NS-wandeling Valkenburg aan de Geul

Dit is een nog relatief nieuwe NS-wandeling die automatisch op mijn Wandel Bucket Lijst kwam en daarmee ook een doel vervuld van het Day Zero Project 2.0. In juli 2022 liep ik deze wandeling in de lange versie van Schin op Geul naar Maastricht. Dat is 17 kilometer. Je kunt ook van Valkenburg naar Maastricht lopen, dan is het maar 13 kilometer. En eigenlijk moet je in Maastricht starten, maar ik liep om twee reden andersom. De eerste reden was dat het dan beter uitkwam met de treintijden: vanaf Maastricht rijdt de trein in 1x terug naar Eindhoven en vertrekt elk half uur. Daarnaast staat die trein altijd al klaar en kun je er al in gaan zitten; dat is wel zo lekker na een langere wandeling. Vanaf Valkenburg of Schin op Geul moet je eerst met een sprinter van Arriva en die reden maar 1x per uur, dus als je dan fout aankomt, moet je lang wachten. De tweede reden was dat ik een labcache op wilde nemen in de route over de Groene Loper van Maastricht en die had een verplichte volgorde, die dus beter uitkwam als ik vanuit tegengestelde richting aan zou komen.

Idyllisch Schin op Geul

In Maastricht moest ik rennen voor de sprinter naar Schin op Geul, want die was op een ander perron en ik moest door de tunnel en ook nog overchecken naar een andere vervoerder. Ik haalde het wel. Dus treinde ik af naar Schin op Geul, opnieuw een nieuw Limburgs station voor mijn lijst, na Chevremont en Landgraaf eerder dit jaar. Schin op Geul is een idyllisch, puzzelachtig plaatsje. Mooi, oud stationsgebouwtje ook. Ik vond al bijna meteen een “echte”, fysieke cache van de Geul-linie-serie. Hier heb ik er in het verleden al meer van gevonden, o.a. tijdens een vakantie in Valkenburg in de herfst van 2018. Daarna wandelde ik al snel Schin op Geul uit en liep ik stevig door naar Valkenburg langs de rivier de Geul. In de buurt van Valkenburg werden de paden steeds bekender, want daar heb ik al een paar keer eerder gewandeld tijdens vakanties en weekenden weg. Zo kwam ik langs die kapel van Ruprecht, een naar wezen dat werd gebruikt bij een geocacheroute. En langs Kasteel Oost.

Valkenburg

De route liep dwars door Valkenburg en dat was ook allemaal bekend terrein. Zo kon ik de kasteelruïne zien (daar ben ik op geweest tijdens die herfstvakantie in 2018). Er hingen foto’s en meetlatten van de overstromingen in de zomer van 2021, nu bijna een jaar geleden; het water heeft hier echt heel hoog gestaan en huizen overspoeld. Dat kon je je nu niet meer voostellen, dat die kalme, vrij smalle Geul zo gevaarlijk kan worden. Ik pakte een paar munzees mee en moest echt lachen toen ik een sticker op een verkeersbord scande en een man na mij dat ook probeerde te doen. Maar hij gebruikte waarschijnlijk een gewone QR-code scanner en niet die van de munzee-app, dus hij kon er niets mee.

Ik wandelde Valkenburg weer uit langs de Romeinse catacomben en de vuursteenmijnen. De eerste ben ik in geweest in de herfst van 2018 en de tweede was bekend van een earthcache van jaren geleden. De route ging nu weer verder de natuur in, ik herkende paden van de Plateauwandeling, die ik ook deed tijdens die herfstvakantie van 2018.

Curfsgroeve

Uiteindelijk kom je dan uit in het plaatsje Berg en Terblijt. Daar kwam een voor mij nieuw gedeelte, waar ik nog nooit eerder geweest was, namelijk het gebied rondom de Curfsgroeve. Dit is een oude kalksteengroeve, waar tot 2009 kalksteen is gewonnen. De kuil is ongeveer 40 hectare groot en 40 tot 50 meter diep. De tunnel waarmee de arbeiders vroeger de groeve bereikten is dichtgemaakt en de kuil is teruggegeven aan de natuur en wordt nu beheerd door Limburgs Landschap. De Curfsgroeve ligt vrij hoog en op een bepaald punt is het pad zo stijl dat het niet te beklimmen zou zijn zonder klimmateriaal. Daarom is hier een trap aangelegd voor wandelaars. Zowel boven als onder zat een munzeesticker, dus je hoorde mij niet klagen. Bovenaan lag ook een traditional cache verstopt. Daar heb ik nog best even naar moeten zoeken, want de hint was niet echt behulpzaam en er was een kleine afwijking. Uiteindelijk wel gevonden en dat vond ik leuk, want dit is een vrij afgelegen locatie waar je eigenlijk alleen te voet of misschien met een mountainbike kan komen.

Vlakbij ground zero lag een meertje en iets verderop de Curfsgroeve zelf. Er was een klein plateau waar je uit kon kijken over de groeve. De wanden worden nu o.a. gebruikt door vleermuizen en vogels om nesten in te maken en er is bijzondere plantengroei. Ook grazen er geiten. Mooi om te zien hoe de natuur het dan toch weer overneemt.

Groene Loper

Aan de rand van de groeve liep de wandeling een stuk door de bossen om uit te komen op landelijke weggetjes tussen (hoofdzakelijk) graanvelden door. Ik kreeg er een “the road ahead is empty” gevoel van. Op dit stuk van de route was het namelijk heel rustig. De rest werd wel druk bewandeld, maar het was natuurlijk zondag en mooi weer, dus logisch. Dichterbij de bewoonde wereld kwam ik een minibieb tegen, waar ik het boekje achterliet dat ik op de heenweg in de trein had uitgelezen. Ook waren er lantaarnpalen met munzeestickers. Bij eentje stapte ik in een (vermoedelijk) konijnenhol; gelukkig kon ik mijn voet er snel uittrekken en leek ik er niet echt last van te hebben. Zou wel stom zijn om te struikelen over een gat doordat ik een sticker wilde scannen…

De landweggetjes eindigden in een parkje in een buitenwijk van Maastricht met o.a. een kasteelachtig landhuis en veel zwanen. Daarna kwam ik op de Groene Loper van Maastricht terecht, een parkachtig pad van zo’n twee kilometer lang dat zich door deze buitenwijk van de stad heen slingert van het Europaplein in Maastricht tot aan Meerssen. De Groene Loper ligt op de tunnel waar de snelweg A2 doorheen loopt en langs het pad staan 1800 bomen van elf soorten aangeplant. Op dit pad kon ik dus nog de punten van de gelijknamige labcache de Groene Loper afwerken.

Het leukste punt was het laatste punt, want dat lag bij de Klimrex, een groot klimrek in de vorm van een tyranosaurus rex. Zulke dingen vind ik leuk, ook al ben ik al lang volwassen. Ik rekende de bonuscache nog uit, maar dan zou ik weer bijna een kilometer terug moeten lopen en daar had ik geen zin meer in. Dus ik boog af naar het station.

Met ruim 17 kilometer in de benen had ik ook ver genoeg gelopen. Wel een mooie wandeling met veel afwisseling, dus de kans is groot dat ik hem over een tijdje nog eens ga doen in tegengestelde richting. Kan ik meteen die bonuscache meepakken.

OV-stapper Maas- en Swalmdal

Ik loop nogal achter met het plaatsen van mijn wandelingen hier. Terwijl 10 wandelingen toch wel een doel vormen van mijn Day Zero Project 2.0 (doel 37 t/m 46). Dus ik ga voorzichtig beginnen met het plaatsen van de wandelingen van 2022. Te beginnen met de OV-stapper Maas- en Swalmdal, een 17 kilometer lange wandeling van station Reuver naar station Swalmen. Omdat ik die week – in februari 2022 – op een vakantiepark in Reuver zat, besloot ik om hem andersom te lopen, zodat ik terug liep naar mijn tijdelijke “huis”. Het treinritje van Reuver naar Swalmen met een Arriva-trein duurt slechts een paar minuten. Ook maakte ik de wandeling nog wat langer, omdat ik onderweg aardig wat geocaches heb opgepikt.

Swalmen en Rijckel

De wandeling boog bij het station eigenlijk al meteen af naar het buitengebied en liep door een soort van parkje langs een ruïne en over brede zandpaden langs prachtige boerderijen. Ook zag ik een ree oversteken, maar die rende te snel weg om er een foto van te kunnen maken. Het is altijd mooi om zo’n dier in het wild te zien. In het gehucht Rijckel stond een kraampje met vergeten groenten. Er lagen o.a. pastinaken en aardperen. Als ik hier in de buurt had gewoond was ik er zeker een keertje langs gegaan om vergeten groenten te kopen. Nu ik in een vakantiehuisje verbleef met een minikeukentje leek het mij niet zo praktisch. Ook niet om kilo’s groenten mee te gaan sjouwen op de rest van mijn wandeling, trouwens.

Buitengebied tussen Swalmen en Rijckel

Drakendorp Beesel

Voor mijn gevoel was ik nog maar net aan het lopen toen ik al in Beesel aankwam; toch had ik er toen al een aantal kilometer opzitten. Ik had mij die ochtend voorgenomen om de labcache van Beesel te doen als ik daar nog zin in had tegen de tijd dat ik bij Beesel aankwam. Nou, dat had ik wel. Enige nadeel was dat er een verplichte volgorde inzat en daardoor heb ik het stuk tussen molen de Grauwe Beer en Beesel vandaag 3x gelopen. Beetje jammer. Ik heb altijd een hekel aan die verplichte volgorde bij labcaches, vooral als de punten ver uit elkaar liggen. Als ze allemaal op een hoop liggen maakt het niet zoveel uit, maar hier ging het om grotere afstanden. Beesel is dus het Drakendorp. Ik ben er al eerder geweest, in november 2017 een paar keer en in september 2019 toen ik de Beeselse Drakenronde liep via geocaching. Toen vond ik een paar caches niet, maar vandaag kon ik alsnog twee not-founds van toen meepakken.

In Beesel zag ik een heleboel bekende draken, maar ook nog een paar die ik nooit eerder had gezien. Ik vind het echt een geweldig dorpje, want overal zijn draken. Verder lag ik helemaal dubbel toen ik het bordje op het oude raadshuis las; het gebouw had ook dienst gedaan als opslag voor de brandspuit. Ja, om al dat drakenvuur te blussen natuurlijk, muhaha! Het enige waar ze eens wat aan moeten doen is de merchandise. Je zou verwachten dat de VVV alhier een complete lijn van drakenmerchandise heeft, maar op een drakenbiertje na is er werkelijk niets te verkrijgen. Geen magneet, geen ansichtkaarten, gewoon helemaal niets. Ik vind dat een gemiste kans.

De drakenbank in Beesel

Er was ook nog een vreemde cache (van de Drakentrail) waarvan de maker zei dat het bankje verplaatst was, maar dat hij de coördinaten nog moest aanpassen (een half jaar geleden). Dus ik eerst bij het bankje verderop gezocht, maar het ding lag uiteindelijk gewoon bij de picknicktafel op het 0-punt. Wees dan een beetje duidelijk. Volgens mij was de co niet echt meer actief, maar dat vind ik dan jammer. Je moet zoiets wel bijhouden of anders archiveren.

Met mijn voeten in de Maas

Na de ronde door Beesel pakte ik de oorspronkelijke route weer op. Die liep nu een heel stuk hetzelfde als de route van de wherigo (geocachingroute) die ik twee dagen eerder had gelopen, over de brede zandpaden langs de Maas. Met het verschil dat het nu niet regende en waaide en ik het zelfs een beetje warm kreeg met winterjas en muts op. Ook kwam ik nu echt langs imkerij de Drakenbijen, maar daar was nu in de winter niet veel te zien. Geweldige naam, anyway.

Min of meer in de Maas

Ik kwam nu langs het punt waar je een foto moest maken voor de virtuele cache Voeten in de Maas. Het idee was dat je met je blote voeten in de Maas ging staan en een selfie van jezelf maakte waar je helemaal opstond. Leuk in de zomer, maar ik had nu twee problemen. Een; het was hartje winter en ondanks dat een graad of 8 best warm aanvoelde na twee koelere dagen had ik toch nog niet zo de behoefte om met mijn blote voeten in de Maas te gaan staan. En ook niet om mijn wandelschoenen en sokken doorweekt te laten worden. Verder is het onmogelijk om een selfie te maken waar je helemaal op staat met je voeten duidelijk in beeld en de Maas op de achtergrond. Dus heb ik twee foto’s gemaakt. Eentje van mijn bovenlijf met gps en de Maas op de achtergrond. En eentje waarbij ik aan het randje van de Maas sta in een heel klein laagje water. Meer geocachers voor mij hebben het zo gedaan, dus we zullen zien of het goedgekeurd word. Op de foto zie ik er uiterst charmant uit met een coronakapsel van vele maanden, een prachtige muts met sluikreclame voor mijn werk (nee dat zie je net niet op de foto) en mijn versleten winterjas (ondertussen heb ik een nieuwe en is deze gedegradeerd tot reservejas).

Min of meer in de Maas

Belfeld en Reuver

Ik wandelde verder en moest op een bepaald moment de weg tussen Reuver en Belfeld oversteken. Hier kon ik zowaar een virtuele Munzee vangen. De Munzees zijn maar dun gezaaid in deze streek, dus ik moest elke dag wel even moeite doen om er minstens eentje te vangen, zodat ik mijn streak kon behouden (dat is gelukt). Nu kwam ik in het licht heuvelachtige gebiedje tussen Reuver en Belfeld met allemaal modderige zandpaden en kleine stukjes bos rondom het riviertje de Swalm. In 2017 heb ik hier ook al gefietst en wat caches gedaan met Anke. Maar nu lagen er allemaal nieuwe caches en daarvan lagen er een heleboel precies op de track van de wandelroute. Het bleken ook nog allemaal ludieke, leuke caches te zijn. Dus heb ik over het laatste stuk van de wandelroute heel erg lang gedaan, omdat ik al die caches nog mee wilde pakken. De mooiste was toch wel die op een verhoging waarbij je vanaf de cache tussen de bomen neerkeek op het dal waar de Swalm stroomde. Mensen met hoogtevrees kunnen deze beter overslaan… In de cachebehuizing was een rustgevend muziekje ingebouwd, ik werd er bijna zen van, haha.

Cache op hoogte

Ik kwam ook nog langs Ronckenstein, een soort van villa en door een gehuchtje met allemaal historische gebouwen en een cache bij de vijver. Ik had het geluk dat ik alle caches vrij snel gevonden had. Alleen die waar je heel erg veel water in een buis moest gooien heb ik laten zitten. Je moest de hele tijd een meter of 20 naar de Swalm lopen, de oevers waren heel modderig en die fles vullen duurde een eeuw. Ik had het idee dat het water net zo hard onderuit de buis liep als dat ik het erin gooide en berekende dat ik minstens 10 flessen nodig zou hebben voor die cache eruit zou komen. Daar had ik na 2 flessen al geen zin meer in, dus jammer dan. Je zou eigenlijk een gieter van flink wat liters moeten hebben, zodat je maar 1x hoeft te vullen. Maar ik had natuurlijk geen gieter in mijn rugzak zitten. Evengoed vond ik meer dan genoeg caches deze dag.

Aan het einde begon ik mijn voeten wel te voelen, ik heb waarschijnlijk meer dan 20 kilometer gelopen vandaag met dank aan alle cache-uitstapjes. Ik was dus oprecht blij toen het station in zicht kwam, want daar stond mijn fiets. Vlak voor het station pakte ik nog wel de cache bij de spoorwegovergang mee, die zat verstopt in een sleutelkastje met cijferslot. Best wel ripproof bedacht, eigenlijk. Alles bij elkaar een prima wandeling, vooral als je veel van de combinatie met geocaching houd of gek bent van draken.

Geocachingverhalen uit het verleden: De parels van Huis ter Heide

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 2 juni 2019

Op een bloedhete zondag loste ik eindelijk de datum 2 juni op voor mijn Geocaching Datum Project met een wandeling door natuurgebied Huis ter Heide bij De Moer.

Het verhaal:

2 juni was de enige overgebleven 3-cache-datum in de zomermaanden. Deze datum is al zeker drie jaar een doorn in mijn oog, maar werk en school belemmerden mij de afgelopen jaren om de datum te kunnen saven voor mijn Geocaching Datum Project. Dit jaar viel de datum dan eindelijk op een zondag en het werd ook nog eens prachtig weer. Met 32 graden zelfs een beetje te warm. Maar ik was ook uitgenodigd voor het feestje in de namiddag, dus ik moest al vroeg op pad. Op zich mocht ik de auto van mijn ouders lenen, maar omdat het zo’n mooi weer was, besloot ik om toch op de fiets te gaan. Ik zat al voor 9 uur op mijn fiets en toen was het al warm. Ik trapte hard door en een uur later stond ik in De Moer, aan de start van de wandeling de Parels in Huis ter Heide. Ik ben al veel vaker in dit – voor een groot deel aangelegd – natuurgebied geweest voor geocaching, maar deze trail was nieuw en ik had hem speciaal bewaard om een datum op te kunnen lossen.

Op dit vroege tijdstip hoopte ik ook dat er nog geen andere geocachers waren, maar er liep toch al een team voor mij. In het begin zag ik ze nog niet, maar ongeveer halverwege kwamen ze in mijn zicht en moest ik een paar keer wachten tot zij doorgelopen waren. Ze waren nogal traag, dus dat ergerde mij een beetje, omdat ik haast had. Maar ja, zij waren gewoon op hun manier aan het geocachen en wie ben ik dan om hun hobby te verpesten? Later, bij het online loggen, zag ik dat er ook nog een aantal teams na mij zijn gekomen, maar daar heb ik geen last van gehad. Er waren nog wel een heleboel gewone wandelaars, waarbij ik steeds observeerde of het mogelijk geocachers waren. Verder hoopte ik de haarbalkoeien (mijn benaming voor Schotse Hooglanders) te zien, ik vermoedde eigenlijk al dat ze bij het water zouden zijn en dat was ook zo. Bij Huis ter Heide zijn een aantal vennen aangelegd als natuurcompensatie. Door deze vennen ligt een loopbrug van houten planken, maar het water stond zo laag, dat die brug niet nodig was. Bij de cache tegenover de brug ontmoette ik een fotograaf die ook wel belangstelling had voor geocaching. Toch leuk als mensen er wel eens van gehoord hebben en er positief over zijn.

Vanaf de brug zag ik de eerste haarballen; ze waren aan het pootje baden. In en bij het volgende ven waren er nog veel meer, het leek wel een waar haarballenwalhalla of haarbaltopia. Er waren ook echt ontzettend veel haarbalkalfjes en er waren ook andere kleurtinten dan bruin, waaronder een bijna witte. Dus ik heb bijna kwijlend foto’s staan maken, ze waren – zoals gebruikelijk – ook helemaal niet bang.

Pootjebadende haarbalkoe

Iets verderop zag ik de kleine uitkijktoren, waar ik ook al een paar keer eerder ben geweest, dus ook nu weer even erin geweest. Dat was dus ongeveer halverwege en daarna volgde er een heel stuk over een breed, grasachtig pad in de felle zon. Ik kreeg spijt dat ik mijn pet niet meegenomen had, want het was echt heel erg heet en zonnig. Gelukkig had ik wel zonnebrand gesmeerd. Ik was eigenlijk blij toen de route weer het bos in ging en ik bescherming had van de bladeren. Alle caches waren trouwens goed te vinden, er stonden ook goede hints bij. In de bonuscache nog travelbugs geruild en wat goodies achtergelaten.

Terug bij mijn fiets wilde ik nog een paar traditionals doen rondom De Moer. Ik begon met Chan’s tradi, wat niet echt een bijzonder plekje was en daarna kwam Chan’s ruilkast, die was wel leuk, want dat was een minibibliotheek. De cache was er heel inventief in verwerkt, via een lade in het puntdak. Ik fietste door naar de Hartenboeren, dit was ook wel een mooi gemaakte cache, maar een beetje een aparte locatie. Ik had op alle deze wegen ook al ooit gefietst voor de 8 van Meelhopper; een fietsmulti. Eerder die week had ik ook nog een online schuifpuzzel opgelost van de kerk in De Moer om het coördinaat vrij te spelen. Ben ik toch nog wel even mee bezig geweest, want je kunt online niet echt puzzelstukjes naast je puzzel leggen, wat ik irritant vind werken. Daarom wilde ik deze mysterie bijzonder graag in het veld loggen. Dat lukte, vond de locatie niet echt heel tof, had een grote bak in of bij de kerk zelf toepasselijker gevonden, maar allez, ik heb fijn gepuzzeld en eindelijk weer eens zelf een mysterie opgelost. Dit was mijn 25ste cache voor vandaag en ik besloot dat dat een mooie getal was om te stoppen.

Eerst wilde ik er 26 doen, omdat ik dan op #9200 zou zitten, maar het is ook wel handig om nog wat caches in deze omgeving te bewaren voor een andere datumdag. Als er geen wind staat is de te fietsen afstand goed te doen. In ieder geval heb ik de datum 2 juni nu voor eeuwig gesaved, haha. Na mijn fietstocht naar huis kon ik mijn t-shirt trouwens uitwringen; zo erg had ik gezweet. Wij Nederlanders zijn echt niet gemaakt voor dit soort weersomstandigheden, maar toch was het een goede en actieve cachedag.

Wat ik hier op 2 juni 2022 nog aan toe te voegen heb:

Op de bloedhitte na, was dit absoluut een prima en lekker actieve geocachingdag.

Getallen van 2021

Deze maand geen Day Zero Project 2.0. Update, omdat er heel weinig op het gebied van DZP is gebeurd. Eigenlijk alleen weer wat aan de geocachingdoelen gedaan (en langlopende doelen zoals het boekendoel) en die bespreek ik deels hier ook bij de getallen. Veel doelen van mijn DZP zijn nu niet haalbaar, omdat we weer in een strenge lockdown zitten en ook omdat het winter is. Daarom dit keer wat getallen over het jaar 2021.

Geocaching

Laten we dan maar meteen met geocaching beginnen. Het is ondertussen ruim 17 jaar geleden dat ik mijn eerste geocache vond en ik vind het nog steeds een leuke hobby. In 2021 vonden we 842 caches. We starten het jaar met 9975 founds en eindigden dus met 10817 founds. Dat betekent dat we in 2022 in ieder geval voor de 11000 zullen gaan. 2021 eindigt hiermee op de vijfde plaats qua jaarfounds en is het beste jaar sinds 2017, dat nog altijd op nummer 1 staat.

De beste geocachingmaand van dit jaar was zonder meer de maand mei. We vonden toen maar liefst 222 geocaches wat dus een kwart van het jaartotaal is en mei 2021 eindigt hiermee op plek 4 in de maand-top-5. We verbeterden de dagenstreak van 18 dagen achter elkaar een cache vinden (sinds de zomer van 2016) naar 21 dagen achter elkaar een cache vinden. De dag met de meeste founds zat ook in mei, dat was 2 mei 2021 en we vonden toen maar liefst 50 caches op een dag. We waren allebei op vakantie, maar niet samen. Anke en Guy vonden dus 4 caches, mijn moeder en ik logden er 46. Verder ging het maandtotaal van mei over de 1000 founds heen (van alle maanden mei bij elkaar opgeteld dus). April was een maand eerder al over de 1000 founds heen gegaan en later dat jaar volgde ook augustus nog. Voor 2022 staat maart in de planning.

2021 startte met nog 44 probleemdata voor het Geocaching Data Project (alle data op minstens 10 founds krijgen). Dit jaar werden er 14 data opgelost, waarvan vijf 5-cache-data. Er blijven dus nog 30 data over voor 2022. Mijn persoonlijke doel is om er minstens 10 op te lossen. Er vallen er veel op zondag dit jaar, dus als het weer een beetje meewerkt moet dat lukken.

Na het vinden van de 10000ste cache nam ik mij voor om meer multi-caches te gaan doen, maar met 27 multi’s in 2021 valt dat nog tegen. Daarom nam ik een doel op in mijn DZP2.0. dat ik 50 multi’s wil vinden tijdens de looptijd van mijn DZP. Omdat DZP2.0. pas halverwege het jaar startte, tellen er maar 13 multi’s van die 27 jaarfounds mee voor het doel.

Met de labcaches ging het beter. Bijna de helft van de jaarfounds zijn labcaches. Het is nog een relatief nieuw soort caches (pas onstaan in 2020), daarom hebben we er dit jaar zoveel gedaan. Labcaches tellen sneller door, omdat welk waypoint telt als een found (dat vind ik eigenlijk niet eerlijk, maar het is wel makkelijk bij het oplossen van probleemdata). Het komt dus deels door de labcaches dat we dit jaar zoveel founds hebben.

We scoorden ook nog 23 geocaching-souvenirs.

Boeken

Ik las in 2021 maar liefst 120 boeken. Mijn leesdoel op lezerscommunity Hebban stond op 100 boeken, maar dat bereikte ik al begin november. Het is een gemiddelde van 10 boeken per maand. Behoorlijk veel boeken. Het overgrote deel van deze boeken leende ik van de bibliotheek, een enkeling is van mezelf en dan zijn er nog een paar geleend van familie of kennissen. Ook mocht ik een paar keer een boek recenseren. Boeken kopen doe ik nog maar heel weinig, ze zijn veel te duur en de meeste boeken lees ik toch maar 1x. Toch wil ik volgend jaar wat minder lezen en wat meer gaan schrijven. Kijken of dat gaat lukken, want dat is moeilijk voor iemand met zware bibliobibuli ;>) Overigens lees ik al mijn hele leven heel veel, alleen op de middelbare school heb ik even een leesdip gehad vanwege die afschuwelijke verplichte literatuurlijst met al die saaie, ouderwetse boeken.

Van deze 120 boeken zijn er maar 10 geschreven door een mannelijke auteur en eentje door een man en vrouw samen. Blijkbaar houd ik meer van vrouwelijke auteurs, haha. De meest populaire auteurs (drie boeken of meer) dit jaar waren Corina Bomann, Anne Jacobs/Marie Lamballe (is dezelfde auteur), Lucinda Riley (helaas is ze er niet meer), Sarah Lark, Kristin Hannah, Jenny Colgan, Sofia Caspari en Leigh Bardugo. Op de young adults van Bardugo na (Grisha en Kraaien) weet je dan meteen wat mijn favoriete genre is: (historische) romans.

Spelletjes

Deze getallen zijn niet helemaal eerlijk, want ik ben pas begonnen met de gespeelde spellen bijhouden via een app (Board Game Stats – kost eenmalig een paar euro) eind augustus. Deze getallen zijn dus alleen over de laatste vier maanden van het jaar. In die vier maanden speelde ik 183 spelletjes met 13 verschillende tegenstanders. Dat waren 43 unieke spellen. De top-5 van meest gespeelde spellen in deze maanden is:

  1. Qwixx
  2. Keer op Keer
  3. CuBirds
  4. Meadow
  5. Qwirkle cards

Op Meadow na zijn dit allemaal korte, snelle spelletjes die je dus makkelijk erbij pakt en waarvan je snel meerdere potjes speelt. Van Qwixx hebben we diverse soorten, maar die kun je niet apart in de app zetten. Van Keer op Keer hebben we ondertussen ook versie 2. CuBirds is een geweldig spelletje met kubustische vogels, heel verslavend. Meadow is een spel met heel mooi artwork en is niet moeilijk maar wel heel tactisch. Qwirkle cards is ook een snel spelletjes, wat niet moeilijk is, maar wel ook vrij tactisch. Ik ben heel benieuwd hoe volgend jaar de statistieken er over een heel jaar uitzien.

Munzee

De Munzee-app heeft geen mooie jaaroverzichten. Ze doen ook niet aan verschillen tussen landen, zoals bij geocaching, waar je dan meteen een landsouvenir kan scoren. Munzee werd er niet warm of koud van toen ik in het buitenland ging cappen. Ik weet dus eerlijk gezegd niet meer met welke getallen ik in 2021 gestart ben. Wel dat ik eindig in level 116 met 26520 captured Munzees en 864676 punten. Dan kan ik het in 2022 beter bijhouden.

Waymarking

Waymarking is net als geocaching van de organisatie Groundspeak en draait dus via dezelfde server. Qua statistieken lijken de websites dan ook heel erg op elkaar. Qua gebruikersgemak blijft waymarking toch erg achter. Ik heb dit jaar niet zoveel waymarks aangemaakt – slechts 11 – eigenlijk precies genoeg voor de virtuele 500 medaille. Die wilde ik al heel lang bereiken, het was zelfs een doel bij mijn eerste Day Zero Project, wat dus pas in december 2021 is geslaagd. De volgende virtuele medaille is pas bij 1000 aangebrachte waymarks. Omdat ik al zolang over deze 500 heb gedaan is de motivatie om door te gaan niet zo heel groot meer. Ik weet niet of ik helemaal kan loslaten, ik vrees dat ik altijd een obsessie voor fietspaddestoelen van de ANWB (mijn meest gewaymarkte object) zal behouden. Dus het zou zomaar kunnen dat ik af en toe nog een waymark aan zal brengen. Maar qua hobby heb ik veel meer plezier van geocaching en Munzee en waymarking zal dus steeds verder naar de achtergrond zakken.

Wandelen

Ik zou het dus tof vinden om hier te vermelden hoeveel kilometer ik dit jaar heb gewandeld, maar ik heb dit dus niet bijgehouden. Ben eigenlijk nog steeds op zoek naar een gratis of heel goedkope app waarin ik dit makkelijk kan bijhouden. Mocht iemand nog tips daarvoor hebben: graag.

MaandMoves: november 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

November

Tja, de maand stond vooral in het teken van de ziekte met de grote K die zijn intrede deed bij een zeer close familielid. Ziekenhuisopnames, onderzoeken, het vonnis, chemo; de hele shitzooi kwam deze maand voorbij en zal de komende maanden aanhouden. En dat alles onder de grauwe sluier van corona die ook nooit meer lijkt op te trekken. We zullen er mee moeten dealen, zowel met de K als met de C.

Het weer was heel wisselvallig; van prachtig zonnig herfstweer tot hevige regen en zelfs winterse temperaturen van rond het 0-punt. De hoeveelheid post en brievenbuspakketten nam naar het einde van de maand explosief toe. Dus laat de winkels alsjeblieft openblijven, want anders krijgen we ook nog een postinfarct.

Waren er ook nog leuke dingen deze maand? Jawel, want je moet tenslotte de lichtpuntjes blijven zien.

Wandelen, geocaching en Munzee

Er werd slechts twee dagen aan geocaching gedaan deze maand, maar dit leverde wel 22 founds op. Allemaal echte geocaches, want deze maand geen labcaches gedaan. De eerste dag ging ik voor de verandering weer eens met mijn mede-Heideroosje Anke op pad en we wandelden over de Landschotse Heide bij Middelbeers en door het Beerzedal daar vlakbij. De andere dag ging ik alleen op pad om de 5-cache-datum te saven. Ik had een heel plan opgezet rondom Gilze-Rijen, maar dat was wel afhankelijk van een OV-fiets. En helaas was er een niet op afstand oplosbare storing bij de OV-fietsen, dus moest ik overgaan op Plan B en dat was te voet caches doen vanaf station Gilze-Rijen. Ik vond er uiteindelijk toch nog 10 en dat was dus genoeg om de datum te redden, want ik wil 10 founds op een datum en nu had ik er in totaal zelfs 15. Helaas bleven er ook nog twee data in november open staan, want die vielen dit jaar weer op een doordeweekse werkdag en nu we in de vroeg-donker-periode zitten is het dan onmogelijk om nog geocaches te vinden.

Met de Munzees ging het ook lekker, want in Rijen wonen een aantal Munzeejagers, dus ligt er een ware Munzee Garden. Daar heb ik lekker veel van kunnen vangen tijdens mijn geocachingwandeling en ging ik weer een level verder; ik zit nu in level 115. Ook besloot ik om een soort van Advent-Munzee aan te schaffen met de welluidende naam Sir Prize Santa. Je kunt hem van 1 t/m 24 december elke dag een keer cappen en dan krijg je elke dag een prijs. Ben benieuwd.

Verder wandelde ik alleen maar in de Oisterwijkse bossen en vennen en over de Kampina. Het kan nu alleen nog maar overdag en niet meer ’s avonds op werkdagen. Dat vind ik toch wel jammer aan de vroeg-donker-periode.

Spelletjes

November was een dieptepunt op het gebied van spellen spelen, want volgens mijn spellen-app slechts drie avonden gespeeld. Vanwege de nieuwe corona-maatregelen mocht de spelavond van spellenvereniging de Spelcarrousel niet doorgaan. Wel was er een online-bingo-avond, waar ik aan meedeed in gezelschap van S&A. Het was even heel spannend, maar helaas niets gewonnen. Het was gezellig, maar toch hoop ik dat de fysieke spellenavonden snel weer door mogen gaan.

Wel kwam eindelijk de Nederlandstalige uitbreiding van Everdell Spirecrest uit en die heb ik al wel een keer gespeeld. Met Reuzencritters! (ondanks dat ze in het Nederlands dus bosdieren heten, blijf ik hardnekkig critters zeggen, omdat S. het spel in het Engels heeft en het een leuker woord is).

Kijken

Weinig tv gekeken deze maand, maar wel 2x naar de bioscoop geweest. Op de laatste avond dat we nog na 17 uur ergens binnen mochten naar de nieuwste (60e) Disneyfilm: Encanto. Het is aan de animatie van de karakters en de opbouw van de liedjes duidelijk te zien en te horen dat het van dezelfde makers is als Frozen. Het verhaal is wel heel anders en ik vond het een mooie film, hoewel misschien iets te veel karakters. De andere film was House of Gucci, iets totaal anders dus. Een op waarheid gebaseerd familiedrama over de Italiaanse modefamilie Gucci, dat uiteindelijk eindigt met een moord. De film is een beetje langdradig, maar prima voor een regenachtige zondagmiddag.

Verder

Was ik veel bezig met sinterklaascadeautjes. Vorig jaar moest ik mijn eindscriptie inleveren op 4 december en ging de sinterklaasperiode volledig langs mij heen (en werd er uiteindelijk geen sinterklaas gevierd vanwege corona). Dus dat wilde ik dit jaar een beetje inhalen. Tja, ook dit jaar dus weer veel grauwe K- en C-sluiers over het sinterklaasfeest, maar we gaan het nu wel proberen te vieren.

Heb ik heel veel boeken gelezen. Ik had ook willen schrijven (NaNoWriMo), maar dat ging niet. En lezen ging wel, dus dat dan maar als uitvlucht.

OV-stapper Texel: dag 2

Bertusnol en het verloren labcache-punt

Na een dag fietsen was het weer tijd voor een dag wandelen, etappe 2 van de OV-stapper of ook wel etappe 2 van het streekpad Waddenwandelen. Mijn moeder en ik lieten ons door taxi mijn vader droppen in De Koog, hemelsbreed was dit nog geen 3 kilometer van het vakantiehuisje af, maar vanwege de wegwerkzaamheden aan de weg waar ons huisje was, moesten we omrijden. Ook per fiets hadden we niet dwars door de weilanden gekund, trouwens. We gingen direct via een fietspad het bos in en al snel ging het bos over in de duinen.

We kwamen langs het uitkijkpunt op de Bertusnol en natuurlijk moest ik dat beklimmen. Mijn moeder ging zelfs mee, ondanks haar hoogtevrees. Het was een beetje mistig en bewolkt weer, wat het landschap een mysterieus tintje gaf. Later kwam ik erachter dat het punt van de TV-TAS labcache (op elk waddeneiland een punt) op de Bertusnol lag. Ik had de Slufter in mijn hoofd. Stom natuurlijk, want je moet op dat punt staan om de vraag te kunnen beantwoorden. En de rest van de week is het er niet van gekomen om nog een keer naar de Bertusnol te gaan, dus daarmee ging dit punt verloren.

Galloways in de Muy

De duinen gingen over in het natuurgebied De Muy. De route van deze dag kwam ons meer bekend voor dan die van de eerste etappe. We hebben vroeger (toen kwamen we bijna elk jaar op Texel, omdat familie er een caravan had. Die is allang verkocht en ik was dan ook 7,5 jaar niet op het eiland geweest) ook wel in De Muy en de Slufter gewandeld, terwijl we minder in de Geul kwamen. De Muy was wel veranderd: er liep nu een breed wandelpad, er was meer water en er waren lage bruggen over de waterpartijen. En er waren Galloway-koeien. Persoonlijk ben ik meer van de koeien dan van de schapen, dus de Galloways moesten op de foto: #maartjeskoeienfotos. Bij het infobord van de Muy hielden wij behulpzaam het hekje open voor fietsers en vonden we het antwoord voor het punt van de labcache Mooi Texel. Fietsers moesten hier dus het gebied uit, wandelaars konden verder lopen naar de Slufter.

Regen in de Slufter en de ruigpootbuizerd (wie kent hem niet?)

Helaas kregen we toen een regenbui over ons hoofd heen en was de Slufter niet op z’n mooist. Ook stond er erg veel water op de wandelpaden, omdat er vorige week hoog water was geweest tot ver in het gebied. We hielden droge voeten, maar de regen stopte pas toen we de Slufter alweer bijna uit waren. Het labcachepunt van de Slufter leverde veel problemen op, omdat het infobord was weggehaald. Op deze zelfde plek ontbrak het bankje dat ik nodig had om een punt van de Mythe van Texel (multicache met punten over het hele eiland) te kunnen beantwoorden. We wisten wel dat het antwoord op de vraag een vogel moest zijn, dus begonnen wij allerlei vogels in te typen. Niets was goed. Vogels op Texel gegoogled. Van alles geprobeerd, zonder resultaat. Uiteindelijk ben ik gaan zoeken naar een foto van het infobord. Die vond ik wel, maar de tekst was amper te lezen. Mijn moeder zoemde heel erg in en het moest toch echt een buizerd zijn. Dus ik weer googlen op soorten buizerds. Het was de ruigpootbuizerd. Deze vogelsoort gaan we nooit meer vergeten en de rest van de week was ruigpootbuizerd ons stopwoord. We hebben daar bijna een half uur gestaan denk ik.

De dubbele vuurtoren

Je mag dan niet meer verder wandelen door de Slufter, het grootste gedeelte is ontoegankelijk broedgebied voor vogels. Dus moesten we verder aan de andere kant van de duinovergang. Over het fietspad. Kilometers lang over het slingerende fietspad door de duinen tot aan het Landalpark. We begonnen nu aan de tocht naar de vuurtoren. We gingen een stukje door de duinen en daarna een stuk over het strand, dat was weer een lekker stuk, ook al waaide het nu een stuk harder dan tijdens etappe 1. We hadden de vuurtoren al de hele dag in de verte zien staan en nu kwamen we steeds dichterbij. Ik hoopte dat ik nog op tijd zou zijn om de vuurtoren te kunnen beklimmen, want dat stond op mijn Texel Bucket List. Voor mijn moeder was dit het eindpunt en die hoopte op een lekker hapje in het restaurant bij de vuurtoren. Helaas bleken alle restaurants in die omgeving gesloten te zijn, omdat het maandag was. Dus moesten we het doen met de chocolade uit onze rugzak.

Mijn moeder was klaar met de wandeling en belde mijn vader voor een lift. Ik wilde nog heel graag de knalrode vuurtoren op en reserveerde via internet op mijn telefoon een tijdslot. Dat ging twee minuten later al in, dus liep ik meteen naar de ingang van de vuurtoren. Ik ben in het verleden dus best wel vaak op Texel geweest, maar heb nooit eerder de vuurtoren beklommen. Terwijl ik toch al jarenlang dol ben op allerlei soorten uitkijktorens. De vuurtoren telt verschillende verdiepingen en is meteen ingericht als een museum over de geschiedenis van vuurtorens en deze in het bijzonder. Zo wist ik niet dat de nieuwe, rode vuurtoren om de oude vuurtoren is heen gebouwd. Die liep bomschade op in de tweede wereldoorlog en dus besloot men om een nieuw toren eromheen te bouwen. Op een verdieping kun je tussen de twee vuurtorens heenlopen en de kogelgaten zien zitten.

Ook ging het over de lampen en hingen er overal foto’s van de vuurtoren in alle weersomstandigheden en hoe hij er vroeger en nu uitzag. Ik vond het wel interessant. Op de top was de meldkamer nog precies zo ingericht als in 1989, toen de vuurtoren voor het laatst bemand werd. Compleet met stokoude computers en theepot. Tegenwoordig wordt hij op afstand bediend. Wel zitten er twee reservelampen in die aangaan zodra de hoofdlamp kapot gaat. Want de vuurtoren is nog wel in functie en laat dan ook elke nacht zijn licht over de zeeën schijnen, want de Noordzee en de Waddenzee komen samen zo rond de vuurtoren. Op de top van de vuurtoren waaide het extreem hard, maar ik had wel een superuitzicht. Je kunt as far as your eyes can see over de zee uitkijken. Natuurlijk kon je Vlieland zien liggen, dat is hemelsbreed maar 2,5 kilometer van Texel af. Iemand anders die op de toren stond grapte dat ze best een brug konden slaan tussen Texel en Vlieland. Ik zwaaide ook nog naar mijn moeder, die beneden op mijn vader stond te wachten. Als je onderaan de vuurtoren stond en omhoog keek langs de toren, leek het net of hij bewoog, maar dat kwam vooral door de bewegende wolken. Gezichtsbedrog dus. In de toren zat een winkeltje met allemaal vuurtorenspullen, maar ik heb niets gekocht.

Virtuele picknick zonder eten

De toren werd trouwens druk bezocht, er waren overal mensen. Nou was het natuurlijk wel herfstvakantie en midden op de dag. Na een paar rondjes over de toren ging ik weer naar beneden. De ouders waren ondertussen al doorgereden naar De Cocksdorp, ik ging die drie kilometer nog wandelen, zodat ik de hele wandeling gedaan had. Het eerste stukje ging door een klein duin- en struingebiedje. Daarna moest ik een heel stuk over een verharde dijk tot aan De Cocksdorp lopen. Aan de zeezijde had ik nog wel uitzicht op een vogelgebied en daar kon ik nog de virtuele cache doen. Eigenlijk moest je daarvoor een picknick houden aan een betonnen picknicktafeltje, maar ik had geen eten meer bij (wel honger ondertussen) en het waaide daar best hard, dus alleen maar een foto van mij met het tafeltje gemaakt en de vraag beantwoord. Je kon meteen een mailtje sturen naar zo’n automatisch adres en mijn antwoord werd goedgekeurd. Wel een idyllisch plekje voor vogelaars, er gingen er nog een paar het wad op met gigantische verrekijkers.

Omdat er vrijwel niets open was in De Cocksdorp, verveelden mijn ouders zich, dus op een bepaald moment belde mijn moeder op dat ze mij op kwamen halen, waar ik ook was. Nou was ik toevallig precies op het eindpunt van de etappe, bij het sluisje aan het einde van de hoofdstraat van De Cocksdorp. Dus hoefden ze maar een heel klein stukje te rijden.

Conclusie

Deze etappe is wat minder dan de eerste etappe. Het eerste stuk is wel mooi, langs de Bertusnol, door de Muy en De Slufter. Daarna volgt er echter een vrij saai, verhard stuk. Stukje strand rond de vuurtoren is nog wel leuk (en de beklimming van de vuurtoren is een aanrader), maar daarna is het ook weer veel verharding tot aan het eindpunt in De Cocksdorp. Ook is er nauwelijks horeca onderweg, zeker op maandag is dus alles gesloten.

Wel heb ik tijdens deze dag twee punten van mijn Day Zero Project 2.0. vervuld: een wandeling van de Wandel Bucket List (doel 39) en het beklimmen van een voor mij nieuwe uitkijktoren, de vuurtoren (doel 100).

OV-stapper Texel: dag 1

Texels imaginaire spoorlijn

In oktober verbleef ik met familie een week op Texel en het lopen van de tweedaagse OV-stapper op het eiland stond hoog op mijn Texel Bucket List. Volgens de weersvoorspelling zou het prachtig wandelweer worden op onze eerste volle dag op het eiland, dus mijn moeder en ik besloten ervoor te gaan. Mijn vader is niet zo van het wandelen, dus die kon mooi voor taxi spelen. Want tja, deze OV-stapper begint en eindigt natuurlijk niet op een station, zoals bij normale OV-stappers/NS-wandelingen (OV-stappers zijn de oude NS-wandelingen). Jah, ik vind het dus vrij hilarisch dat Texel een tweedaagse NS-wandeling heeft, want er is geen spoorrails en daaruit volgend ook geen treinstation of trein. Er zijn wel bushaltes, maar er rijden geen grote bussen zoals bij ons in Brabant, meer een soort van taxibusjes.

Prachtige wandeling

Een prachtige wandeling, vooral ook omdat hij vrijwel helemaal onverhard is. Je steekt een paar keer een verharde weg of fietspad over en moet soms een klein stukje daaroverheen, maar het zijn hoofdzakelijk paadjes door natuurgebieden. Je gaat van duinen, naar het strand en door de bossen en dan weer door de duinen. Onderweg kom je dus genoeg horeca tegen en je eindigt natuurlijk in De Koog, het meest bruisende dorpje van Texel met veel terrassen en souvenirwinkeltjes. Deze wandeling is absoluut een aanrader, met onderweg de meest prachtige uitzichten. Onderweg zie je met een beetje geluk een heleboel vogels, koeien en schapen. De wandeling is trouwens ook terug te vinden als de eerste Texel-etappe van het streekpad Waddenwandelen (dat loopt over zes waddeneilanden, de vijf Nederlandse en het Duitse Borkum). Ik had daar een boekje van geleend bij de bibliotheek, maar alleen gebruikt voor de info. De bordjes van Waddenwandelen vind je wel overal op de route als wegwijzers. Ik gebruikte echter een gpx-track die ik in mijn gps had geladen, want ik ben nou eenmaal een ontzettende gps-addict. Die gps-track downloadde ik op Wandelnet (je betaald ongeveer 15 euro per jaar en kan dan onbeperkt gps-tracks downloaden).

Mistige Mokweg, Munzee, geocaching en Adventure labcache

Officieel start de wandeling bij de haven van de veerboot; ’t Horntje. Maar dan moet je eerst een stuk over een asfaltweg lopen om bij de ingang van natuurgebied de Geul te komen, dus ik besloot dat we dan net zo goed konden starten bij die ingang. Dus navigeerde ik mijn vader daarheen (hij heeft echter niet zoveel vertrouwen in mijn gps, misschien omdat ik die Smaug heb genoemd, naar de draak uit The Hobbit). Als ik ergens goed in ben is het echter wel navigeren, dus natuurlijk reden we gewoon goed. Het was nog amper 10 uur toen mijn moeder en ik uit de auto stapten. De waas van de zonsopkomst hing nog boven de inham aan de zeekant, maar de veerboot was al enkele uren aan het varen. De hele wandeling konden we de veerboot nog zien varen, eerst van dichtbij, later steeds meer in de verte.

Nadat mijn vader vertrokken was, moesten wij eerst op zoek naar het infobord van De Geul. Op Texel ligt namelijk een Adventure labcache met punten verspreid over vijf natuurgebieden aan de westzijde van het eiland: De Geul, de Bollekamer, de Dennen, de Muy en de Slufter. Dat bord bleek nog een parkeerinhammetje verderop te staan, dus we moesten alsnog een stukje over de asfaltweg. En we konden het antwoord op de vraag niet vinden op dit bord. Wel bleek er een Munzee-sticker op het bord te zitten die al vijf jaar niet meer gescand was, maar die het nog prima deed. Als de sticker nu maar van de schok is bekomen om 2x binnen een minuut gescand te worden, haha. Wij googleden het antwoord op de vraag en liepen naar het uitkijkpunt een paar meter verderop. En daar stond dus nog een bord en daar stond het antwoord op de vraag groot op. Altijd verder kijken dan je neus lang is…

Gebrek aan vogelaarskills

We begonnen nu echt aan de wandeling en gingen al snel de Geul in, tussen de Horsmeertjes door. We liepen al snel een paadje in dat naar een uitkijkpunt over de Horsmeertjes ging, want hier was een cache te vinden met de welluidende naam Link 3. Wij zochten veel te moeilijk; ik hing al op mijn kop onder het infobord te gluren, toen de cache gewoon achter het muurtje van houten paaltjes bleek te staan. Was nog best een grote bak ook. Helaas zaten ook hier geen trackables in (uiteindelijk geen enkele trackable gevonden gedurende de hele week). We keken nog even naar de vogels verderop op het meertje, maar bij gebrek aan verrekijker en echte vogelaarskills, besloten we toch maar verder te lopen. Het pad werd steeds smaller en liep van de Geul de duinen in. Hier was het wel even door het zand ploeteren. Andere mensen kwamen ons met een knalrood hoofd tegemoet, maar zo moe waren wij nog niet, zo vlak na de start. Ik krijg op de waddeneilanden altijd een sterk Lord of the Rings-gevoel, alsof ik Aragorn ben die daar met de Fellowship of the Ring door het land trekt.

Het eindeloze strand en belachelijk dure consumpties

Na de ploetertocht door de duinen bereikten we het strand. De eerste blik op de zee voelde erg goed. Gisteren hadden we de zee natuurlijk al gezien, toen we overgingen met de veerboot en vanmorgen ook al bij de start van de wandeling, maar nu we echt op het strand aan kwamen, voelde het pas echt. We mochten een paar kilometer over het strand wandelen en dat was heerlijk. Het was niet te warm, niet te koud, er stond geen harde wind, het was gewoon echt fijn strandwandelweer. De zee was zich terug aan het trekken, dus het natte zand liep lekker door. Er hing ook een prachtige wolkenlucht boven de zee, dus er werden veel foto’s gemaakt. Ook waren we op zoek naar mooie stenen om mee te nemen. En er waren schelpen en kwallen (ik vind dat zulke vieze beesten).

Bij Paal 9 gingen we de duinovergang over en lieten we ons verleiden om koffie/thee met appeltaart te eten. Waar we een absurd hoog bedrag voor af mochten rekenen, maar ja ze kunnen hier op Texel vragen wat ze willen, de mensen kopen toch wel.

De Dennen, Ecomare en Munzees vangen is heel gevaarlijk

Wij weken een stukje van de route af om een punt van de labcache Mooi Texel te kunnen loggen bij het bord van de Bollekamer. Deze vraag was wel goed te beantwoorden en hier gingen we meteen het natuurgebied weer in. Eerst door de duinen, later liepen we het grootste bos van Texel binnen: De Dennen. Hoewel ik duinen en strand ook mooi vind, ben ik toch vooral een bos en heidemeisje. Het bos was nog mooi in herfsttooi, dus heerlijk wandelen. We kwamen langs het Bospaviljoen en mijn moeder streek vast neer op het terras terwijl ik nog naar het uitzichtpunt liep. Dat was verder lopen dan ik dacht, maar het uitzicht was wel de moeite waard.

De lunch was lekker en na het vangen van de Munzees rondom het Bospaviljoen ging de wandeling verder. De paden werden nu wat breder en het gebied weer meer duinachtig. We liepen in de richting van Ecomare en mijn moeder begon er genoeg van te krijgen. Daarom sloegen we het labcache-punt in de Dennen ook over: dat lag te ver uit de richting. Mijn moeder wilde stoppen bij Ecomare, ik wilde nog doorlopen tot aan het eindpunt in De Koog. Ik liep mee naar Ecomare om de Munzees daar te vangen en nog een cache te loggen. Bij een Munzee bleef mijn enkel hangen achter een ijzerdraadje dat vlak boven de grond was gespannen in hoog gras, waardoor ik het niet gezien had. Ging ik lekker op mijn neus en had ik de rest van de week een reusachtige blauwe plek op mijn been. Gelukkig kon ik nog wel lopen. Mijn ouders gingen per auto richting De Koog, ik ging de laatste drie kilometer nog wandelen.

Het laastste stuk van de wandeling liep weer door duingebied en er zat nog wat hoogteverschil in. Aan de ene kant een camping die nu bijna verlaten was, aan de andere kant stukken bos. Binnen het uur kwam ik aan in het centrum van De Koog, waar ik mijn ouders aantrof op een terras.

En achter mij vaarde nog steeds de veerboot heen en weer in de verte.

Day Zero Project 2.0.: doel 38

Deze wandeling stond ook op mijn Wandel Bucket lijst en daarmee heb ik een doel van mijn Day Zero Project 2.0. vervuld.

MaandMoves: september 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

September

In september kregen we een Indian Summer, die eigenlijk meer zomer inhield dan het complete weer van juni, juli en augustus bij elkaar opgeteld. En ik houd wel van die Indian Summer: overdag lekker, maar niet te heet en ’s avonds en ’s nachts koelt het gewoon af. Tegen de tijd dat de herfst kwam werd het vooral ’s morgens vroeg toch wel flink kouder, maar in de middag kon je dan weer in T-shirt rondlopen.

Verder gebeurde er in september niet echt heel speciale dingen.

Wandelen

Er werd niet zo heel veel gewandeld; voornamelijk hier in Oisterwijk zelf. Wel deed ik weer eens de NS-wandeling van Boxtel naar Oisterwijk over de bloeiende heide van de Kampina. De laatste avondrondjes door het bos (want vanaf nu is het helaas te vroeg donker en na zonsondergang mag je niet meer in het bos) en ook een paar keer overdag. Ook wandelde ik een keer in Best, dat was geen bestaande route, maar het aan elkaar knopen van diverse geocaches. Daarnaast wandelde ik nog een klein rondje (ook voor geocaching) in het Sparrenrijk bij Boxtel.

Geocaching en Munzee

In september werden er slechts 35 geocaches gevonden, precies genoeg om het Mountain-souvenir van september te scoren (je kunt zeven maanden lang elke maand een nieuwe “berg beklimmen”, dit is de tweede maand). Verder waren er in september nog vier data over voor het Geocaching Datum Project; twee 8-cache-data en twee 9-cache-data. Van beiden werd er eentje opgelost. De andere twee vielen allebei op een donderdag en dat is lastig om op te lossen, want een werkdag en op beide dagen ook ’s avonds al iets anders te doen. Dus die schuiven door naar volgend jaar. In ieder geval alweer twee minder.

Ook een stuk minder met Munzee bezig geweest, dus ik zit nog steeds in level 111. Wel heb ik een eigen virtuele Munzee gekocht, een Skyland. Die kun je elke 24 uur een keer vangen en ze trekken special Munzees aan. Dat heeft mij dus al veel punten opgeleverd, dus heb geen spijt van deze aankoop.

Het geocaching-souvenir van Mount Vinson

Spelletjes

Er waren wel weer een aantal spelletjesavonden. Ook ben ik voor het eerst (wel een paar keer online meegedaan tijdens de lockdowns) fysiek bij de spelavond van een spelvereniging in Tilburg geweest (Spelcarrousel). Dat was erg gezellig en voor herhaling vatbaar. Jammer dat ik in oktober net die avond op vakantie ben, dus hopelijk in november weer.

Verder zit ik te wachten op een aantal uitbreidingen van spellen. Die moeten allemaal in oktober uitkomen, dus dat wordt een mooie maand.

Ook installeerde ik eind augustus een statistieken-app op mijn telefoon, dus nu kan ik precies bijhouden welke spellen ik heb gespeeld en ook waar en met wie en wie er heeft gewonnen. De vaakst gespeelde spellen in september waren CuBirds, Keer op Keer en Qwixx. Qua grote spellen was het Meadow.

Kijken

In september heb ik voor mijn doen vrij veel naar de tv gekeken. Een paar keer naar tv-programma’s zoals Beste Zangers en Dit was het nieuws. Ik keek eindelijk de Netflix-serie Shadow & Bone af, nadat ik de Grisha-trilogie had uitgelezen. Verder keek ik een heleboel films. Na ons bezoek aan Disneyland Parijs keek ik met mijn moeder naar een paar van de nieuwste Disneyfilms: Luca en Raya and the last Dragon. Beide films waren leuk om een keertje te zien, maar zeker niet het beste wat Disney ooit heeft voortgebracht. Luca was een soort Kleine Zeemeermin in een modern jasje. Wel heel gaaf geanimeerd, met veel water en die veranderingen in Luca en zijn vriendje. Raya was een beetje een standaardsprookje met heel veel elementen van andere films erin. Verder vond ik de draken echt spuuglelijk, ze deden mij nog het meest denken aan slangachtige My Little Ponies met een vleugje Elsa (van Frozen).

Ik keek ook nog andere films:

Wild, de verfilming van het gelijknamige en waargebeurde boek van Cheryl Strayed, dat ik in augustus gelezen heb. Aardige verfilming, vooral ook omdat flashbacks vaak beter werken in films dan in boeken. Wel leek het in de film allemaal makkelijker te gaan dan in het boek, omdat er natuurlijk veel weg gelaten was en de actrice – Reese Witherspoon – natuurlijk niet echt heel die trail gelopen heeft.

The Aftermath, is ook een boekverfilming, maar ik heb het boek nog niet gelezen. Deze film kwam in 2019 in de bioscoop in de week nadat ik mijn Pathe Unlimited had opgezegd en ik had dus wel heel vaak de trailer gezien. Nu dan eindelijk ook de film. Het is een heel dramatische film over Duitsland, vlak na de tweede wereldoorlog. Natuurlijk waren niet alle problemen daar meteen opgelost. En dan zijn er nog de persoonlijke drama’s van de hoofdpersonages. Oorlog is nergens goed voor, maar vrede is ook niet meteen makkelijk.

Water for Elephants, alweer een boekverfilming; het boek van Sara Gruen las ik een paar jaar geleden en de film blijft aardig trouw aan het boek. Het film gaat over een circus aan het begin van de vorige eeuw dat rondreist per trein. Een jonge student diergeneeskunde sluit zich bij dit circus aan, maar hij ligt direct met de directeur in de clinch over het dierenwelzijn. Hij wordt ook nog verliefd op de vrouw van de directeur. En dan wordt er ook nog een olifant gekocht die de circusshow moet redden, maar niemand heeft verstand van dit dier. Overigens was deze film ook met actrice Reese Witherspoon. En met Robert Pattinson, die ik moeilijk los kan zien van zijn rol in Twilight, terwijl ik die films nooit gezien heb en de boeken niet gelezen heb.

Tolkien, over de jonge jaren van de schrijver van Lord of the Rings; J.R.R. Tolkien. The Hobbit kwam uit in 1931 en Lord of the Rings pas in de jaren 50. Tolkien werd echter al geboren in 1892 en deze film gaat vooral over zijn leven tot en met de eerste wereldoorlog, waar hij vocht in de loopgraven. Tolkien was op zijn twaalfde al wees, maar zijn moeder had geregeld dat zijn broertje en hij wel een goede opleiding konden volgen. Als jongen was hij al geïnteresseerd in oude talen en uiteindelijk werd hij dan ook professor Engelse talen aan de universiteit van Oxford. In de film wordt gesuggereerd dat hij al van jongs af aan overal karakters uit zijn latere boeken in zag en dat hij ook veel tekende. Dat laatste trek ik in twijfel, want hij heeft zijn eigen boeken niet geïllustreerd. Ook wordt zijn vriendschap met een clubje studiegenoten uitgebreid behandeld. Van deze vier jongens komen er twee om tijdens de eerste wereldoorlog. In zijn latere leven heeft Tolkien een gelijksoortige vriendenclubje waarin o.a. C.S. Lewis zat, de schrijver van de Narnia-boeken. Ik vond het alles bij elkaar wel een aardige film, maar het is waarschijnlijk vooral leuk voor fans van Lord of the Rings, om meer te weten te komen over de man achter deze fantasy-klassieker.

Verder

Was september vooral een rustige maand. Er gebeurde niet echt spannende dingen.

NS-wandeling Gein en Vecht (DZP2.0. doel 37)

Station Abcoude

Wandelen met de Meeples

De reden waarom ik deze NS-wandeling ging maken was de Carcassonne Fotowedstrijd van spellenuitgeverij 999Games ter ere van het 20-jarig bestaan van het spel Carcassonne. De opdracht was om foto’s te maken met Meeples (de poppetjes uit het spel Carcassonne) en er waren veertien categorieën gebaseerd op thema’s uit het spel Carcassonne.

De echte stad Carcassonne ligt ergens in Zuid-Frankrijk en omdat het een middeleeuwse stad is, is het werelderfgoed. Daarom was één van de categorieën “werelderfgoed” en ik vond dat een lastige categorie. Want mijn eigen provincie Noord-Brabant heeft geen werelderfgoed, dat ligt bijna allemaal rondom Amsterdam. Zo is de grachtengordel van Amsterdam werelderfgoed, maar daar was ik net geweest (om eindelijk mijn diploma op te halen) voor ik wist van deze fotowedstrijd. En dan is er de Stelling van Amsterdam, onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Dat is ook allemaal werelderfgoed.

Uitzicht onderweg

NS-wandeling Gein en Vecht

Dus besloot ik uiteindelijk om dan maar eens de NS-wandeling van Abcoude naar Weesp te gaan maken. Het is een NS-wandeling van 14 kilometer die ik nog nooit eerder heb gedaan. Het trok mij eerst niet zo, omdat het een onhandige, lange treinreis is met veel overstappen. Daarnaast ben ik in Weesp al een paar keer geweest, dus dat was ook niet meer nieuw. Maar die wandeling gaat dus wel langs een aantal forten van de Stelling van Amsterdam. Vandaag dus afgereisd naar Abcoude. Een nieuw station voor mijn lijstje, ook al heb ik die opdracht dit keer niet meer op mijn Day Zero Project-lijst staan, omdat ik al zoveel stations gehad heb en bang ben dat het niet meer zal lukken.

Molen in de polder

Slecht weer en Munzees

Helaas was de weersvoorspelling niet al te best, maar ik had ook geen zin om de hele dag binnen te zitten en dit was de laatste zondag die binnen de wedstrijdtermijn valt en waarop ik Weekend Vrij kon reizen. Nadat ik onderweg in de trein al wel een heleboel Munzees had gevangen, kwam ik aan in Abcoude in een flinke regenbui. Het plaatsje zag er dus maar troosteloos uit. Omdat er in Abcoude een rondje Munzees lag, had ik mij voorgenomen om eerst wat Munzees te gaan vangen. Nu het zo hard regende heb ik overwogen om het Munzee vangen te skippen en meteen aan de wandeling te gaan beginnen, maar er waren twee special Munzees, waarvan eentje van een type wat ik nog nooit eerder gevangen had. En er waren ook nog “echte” geocaches. Dus regenbroek aan en gaan. Er waren inderdaad Munzees, zowel virtuele als fysieke stickers. Ondanks dat de stickers al lange tijd niet meer gescand waren, waren de meeste nog wel heel.

Volg de rivier

Omdat ik tegenwoordig bijna alleen nog maar labcaches doe, worden normale geocaches een beetje speciaal. De Schat van Abcoude was een echte cache en lag verstopt in een parkje in Abcoude. Een grappige cache waarvan het deurtje open moest “pinnen” met een pasje. Ik gebruikte overigens niet mijn pinpas, maar mijn identiteitskaart, omdat die in het hoesje van mijn telefoon gestoken zat. Er zat een travelbug in, dus meteen wat geruild. Ik was te lui geweest om een query met geocaches te maken voor in mijn gps, maar daar kreeg ik spijt van, want het is superirritant om op de telefoon de hele tijd te moeten schakelen tussen de geocaching-app en de Munzee-app, vooral als het regent en de touchscreen het niet goed doet. En dan slurpen die apps ook nog batterijen. Ik vrees dat ik een externe accu met meer vermogen aan moet schaffen, want nu is het iedere keer net aan.

Maartjes Koeienfoto’s

Het onzichtbare Fort bij Abcoude

Ik wandelde door naar het Fort bij Abcoude. Helaas kon je hier helemaal niets van zien vanaf het wandelpad. Vrijwel al die forten liggen op een eiland omringd door water en dit eiland was helemaal begroeid en je zag nog geen glimp van het fort. Dus alleen een gesloten toegangspoort en een kanon gezien en geen foto kunnen maken. Ondertussen had ik zoveel Munzees gevangen, dat ik door was naar een volgend level, nummer 109. Ik schiet dit jaar snel door de levels heen, maar ik ben dan ook wel extreem veel met Munzee bezig geweest.

Het was nu tijd om de wandeling weer op te pakken, gelukkig was dat niet al te ver van het Fort van Abcoude af. De wandeling liep zoals de naam – Gein en Vecht – al zegt voor het grootste gedeelte langs het riviertje de Vecht. In de beschrijving werd gewaarschuwd voor de vele fietsers, maar die waren binnen gebleven op deze regenachtige dag. Alleen een aantal wielrenners gezien. Auto’s waren er ook niet zoveel. Het landschap zag er maar troosteloos uit in de regen. Grijze luchten, zwaar van de regen. Weilanden, koeien en af toe een gebouw. Omdat het wel 21 graden was, kreeg ik het op een bepaald moment benauwd in mijn regenbroek, dus heb ik die uitgetrokken. Dat liep toch lekkerder, het was op dat moment ook even droog. Bij de molen die al op informatieborden in Abcoude stond, kon ik nog een heel oud Munzee-hotel scannen, wat mij veel punten opleverde.

Fort Nigtevecht

Het tegenvallende Fort Nigtevecht

Ik kwam nu in de buurt van Fort Nigtevecht, ik hoopte dat ik hier wel iets van kon zien en een foto kon maken met de Munzees. Het officiële wandelpad richting het Fort Nigtevecht was afgezet vanwege begrazing. Jammer, want dat pad zag er wel leuk uit, met bunkers en een roestig kunstwerk. Nu moest ik omlopen. Je kon wel wat zien van Fort Nigtevecht en je mocht er zelfs binnen omdat er een café in zat. Ik ging er stiekem even naar het toilet, maar dat leek wel vijftig jaar oud, haha. Eerlijk gezegd vond ik het Fort nogal tegenvallen. Voor al die moeite die ik ervoor had gedaan om er te komen, had ik er meer van verwacht en op de foto met de Meeples zie je amper om welke bunker het gaat. Het zou net zo goed een bunker hier in de buurt kunnen zijn. Helaas verwacht ik ook niet om binnen de looptijd van de fotowedstrijd nog iets beters tegen te komen, dus de Meeples zullen het met Fort Nigtevecht moeten doen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is img_4800.jpg

Ik moest over een hek heen klimmen om verder te kunnen wandelen, want het oorspronkelijke pad was afgezet vanwege de dreiging van vallende boomtakken. Leuk hoor, dat Fort bezoeken aan elke kant versperringen of moeilijkheden. Of het zijn de moderne verdedigingstactieken…

Ik vond in de koeienweide nog wel een echte cache. Van het GeoToer-project nog wel, daar ben ik jaren geleden ooit vol goede moed aan begonnen, maar ik was nooit verder gekomen dan vier caches ofzo. Nu dus vijf. Het stond ook in mijn vorige DZP-lijst, maar vanwege het lastige bereik heb ik dat nu niet gedaan. Toch kriebelt het nu wel weer om de hele tocht eens te gaan fietsen. Het hele project van de GeoToer is wel weer nieuw leven ingeblazen, het stond zelfs in de Kampioen, dus misschien toch nog wel leuk. Braaf het codewoord opgeschreven, maar geen idee waar die overige codewoorden zijn.

Fiets- en voetgangersbrug over het Amsterdam-Rijn kanaal

Amsterdam-Rijn kanaal

Tussen de koeien en de paarden die hier gezamenlijk stonden te grazen bereikte ik het fietspad langs het Amsterdam-Rijn kanaal. Ook hier amper een fiets te bekennen. Wel was er nog een echte cache, de vierde van vandaag alweer. En eigenlijk allemaal leuke caches die droog waren en op leuke plekjes lagen enzo. Over het Amsterdam-Rijn kanaal ligt een brug die alleen toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. Het is een waar kunstwerk en aan elke kant zou er een cache op de brug verstopt liggen. Helaas begon het alweer te regenen en kon ik de beide caches niet vinden. Vooral omdat ik geen idee had wat ik aan het zoeken was. Een nano? Een micro? En de zestiende bout, van onder, van boven, van opzij, van de leuning, van het brugdek? Geen idee. Ik werd zeiknat en had er na een tijdje gewoon geen zin meer in, dus ben ik maar doorgelopen. Toch baalde ik er wel een beetje van, je weet gewoon dat je rakelings langs twee caches bent gelopen en dat je hier niet meer zo snel terug zal komen. Dat steekt dan toch even. Ook omdat ik graag zeven caches had willen vinden, omdat ik dan meteen op de eerste dag van augustus over de 1000 maandfounds voor de maand augustus door de jaren heen was gegaan. Dat is nu dus – mede door deze twee not-founds – niet gelukt.

Laatste stukje

Aetveldsche polder

Het bleef maar regenen, dus mijn wandelmotivatie nam sterk af. Alles zag er hier hetzelfde uit. Ik moest een stuk door het plaatsje Nigtevecht lopen, in het zonnetje vast een enorm gezellig plaatsje met oude huisjes enzo, nu was het erg troosteloos en uitgestorven. Het stuk daarna was nog saaier, eindeloos het riviertje volgen tussen Hollandse landschappen door. Af en toe nog een aardig landhuis en ergens was nog een stukje met mooie bomenlaan, maar ik had er vooral genoeg van. Uiteindelijk kwam ik dan weer uit bij de Aetveldsche polder. Het grappige is dat ik hier al 2x eerder heb gewandeld en dat was in 2017 en 2019. En nu dus weer in 2021, dus ik kom hier om de twee jaar. Ik kon hier een Munzee vangen die het nog deed, maar die voor het laatst was gevangen in 2014. Deze sticker zat er dus ook al tijdens mijn eerste twee bezoeken aan Weesp, maar toen deed ik nog niet aan Munzee. Ik besloot om mijn regenbroek maar weer aan te trekken, want het gras stond hoog in de polder. Ik was bang dat het pad erg modderig zou zijn, maar dat ging wel. Op sommige plekken wel, maar ik werd vooral nat van het hoge gras. Voor zover ze dat nog niet waren van alle regen, raakten mijn sokken en schoenen nu dus echt doorweekt. Ik kon niet echt meer genieten van het weidse landschap om mij heen en van de koeien. Eigenlijk wilde ik gewoon naar de lekker warme en vooral droge trein.

Ik had mij eerst nog voorgenomen om de enige labcache van Weesp te gaan doen. Maar die had een verplichte volgorde en de punten lagen best ver uit elkaar. Uiteindelijk het eerste punt nog meegepakt, maar vanaf daar moest ik dan weer meer dan 600 meter terug naar het tweede punt en vanaf daar waarschijnlijk meer dan een kilometer de andere kant op voor punt drie. Daar had ik geen zin meer in. Het was dan wel weer droog geworden, maar mijn zeiknatte voeten waren in protest en het was ook al half 5 geweest. Dus besloot ik de labcache en het idee van zeven caches te laten gaan en naar het station te lopen. Daar hoefde ik niet zo lang te wachten op de trein en rondom het station kon ik nog een aantal virtuele Munzees vangen. Ook in de trein richting Utrecht kon ik nog een aantal Munzees vangen, dus de terugreis was wel lang, maar niet zo heel erg vervelend. Toch was ik blij toen ik na bijna twee uur reizen weer terug in Oisterwijk was. Toen scheen trouwens de zon…

Ondanks de treinsafari en het rotweer was het toch wel een aardige wandeling met in ieder geval een paar mooie geocaches, heel erg veel Munzees en natuurlijk de Meeple-foto’s waar het allemaal om begonnen was.

Day Zero Project 2.0. Doel 37

Doel 37 tot en met doel 46 zijn tien wandelingen van mijn Wandel Bucket List. Daarop staan ook alle NS-wandelingen die ik nooit eerder deed. Dat zijn er niet zo heel veel, want voor mijn vorige Day Zero Project liep ik er meer dan twintig. Daar zat de NS-wandeling Gein en Vecht niet bij, dus daarmee is de eerste van deze tien wandelingen volbracht.

Geocachingverhalen uit het verleden: Kilocacher in België

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 2 september 2015

Hoe de Heideroosjes na vele jaren geocachen bij de zuiderburen dan eindelijk hun 1000ste Belgische cache vonden en een buitenlandse Kilocacher werden.

Het verhaal:

Op 20 juli 2008 stonden Anke en ik bij de graftombo van Baron Coppens, ergens in de buurt van Ten Aard in Belgiё en logden we onze 100ste Belgische found. We besloten op dat moment dat we ooit 1000 caches bij de zuiderburen wilden hebben, zodat we een Nederlandse Kilocacher in Belgiё zouden zijn, iets wat toen nog niemand had bereikt (ondertussen natuurlijk wel). Dit lange termijn doel, want we beseften toen al wel dat het niet bepaald snel zou gaan, werd het Belgiё-doel genoemd. Wij wisten heel goed wat we daarmee bedoelden. Toen wij allebei nog thuis woonden werd er nooit vreemd opgekeken als wij aankondigden dat we weer eens een slagdag gingen houden in Belgiё (Oisterwijk ligt niet heel ver van de grens met Belgiё af).

Gestaag tikten de caches door, maar er kwam een einde aan toen ik mijn auto weg deed halverwege 2012 en de zuiderburen met het openbaar vervoer moeilijk bereikbaar bleken te zijn. In 2013 hadden we bijna geen Belgische founds. Dat wilde ik in 2014 verbeteren door al op 1 januari een Belgische trail te gaan lopen. Toch lukte het in 2014 nog niet om de 1000 te bereiken. We kwamen wel ver, dus besloot ik het voor 2015 echt als doel op de kaart te zetten. Na een productieve dag met mijn ouders, waarop we tijdens een wandeling van 18 kilometer ruim 40 caches logden, passeerden we de 900 founds en toen begon het echt te kriebelen. Dus werden er weer een aantal Belgische cache-dagen gepland.

En vandaag was het dan eindelijk zo ver dat we de 1000 zouden kunnen gaan halen. Het was ook nog eens een 1-cache-datum, dus dat kwam geweldig goed uit voor het Geocaching Datum Project. 29 Belgische founds to go. Dus had ik een serie uitgezocht, waarmee we het ruim moesten gaan halen, Wie is het? Waarbij je echt aan de hand van het spelletje de hoofden van mensen moest wegstrepen voor de bonuscache. Anke en haar vriend hadden een weddenschap afgesloten over welk hoofd het zou zijn, toen Anke de hoofden uit ging printen.

We begonnen echter met wat andere ‘oppikkers’ en dat waren achteraf bezien eigenlijk leukere caches dan de caches van de trail. We reden in de stromende regen naar Belgiё en hoopten maar dat het weer nog zou bij trekken. De eerste found van de dag vond dus nog plaats in de regen, dat was Tikkenhaan, een stukje een natuurgebied in, vanaf een vaag parkeerplaats bij een slecht onderhouden, typisch Belgisch gebouw. Daarna begon het weer steeds meer op te klaren en begon de zon te schijnen en werd het ook steeds warmer.

Wij deden een korte en heel makkelijke letterbox en twee caches met uitzicht op het kasteel van Minderhout, best een aardig optrekje. Die ene moest ik alleen doen, omdat er geen echte parkeerplaats was. Bij de andere is Anke wel meegewandeld.

We zijn ook nog bij de Laermolen geweest, een watermolen. We dachten allebei dat we hier al eerder zijn geweest, toen lag de cache wel op een andere plek en was er ook een zusje van Anke bij. Ik heb het terug gezocht in mijn geocachingverslagen en dat moet dan op 1 februari 2009 zijn geweest, tijdens een grensoverschrijdende en ijskoude cache-dag. Het is zeker een mooie plek, daar bij die watermolen.

We vervolgden onze weg naar de Begijnhof van Hoogstraten, een heel keurig hofje achter de kerk, waar alle huisjes de namen van heiligen hadden gekregen. Ik ben wel vaker in Belgische (en Nederlandse) begijnhofjes geweest, maar deze was het beste onderhouden. De cache werd onder het wakend oog van Jozef gevonden. We gingen nog meer heilig doen, bij de kapel van OLVA, de Onze Lieve Vrouw van het nog iets. Dit was geen kapel meer, maar een kleine kerk. De deur stond open, dus ook even binnen gekeken. Kitsch, maar als je ervan houdt, wel mooi. Er hingen echt heel vreemde gebeden aan de muur, dus grapte ik dat wij een verzoek moesten doen voor de 1000ste Belgische found. Dat hebben we natuurlijk niet echt gedaan.

Het werd tijd om aan de trail te beginnen. 15 kilometer, die we heel fanatiek gingen wandelen. Het weer was ondertussen zo verbeterd dat we in T-shirt konden lopen. De route ging over landelijke, rustige wegen tussen de weilanden en akkers door. Met in de verte een windmolen.

Helaas werd de trail gekenmerkt door een groot aantal not-founds. Heel jammer, dat mensen een trail wegleggen en hem vervolgens niet onderhouden. Veel caches bleken geript te zijn en niet meer terug geplaatst. Het begon daardoor best benauwd te worden of we de 1000 B-founds wel zouden gaan halen vandaag.

Van de 23 caches hebben we er 5 niet kunnen vinden en daaruitvolgend hadden we ook te weinig informatie voor de bonus. De wandeling was op zich wel prima, ook al had Anke meer bos gewild. Ik wist vantevoren al dat het niet echt bosachtig zou zijn, omdat ik dat gezien had op Google Maps. Aan het einde kreeg ik behoorlijk last van mijn voeten en ik had ook niet zo’n zin meer in de caches van d’Achterstewijk, omdat die slechte kritieken kregen in logjes – slecht onderhouden. We vonden er twee, allebei zeiknat met een nauwelijks te beschrijven logrol. De co zou in deze wijk wonen, doe er dan wat aan.

Na de wandeling moesten we nog 3 founds voor de 1000. De eerste werd de laatste cache van de trail, die lag uit de richting en werd op mijn verzoek met de auto gedaan, omdat ik bijna niet meer kon lopen van de pijn aan mijn achillespezen. We vonden hem gelukkig wel. De volgende cache was een leuk verstopte cache in een fruit-boomgaard. De cache was een nep-appel met een rups. Wat de boom maakt, dat smaakt. Hoewel ik zelf niet zo’n fruit-liefhebber ben, vond ik dit wel heel leuk gemaakt. Nu ging het erom spannen, de volgende cache zou nummertje 1000 zijn. Dat werd uiteindelijk een cache die eigenlijk reserve was. Ik vond de naam aanvankelijk niet leuk en had hem blind ingeladen als reserve. Bij nadere bestudering bleek de cache wel heel veel favorites te hebben gekregen. Hij lag bij het riviertje de Mark, dat ook naar Nederland stroomt. We waren eerst naar de stuw gelopen, tja kanoёrs he? Maar de cache was een nagebouwde telefoon in een keurig droog kastje. Heel mooi gemaakt en verzorgd na al die ‘rotzooi’-caches van de trail. Het was even zoeken hoe het kastje open moest, maar Anke had daar geen geduld voor en rukte iets open, dat werkte ook.

Hiermee was onze 1000ste Belgische found een feit, bijna 7,5 jaar nadat we aan dit doel begonnen waren. Later besefte ik pas dat dit toch echt wel bijzonder is. Met 16 landen op de kaart is geocachen in het buitenland niet meer zo heel bijzonder voor ons – hoewel een nieuw land op de kaart altijd voor een instant geluk gevoel zorgt bij mij. Maar als je nagaat dat er van de ruim 6000 (we passeerden vandaag de #6100) nu 1000 Belgen zijn, dan is dat wel 1/6 deel. Het Belgiё-doel is hiermee vervuld. Natuurlijk gaan we vast nog wel eens in Belgiё geocachen, maar een nieuwe milestone daar is nu natuurlijk nog heel ver weg.

Op de derde plaats in onze landenlijst staat Duitsland, met 190 founds. De 1000 is daar dus nog heel erg ver weg. Daarnaast is Duitsland toch nog een stukje verder rijden dan Belgiё. Dus ik zie ons daar de komende jaren nog geen Kilocacher worden en waarschijnlijk gaat dat nooit gebeuren.

Voorlopig is het al een heel leuk feitje om Kilocacher te zijn in twee landen.

We probeerden ook nog een 1001ste found, maar ondanks dat we de cache wel vonden, kregen we hem niet open. Dus dat werd meteen weer een not-found.

We zijn toen terug naar Nederland gereden om te eten bij de McDonald’s. Soort van feestje vanwege nummer B-#1000.

Het was een toffe cache-dag met het gewenste resultaat en tegelijkertijd ook een leuke trip langs memory lane door onze Belgische cache-geschiedenis.

Wat ik hier aan toe te voegen heb op 2 september 2021:

Na het bereiken van het Belgische Kilocacherschap werd er niet meer zo heel vaak bij de zuiderburen gecachet. Zes jaar later staat de stand op 1378 B-founds. Nog altijd wel het tweede land in onze lijst, maar corona maakte buitenlandse founds natuurlijk extra lastig. Alle andere landen – inclusief derde plek Duitsland met 278 founds – liggen nog altijd ver achter op Nederland en België.

MaandMoves: augustus 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

Augustus

In augustus had ik veel meer het zomer- en vakantiegevoel dan in juli. Hoewel ik het overgrote deel van de maand gewoon gewerkt heb, ben ik wel 2x een paar dagen weg geweest. Aan het begin van de maand drie dagen naar Beekbergen (Veluwe) en aan het einde van de maand dan eindelijk, EINDELIJK naar Disneyland Parijs. Hier wacht ik al mijn hele leven op en dankzij corona werd het geplande weekend maar liefst 1,5 jaar uitgesteld.

De hittegolf bleef ook deze maand gelukkig uit. Qua temperatuur is het voor mij zo prima, iets minder regen was wel fijn geweest, maar de natuur is er vast heel blij mee na al die droge zomers.

Wandelen

Op de eerste dag van augustus ging ik voor de NS-wandeling Gein en Vecht van Abcoude naar Weesp. Een vrij lange treinreis (ik had op dat moment een Weekend Vrij abonnement op de trein) en helaas werd ik geteisterd door regenbuien. Dat was een beetje jammer.

Tijdens de korte vakantie in Beekbergen wandelde ik met mijn moeder de Deelerwoudroute van Natuurmonumenten. Mooie route en hier was het wel stralend weer.

Ik deed nog een NS-wandeling, de Utrechtse Heuvelrug-wandeling van Driebergen-Zeist naar Maarn. Deze heb ik een paar jaar geleden ook al eens gedaan. Het ging nu naast het wandelen vooral ook om de Munzee Garden bij de Pyramide van Austerlitz.

Ook maakte ik nog een rondwandeling vanaf station Best, dit was geen bestaande wandeling, maar eentje die ik zelf samenstelde tussen labcaches en geocaches.

Ook in Dongen werd er een wandeling gemaakt door de Natuurtuin en een stadswandeling langs labcaches.

Verder werd er vooral veel rond geslenterd in Disneyland en van- en naar de bushalte. Volgens mijn stappenteller legden we op beide dagen zo’n 15 kilometer af, dus dat was niet slecht.

En natuurlijk nog een paar keer ’s avonds gewandeld in mijn “achtertuin”, de Oisterwijkse bossen en vennen.

Geocaching en Munzee

In augustus vonden we 132 geocaches. De meeste hiervan vond ik tijdens de drie dagen in Beekbergen. Ook Anke vond caches tijdens haar vakantie. En aan het einde van de maand dan drie Franse caches. Ik aasde eigenlijk op meer, maar helaas bleken de caches bij het vakantiepark heel moeilijk te bereiken te zijn vanwege dichte, hoge hekken (een coronamaatregel). In Disneyland zelf liggen dus twee geocaches (een derde is offline), een earthcache en een virtual, je vindt dus geen fysiek logboek. Maar de earthcache vond ik oprecht leuk bedacht, het gaat over de rotsformaties van de achtbaan Big Thunder Mountain. De virtual ging over het zwaard in de steen bij het Disney-kasteel (wat helaas in de steigers stond). De derde Franse cache werd een toevalstreffer op de terugweg. De auto had dorst en toevallig bleek er bij dat tankstation een cache te liggen. Had ik toch nog een extra Franse cache ;>)

Op 22 augustus deed ik alweer 17 jaar (!) aan geocaching en dat viel toevallig ook nog samen met het International Geocaching Day-weekend, dus dat was extra feestelijk.

Met de Munzees ging het nog beter dan met geocaching. Ik ving ontzettend veel Munzees en ben twee levels gestegen deze maand, ik zit nu in level 111. De Munzee Garden bij de Pyramide van Austerlitz telde lekker door, maar er waren ook veel (virtuele) Munzees in Disneyland en onderweg kon ik natuurlijk Munzees vangen langs de snelwegen in België en Frankrijk. Daarbij viel het op dat er in Frankrijk nauwelijks Munzees langs de snelwegen zijn en in België vooral rondom de grotere steden, met de ring van Antwerpen als Munzee-topper (en file-topper).

Spelletjes

Natuurlijk werden er ook weer veel avonden spelletjes gespeeld, tot in Frankrijk met de hele family aan toe. Ik besloot eindelijk eens de BGG-app te kopen waarin ik de statistieken van spellen bij kan houden. Op dit moment zijn Meadow en Everdell mijn persoonlijke favorieten, maar ik heb ook absoluut een zwak voor dobbelspelletjes als Keer op Keer en Qwixx.

Ook deed ik mee aan de 20 Jaar Carcassonne Fotowedstrijd van 999Games. Je moest foto’s maken met de beroemde Meeple-poppetjes uit dit spel. Mijn Meeples – onder leiding van Big Meep – en ik hebben heel erg ons best gedaan (we schakelden zelfs de hulp in van mijn cavia Frido en huisdraak Sitara), maar helaas hebben we niet gewonnen. Wel hoorden we bij de de beste tien van Nederland (het is een internationale wedstrijd) en maken we nog kans op een reisje naar de stad Carcassonne, maar met zoveel deelnemers acht ik mijn winkans niet echt groot. Het lijkt mij wel een heel gave stad om te bezoeken. Zoveel historie.

Kijken

Volgens mij heb ik deze maand nog geen seconde tv gekeken en ook geen films gezien. Veel te druk gehad met andere dingen.

Verder

Er werden dus weer een aantal doelen van mijn Day Zero Project 2.0. vervuld, maar daarover meer in de DZP-Update.

Mocht ik twee keer een boek recenseren als vooruitlezer, te weten Het Koetshuis van Karin Quint en Zonnebloemzussen van Martha Hall Kelly.

Kocht ik nieuwe wandelschoenen.

Verkocht ik eindelijk de eerste boeken via mijn Boekwinkeltje. Dus als je graag de iets oudere fantasy leest, neem een kijkje. Ik verkoop mijn halve collectie, omdat ik de boeken toch niet voor een tweede keer ga lezen en het jammer is als ze ongelezen in de kast staan en straks (mijn huurwoning wordt over een paar jaar gesloopt) weer onnodig verhuisd moeten worden. De opbrengst gaat naar de spelletjespot, want ik zou heel, heel erg graag Everdell Spirecrest willen hebben als die straks verschijnt in de Nederlandse vertaling en die is duur.

Wandelen en fietsen door het Deelerwoud (DZP2.0. doel 70)

Op mijn tweede Day Zero Project-lijst staat in de categorie Lekker weg in eigen land – als doel 70 – het bezoeken van het Deelerwoud bij Beekbergen. Dit doel heb ik begin augustus 2021 vervuld in gezelschap van mijn moeder.

Hallo Deelerwoud!

Mijn moeder en ik verbleven drie dagen in een hotel in Beekbergen. Het Deelerwoud bleek daar niet zo heel erg ver van af te liggen. Daarom leek het mij leuk om naar het Deelerwoud te fietsen en daar de Deelerwoudroute te lopen, een wandeling van Natuurmonumenten. Mijn moeder is altijd wel in voor een wandeling door een mooi natuurgebied, dus die vond het prima. Tot vorig jaar had ik overigens nog nooit van het Deelerwoud gehoord, maar dat geldt wel voor meer kleine natuurgebieden in Nederland. Ik las over het Deelerwoud in het tijdschrift van Natuurmonumenten, waar ik (net als mijn moeder) donateur van ben.

Fietsen over de halfverharde paden

Het Deelerwoud

Het Deelerwoud – 1230 hectare groot – is in de jaren ’70 aangekocht door Natuurmonumenten om te voorkomen dat delen van het gebied bebouwd zouden worden en de natuur daardoor versnipperd zou raken. Daarvoor was het particulier bezit en niet toegankelijk voor publiek. De actiegroep “Red het Deelerwoud” zamelde giften in om het gebied aan te kunnen kopen. Het woeste gebied van het Deelerwoud hoort bij de Veluwe, maar ligt vrij afgelegen en is moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Het ligt ter hoogte van het plaatsje waar het gebied naar vernoemd is: Deelen. Via de wildwissel Terlet – een ecoduct over de snelweg A50 – staat het Deelerwoud in verbinding met de Veluwezoom. Het gebied bestaat uit een groot stuk bos met daarnaast een heidevlakte met kleine stukjes stuifzand.

Deelerwoud

De fietstocht

Met de fietsrouteplanner van de ANWB had ik uitgevogeld dat het ongeveer 13 kilometer naar het startpunt van de wandeling was vanaf ons hotel in Beekbergen. Mijn moeder had een elektrische fiets, dus die vond het prima, zelf had ik een OV-fiets.

Cow Fight!

De weersvoorspellingen waren echter rampzalig, het zou alle dagen van onze korte vakantie van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat regenen. De eerste dag was het al erg meegevallen en de tweede dag – deze dag – begon met een stralende zon. Dus we gingen gewoon op pad. Onderweg passeerden we al de wildwissel Terlet. Ik dacht op de kaart (Google Maps) te hebben gezien dat de fietstocht om het Deelerwoud zou lopen, maar dat had ik (gelukkig) verkeerd gezien. De pakweg laatste vijf kilometer van de fietstocht liepen al door het Deelerwoud. We fietsten naar binnen bij de ingang bij fietsknooppunt 69, één van de drie ingangen van het gebied.

Woeste stilte

Het woud en de koeien

We waren al vrij vroeg op pad en het was heel rustig in het gebied, we kwamen echt maar een paar mensen tegen. Het bos is heel mooi. Het bestaat voornamelijk uit grove dennen, maar er zijn ook nog oude eikenbomen. De oudste bomen zijn al aangeplant rond 1900, maar in de oorlog is er veel kaalslag geweest, gevolgd door herbeplanting. Helaas hoor je wel overal het geluid van de snelweg die langs het bos afloopt. Ook ging het fietspad al heel snel over van asfalt in halfverharding in de vorm van een soort van gravel. Dit was echter goed te befietsen. Op een bepaald moment gaat het bos over in de heide en dan buigt het fietspad ook af van de snelweg en wordt het stil. Wij fietsten door naar de ingang tegenover het Vliegtuigmuseum. Onderweg kwamen we al een hele kudde Schotse Hooglanders tegen, inclusief kalfjes in de kleuren bruin en zwart. Ik noem dit koeienras altijd liefkozend Haarbalkoeien en natuurlijk stopten we voor foto’s. Op instagram heb ik een hashtag die #maartjeskoeienfotos heet, maar die was al heel lang niet gebruikt.

Big Horn

Deelerwoudroute

Wij lieten de fietsen achter op de parkeerplaats aan de Delenseweg, tegenover het Museum Vliegbasis Deelen. Wel slecht dat er geen plek was om de fietsen fatsoenlijk te stallen, er waren alleen maar parkeerplekken voor auto’s. Dus zetten we de fietsen maar tegen een boom aan. We begonnen aan de Deelerwoudwandeling, die volgens het informatiebord overigens de Hulbergenwandeling werd genoemd. Deze route is ongeveer 9 kilometer lang en daarmee de langste aangegeven wandeling binnen het gebied. Je volgt de groene pijltjes. Dit is dezelfde wandeling die ooit in het tijdschrift van Natuurmonumenten stond en waardoor ik achter het bestaan van dit gebied kwam.

Mordor ;>)

De naam van het gebied is niet helemaal passend gekozen, want naast het daadwerkelijk woud ligt dus ook nog een groot heidegebied. Onze wandeling ging niet door het bos, alleen door het heidegebied en langs de rand van het bos af. Gelukkig hadden we al door het woud gefietst. Het is wel een prachtige wandeling. De heide stond al deels in bloei, voor de volledige bloei zijn we net een paar weken te vroeg. Ook staan er veel dode bomen langs de paden die het gebied een beetje een sombere Lord of the Rings-achtige uitstraling geven. Wij vonden het wel iets hebben. Onderweg heb je de meest mooie uitzichten. Het gebied deed ons qua uitstraling erg aan Nationaal Park de Hoge Veluwe denken, maar dit ligt er natuurlijk niet zo heel ver vandaan, dus zo gek is dat niet.

Toch nog regen?

Opvallend is dat er maar één klein vennetje in de heide ligt. Wij wonen zelf natuurlijk in Oisterwijk en bij ons heidegebied de Kampina stikt het juist van de vennen. Daarom viel ons dat extra op.

Black Haarbal

In het Deelerwoud zou veel groot wild (edelherten, damherten en reeën) zitten, maar wij hebben helaas niets gezien. Ook het kleinere wild zoals de wilde zwijnen, vossen en boommarters niet kunnen spotten. Alleen een paar (roof)vogels, te ver/snel weg voor een goede foto. En de Schotse Hooglanders natuurlijk. Waarschijnlijk het verkeerde tijdstip, want aan de rust lag het niet. Er waren niet heel erg veel andere mensen in het gebied. Auto’s mogen er niet komen en fietsen mag alleen op de aangegeven (zeer brede) fietspaden, dus als wandelaar heb je alle ruimte en rust.

Zweefvliegtuig

Zweefvliegveld Terlet ligt zo ongeveer naast het Deelerwoud, dus we zagen regelmatig een zweefvliegtuig overvliegen.

Museum Vliegbasis Deelen

Rustpunt

Voor we het wisten stonden we alweer op het startpunt. Er is geen horecagelegenheid in het gebied, maar een kleine honderd meter vanaf de parkeerplaats zit een zeer goed uitgerust Rustpunt waar je zelf koffie of thee kan zetten tegen een kleine vergoeding. Ook zijn er allerlei soorten koeken verkrijgbaar en stond er zelfs een vriezer met ijsjes gemaakt met melk van de koeien van de nabijgelegen boerderij. Je kunt hier binnen of buiten zitten. Mogelijk kun je ook iets te drinken krijgen in het Museum Vliegbasis Deelen, maar dat is alleen in de weekenden geopend en het was nu maandag, dus geen idee.

Ruig gebied

Na onze pauze bij het Rustpunt begonnen we aan de terugtocht naar Beekbergen. Er liggen overigens geen geocaches in het Deelerwoud, wel hebben we een paar Munzees kunnen cappen.

Haarbalkalfje

Als je van rust, ruimte en heide houdt is de Deelerwoudwandeling zeker een aanrader. Mocht ik er ooit nog een keer terug komen, dan zou ik bij de ingang bij fietsknooppunt 69 naar binnen gaan en de andere wandelroute door het woud zelf willen lopen.

Dag Deelerwoud!