit is een bosgebied waar allemaal dieren verstopt zitten, die gemaakt zijn van natuurlijke materialen, zoals hout en steen. Vroeger bestond dit ook al (ik ben als kind vaak op Texel op vakantie geweest), maar het was helemaal vervallen. Nu was het weer in volle glorie hersteld. Ik vond het wel leuk om het nog eens te zien. Wat ook een leuk stukje was, was het stukje dat door het gebied van de Schotse Hooglanders liep. De bruine haarbal koeien lagen lekker midden op het pad en ik kon een paar mooie foto’s van hen maken.
Minder was dat de afstand van het laatste waypoint naar de cache heel lang was. We eindigden bij een bosje vol prikkelige stuiken. We hebben hier heel lang naar de cache gezocht, maar we konden hem niet vinden. Hadden we een wandeling van 10 kilometer gemaakt, konden we de cache niet vinden. Beetje frustrerend was het wel.
We fietsten terug naar de camping. Ik had de smaak nu te pakken en wilde ook nog een andere Terra Cache gaan proberen, vlakbij de camping, bij de vuurtoren van Texel. Dit was maar 3 kilometer van de camping af, maar helaas moesten we onze huurfietsen voor 18 uur inleveren, dus we konden niet meer fietsen. Dan maar met de auto, echt stom voor zo’n miezerig stukje.
Stephanie ging dit keer wel mee, maar ze wilden niet mee cachen. Dus bleef zij op het strand, terwijl Anke en ik de route gingen lopen. Die zat een beetje vreemd in elkaar. We konden twee waypoints niet vinden, maar dat ging om de twee laatste cijfers, dus die konden we wel gokken. Toch hadden we weinig hoop op het vinden van de cache. Tot mijn grote verbazing vond ik hem wel en nog best snel ook. We begrepen nu wel waarom we de cache van die ochtend niet gevonden hadden. Terra Caches zijn aanzienlijk beter gecamoufleerd dan geocaching.com-caches. En dan bedoel ik met zand en takken op het deksel van de cache gelijmd, zodat hij echt niet opvalt. Best wel geniepig eigenlijk. Maar goed, we hadden nu toch onze eerste, echte, fysieke Terra Cache gevonden.
Wat ik hier op 16 juli 2020 nog aan toe te voegen heb:
Eerlijk gezegd was ik het bestaan van TerraCaching compleet vergeten. De website bestaat nog wel. Ik kon niet meer inloggen op het account van MaAn, want wachtwoord vergeten en een ander mailadres. Ik bleek ook nog een “nieuw” account (uit 2014) te hebben, gewoon onder de naam Heideroosjes, maar ook daar kan ik niet veel mee, want die heeft geen sponsors. Volgens mij hebben we na die caches op Texel ook nooit meer een Terra Cache geprobeerd. Het zou ook handiger zijn als alles gewoon op dezelfde website te vinden was, maar ja concurrentie moet er zijn natuurlijk.
Wandelen verder van huis zit er voor mij voorlopig niet in, omdat “funreizen” met het openbaar vervoer wordt afgeraden en ik geen auto heb. Gelukkig valt er in de omgeving waar ik woon ook veel te wandelen, dus de komende tijd ga ik het hebben over routes in de omgeving van mijn woning in Oisterwijk. De regel is dat het startpunt van de wandeling te bereiken moet zijn per fiets of te voet.
Loonse en Drunense Duinen – Bosch en Duin-route
Waar: Udenhout
Start- en eindpunt: Parkeerplaats Bosch en Duin, Schoorstraat, Udenhout
Afstand: 4,5 kilometer
Welkomstbord
De groene route
Loonse en Drunense Duinen
De duinen
Ik besloot om eindelijk eens te gaan wandelen in de Loonse en Drunense duinen. Omdat de Oisterwijkse bossen en vennen zo dichtbij zijn, ga ik niet vaak naar de duinen, terwijl dat ook een supermooi gebied is. Af en toe fiets ik er wel doorheen, op weg naar de Efteling of een geocache-route, maar het was een hele tijd geleden dat ik echt over het stuifzand gewandeld had. Ik koos voor een wandeling van Natuurmonumenten, de Bosch en Duin-route, vernoemd naar het gelijknamige restaurant aan de Schoorstraat in Udenhout, tegenover de parkeerplaats. Natuurlijk kwam ik niet met de auto (want ik bezit geen auto), maar op de fiets. Het is vanaf mijn huis een half uurtje fietsen naar het startpunt. Bosch en Duin was natuurlijk gesloten vanwege corona, anders zou je hier na het wandelen een drankje kunnen drinken.
Vanaf het uitzichtpunt
De Brabantse Sahara
De Loonse en Drunense Duinen zijn met een grootte van 3500 hectare, één van de grootste stuifzandgebieden van West-Europa. Sinds 2002 is het gebied zelfs een Nationaal Park. Het grootste gedeelte wordt beheerd door Natuurmonumenten. Het gebied bestaat uit naald- en loofbossen, heide en 465 hectare levend stuifzand. Het grootste zandduin is 24 meter hoog. Het wordt levend genoemd omdat het gebied zo groot is dat de wind vrij spel heeft om het zand in beweging te brengen. Plantloon, de Roestelberg, het Hengstven en De Brand horen ook bij het gebied.
Het stuifzand is in de ijstijd door poolwinden afgezet, maar was eerst begroeid met oerbos. In de late Middeleeuwen werd het bos gekapt en ontstonden er heidevelden. Door het te veel plaggen van de heide en te intensieve begrazing, raakte de bodem uitgeput en kwam het stuifzand weer bloot te liggen. De kleine dorpjes rondom de zandvlakte voerden een strijd tegen het zand om hun akkers te beschermen, maar volgens de legenden is het dorpje Venloon volledig onder het zand verdwenen. De dorpjes kregen echter ook nog te maken met de Tachtigjarige Oorlog, waarbij legers de tactiek van de verschroeide aarde toepasten: alles in een gebied werd dan vernietigd, waarna het gebied afgedankt werd. Waarschijnlijk is het dus een combinatie van oorlog en het oprukkende zand geweest.
Het stuifzand wordt altijd bedreigd door het opkomende bos. De meesten bomen zijn inderdaad ooit aangeplant om het zand te bestrijden. Nu wil men juist het unieke stuifzandgebied behouden. Natuurmonumenten probeert de vlakte open te houden en verbossing tegen te gaan door bomen te kappen. De heide wordt begraasd door schapen.
In het gebied leven dieren zoals dassen, reeën, hagedissen, insecten zoals de zandloopkever en allerlei soorten vogels.
Heide
Uitkijkpunt
Voor ik aan de wandeling begon, ging ik eerst een kijkje nemen bij het uitkijkpunt. Dit is al geopend in 2012, maar ik was er volgens mij nog nooit geweest… Het uitkijkpunt ligt 450 meter van de parkeerplaats af en is te bereiken via een verhard pad, zodat ook rolstoelgebruikers en mensen met wandelwagens of fietsen er kunnen komen. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over het stuifzand. Vanaf het uitkijkpunt kun je zo het stuifzand oplopen en ik deed dat, omdat ik verderop een Munzee wilde vangen, die op dat moment een special was. Het is altijd de vraag of fysieke Munzee-stickers nog aanwezig zijn en ook nog scanbaar zijn, maar deze was er nog en ik was nog net op tijd voor de special verlopen was. Een Munzee iets verderop zat veel te hoog op een wegwijzer en zelfs met inzoomen lukte het mij niet om hem te scannen. Ik wandelde dus terug naar de start van de Bosch en Duin-route.
Levend stuifzand
Bosch en Duin-route
De route wordt aangegeven met groene pijltjes op houten paaltjes. Over de afstand is wat discussie, volgens de folder van Natuurmonumenten is het 4 kilometer, volgens het informatiebord bij Bosch en Duin gaat het om 4,5 kilometer. De werkelijke afstand zal dus ergens in het midden liggen ;>)
In het begin loop je vooral door de bossen. Helaas had ik er geen rekening mee gehouden dat er erg veel muggen zaten. Ik had geen muggenspray bij en moest de insecten letterlijk van mij afslaan. Alle andere wandelaars en ruiters die ik onderweg tegen kwam klaagden hier ook over. Ik vrees dat we die dag allemaal een ernstige bijdrage hebben geleverd aan het uitsterven van de mug.
Hoge bomen vangen veel wind
Boom
Ik kwam niet speciaal voor de bossen; zoals eerder gezegd zijn die er genoeg te vinden dichterbij huis. Daarom vond ik de route vooral interessant worden toen ik het stuifzand op mocht. Hier kwam ik er ook weer eens achter waarom het gebied ook wel de Brabantse Sahara wordt genoemd: ondertussen was de zon op z’n heetst en met bijna 20 graden en volle zon op het lichte zand was de gevoelstemperatuur behoorlijk wat hoger. Mijn drinkfles was snel leeg. Het stuifzand loopt ook een stuk zwaarder dan de bosgrond. Goede wandelschoenen zijn hier geen overbodige luxe. Op het zand waren er minder muggen, maar zodra ik het bos weer in ging werd ik weer van alle kanten aangevlogen. Ik controleerde nog even of ik alle Munzees had gevangen en vluchtte toen snel naar mijn fiets om rustig naar huis te fietsen.
Voetstappen
Aanrader?
Jazeker. Voor Nederlandse en zelfs Europese begrippen is dit een uniek gebied waar je zeker een keer geweest moet zijn. De route is echter vrij kort en vanuit Natuurmonumenten worden er geen routes aangeboden die langer zijn dan 5 kilometer. Hoewel ik nu in de folder zie dat je De Zwarte Berg-route (4 km) en de Kapucijnenroute (3,5 km) aan elkaar kan koppelen. Dat gaat dus mijn volgende wandelproject in de duinen worden.
Het is aan te raden om de Bosch en Duin-route uit te breiden met een bezoek aan het uitkijkpunt, wat zeker de moeite waard is; het uitzicht wordt met recht panoramisch genoemd. Vind het mooi dat dat ook bereikbaar is voor minder valide mensen. Een volgende keer zou ik echter wel een wat langere route willen lopen, dus ik zal Wandelnet eens gaan bekijken. Ook wil ik dan gaan als de temperaturen wat lager zijn of het zelfs bewolkt is, want ik ga met mijn lichte zonne-allergie niet zo goed op dat zand in de felle zon. Verder hoop ik dat ook de muggen niet actief zijn bij een lagere temperatuur. Dus het zal wel herfst worden voor ik weer een keer de kant van de duinen opga.
Wandelen verder van huis zit er voor mij voorlopig niet in, omdat “funreizen” met het openbaar vervoer wordt afgeraden en ik geen auto heb. Gelukkig valt er in de omgeving waar ik woon ook veel te wandelen, dus de komende tijd ga ik het hebben over routes in de omgeving van mijn woning in Oisterwijk. De regel is dat het startpunt van de wandeling te bereiken moet zijn per fiets of te voet.
De Leemputten
Waar: Udenhout
Start- en eindpunt: Wandelknooppunt 72
Afstand: 6,5 kilometer
Hondenrondje
Het was al een hele tijd geleden dat ik had gewandeld bij de Leemputten en dat terwijl ze toch heel dichtbij huis zijn. Toen ik nog een kind was, gingen we hier regelmatig nog een avondrondje wandelen met de hond, omdat die hier kon zwemmen. Die hond – Bruce – werd helaas niet zo heel oud en daarna kregen we een andere hond – Indy – die niet van zwemmen hield, dus daarmee waren de uitstapjes naar de Leemputten voorbij.
Wandelroute Leemputten
Is het nou Leemkuilen of Leemputten?
Lost Place met smalspoor
Ik ben donateur van Brabants Landschap en in de herfst van 2019 werd er aandacht besteed aan de Leemputten in hun tijdschrift (nummer 203). Er was een nieuwe wandelroute geopend en het terrein speelde een hoofdrol bij de Week van het Landschap van 2019. Zo maakte ik die week een kanotocht over de Leemputten. Mijn belangstelling voor het gebied was weer aangewakkerd en ik wilde die wandeling ook eens gaan maken. Toch duurde het nog een half jaar voor het zover was.
Geschiedenis
De Leemputten is een van de eerste voorbeelden van natuurbouw in Noord-Brabant. Al eeuwenlang werd er op de Kreitenhei bij Udenhout op kleine schaal leem gewonnen voor eigen gebruik, dit omdat het leem zich hier dichtbij de oppervlakte bevond. Rond 1889/1890 besloten twee aannemers (Weijers en de Rooij) uit Tilburg om een eigen steenfabriek te beginnen in Udenhout, omdat ze niet tevreden waren met de kwaliteit van de bakstenen, die ze tot dan toe uit België lieten komen. Ze kochten een lap grond van enkele hectaren aan, langs de spoorlijn van Tilburg naar Den Bosch. De fabriek heette eerst Steenfabriek Weijers, maar later werd de naam Steenfabriek Udenhout. In de volksmond werd de fabriek echter D’n Oven genoemd. De Rooij had nog een tijdje zijn eigen steenfabriek – genaamd Sint Joseph – op het terrein, maar die werd in 1929 opgekocht door de grotere Steenfabriek Udenhout.
Nog meer Lost Place
Vader en zoon Weijers waren technische mannen; de zoon ging in Duitsland studeren om daar de nieuwste technieken te leren, want onze oosterburen waren op dat gebied verder dan wij. Het terrein was vooral zo groot, omdat er veel plaats nodig was om de bakstenen te drogen in de zon, voor ze de oven in konden. Daardoor kon er alleen in het zomerseizoen gewerkt worden. Maar Weijers junior kwam op het idee om de natte stenen te drogen met de restwarmte van de ovens, die werd opgevangen en via buizen naar droogtunnels vol natte stenen werd geleid. Deze uitvinding betekende dat er voortaan het hele jaar door stenen geproduceerd konden worden. Het topjaar was 1965, toen werden er zo’n 28 miljoen stenen geproduceerd en werd 1 op de 50 huizen in Nederland met stenen uit Udenhout gebouwd. Het was de grootste steenfabriek van het land. De stenen werden over het terrein vervoerd over een smalspoor, er was een aftakking naar de spoorlijn Tilburg – Den Bosch, ter hoogte van het station Udenhout, wat nu niet meer bestaat.
Udenhout was een agrarische omgeving, dus de arbeiders kwamen van verder weg, met name uit de omgeving Etten-Leur, Velddriel en de Achterhoek. Voor hen werden arbeiderswoningen bij de fabriek gebouwd, die uitgroeiden tot de buurtschappen De Zestien, Klein Duitsland en Piekenhoek.
In 1993 werd de Steenfabriek Udenhout gesloten, het gevolg van saneringen, overnames en een afnemende vraag naar bakstenen. Het terrein van 20 hectaren kwam in handen van de gemeente Tilburg, die het toe wilde voegen aan het aangrenzende industrieterrein van Udenhout.
Brabants Landschap
Brabants Landschap kocht al het eerste stukje terrein aan in 1967 en bemoeide zich toen al met het graven van de leemputten, zodat die na gebruik omgevormd konden worden tot natuur. Na de leemwinning werden de 1,5 meter diepe putten weer dichtgegooid met zand, maar na vele jaren gebruik was er toch minder grond en daarom ligt het hele gebied lager dan de rest van de omgeving, wat je goed kan zien als je over de N65 rijdt. Brabants Landschap wilde ook graag de rest van het terrein hebben, om het om te vormen tot een ecologische verbindingszone die de Oisterwijkse Bossen en Vennen, De Brand en de Loonse- en Drunense Duinen moest verbinden. Na vele onderhandelingen konden ze het gebied in 2007 aankopen.
Witte g’ijt?
Sindsdien is 13 hectare omgevormd naar een kleinschalig agrarisch cultuurlandschap met houtwallen, struwelen, akkertjes en poelen. Hier leven dassen, boomkikkers en kamsalamanders. Het fabrieksgebouw zelf is gesloopt, maar over een oppervlakte van 1,5 hectare is de betonnen fabrieksvloer blijven liggen, met resten fabrieksmuur van een halve meter hoog eromheen. Hier is ook een poel gemaakt van opgehoogd leem, die gebruikt wordt door boomkikkers. Die mogen met een verrekijker bekeken worden door de natuurliefhebbers, vanaf het transformatorhuisje, wat een uitkijkpunt wordt. Ook het Heerkenshuis is blijven staan; dit is de voormalige showroom van het bedrijf, opgetrokken uit de zelf geproduceerde bakstenen in verschillende metselverbanden en ontworpen door en vernoemd naar de Tilburgse architect Noud Heerkens. Het Heerkenshuis wordt nu o.a. gebruikt als infopunt. Er zijn nog bewust enkele sporen van de steenfabriek achtergelaten als eerbetoon aan het industriële verleden: een oude locomotief, enkele delen smalspoor en enkele spantvoeten. Op dit soort terreinen groeien ruderale planten, die goed groeien op grond die arm is aan humus, maar rijk is aan kalk. Ruderaal komt van het Latijnse woord rudera, wat ruïne betekent. Het is niet de bedoeling dat het terrein gaat verbossen en daarom grazen er Nederlandse landgeiten.
Weerspiegeling
De grote plas – genaamd Brabandshoek – ten noorden van de Heusdensebaan is overigens geen leemput, maar hier is na 1970 op grote schaal zand gewonnen voor woning- en wegenbouw.
Wandelknooppunt 72
Start- en eindpunt
Struinpad langs de zandwinningsplas
De wandeling
Je kunt de wandeling beginnen bij het Heerkenshuis en het voormalige fabrieksterrein, maar ik koos ervoor om te beginnen bij wandelknooppunt 72, op de kruising van de Haarensebaan met de Heiweg en de Heusdensebaan. Hier is plaats voor aan aantal auto’s. Maar ik kwam op de fiets, het is een klein kwartiertje fietsen vanaf mijn huis. Verwar de wandelknooppunten niet met de fietsknooppunten, want dat deed ik eerst wel en dan fiets je het startpunt zo voorbij. Ik stak de Heusdensebaan over (hier wordt hard gereden, dus kijk uit) en begon met een rondje om de voormalige zandwinningsplas. Dit is een smal struinpad, met aan de ene kant boomkwekerijen en aan de andere kant de plas. Omdat alles nu vol in bloei stond, was van de plas nu niet veel te zien. Aan het einde van dit pad sla je linksaf richting Landpark Assisië. Dit is een half verhard pad met aan weerszijden bomen. Halverwege kun je nog afslaan naar het vogelkijkscherm: een aanrader, want hier heb je wel een goed zicht op de zandwinningsplas. De plas is groot en diep en er leven vooral visetende vogels zoals de aalscholver en de fuut. Er is ook een oeverzwaluwwand aangelegd voor ijsvogels.
Uitzicht op de zandwinningsplas
Landpark Assisië
De wandeling loopt vervolgens in een lus over het terrein van Landpark Assisië; hier wonen en werken mensen met een verstandelijke beperking. Je zou hier een pauze kunnen houden bij Lokaal 12. Hier werd ik echter weer met mijn neus op de corona-feiten gedrukt: voorlopig is Landpark Assisië verboden terrein voor mensen van buitenaf. Dus moet je de wandeling voorlopig vervolgen over de Hooghoutseweg. Hier volgt dan een stuk over het asfalt, minder leuk want ook toegankelijk voor auto’s en landbouwwerktuigen, maar ik begrijp dat de route niet echt anders kan. Na nog een klein stukje langs de drukke Heusdensebaan, kom je uit in het Molenbaantje en hier is dan eindelijk de lost place waar het mij omging: het voormalig fabrieksterrein van de Steenfabriek Udenhout.
Lost Place
Lost Place
Er is een toegangspoort met daarop de oude naam D’n Oven. Het Heerkenshuis was ook gesloten, eveneens vanwege corona natuurlijk. Maar je mag wel gewoon rondstruinen over het voormalige fabrieksterrien. Leuk om alle hierboven beschreven kenmerken terug te zien. De oude, verroeste locomotief heeft een nieuwe machinist gekregen: een landgeit. Toen ik dichterbij gekomen was, bleek er achter de locomotief een kleine kudde landgeiten te liggen, lekker in de schaduw. Ze waren erg nieuwsgierig, niet bang aangelegd en lieten zich gewillig op de foto zetten. Ik moest denken aan de Bokkenrijders, haha. Op een bepaald moment wilde een geit te dichtbij komen, dus zette ik verschrikt een stap achteruit…
Kleine kudde
Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik struikelde achterover over – hoe ironisch – een losliggende baksteen (je ziet hem liggen op de foto). Ik voelde meteen een scherpe pijn in mijn linkerknie, toch al mijn zwakke plek nadat ik bijna zeven jaar geleden in een Sloveense put viel (toen stapte ik ook al achterover, is dus niet goed voor je). Nadat ik een paar minuten sterretjes zag, werd mijn zicht weer normaal en probeerde ik of ik op kon staan en kon lopen. Dat lukte met enige moeite, dus ik heb ook de laatste pakweg twee kilometer van de wandeling nog afgestrompeld. Dit was nog wel een mooi stukje, dwars door de daadwerkelijke leemputten heen, dit zijn nu allemaal kleine waterplassen met bomen en struiken eromheen (dit pad heeft zelfs een naam; Haarensebaan). Toch was ik blij toen mijn fiets in zicht kwam, die braaf bij wandelknooppunt 72 op mij stond te wachten. Langs de andere kant van de Leemputten fietste ik over de verharde weg (Heideweg) weer terug naar Oisterwijk. Hier kun je inderdaad goed zien dat de Leemputten lager liggen dan de rest van de omgeving.
Doorkijkje Leemputten
Aanrader?
Het is natuurlijk niet zo’n lange wandeling en er zit ook een flink stuk asfalt in. Verder valt er niet echt te komen met het openbaar vervoer. Je moet twee keer de Heusdensebaan oversteken en er zelfs een stukje langs lopen. Maar als je in de buurt bent en van industrieel erfgoed en natuurbouw houdt, dan is het zeker een aanrader. Ook voor vogelliefhebbers lijkt het mij een leuke spottersplek. Overigens wordt de route aangegeven met paaltjes met oranje koppen en omdat het een rondwandeling is, kun je overal starten. Als mijn knie weer beter is en de lus over landpark Assisië weer toegankelijk is, lijkt het mij leuk om nog een keer te gaan lopen. Waarschijnlijk is het dan herfst en ziet alle natuur er ook weer anders uit.
Leemputten gezien vanaf de Heideweg
Bronnen: informatieborden onderweg en het tijdschrift van Brabants Landschap, herfst 2019, nummer 203.
Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 21 mei 2016
Eigenlijk zouden we gaan kanoën dit weekend, maar dat ging door omstandigheden niet door. Omdat ik wel vrij had genomen van mijn werk, besloot ik om deze dag dan maar te besteden aan het vinden van een hele berg caches tijdens een wandeling. Omdat het er zoveel zijn heb ik niet alle cache-informatie vermeld.
Trail Trichtse Veld 1
Trail Trichtse Veld 2
Trail Trichtse Veld 3
Trail Trichtse Veld 4
Trail Trichtse Veld 5
Trail Trichtse Veld 6
Trail Trichtse Veld 7
Trail Trichtse Veld 8
Trail Trichtse Veld 9
Trail Trichtse Veld 10
Trail Trichtse Veld 11
Trail Trichtse Veld 12
Trail Trichtse Veld 13
Trail Trichtse Veld 14
Trail Trichtse Veld 15
Trail Trichtse Veld 16
Trail Trichtse Veld 17
Trail Trichtse Veld 18
Maker: De Griendtjes
Type: Traditionals
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 21 mei 2016
Plaats: Tricht
Ik besloot om een soort van zelfbedachte NS-wandeling bij elkaar te navigeren van station Geldermalsen naar station Beesd. Tijdens mijn ontbijt laadde ik de caches in Smaug (mijn gps). Om 10 uur zat ik in de trein naar Geldermalsen. Vanwege storingen spande het er nog even om, of ik wel in Geldermalsen aan zou komen, maar uiteindelijk stond ik er binnen drie kwartier, dus viel het allemaal wel mee met de storingen. Het zonnetje scheen ondertussen en ik heb onderweg geen enkele bui gehad (dat was wel voorspeld), dus eigenlijk had ik mijn jas niet mee hoeven te nemen.
Ik begon met vier caches in Geldermalsen zelf. Eerst eentje bij een zonnewijzer, die hoorde bij dezelfde serie hoorde als de cache bij de zonnewijzer in Beesd die ik eerder deze maand samen met mijn moeder vond. Daarna een voortuin-cache die verstopt zat in een schattige egel. De volgende geocachers kwamen al aan fietsen, maar zij waren niet zo spraakzaam en gingen ook de andere kant op, dan ikzelf. Ik logde een cache in het welkomstbord van Tricht, dat is een gehucht wat bij Geldermalsen hoort, en daarna nog een voortuincache, waar ik mijn stinkdiercoin ruilde, tegen een schattige vleermuis-travelbug. Later bleek dat ik de allereerste ben, die deze vleermuis in handen heeft.
De wandeling ging verder naar de Trichtse Trail, een mini-powertrail van 18 caches langs een boerenlandweg, echt op de minimale verplichte afstand uit elkaar. Het negatieve wat ik hier over kan zeggen is dat het wel heel makkelijk puntjes scoren is en dat het niet echt heel uitdagend is. Het positieve is dat alle caches keurig verzorgd waren, waterdicht en met logboekjes en dat het lekker door telt voor de puntjes. In het begin waren ze ook nog allemaal op dezelfde manier verstopt, maar later kwam er iets meer variatie in. Helemaal aan het einde kwam ik nog andere geocachers tegen, drie dames op de fiets, die het volgens mij niet uit konden staan, dat ik in mijn eentje de cache eerder had gevonden, dan zij met z’n drieën.
Met al 22 founds op zak wandelde ik door naar de andere kant van de spoorlijn, waar nog een stukje van Tricht lag. En nog meer caches. Eentje vond ik wel bijzonder grappig verstopt, de hint was zoiets als: “het licht erin” en die cache zat dus echt verstopt in zo’n ouderwetse lampenbol. Dit was helemaal wel een idyllisch dorpje, met een kringloopwinkel, waar een poes buiten in de kast lag te slapen.
Ik was deze dag begonnen met het idee om 26 caches te vinden, want dan zouden we bij de #6400 zijn. Dat bereikte ik al bij het travelbughotel in het vogelhuisje. Dus stelde ik de eis bij naar 30 founds. De Natte Neus cache was ook nog wel grappig, dit was zo’n buis waar je water in moest gooien om de cache naar boven te laten drijven. Hiervoor moest ik wel mijn drinkwater opofferen.
Er volgde nu een mooi stukje van de wandeling, over de bloesemdijkjes langs de Linge. Er waren veel bootjes op het water, dus ik kreeg logischerwijs zin in kanoën, wat eigenlijk de hoofdactiviteit van dit weekend had moeten zijn. Ik herkende stukken van de wandeling van mei 2011, toen Anke en ik hier een lange multi deden die onze #3000ste cache had moeten worden. Zoals bekend, hebben we die multi nooit gevonden.
Op de Appeldijk vond ik weer een cache en ook nog eentje bij de Loswal, een instapplaats voor grotere boten met lading. Nu waren de caches aan deze kant van de Linge op. Maar het was nog best vroeg in de middag, dus besloot ik het mini-veerpontje te nemen, naar de overkant om nog een paar caches te kunnen loggen in Enspijk, ook een klein gehucht. Eerst stond ik alleen op de veerpont te wachten, maar er kwamen nog twee fietsers bij. Bij de kade van de veerpont lag ook een cache, ik vroeg de aardige veerman om een tip en kreeg die ook, ik dacht even dat de cache echt op zijn pontje lag. Het veer kostte 1 euro, maar zo’n man gun ik dat gewoon van harte. De cache op de kade vond ik ook. In Enspijk had ik weer een voortuincache. Deze mensen hadden uitzicht op een weiland vol koeien, lijken me gezellige overburen. Ik heb overigens ook helemaal niets tegen mijn overburen, maar zij hebben helaas geen vlekken (grapje). Ik zou een weiland met koeien tussen mijn woning en de spoorlijn ook wel heel leuk vinden.
Bij het uitzicht op de molen stonden twee tienermeisjes foto’s van elkaar te maken, dus besloot ik die te laten liggen tot de terugweg. Bij de molen zelf lagen twee caches. Eentje was een makkelijke found, maar bij de molen zelf scoorde ik mijn eerste en enige not-found van de dag. Ik was niet de enige, want de logjes puilden uit van de not-founds en de afwijkingen. Jammer, maar helaas. Op de terugweg vond ik na lang zoeken (de langste zoektijd van vandaag) nog wel het uitzicht op de molen. Dwars door het dorp lopend vond ik nog mijn laatste cache, I love geocaching in Enspijk. Helaas kreeg ik deze behuizing niet open, ik heb 10 minuten zitten kloten, maar ik denk dat hij was uitgezet door de hitte, ofzo. Nu begon de laatste etappe, naar het station van Beesd. Ik had nog 1 cache kunnen doen, maar die lag aan de andere kant van de snelweg, dus dan moest ik er 700 meter voor terug lopen en dan weer terug naar het viaduct. Die heb ik toen geskipt. Ik wil hier ook nog een keer gaan fietsen en een paar multi-caches gaan doen, dus dan moet die maar mee. De vorige keer lukte hij ook al niet, dus een beetje frustrerend is hij ondertussen wel. De kilometers begonnen nu wel te tellen, dus ik was blij toen het station in zich kwam. Helaas had ik me vergist in de treintijden en reed de Spurt (bij Arriva heten de treinen Spurts) net voor mijn neus weg. Dus kon ik een half uur gaan wachten op de volgende. Ook de rest van de reis naar huis stond bol van de vertragingen en daardoor gemiste treien, dus uiteindelijk was ik pas om 20 uur ’s avonds thuis.
Wat ik hier op 21 mei 2020 nog aan toe te voegen heb:
Haha, ik vind het vooral grappig dat ik hier weer over die frustratie van de 3000ste cache begin. Vorige week hebben jullie daar ook al van alles over kunnen lezen. Verder was dit eigenlijk een prima cache/wandeldag, lekker gewandeld en ook nog eens heel veel caches gevonden.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mij zelf gemaakt op 21 mei 2016.
Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 14 mei 2011
De dag dat Anke en ik onze 3000ste cache wilden gaan vinden. Daartoe had ik een prachtige multi uitgezocht. Benieuwd of de cache gevonden hebben? Lees dan het onderstaande verslag.
Geocachingverhaal uit het verleden:
Holenakkerbrug
Maker: DrakeNL
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 14 mei 2011
Plaats: Biest-Houtakker
Bossche Monumenten: tankstation
Bossche Monumenten: Goulmy & Baar
Maker: Le Comte
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 14 mei 2011
Plaats: Den Bosch
Inundatiebank
Maker: Pouwer
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 14 mei 2011
Plaats: Meteren
Finding Nemo
Betuwelijn Meteren
Maker: Emiledk
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 14 mei 2011
Plaats: Den Bosch
Bossche Monumenten: Kruithuis
Bossche Monumenten: Watertoren
Maker: Le Comte
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje en Anke
Gevonden op: 14 mei 2011
Plaats: Den Bosch
Vandaag was het dan zover: we zouden onze 3000ste cache gaan zoeken. We waren het erover eens dat het een multi moest worden en ik had daarvoor een perfecte multi van 16 kilometer lang op het oog in de Betuwe, genaamd Mariënwaardt. We moesten alleen nog wel drie trads doen op de heenroute, want we kwamen er nog vier tekort. Er zou een trad op de route zelf liggen, dus vandaar nog drie op de heenweg. Er was deze week een nieuwe cache uitgekomen in onze nearbiest-lijst, namelijk in Biest-Houtakker. Deze Holenakkerbrug werd de eerste cache van de dag, het was een beetje een vaag zandweggetje langs het kanaal en de cache zat in een vogelhuisje.
Daarna reden we door naar Den Bosch waar een nieuwe serie online was gekomen, genaamd de Bossche Monumenten. We hoefden er maar twee te doen, maar uiteindelijk hebben we er vier gedaan. Bij de meeste sprong ik uit de auto om de cache te loggen en bleef Anke (de chauffeur van vandaag) in de auto zitten of reed ze een rondje omdat je in Den Bosch bijna nergens mag parkeren. Strikt gezien werd de Watertoren hierdoor onze 3000ste cache, maar we hebben het zo gelogd dat het leek alsof we die pas op de terugweg hadden gelogd.
We reden door naar de Betuwe en lieten de Matiz achter op een mooie parkeerplaats bij het oude klooster. Hier zag het er wel interessant uit, maar we besloten eerst de route te gaan lopen. Het weer was ons goed gezind, want het zonnetje scheen en het was erg lekker buiten. De jassen gingen dan ook uit en we hebben de route gelopen in onze truien. Ik maakte een heleboel foto’s van van alles en nog wat onderweg: koeien (natuurlijk), bomen, wolken, grote bladeren, onszelf.
De route was bijna volledig autovrij, dus dat was zeker wel genieten. Ergens halverwege vonden we de cache bij de inundatiebank, die lag onder een bruggetje. We vervolgden onze tocht, maar op het laatste werd het allemaal een beetje onduidelijk. Wij kwamen er niet uit. We liepen nog even door de kloosterwinkel en gingen daar naar het toilet, maar verder was er niets van onze gading. Volgens de berekeningen moest de cache aan de andere kant van het pad liggen en we besloten daar met de auto heen te rijden. We kwamen na wat omzwervingen aan bij de andere kant en kwamen langs een kanoverhuurbedrijf. Voor de deur lag een kano die als bloembak werd gebruikt en wij maakte met de timer een foto van ons met GPS op de kano. Onze twee grootste hobbies gecombineerd.
Helaas eindigde de mooie wandeling met een grote domper: we konden de cache niet vinden.
Erger nog, we hebben de cache nooit gevonden. Ik ben er later nog eens terug geweest met mijn moeder, maar toen vonden we hem ook niet. Ik heb de maker gemaild, maar die wilde het eindcoördinaat niet geven of controleren, wat ik niet echt vriendelijk vond.
Op het moment zelf baalden we daar erg van. We hebben alle knotwilgen aan het pad gefotografeerd van binnen en een hele tijd rond staan porren met de prikstok, maar het had geen zin, de cache was onvindbaar. We vonden nog wel een vogelhuisje dat aan diggelen was en dachten dat dat de cache moest zijn, maar dat was niet zo volgens de maker. Dit blijft toch een van de grootste frustraties ooit, ook omdat de cache uiteindelijk het archief in ging, zonder dat wij hem gevonden hadden. Wij hebben uiteindelijk besloten dat hij dan maar door moest schuiven naar plekje #4000. Dat is hem uiteindelijk ook niet geworden.
Als 3000ste hebben we toen maar Finding Nemo gelogd, dat was een cache die je moest opvissen uit een slootje. Wel grappig gedaan en in ieder geval geen standaard-traditional. Wij waren meteen de laatsten die deze cache vonden, want hij ging die dag nog in het archief. Sterker nog, ik logde onze 3000ste cache toen hij al in het archief zat. Dag feestvreugde, die was ver te zoeken.
We logden nog een cache daar in de buurt en gingen toen naar huis.
Tja, ondanks de mooie wandeling was dit toch een schaduw over de nummer 3000. Dat moest met de 4000 dan toch maar anders gaan.
Wat ik hier op 14 mei 2020 nog aan toe te voegen heb:
Tja, de dramatische nooit gevonden 3000ste cache. Na negen jaar ben ik er wel overheen, maar toen vond ik het echt niet leuk. Ook niet omdat de maker heel onvriendelijk reageerde op mijn heel normale mail met de vraag wat we verkeerd hadden gedaan. Over het algemeen zijn co’s dan wel bereid om je te helpen.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mij zelf gemaakt op 14 mei 2011
Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen. Deze wandeling liep ik in augustus 2019.
Langs de IJssel
NS-wandeling Cortenoever
De NS-wandeling Cortenoever stond al een tijdje op mijn verlanglijstje, maar het broedseizoen moest voorbij zijn, omdat je anders een gedeelte van de route niet kon lopen. De route is met 12 kilometer niet zo heel erg lang, maar je kon het uitbreiden door een rondje laarzenpad erbij te doen van 4 kilometer, wat de stand op 16 kilometer zou brengen. Officieel zou je in Brummen moeten starten en dan naar Zutphen moeten lopen, maar ik besloot om de route om treintijdtechnische reden om te draaien en in Zutphen te beginnen.
Sint Walburgiskerk Zutphen
Zicht op Zutphen
Zutphen
Ik ben al regelmatig op station Zutphen geweest en vorig jaar wandelde ik van Zutphen naar Deventer, maar toen ben ik niet in de stad geweest. Dit keer liep de route wel door de stad zelf. In maart 2011 was ik al eens met mijn moeder in Zutphen geweest, tijdens een vakantie. Toen hebben we ook een paar caches gedaan, maar de cache bij de middeleeuwse (ze zijn begonnen met bouwen in de 11e eeuw) Walburgkerk was toen geript. Ik besloot om het vandaag nog een keer te proberen en dit keer vond ik de cache wel. Dat de cache al zo lang bestaat is een wonder, want het is een papiertje in een kapot plastic zakje. Hij zit verstopt achter een regenpijp en de hint is pluvia, maar zodra het gaat regenen is deze cache eraan. Het is trouwens wel een mooie kerk, ik vroeg me af of je de toren ook mag beklimmen, maar vast niet op maandagmorgen rond 11 uur, haha. Ik heb het even opgezocht en het kan wel, maar alleen op bepaalde dagen en tijdstippen en op maandag is de hele kerk sowieso gesloten. Is weer iets voor mijn bucketlist, haha; #maartjebeklimtkerktorens.
Langs de IJssel
Lange rivier
Hollandsche lucht
IJssel
Ik ging Zwolle uit en liep een hele tijd langs de IJssel. In het begin stond er een mooi muurtje langs. Ik ging nog even via een paadje een woonwijk in om een voortuincache te loggen die Woody Woodpecker heette. Was wel grappig gemaakt. Daarna weer verder langs de IJssel, tot aan de Cortenoeversebrug, dit is een brug over de IJssel van zo’n 800 meter lang. Hier moest ik de rivier oversteken. Aan de overkant van de brug lag een cache precies op de route. Deze cache was ook naar de brug vernoemd. Via een trap daalde ik weer af naar de oever en de wandeling ging verder langs de andere kant van de rivier. Het was ondertussen zo warm en zonnig geworden dat ik mijn zomerjas uit kon trekken en verder kon lopen in mijn T-shirt. Er hingen wel erg dreigende zwarte wolken in de verte, maar gelukkig is het de hele wandeling droog gebleven.
Zicht vanaf de brug
Cortenoeversebrug
Cortenoeversebrug
Geocaching
Onderweg passeerde ik enkele caches van de Lekker Fietsen met Wil&Pet serie. Vorig jaar, toen ik meedeed aan de Apeldoornse Vierdaagse, heb ik ook al een aantal caches van deze serie (meer dan 160 caches!) gevonden, dus het was leuk om er nu weer een paar te vinden, vijf stuks om precies te zijn. Ze zijn niet moeilijk verstopt, maar hebben wel allemaal droge logrollen en zijn dus prima verzorgd. Dat vind ik wel zo prettig. Overigens was het heel rustig op de route, weinig andere mensen gezien. Zal wel komen omdat het maandag was.
Dreigende lucht
Eenzaam paard
Laarzenpad
Ongeveer halverwege moest ik beslissen of ik de extra lus over het laarzenpad van 4 kilometer ging lopen. Qua tijd lag ik goed op schema (ik wilde vanwege mijn Dal Vrij voor 16 uur ingecheckt zijn) en er lagen ook nog twee caches op de lus, dus ik ging ervoor. Ze beloofden mij ook een mooi gebied, maar dat vond ik een beetje tegenvallen. Het waren vooral weilanden met hoog gras en veel bosjes (lekker hooikoorts dus voor mij) en een paar kleine plassen. Er graasden een paar koeien en een paar paarden. Je kon een struinroute volgen via paaltjes. En er waren veel vogels, maar ik ben geen echte vogelaar en had geen verrekijker bij, dus ik kan je geen soortnamen geven. Eigenlijk vond ik deze extra lus niet echt de moeite. Het schijnt wel een biodiversiteitshotspot te zijn qua planten. Je moest ook over dezelfde weg heen en terug lopen. Verder vond ik allebei de caches niet. De ene cache was gewoon onvindbaar, hij zou ergens in de bosjes moeten liggen, maar die waren dicht begroeit in dit jaargetijde, dus ik kon het niet vinden. In de winter is deze cache misschien makkelijker te vinden. De andere cache leek geript te zijn, ik vond op ground zero wel een houdertje, maar geen kokertje of logrol. Jammer, maar helaas.
Nog meer laarzenpad
Verder langs de rivier
Verder langs de IJssel
Ik pakte de route weer op en maakte en klein omweggetje voor een extra cache. Daarna ging mijn route langs de IJssel weer verder. Dit gebied is bijna helemaal leeg, zonder bebouwing, dus je kon heel ver kijken. Verder waren er prachtige Hollandse luchten. Ik zag zelfs nog een kano voorbij komen op de rivier en kreeg zelf ook zin om hier te kanoën, maar het is best een eind van Oisterwijk af en ik zit altijd met het vervoer van mijn boot, omdat ik zelf geen auto heb. Ik vond nog een paar caches langs de IJssel en voor ik het wist wandelde ik Brummen al binnen. Hier was ik nog nooit geweest, maar ik heb een tijdje een penvriendin gehad die hier woonde, dus ik kende de plaatsnaam wel. Ik liep nog even een supermarkt binnen om een flesje water te kopen, want ik had dorst en het meegenomen water was al op. Ook nog even rondgekeken in de boekhandel, maar niets gekocht. Wel een mooie winkel.
Station Brummen
Laarzenpad
Brummen
Daarna liep ik via een mooie bomenlaan naar het kleine station van Brummen. Een nieuw station voor mijn lijstje. Ik moest een kwartier wachten op de trein en besloot met deze sprinter door te gaan naar station Arnhem. Daar kon ik overstappen op de intercity. Deze wandeling is trouwens volledig verhard, op de extra lus over het laarzenpad na. Ik vond het wel een mooie wandeling, hoewel het wel een pokke-eind reizen is voor zo weinig kilometers. Gelukkig kwam ik vandaag mooi tussen de spitstijden uit en heb ik Dal Vrij, dus dan is het wel om te doen. Ik kies er natuurlijk ook zelf voor. Er waren trouwens geen paddo’s op de route, maar ik heb wel een paar fietsknooppunten borden gewaymarkt, omdat ik anders nooit aan die volgende waymarking-medaille ga komen.
Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen. Deze wandeling liep ik in augustus 2019.
NS-wandeling Vuursche
Ik vond zowaar een NS-wandeling die ik nog nooit gedaan had: NS-wandeling Vuursche; 14 kilometer van station Baarn naar station Hollandsche Rading. Die laatste zou een nieuw station voor mijn lijstje worden.
Baarnse Bos
Doolfhof in het Baarnse Bos
Op station Baarn ben ik ondertussen al vaker geweest. Dit keer ging de wandeling echter de andere kant op. Al tegenover het station begon een park, volgens mij een warandepark met lange bomenlanen, een soort van doolhof met struiken aan weerszijden, een spiegelvijver en veel beelden, die o.a. wandelaars in verschillende tijdperken uitbeeldden. Het was hier behoorlijk druk, maar wat wil je op een zonnige zondag midden in de zomer. Eigenlijk was het op de hele route druk met fietsers, wandelaars en andere vervoersmiddelen.
Spiegelvijver in Baarnse Bos
Nog meer bomen in het Baarnse Bos
Paleis Soestdijk
Aan de andere kant van het park kwam ik uit bij Paleis Soestdijk. Ik had het al vaak op tv gezien of op afbeeldingen, maar volgens mij nog nooit eerder in het echt. Het gebouw is niet mijn smaak, maar ik kan niet ontkennen dat het een leuk optrekje is. Hoewel je door het park rondom het paleis mocht wandelen, stonden er enorm veel mensen foto’s te maken buiten het hek. Ook veel toeristen. Ik maakte ook een foto, niet omdat ik het nou zo’n geweldige locatie vond, maar meer omdat het wel een trekpleister is op de route.
Paleis Soestdijk
Vorstelijk Soestdijk
Utrechtse Heuvelrug
Mijn wandelroute ging verder door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Ik was hier ooit al eerder geweest tijdens de cachewandeling van Den Dolder naar Baarn en ook een keer tijdens het Geocaching Multi Event (GME). Toen probeerden Anke en ik een Drakencache te vinden, maar die konden we niet vinden. Nu zit deze cache in het archief. Ik probeerde nog een andere, oude multi op te lossen, maar dat is mij uiteindelijk niet gelukt. Volgens mij ontbrak er een paddenstoel. Jammer, maar helaas. Ik verloor hier veel tijd mee.
Uitzicht over Hooge Vuursche
De zon was in de wolken
Lage Vuursche
Ik pakte de route weer op en kwam uit in Lage Vuursche. Hier was het echt supertoeristisch, de mensen hingen letterlijk met de benen buiten. Ik maakte een omweggetje om een cache te loggen: Met stip op de kaart…Lage Vuursche. Ik weet niet of het mij gelukt is om de cache ongezien te loggen, want jeetje wat een drukte hier. Anderzijds zijn mensen vooral geïnteresseerd in zichzelf, dus wat dat betreft viel ik niet zo op. Ik keek nog even rond in een winkeltje, maar ik moet echt minderen in spullen, dus niets gekocht. Ik pakte de route weer op en ging weer het bos in. Ik maakte nog een omweg voor de cache Boswandeling. Hier was het juist heel erg rustig, was vast meer dan een kilometer van een horeca-gelegenheid af…
Paddo
Uitzicht over De Stulp
Waymarking
Na het loggen van de cache pakte ik de route weer op, die liep een heel eind over een fietsroute en ik kwam een aantal paddo’s tegen. Een paar daarvan bleken nog niet geclaimd te zijn, dus die zijn nu van mij, net als een paar fietsknooppuntborden. Ik werd een paar keer bijna omver gefietst door groepjes bejaarden. Voor ik het wist stond ik al op station Hollandsche Rading. De route was dan ook maar 14 kilometer, dus dat is niet zo heel lang. De trein kwam al na vijf minuten aan, dus ik hoefde niet lang te wachten en moest zelfs haasten met mijn foto van het stationsbordje en mijn OV-kaart opgraven uit mijn rugzak om in te kunnen checken.
Station Hollandsche Rading
Uitzicht laatste stukje
Op zich vond ik het wel een leuke wandeling, alleen jammer dat het zo druk was. Misschien ooit in de winter nog eens doen, dan zal het wel rustiger zijn. En ik blijf het heerlijk vinden dat je op een zondag geen rekening hoeft te houden met de spitstijden.
Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen. Deze wandeling liep ik in de zomer van 2019.
Station Wolfheze
Wolfheze
Wolfhezerheide
NS-wandeling Warnsborn
18 kilometer van station Wolfheze, naar station Arnhem. Het was een doordeweekse dag en omdat ik graag voor 16 uur weer in de trein wilde zitten, vanwege mijn Dal Vrij abonnement, besloot ik al om 6 uur op te staan, zodat ik de trein van 6.45 uur kon pakken, dan kon ik net inchecken voor de spits (dat kan dus tot 6.35 uur en dan kun je nog steeds Dal Vrij reizen, ondanks dat je reis helemaal in de spits plaats vind.) Eigenlijk heb ik een hekel aan zou vroeg op staan, maar in de zomer als het al licht is en als het voor iets leuks is, dan lukt het wel.
Bomenlaan
Dwars door Gelderland
Het zou vandaag met 28 graden best wel warm worden en ’s morgens vroeg was het al zo warm dat ik geen jas mee hoefde te nemen. Helaas waren er problemen met de trein, waardoor ik alsnog een half uur later dan gepland aan de start van de wandeling stond, in Wolfheze. Ik was al eens eerder op station Wolfheze geweest – dus geen nieuw station voor mijn lijstje – om van daaruit te wandelen en later bleek dat deze NS-wandeling vrijwel helemaal gelijk liep met enkele etappes van Dwars door Gelderland, die ik in de zomer van 2016 heb gelopen. Ik had dan ook heel veel herkenningsmomenten op de route. Vanaf het station ga je vrijwel meteen de bossen in en je loopt dan meteen door een aantal mooie bomenlanen.
Ecoduct Wolfhezerheide
Middeleeuwse weg
Ecoduct Wolfhezerheide
Het eerste stuk loopt over de Wolfhezerheide, dit is wel een mooi gebied om te wandelen. Afwisselend met bossen, heide en smalle waterstroompjes. Je steekt de snelweg over via het ecoduct Wolfhezerheide, dit is een van de weinige ecoducten in Nederland waar je als wandelaar ook overheen mag; de meesten zijn alleen als oversteekplaats voor dieren bedoeld. Het ecoduct verbindt beide delen van de Wolfhezerheide, waardoor de populaties van dieren aan weerszijden elkaar kunnen ontmoeten. O.a. de ringslang en de zandhagedis maken hier gebruik van.
Wodanseiken
Doorkijkje
Wodanseiken
Vervolgens passeer je op de heide de Middeleeuwse landweren. Dit zijn twee evenwijdig lopende, aarden wallen, bedoeld als grensmarkering of omheining. De wallen waren vroeger hoger en begroeid met doornige struiken, zodat het de enige doorgang was voor wagens. Op deze plek werd dan waarschijnlijk tol geëist. Je zou hier ook nog oude karrensporen moeten kunnen zien. Deze weg werd ook wel de Schelmseweg genoemd, omdat boeven (schelmen) via deze weg naar het gerecht in Arnhem werden gebracht.
Op een bepaald moment ga je het bos weer in en kom je langs de Wodanseiken, een paar bomen die al 450 tot 500 jaar oud zouden zijn. Ze kregen hun naam van een aantal romantische landschapsschilders van de Oosterbeekse School, die de bomen schilderden rond 1850. Wodan is ook een Germaanse god en de naam woensdag is van zijn naam afgeleid. Bijzonder, zulke oude bomen, maar eigenlijk waren de imposante bomen eromheen mooier om te zien. Want die Wodanseiken zijn dus niet zo heel groot.
Duizendjarige Den
Here comes the sun
De Duizendjarige Den
Iets verderop vind je nog een markante boom op de route, ook al staat deze niet meer overeind. Het zijn de resten van de Duizendjarige Den. Deze den is niet echt 1000 jaar uit, maar onderzoek heeft uitgewezen dat hij wel zo’n 400 jaar oud is geworden, wat ook een respectabele leeftijd is, die wij mensen nooit zullen bereiken. En ook voor een dennenboom is het een behoorlijke leeftijd. De den is waarschijnlijk rond 1600 gekiemd, midden in de Tachtigjarige Oorlog. In 2006 is hij omgewaaid en nu blijft de stam liggen als voedselbron voor planten en insecten. Het duurt enkele tientallen jaren voor de boom helemaal verteerd zal zijn.
Airborne oorlogsbegraafplaats Oosterbeek
Spoorlijn bij Oosterbeek
Oosterbeek
Velden
Airborne Oorlogbegraafplaats Oosterbeek
Er waren geen caches meer op de route (die heb ik in 2016 allemaal al gevonden), dus ik kon flink doorlopen. Voor mijn doen dan, want ik ben geen snelwandelaar. Ik had de gpx-track natuurlijk ingeladen, maar de route was ook vrij goed gemarkeerd met pijltjes, dus ik kon bijna niet verkeerd lopen. Voor ik het wist stond ik al bij station Oosterbeek, ongeveer op de helft van de route. Je moet dan door een heel lange straat door het dorp lopen, wat een beetje een saai stukje is. Daarna ga je weer de bossen in en kom je langs de Airborne oorlogbegraafplaats in Oosterbeek. Hier liggen zo’n 1750 geallieerde militairen begraven, die sneuvelden bij de Slag om Arnhem. Ik heb ondertussen al verschillende oorlogsbegraafplaatsen gezien, maar het blijft moeilijk te bevatten hoeveel levens de Tweede Wereldoorlog heeft geëist.
Ondertussen was het een stuk warmer geworden en hoe heter, hoe minder fijn ik loop. Ook nu begon ik last te krijgen van de hitte. Mijn water was op en mijn eten was ook op en er waren geen punten om water bij te krijgen onderweg.
Brandtoren Park Sonsbeek
Kunstwerk op landgoed
Park Sonsbeek
Uiteindelijk kwam ik via de bomenlanen van Landgoed Lichtenbeek en Landgoed Warnsborn weer uit in de parken bij Zypendaal en Sonsbeek. Hier lagen nog twee caches die ik mee zou kunnen pakken, als ik af zou wijken van de route. Omdat ik de “onderroute” vorige week al drie keer had gelopen (toen bezocht ik in dit park Huize Zypendaal en het Watermuseum en deed ik een multi-cache over het Mannetje van de Zyp), besloot ik nu de “bovenroute” te nemen voor de caches. Infiltratie werd na even zoeken gevonden. Ik had een beetje afwijking op ground zero en er waren veel hint-objecten aanwezig. Maar als beloning wel een grote munitiekist.
Daarna was het nog 2 kilometer naar de ABC-cache van Sonsbeek. Het was een “zware” wandeling met flinke hoogteverschillen en ik kwam nog langs de oude brandtoren in het park en toen ik eindelijk op ground zero was…kon ik de cache niet vinden. Jammer de bammer. Het was best wel druk daar en er waren overal netelige planten en ik had een korte broek aan.
Daarnaast begon de tijd te dringen voor de trein. Ik had eerst nog wilde plannen om ook nog de Eusebiuskerk te gaan beklimmen, omdat ik nieuwsgierig ben naar de glazen balkons en er ook een virtuele cache te doen is, maar uiteindelijk zat ik pas om 15.23 uur in de trein, dus dat was nooit meer gelukt. Moet ik nog eens terug naar Arnhem; wat vervelend nou toch.
Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 26 maart 2018:
Ik zou de foundradius van 4-cache-datum 26 maart wel eens even op gaan voeren met een wandeling door de polders rondom Kamerik.
Geocachingverhaal uit het verleden:
Project W520-02L
De Slag bij de Kruipin
Maker: Straategisch Geodaan
Type: Traditionals
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Woerden
KODK – De Boerinn
KODK – Kijk uit! Kamerik
Maker: De Hammies
Type: Traditionals
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Kamerik
De wraak van Plankton
Maker: Sheldon J. Plankton
Type: Mysterie
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Kamerik
Trek maar aan het touwtje
Maker: Straategisch Geodaan
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Kamerik
Polderzicht Kamerik
Maker: Mr. E. Krabs
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Kamerik
#01 Greftkade
#02 Greftkade
#03 Greftkade
#04 Greftkade
#05 Greftkade
#06 Greftkade
#07 Greftkade
#08 Greftkade
#09 Greftkade: Kameriks TB Wisselpunt
#10 Greftkade
#11 Greftkade
#12 Greftkade
#13 Greftkade
#14 Greftkade
#15 Greftkade
#16 Greftkade
#17 Greftkade
#18 Greftkade
#19 Greftkade
#20 Greftkade: Bonus
Klein
Middel
Groot
Even tot tien tellen
Alweer op Moeraswiebel-jacht
Maker: Straategisch Geodaan
Type: Traditionals
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Kamerik
Zicht op kaaspakhuis oud
Maker: Jondolar
Type: Traditional
Heideroosjes: Maartje
Gevonden op: 26 maart 2018
Plaats: Woerden.
26 maart was nog een 4-cache-datum. Daarnaast is er een souvenir-actie aan de gang: de Planetery Pursuit. Als het even kan, probeer ik souvenirs altijd wel mee te pakken en dit gaat om een serie. Hoe meer caches je vindt gedurende een bepaalde periode, hoe meer planeten je kan scoren. Ook moet ik oefenen met wandelen, vanwege mijn inschrijving voor de Apeldoornse vierdaagse. Kortom, het was echt tijd voor een trein/wandel/geocachingdag. De keuze viel op Woerden. Hier lag een rondje van twaalf kilometer met een flink aantal caches en de afstand vanaf het station naar het startpunt viel ook te wandelen. Het weer zou redelijk worden: bewolkt met een zonnetje. Nietemin had ik het tijdens het overstappen op de stations eigenlijk best wel koud in mijn zomerjasje. Gelukkig scheen de zon uitgebreid, toen ik in Woerden uit de trein stapte en had ik het al gauw warm genoeg.
Het bleek 2,3 kilometer naar het officiële startpunt van het rondje Kamerik te zijn, dus ik besloot om dat fanatiek te gaan wandelen. Op de route kwam ik al twee caches tegen. Een codecache in een neppaaltje en een magneetcache met een historisch tintje. Op het startpunt vond ik de cache de Boerinn. Dit is een compleet boeren-recreatie-gebied. Het was mij niet duidelijk of ze ook nog echt iets aan het boeren zelf deden, maar op recreatief gebied was er genoeg te doen. De weilanden achter het bedrijf vormden (naast het terrein voor boerengolf) het startpunt van diverse klompenpaden. De geocachingroute liep voor een groot deel gelijk aan één van de klompenpaden, dus ik kon die richtingaanwijzers aan het begin volgen. Maar eerst ging ik de uitkijktoren in, die stond een beetje verborgen op het terrein, maar zoals je weet ben ik dol op uitkijktorens. En in deze was ook nog een cache verborgen, die ik na een tijdje zoeken ook nog heb gevonden. Caches in uitkijktorens vind ik over het algemeen erg lastig te vinden, omdat er zoveel mogelijkheden zijn. Gelukkig had ik bij deze wel een hint.
Vanuit de toren had ik een goed uitzicht over het gebied waar ik ging wandelen: de polders/weilanden bij Kamerik. Twee jaar geleden ben ik hier ook al eens geweest, maar toen was ik op de fiets en ben ik niet zover de weilanden in geweest. Deze route was namelijk alleen te voet te doen. En op deze maandag was er geen mens te bekennen, ik was de enige wandelaar. Ik zag alleen af en toe een tractor in de verte. Helaas voor mij waren de koeien ook nog niet buiten. Ik moest het doen met ontelbaar veel vogels. Het was hier dan ook een walhalla voor de gevleugelden. Overal water en drassig gebied. In de weilanden achter de Boerinn, onderweg naar de Greftkade, vond ik al enkele caches. Ik liet er ook een paar liggen. Het vlot zag er namelijk erg wankel uit en ik had geen zin om in het water te vallen. Ook de cache die aan een paaltje in een slootje hing, heb ik niet gepakt. Kon hem wel zien hangen, maar had geen zin om mijn sokken en schoenen uit te doen en door de sloot te gaan waden. Gelukkig woon ik niet in deze omgeving en worden deze caches dus geen frustraties. En het voordeel van zoveel caches is, dat het ook niet zo’n “pijn” doet als je er een paar moet laten gaan. Ik kan daar beter tegen dan vroeger, de puntjes gaan steeds minder tellen. Ik verwacht dat dat na het bereiken van de 10.000 nog minder gaat worden. Dan blijft alleen het Geocaching Datum Project nog een paar jaar een dingetje, denk ik. Verder heb ik dan niet echt doelen meer (nou ja, een derde Kilo-land blijft wel een leuke), hoewel ik wel verwacht dat ik blijf geocachen.
Ik loste ter plekke in het weiland nog een heel makkelijke mysterie op, helaas ging die over SpongeBob, waar ik echt helemaal niets mee heb. Aan het einde van het weiland kwam ik dan op de daadwerkelijk Greftkade. Dit is een jaagpad langs het riviertje de Greft in de vorm van een dijkje. Aan de ene kant ligt dus dat riviertje, qua breedte vergelijkbaar met de Reusel in Oisterwijk. Aan de andere kant van de dijk liggen eindeloze weilanden. Aan de andere kant van de rivier nog meer weilanden en polderlandschap. En ik was hier dus helemaal alleen. Volgens de cachebeschrijving zou het jaagpad modderig zijn, maar dat was helemaal niet zo. Het was eigenlijk heel droog, maar het heeft de afgelopen dagen ook niet geregend, dus misschien dat dat de reden was. Het lentezonnetje scheen volop, dus ik was blij dat ik toch gegaan was (in de ochtend had ik nog wat twijfels over wel of niet gaan). Het werd zelfs zo warm dat ik mijn trui onder mijn zomerjas uittrok. De ene na de andere cache werd gespot. Ze waren niet al te moeilijk verstopt, dus het was gewoon puntjes scoren. Af en toe moest ik over een hekje klimmen, verder volgde je gewoon de dijk. Helaas werden de wolken steeds zwarter en begon het te druppelen. In het begin was het nog niet zo erg. De temperatuur nam af, dus ik trok mijn trui weer aan.
Aan het einde van de Greftkade, op het punt dat ik afboog naar een modderig fietspad richting de gehuchten Kanis en Kamerik – terug naar de bewoonde wereld – begon het keihard te regenen. Maar ik had mijn regenbroek thuis in de schuur laten liggen, want het zou toch niet gaan regenen…nou daar kreeg ik dus spijt van. Terwijl mijn spijkerbroek steeds natter, kouder en zwaarder werd, was ik niet meer zo enthousiast over mijn uitje. Aan het modderige fietspad vond ik de drie caches, Klein, Middel en Groot. Die zaten in steeds langere buizen en je moest ze er van onderaf uitduwen, omdat ze niet magnetisch waren. Dit lukte bij de eerste twee prima met mijn magneetstok, maar bij de laatste zat er een tak klem in de buis. Gelukkig had ik een ijzerdraadje bij, dat ik nodig zou hebben voor een andere cache en daarmee maakte ik een klein haakje, waarmee ik de petling op kon hijsen aan het dopje. Probleem opgelost.
Aan het einde van het fietspad bereikte ik het gehucht Kanis. De regenbui was minder geworden en stopte uiteindelijk helemaal. Maar door het vocht en de kou van de regenbui liep ik niet meer zo lekker, ik kreeg last van mijn onderrug. Ook werd de omgeving minder aangenaam. Ik moest nu een kilometerslange asfaltweg volgen tot aan Woerden. Op het eerste stuk lag er geen stoep langs, dus moest ik steeds opzij springen voor voorbijrazende auto’s. Ik verlangde terug naar mijn zonnige polderwandeling van de eerste helft. Aan de asfaltweg lagen nog wel een paar caches. De cache waar ik eigenlijk de ijzerdraad voor mee had genomen lukte niet. Mijn ijzerdraad was niet sterk genoeg en ik kon het rolletje niet traceren. Het waaide daar aan de rand van het water en ik had het ijskoud, dus gaf ik vrij snel op. Bij Tot Tien Tellen kon ik de cache wel vinden, maar dat was zo’n pvc-buis met een draaidop en zoals wel vaker bij dit soort constructies, kreeg ik die rotdop dus niet open. Ik heb blijkbaar niet genoeg kracht in mijn handen, of die dop is uitgezet door de temperatuurverschillen van de laatste weken. Ik weet het niet.
Gelukkig kreeg ik het Moerasmonster nog wel te pakken. De cache bij de Oortjesboerderij – die twee jaar geleden ook al niet lukte – bleef een frustratie. Tegen die tijd had ik het met geocachen ook wel een beetje gehad. Ik wilde gewoon zitten in een warme trein, hoewel mijn broek ondertussen voor een groot deel wel opgedroogd was en er weer een waterig zonnetje scheen. Ik stapte door naar Woerden en had nog tijd over om daar een laatste cache te doen, bij het oude kaaspakhuis. Daarna was ik keurig om 18.20 uur bij het station (ik kan pas om 18.25 uur weer “gratis” reizen met mijn Dal Vrij abonnement). Ik had het geluk dat de intercity vertraagd was, daardoor kon ik die nog pakken en stond ik in vijf kwartier weer op station Oisterwijk.
Alles bij elkaar had ik 32 caches gevonden, dus daarmee had ik de datum ruimschoots gesaved en enkele souvenirs gescoord van de Planetery Pursuit. Een goede opening voor het “geocaching/wandelseizoen 2018”.
Wat ik hier op 26 maart 2020 nog aan toe te voegen heb:
Het weer in Nederland blijft zo veraderlijk als de pest. Ik baalde echt heel erg dat ik mijn regenbroek vergeten was. Verder was met name de eerste helft van de wandeling over de Greftkade wel de moeite waard.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt.