Gelezen boeken in februari

Oosterschelde windkracht 10 – Jan Terlouw

Dit boek las ik al eens eerder toen ik in de bovenbouw van de basisschool zat; dat is dus behoorlijk lang geleden. Begin februari was de watersnoodramp van 1953 in Zeeland 70 jaar geleden en daarom besloot ik het nog eens te lezen. Als kind maakte het boek meer indruk dan bij herlezing. Het is dan ook een jeugdboek.

De eerste helft van het boek gaat over de watersnoodramp, hoewel het uiteindelijk zo’n 70 pagina’s nodig heeft om de situatie van de hoofdpersoon Anne te schetsen en de ramp zelf dan in ongeveer 30 pagina’s afgeraffeld wordt. Ik had eigenlijk nog wel wat meer willen lezen over hoe de hulp op gang kwam en waar de mensen bijvoorbeeld hebben gewoond terwijl hun huizen weer werden opgebouwd.

De tweede helft van het boek speelt zo’n 20 jaar later, in 1973 dus (het boek verscheen in 1976) en gaat erover hoe de leden van het gezin van Anne lijnrecht tegenover elkaar komen te staan als het over de toekomst van de Oosterschelde gaat. De ouders (vooral de vader die bij Rijkswaterstaat werkt) willen het liefst complete afsluiting door middel van een dam, want zij hebben de ramp zelf meegemaakt. De zonen (20 jaar – geboren vlak na de ramp – en 17 jaar oud) willen liever dat de dijken opgehoogd worden en dat de Oosterschelde open blijft voor de natuur en de mosselvisserij. Het boek eindigt dan met de beslissing van de regering voor een open blokkendam, de uiteindelijke Oosterscheldekering.

Vooral in de tweede helft van het boek merk je heel erg dat Terlouw zelf politicus is (geweest) en achterin staat zelfs zijn mening over de kwestie (hij is voor dijken ophogen, vooral omdat het goedkoper is dan een dam in wat voor vorm dan ook).

Het boek bevat ook veel uitleg; technische uitleg, maar ook over de mosselvisserij.

Uiteindelijk vind ik dit niet het beste boek van Terlouw, omdat het een mengeling is van afgeraffelde stukken met juist iets te uitleggerige, langdradige stukken.

Een ander boek over de watersnoodramp dat ik ooit gelezen heb – 1953, de storm van Rik Launspach – vond ik ook niet geweldig, hij schrijft wel veel langer en met veel details over de ramp zelf, maar het hele verhaal eromheen is nogal ongeloofwaardig.

Het Walvistheater – Joanna Quinn

Dit boek nam ik mee van de bibliotheek, omdat ik de kaft mooi vind. Er is geen flaptekst, maar alleen lovende zinnen uit recensies, dus ik had geen idee waar het over zou gaan. Het is het debuut van Joanna Quinn en het boek wordt zo’n beetje de hemel ingeprezen. Persoonlijk vond ik het best een aardig boek, maar zeker niet het beste boek dat ik ooit gelezen heb en ik zal het ook nooit gaan herlezen. Quinn heeft zo’n 100 pagina’s nodig om de opbouw van de familie uit de doeken te doen. De Seagraves zijn Engelse landadel en hebben een landhuis aan de kust. Het is de periode tussen de twee wereldoorlogen in. Er zijn drie kinderen: Cristabel, Florence en Digby, waarbij de eerste twee dezelfde vader hebben en de laatste twee dezelfde moeder en de vaders zijn dan weer broers. De kinderen worden nogal verwaarloosd en krijgen thuis onderwijs van een gouvernante.

In het tweede gedeelte, dat ook zo’n 100 pagina’s beslaat gaat het over de tienerjaren van Cristabel. Er spoelt een dode walvis aan op het strand bij hun huis en er strijkt een familie van kunstenaars neer in het dorpje. Cristabel heeft een grote fantasie en wil graag theatervoorstellingen opvoeren waarin alle gezinsleden en de bedienden verplicht mee moeten spelen. Uiteindelijk bouwt een van de kunstenaars van de botten van de walvis een theater en worden er jarenlang opvoeringen gegeven onder regie van Cristabel en is de hoofdrol meestal voor de erfgenaam Digby.

Dan gaat het boek vervolgens nog ruim 300 pagina’s over de belevenissen van de drie Seagraves – ondertussen volwassen – tijdens de tweede wereldoorlog. Digby moet het leger in, Cristabel komt uiteindelijk bij de SOE, Florence probeert het landhuis te beheren en wordt een Land Girl.

Het boek eindigt dan vlak na de oorlog en er is nog een soort van epiloog een paar jaar later. Toch vond ik het einde een beetje afgeraffeld. Ik kreeg niet echt de indruk dat de hoofdpersonen en dan vooral Cristabel uiteindelijk gelukkig zouden worden. Niet ieder boek heeft een happy end natuurlijk, maar na ruim 500 pagina’s had ik toch een beter einde verwacht ofzo.

Ook vond ik het apart dat de zoon een erfenis kan verdelen, terwijl zijn vader – de rechtmatige eigenaar van het landhuis – nog in leven is.

Het Ministerie van Oplossingen en het veel te volle huis – Sanne Rooseboom

Dit kinderboek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. Ik kwam er pas halverwege achter dat dit boek onderdeel is van een serie en dat ik dus niet het eerste deel te pakken had, maar deel 3 (?). Ik kon het boek uitlezen tijdens mijn treinreis, anders had ik dat waarschijnlijk niet gedaan. Het is echt een kinderboek en het boeide mij allemaal niet zo erg. Vast een heel leuk boek voor kinderen rond de 10 jaar, maar voor de gemiddelde volwassene echt te kinderachtig. Wel een leuke afbeelding op de kaft en het probleem van een dwangmatige verzamelaar vond ik een originele ingang. En dat hele Ministerie van Oplossing deed mij sterk denken aan een jeugdserie die vroeger op tv kwam; Mission Top Secret. Wellicht heeft Sanne Rooseboom hier haar inspiratie vandaan gehaald.

Wie noemt zijn kind nou Chardonnay? – Maarten van der Meer

Dit is een non-fictie boek dat in mijn “verborgen” lijstje op Hebban stond. Het gaat over namen en bevat dus veel lijstjes, feiten en weetjes over namen en opsommingen. Ik heb (voor)namen altijd al interessant gevonden. Tot een paar jaar geleden de privacywet werd aangescherpt publiceerde de Sociale Verzekerings Bank in januari altijd een lijst met alle namen die in het voorgaande jaar aan baby’s waren gegeven en ik vond dat altijd reuze-interessant en kon uren in die lijsten zitten lezen. Helaas worden nu alleen nog de top-zoveels vrijgegeven. En juist al die zeldzame namen zijn het leukste. Dit boek is opgedeeld in korte hoofdstukjes en die zijn weer gebaseerd op columns of blogs die Maarten van der Meer voor zijn website heeft geschreven. Het boekje stamt al uit 2013, dus ondertussen zouden er weer nieuwe hoofstukken aan toegevoegd kunnen worden. Ik vond het wel een grappig boekje om eens door te lezen. Overigens was het ook heel toevallig dat ik het in de trein las, nadat ik naar de Prinsenhof in Delft was geweest. En laat er nou net een stukje gaan over de naamgeving van de dochters van Willem van Oranje (hij vernoemde ze naar landstreken; Flandrina, Belgica, Brabantina, Antwerpiana), over wie ik net in dat museum van alles gelezen had.

Ik heb zelf geen kinderen en zou het echt heel moeilijk vinden om een passende, originele en ook nog goed uitspreekbare naam te vinden. Mijn huidige huisdieren hebben allemaal Duits-Friese namen die beginnen met een F, te weten Fenno, Frido, Fimme en Ferre.

IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem

Ook dit jeugdboek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. Het historische verhaal vond ik interessant; Vlaams meisje gaat verkleed als jongen als huurling bij het leger van Napoleon om haar huwelijk met een veel oudere man te ontvluchten. Deze huurlingen worden vanwege hun helmen “ijzerkoppen” genoemd. Hoewel ik een vermoeden had, krijg je pas halverwege de echte reden van deze keuze van Stans te horen. Ondertussen is haar familie in rep en roer en wordt haar jongere (en ietwat verwende) broertje Pier achter haar aangestuurd om haar terug te halen. Dan is er ook nog de ietwat vreemde vader van het tweetal die claimt een uitvinder te zijn, maar die ondertussen geen cent verdient om zijn gezin te onderhouden.

De schrijfstijl vond ik wat minder; het verhaal las niet heel vlot weg, wat bij een jeugdboek eigenlijk wel zou moeten. Ook wordt zo’n beetje in elke hoofdstuk het woord “kak” veelvuldig gebruikt en op een bepaald mocht dacht ik; ken je geen andere scheldwoorden of kan het wat minder? Van de andere kant zal het er in het leger niet heel zachtzinnig aan toe zijn gegaan. Uiteindelijk vind ik het vooral mooi dat Stans als jonge vrouw in een tijd dat dat niet gebruikelijk was haar eigen keuzes maakt en kiest voor een leven waar ze zelf gelukkig van wordt.

Verder

Heb ik mijzelf als uitdaging gesteld om dit jaar een klassieker te lezen en dat is naar aanleiding van het liedje Wuthering Heights van Kate Bush dus Woeste Hoogten van Emily Brontë geworden. Maar ik vind het een heel geploeter om er doorheen te komen, dus dat gaat nog wel even duren voor ik die uit heb (als ik het al uit ga lezen.

Wat heb ik gelezen in januari?

Het idee is om dit jaar iets minder te lezen en meer tijd te besteden aan andere hobby’s. Als in, vorig jaar las ik 127 boeken, voor dit jaar is iets tussen de 75 en de 100 boeken ook wel genoeg.

Daarnaast vond ik op lezerscommunity Hebban, waar ik al jarenlang mijn gelezen boeken bijhoudt (Ik heet er Alba) nog wat titels in boeken die ik zou willen lezen. Dat zijn titels van boeken die ik daar misschien al wel vijf jaar geleden in heb gezet en waar ik nooit meer naar gekeken heb. Van dit lijstje wil ik dus een aantal titels gaan lezen dit jaar.

Dan is er natuurlijk nog de Grote Vriendelijke 100 lijst, die onderdeel is van mijn Day Zero Project 2.0.

Liefde op de savanne – Anne Jacobs

In dit boek was ik in de laatste week van 2022 al begonnen, dus daardoor werd dit het eerste boek dat ik uitlas in 2023. Anne Jacobs is dezelfde auteur als Marie Lamballe. En dit zijn dan beide pseudoniemen van de Duitse schrijfster Hilke Sellnick. Als Jacobs schreef ze de Weesmeisje- en de Landhuisserie. En als Lamballe de trilogie over Café Engels en het pas verschenen Hoedenatelier. Liefde op de savanne is een nieuwe serie die vertaald wordt, maar ik dacht in het boek (het is al terug naar de bieb, dus kan het niet meer checken) te zien dat het al in 2012 in het Duits is uitgekomen. Dus waarschijnlijk is het geschreven voor alle andere hier net genoemde boeken. Dat verklaart misschien waarom het niet zo vlot wegleest als de andere boeken van deze auteur.

Dit verhaal komt heel traag op gang; ik begrijp wel dat de streng gelovige achtergrond en het trieste verleden (ze verliest haar ouders en broertje op jonge leeftijd) van Charlotte geschetst moeten worden, maar dit duurt meer dan 100 pagina’s. Pas als ze dan eindelijk rond 1900 naar Duits-Oost-Afrika vertrekt, wordt het boek pas echt interessant. Toch boeide het mij niet zo erg als haar andere boeken. Er wordt een paar keer een sprong in de tijd gemaakt. Ik vind dat mensen wel heel makkelijk om het leven komen als dat zo uitkomt voor de verhaallijn. De titel is op zich goed gekozen, want Charlotte verslijt gedurende het boek nogal wat mannen (en dat voor zo’n keurig opgevoed meisje ;>)

Wat ik wel leuk vind is dat Charlotte graag een onafhankelijke vrouw wil zijn, iets wat lastig is in die tijd. Daarnaast begrijp ik haar drang om te reizen wel, haar overleden moeder had ook buitenlandse roots. Het is dan alleen wel raar dat ze niet naar dat land wil gaan, maar naar Afrika.

Ik vraag me trouwens ook af of dit een stand-alone is of het eerste boek van een serie. Het verhaal is wel min of meer af, dus het hoeft niet per se een serie te zijn. Volgens een Duitse website is er ook nog een deel 2, ook al uitgekomen in het Duits in 2012. Die zal dan ook nog wel vertaald gaan worden.

Lampje – Annet Schaap

Lampje eindigt al twee jaar achter elkaar op de eerste plaats in de Grote Vriendelijke 100-lijst en toch had ik het nog steeds niet gelezen. Daarom had ik bedacht dat dit mijn eerste boek van 2013 moest worden, uiteindelijk werd het het tweede. Lampje is een kinderboek van Nederlandse bodem en is pas uitgekomen in 2017; dat is leuk, want in de lijst komen ook vrij veel titels voor die veel en veel ouder zijn. Ook leuk is dat Schaap het boek zelf geïllustreerd heeft; ik begrijp dat ze in de eerste plaats illustratrice is en pas later is gaan schrijven. En dan meteen zo’n schrijfdebuut.

Lampje is een modern sprookje, er zitten best veel invloeden in van bekende sprookjes, naast het gegeven van (half) weesmeisje moet ergens in een somber, afgelegen huis met een geheim gaan wonen. Maar het leest best lekker weg. Er is nu ook een tv-serie van dit boek gemaakt; die moet ik nog kijken.

En dan natuurlijk de vraag of dit boek de eerste plaats verdiend? Tja, dat is een kwestie van smaak. En ook zijn de boeken in de lijst lastig te vergelijken, omdat het qua leeftijdscategorie van prentenboek tot young adult gaat. En in die zin ben ik meer een riddermeisje dan een zeemeisje en al jarenlang fan van de boeken van Tonke Dragt, dus het tijdloze boek De Brief voor de Koning had van mij dan toch echt op die eerste plek mogen staan. (De tv-serie die Netflix daarvan maakte had echter weinig met het boek vandoen, dat hebben ze met Lampje absoluut beter gedaan)

De Passievrucht – Karel Glastra van Loon

Dit is dus zo’n titel die in het vergeten “wil ik ooit nog lezen”-lijstje stond. Het is een “Lezen voor de Lijst”-boek en voor dat soort literatuur ben ik nogal allergisch. De verplichte leeslijst op de middelbare school heeft mij bijna mijn liefde voor lezen gekost. Van dit boekje (het is een klein boekje en telt maar rond de 200 pagina’s) had ik ooit al eens de clou gelezen. Daarnaast schreef Glastra van Loon vroeger columns voor het vrouwenweekblad Margriet – mijn moeder was daar destijds lid van en ik bladerde het blad ook vaak door -. Hij is al lang niet meer onder ons, in 2005 stierf hij op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor. Dat vond ik toen best wel heftig, ondanks dat ik nog nooit een boek van de beste man had gelezen en ik zijn columns niet zo geweldig vond. Maar hij liet wel een vrouw en drie nog heel jonge kinderen achter, terwijl hij jonger was dan mijn eigen ouders.

Terug naar het boek: man ontdekt dat hij onvruchtbaar is en dat hij dus nooit de vader kan zijn van zijn 13-jarige zoon. De moeder van het kind is overleden, dus wie is dan de verwekker? Het boek gaat over deze zoektocht en heeft dus een zekere spanningsboog en een whodunnit verhaallijn. Hoofdpersoon Armin werkt voor een wetenschappelijke uitgeverij en er zitten daarom veel feitjes in het verhaal verwerkt, soms zijn deze stukken langdradig, andere keren vond ik ze wel grappig, omdat ze vaak weetjes bevatten over de voortplanting en dat wel bij het verhaal past. Maar het waren er iets te veel.

Verder vind ik dit boek wel echt een typisch “Nederlands literatuur-boek”. Er zitten enorm veel (onnodige) seksscenes in en ook een paar nogal oversekste personages, met Monika – de moeder – als overdreven uitspringer. Omdat ik dus al wist wie de verwekker is, was die spanning er al af. Overigens weet ik niet of ik zou kunnen leven met deze wetenschap, maar ik ben geen man en een vrouw weet tenminste altijd zeker dat zij de moeder is. En pleegouders en adoptie-ouders bewijzen dat je ook van een kind kan houden dat niet van je eigen bloed is en dat mis ik hier een beetje. Verder vind ik het een gemiste kans dat we alleen het perspectief van Armin te lezen krijgen. Eigenlijk had ik ook wel het oogpunt van het kind – Bo – willen lezen. Dat had het boek net wat interessanter gemaakt.

Het boek is ook verfilmd, maar ik betwijfel of ik die film ooit ga kijken.

Het verborgen paleis – Dinah Jefferies

Het is een beetje vreemd dat het nergens op of in het boek vermeld staat, maar dit is het vervolg op Dochters van de Dordogne. Dat boek gaat over drie zussen die samen in een huis in Frankrijk wonen en die de tweede wereldoorlog proberen te overleven. Aan het einde van het eerste boek vlucht de jongste zus Florence naar Engeland in het gezelschap van Jack, die eigenlijk een relatie leek te hebben met de oudste zus Helene. Florence wordt echter ook verliefd op Jack, wat zorgt voor een schuldgevoel richting haar oudere zus. De moeder van de zussen – die hen min of meer in de steek heeft gelaten – woont ook in Engeland. Florence bezoekt haar, maar hun relatie is moeizaam. Moeder verzwijgt dat ze ernstig ziek is. De moeder wil graag dat Florence op zoek gaat naar haar jongere zus Rosalie, die een kleine 25 jaar eerder verdwenen is. Het enige aanknopingspunt is dat ze mogelijk op Malta verblijft. De verhaallijn van Florence wordt afgewisseld met de verhaallijn van Rosalie. Als lezer vermoedt je dan al dat de verhaallijnen uiteindelijk samen gaan komen en je hoopt dan ook dat Florence haar tante op tijd vindt, zodat haar doodzieke moeder haar zusje nog eens kan zien. In de verhaallijn van Rosalie zit veel historie over Malta verwerkt. Ik wist niet veel van dit eiland en houd wel van dit soort informatie. Dus dit is een fijne historische roman, die lekker wegleest en ook nog een vleugje feelgood bevat. Er komt ook nog een derde boek over de zussen en dat zal ik zeker ook nog gaan lezen.

Het Hoedenatelier – Marie Lamballe

Om de een of andere marketingvage reden vindt de Duitse auteur Hilke Sellnick het nodig om te schrijven onder verschillende pseudeniemen. Maar zij is dus ook Anne Jacobs en daarmee werd dit mijn tweede boek van deze auteur van dit jaar. Het verhaal is niet heel bijzonder en zelfs een tikkeltje voorspelbaar. Wel leuk vind ik de historische tijd waarin dit verhaal is geplaatst; het speelt rond 1830 in Kassel. Ik vind het interessant om te lezen hoe de mensen toen leefden en vooral hoe alleenstaande vrouwen zich toen staande hielde. Zo hadden hoedenmaaksters bijvoorbeeld een hogere rang dan dienstmeisjes, maar als Elise te vertrouwelijk wordt mij een adellijke klant kan dat eigenlijk weer niet. De omgeving van Kassel is rond de geboorte van hoofdpersonage Elise ook even in Franse handen geweest, dus dat roept de vraag op wie haar vader dan kan zijn? En dan is er natuurlijk ook nog een love story. Dus een aardige historische feelgood die vlot weg leest.

Het verlangen van het weesmeisje – Anne Jacobs

En omdat dat reservering-technisch zo uitkwam bij de bibliotheek en dit boek een bestseller is, die ik maar twee weken mag lenen, ging ik meteen door met het derde boek van mevrouw – identiteitscrisis – Sellnick. Deel zes in de Weesmeisje-serie. De titels vind ik echt stom, want eigenlijk is Marie aan het begin van het eerste boek al geen weesmeisje meer. In het Duits heet de serie naar de villa waarin de meeste personages wonen of gewoond hebben en dat is logischer. Ook omdat het verhaal al lang niet meer alleen om Marie draait, maar ook om al haar familieleden. Zeker in dit laatste boek is Marie ook niet in het boeiendste personage. Haar man Paul ook niet. De kinderen Dodo en Leo zijn veel interessanter, net als nichtje Henni. En ook Pauls zussen Lisa en vooral Kitty zijn veel leuker. Het boek speelt hoofdzakelijk in Duitsland tijdens de tweede wereldoorlog en dat is interessant omdat het dus vanuit een Duits oogpunt is geschreven. In ieder geval leest dit laatste deel van de serie ook weer als een trein en ergens is het jammer dat het nu echt voorbij is.

Ik lees niet alle boeken uit…

En dan was er nog een boek – een grote besteller nog wel – waar ik niet doorheen kwam: Extreem luid en ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer. Dit boek stond op hetzelfde lijstje als de Passievrucht. Maar ik vond het echt een heel raar boek. Ontzettend chaotisch geschreven, het springt van de hak op de tak. Ik vond het hoofdpersonage, de 9-jarig Oskar, een heel irritante jongen. Hij is zijn vader verloren bij de aanslagen op de Twin Towers, maar het is niet duidelijk wat zijn vader daar eigenlijk deed die dag. Dan zaten er nog heel vreemde stukken tussen die blijkbaar over zijn grootouders gaan? (dat is mij niet helemaal duidelijk geworden, omdat ik het niet uitgelezen heb). De schrijfstijl is dus heel chaotisch, met rare afbrekingen, pagina’s met maar één woord of één zin erop. Verder kreeg ik niet echt het idee dat het verhaal ergens toe ging leiden. Dus ben ik er mee gestopt. Toch wel raar dat een boek dat zo’n enorme bestseller is en door zoveel mensen gelezen is en zelfs verfilmd is, mij totaal niet aanspreekt. Ik had dat eerder met o.a. de Boekendief van Markus Zusak. De film ook nooit gezien, misschien is die beter te verteren dan het boek…?

Als je dan een boek over rouw bij kinderen en een zoektocht naar de overleden vader wilt lezen, kies dan eerder voor Briefjes voor Pelle van Marlies Slegers, dat vond ik wel een goed en mooi boek.

Mijn favoriete boeken van 2022

In 2022 las ik maar liefst 127 boeken. Volgens Hebban zijn dat ruim 43.000 gelezen pagina’s. Mijn dikste boek was Vertel het de bijen deel 2 van Diana Gabaldon (samen met deel 1 – dat heb ik natuurlijk ook gelezen – is het simpelweg te dik om het te drukken als 1 boek, daarom is het gesplitst) en het dunste Gezien de feiten van Griet Op de Beeck. Mijn beste leesmaand was februari, wat niet zo gek is, want toen had ik een week vakantie en kwam ik terug met corona, waardoor ik een week ziek was, daardoor in quarantaine zat en veel kon lezen. De slechtste maand was augustus, toen ik door mijn verhuizing en het bijbehorende kluswerk in een flinke leesdip zat.

Ik las de meeste boeken van Dinah Jefferies, Tracy Rees en Anna Woltz. Vooral die laatste is grappig, omdat ik daar dus nog nooit iets van gelezen had (op het kinderboekenweekgeschenk na), maar veel van haar boeken in de Grote Vriendelijke 100 staan.

Dan de genres. Waar ik als tiener vrijwel alleen fantasy las, kwam ik nu tot slechts 2 boeken in dit genre. Wat precies de (leeftijd)grens ligt tussen kinderboeken en young adult is mij niet helemaal duidelijk, maar ik las 13 + 20 boeken in deze genres. Dit heeft te maken met het lezen van de boeken van Grote Vriendelijke 100, maar ik lees sowieso graag een goed YA- of kinderboek tussen de volwassen romans door. 55 boeken vallen in het genre feelgood, wat ik ook niet helemaal een logische grens vind, want ik vind dat er nog wel een verschil is tussen historische romans en liefdesromannetjes. Dan las ik precies 2 thrillers, die ik ook zonder te kijken op kan noemen: Daar waar de rivierkreeften zingen en Camino. Ik houd niet echt van thrillers en al helemaal niet van horror, maar voor deze twee boeken maakten ik een uitzondering vanwege de onderwerpen natuurliefhebster en wandelen. En dan 42 boeken die onder het genre literatuur zouden vallen. Ook hier vraag ik mij af wanneer iets dan literatuur is en wanneer het dan afgedaan wordt als feelgood. Owh en nog 1 boek non-fictie, dat zal dan Lily’s Belofte zijn (of Landlijnen van Raynor Winn, dat valt onder de reisverhalen volgens de bibliotheek)

Zoveel genres, zoveel boeken. Het valt bijna niet met elkaar te vergelijken. Toch ga ik een poging doen om mijn vijf favorieten van het afgelopen jaar te kiezen.

Aan het einde van de wereld – Kristin Hannah

Van Kristin Hannah las ik eerder al de indrukwekkende boeken De Nachtegaal, De Wintertuin en De Vier Windstreken. En ook Aan het einde van de wereld is een heel mooi boek. In de jaren ’70 emigreert een gezin naar het primitieve hut in Alaska. Vader Ernt heeft psychische klachten nadat hij gevochten heeft in de Vietnam-oorlog en hij hoopt die in Alaska kwijt te raken. De moeder is bereid om haar man tot het einde van de wereld te volgen, ondanks dat hun huwelijk vaak stormachtig verloopt. De 13-jarige dochter Leni heeft niets te zeggen, die moet gewoon mee. Ze komen terecht in een zeer afgelegen dorpje en komen er al snel achter dat het leven in Alaska heel zwaar is; in de zomer draait alles om de voorbereidingen op de ijskoude en donkere winter. Zal het gezin deze omstandigheden overleven? Het verhaal wordt vooral bekeken vanuit de ogen van Leni, die om dit alles niet gevraagd heeft. Het is interessant om te lezen hoe mensen overleefden in dit afgelegen deel van de wereld. En dan zijn er nog de spanningen binnen het kleine gezin en Leni’s coming of age. Echt een mooi boek.

Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Els Beerten is een Vlaamse schrijfster en dit boek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. De kaft is niet heel aantrekkelijk en het verhaal is soms een beetje traag, maar ik vond het wel mooi hoe alle geheimen langzaam ontrafeld worden.

Het boek speelt zich af tijdens en na de tweede wereldoorlog in een niet nader bij naam genoemd Belgisch dorp. We zien het verhaal door de ogen van vier hoofdpersonages. Jef is de oudste zoon van het gezin, zijn zus Renée is iets jonger en dan is er nog nakomertje Remy. Ward is de beste vriend van Jef en is verliefd op Renée. Muziek speelt een vrij grote rol in het boek; ze bespelen allemaal een instrument en zijn lid van de plaatselijke harmonie.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld; er wordt juist heel veel op en neer gesprongen in de tijd. Dat wordt niet altijd duidelijk aangegeven. Verder duurt het soms een paar alinea’s voor je door hebt met welk oogpunt je te maken hebt. Het is een boek waar je wel je hoofd goed bij moet houden, ondanks dat het langzaam is opgebouwd en toewerkt naar de grote climax.

Centrale vraag in het boek is wanneer iemand een held is (en daarmee recht heeft op een plaats in de hemel). De personages zijn ook nog vrij gelovig, wat waarschijnlijk gebruikelijk was in die tijd, maar het is niet opdringerig ofzo. De kinderen zitten bijvoorbeeld nog op een school waar ze les krijgen van paters en nonnen. Uiteindelijk spelen enkele geestelijken wel een grote rol in het verspreiden van de propaganda waardoor Ward zich aanmeld als soldaat aan het oostfront (Rusland). En (de vermoedelijk homoseksuele) Jef eindigt zijn leven als missiepater in Afrika.

Dan is er nog de wie-heeft-het-gedaan verhaallijn over de moord (tijdens de oorlog) op verzetsstrijder en harmonielid Theo; oom van Ward en goede vriend van de vader van de andere drie. Ward lijkt de ideale hoofdverdachte. Deze ene moord op een familielid en dorpsgenoot wordt hem dan ook veel harder aangerekend dan alle ” naamloze vijanden” die hij heeft gedood aan het front. Maar gedurende het verhaal ga je er als lezer steeds harder aan twijfelen of Ward het wel heeft gedaan. En als hij het niet op zijn geweten heeft; wie dan wel?

Het boek stelt dus best veel psychologische levensvragen. Wat is goed en wat is slecht? Ben je trouw aan je land of aan je familie? Verdiend iemand die heel slechte dingen heeft gedaan een tweede kans? Sterk jeugdboek.

Landlijnen – Raynor Winn

Na Het Zoutpad en de Wilde Stilte het derde boek over het waargebeurde leven en in het bijzonder de wandeltochten van Raynor Winn en haar man Moth die een parkinson-achtige ziekte heeft. Het eerste deel is Het Zoutpad en daarna volgde De Wilde Stilte. Het eerste boek vond ik heel mooi, het tweede boek is meer een tussenboek dat minder over wandelen gaat. Dit derde boek is weer echt mooi; misschien wel mijn favoriet. Aan het begin van het boek gaat het zo slecht met Moth (de man) dat ik echt even dacht dat hij het niet zou redden en dat zij uit rouw ging wandelen. Maar hij gaat toch nog mee en ze gaan dit keer in Schotland wandelen. De wandeling gaat opnieuw langzaam en lang niet altijd over rozen. Je merkt wel dat hun financiële een stuk verbeterd is in dit boek (maar goed, ze heeft ondertussen twee bestsellers geschreven) en dat ze ineens geen moeite meer hebben om eten te betalen en ze kiezen ook veel vaker voor een nacht in een hotel of om nieuwe spullen te kopen.

Raynor Winn beschrijft vaak haar visie op de wereld en in grote lijnen is die gelijk aan die van mijzelf, dus dat schept een band. Wat ik wel wonderlijk vind (in alle drie de boeken) is dat ze zelden iets gezonds lijken te eten; ze beschrijft opvallend vaak dat ze een zak friet gaan eten. Je zou zeggen dat ze gezond proberen te eten als ze zulke sportieve prestaties proberen te leveren en ook vanwege zijn ziekte. Maar ze heeft het vrijwel nooit over groente of fruit.

Ook leuk is dat ze een instagram heeft waarop je foto’s kan zien van zaken uit het boek. Raynor Winn kan absoluut heel mooi schrijven; heel beeldend en ze verwerkt vaak (historische) feiten of weetjes in haar boeken (een trekje dat ik ook heb bij bijvoorbeeld mijn geocachingverslagen).

Dit boek heeft ook weer een prachtige omslag. Er schijnt nog een vierde boek te komen, dus dat wachten we dan maar af.

Daar waar de rivierkreeften zingen – Delia Owens

Let op: SPOILERS!!!

Ik had dus niet verwacht dat ik dit boek zou kiezen, maar ik las het al aan het begin van het jaar en het kwam toch de hele tijd bij mij terug. En dat terwijl ik dus helemaal niet van thrillers houd. Nu is dit boek niet alleen een thriller, maar ook een boek over de natuur en hoe een outsider in een afgelegen hut probeert te overleven. En dat vond ik misschien nog wel een interessanter gegeven dan de hele who dunnit in dit boek, hoewel ik moet toegeven dat die wel netjes in elkaar zit. Niet alles in dit boek is geloofwaardig: ik had moeite met de jonge leeftijd van Kya als ze alleen achterblijft in de hut (ze is dan nog een heel jong kind) en ook met hoe dat dan is gegaan met dat busreizen als ze nog nooit eerder met een bus had gereisd.

Delia Owens debuteerde pas op 69-jarige leeftijd met dit boek. Het is in de markt gezet als thriller en ik houd niet echt van thrillers, dus daarom heeft het lang geduurd voor ik het leende bij de bibliotheek. Er is een misdaad gepleegd: er is een man vermoord. Maar verder vond ik het boek niet heel thrillerachtig. Het gaat veel veel meer over hoe een eenzaam meisje overleefd in een hut in het moeras. Het meisje, Kya, heeft een grote kennis van de natuur, maar is nooit naar school geweest. Als de dode man wordt gevonden is Kya direct de hoofdverdachte. Dan blijkt ook maar weer hoe bekrompen een klein dorpje in de buurt van de wildernis kan zijn. En ja #metoo speelt hier ook een grote rol. En het Amerikaanse rechtssysteem is in mijn ogen ook maar vreemd, met zo’n jury. Eigenlijk vond ik het einde een beetje jammer (en een tikje ongeloofwaardig gezien haar onbekendheid met busreizen), maar ergens is dat natuurlijk ook de kracht van het boek. Tijdens de rechtszaak wordt eigenlijk precies verteld hoe het gegaan is, maar toch wordt ze vrijgesproken. De mooiste quote die ik in het boek las is van een Amerikaanse natuurkundige die echt heeft bestaan, ook al had ik nog nooit van de beste man gehoord, want Aldo Leopold stierf al in 1948: There are some who can live without wild things and some who cannot. Net als Kya kan ik absoluut niet zonder wilde dingen leven.

Ik wil ook nog graag de verfilming Where the crawdads sing zien, maar in de bioscoop kwamen de tijden niet goed uit. Hij staat nu op Netflix, dacht ik, dus dan kan ik alsnog kijken (helaas niet beschikbaar in Nederland – beh)

De leesclub aan het einde van de wereld – Sophie Green

Ik las alle drie de vertaalde boeken van Sophie Green. Naast deze zijn dat De zwemclub van Shelly Bay en De yogaclub van Orange Blossom House. Die spelen zich allemaal af in Australië en wisselen de verhaallijnen van drie of vier vrouwen af die samen een clubje vormen. In dit boek gaat het om een leesclub, in de andere boeken om een zwemclub en een yogagroepje. In die zin gebruikt Green wel in elk boek hetzelfde concept. De vrouwen hebben allemaal hun eigen problemen. In De leesclub aan het einde van de wereld wonen de vrouwen zover van elkaar af, dat ze maar 1 of 2x per jaar bij elkaar kunnen komen. Het boek speelt zich af aan het einde van de jaren ’70, dus nog geen internet/mobiele telefoons/moderne communicatie. Twee vrouwen wonen zelfs op een afgelegen boerderij die tijdens het regenseizoen helemaal afgesloten is van de wereld. Wat ik wel interessant vond is dat ze daar in die tijd al ondergrondse reservoirs hebben, waarin ze regenwater opvangen en bewaren voor de droge tijd. Zoiets zouden wij hier anno 2023 in Nederland ook moeten hebben.

In boeken over leesclubs gaat het vaak over de gelezen boeken en de invloed daarvan op het leven van de hoofdpersonages. Dat is hier minder, het gaat hier echt meer over het leven van de vrouwen zelf. Alleen de Doornvogels van Colleen McCullough komt wel vaak terug, maar dat heb ik zelf nog nooit gelezen, dus ik weet niet precies waar dat overgaat. Ik weet wel dat het zich ook afspeelt op een afgelegen ranch in Australië. Het verhaal is soms best wel heftig, zo werkt een van de vrouwen bij de Flying Doctors en die komen nogal vaak te laat, omdat de mensen te lang wachten met om hulp vragen. Dan zijn er natuurlijk nog de relatieproblemen en de problemen met de kinderen of ongewenste kinderloosheid. Alles bij elkaar leest het prettig weg en vind ik Australië absoluut een interessante locatie. Zelf zou ik er nooit willen wonen. Je zou maar zo ver van de bibliotheek en andere voorzieningen afwonen; mij niet gezien.

Andere aanraders:

Ik lees best vaak boeken waarin de eerste of nog vaker de tweede wereldoorlog een rol speelt. Geen boeken over de gevechten, maar vaak over het leven van gewone burgers. Ik begrijp wel waarom de oorlog vaak terug komt in boeken; het is de ideale periode voor verloren geliefden, verbroken verlovingen, vermissingen, buitenechtelijke relaties, ongeplande zwangerschappen en sowieso zijn alle oorlogen een bron van ellende. In deze categorie heb ik dit jaar ook zeker weer een paar mooie boeken gelezen:

Cliffhaven-serie van Ellie Dean

Deze serie telt maar liefst 18 delen, waarvan er nu 5 vertaald zijn. Ze spelen zich af tijdens de tweede wereldoorlog in het fictieve Engelse kustplaatsje Cliffhaven. Elk boek staat een andere gast in het pension van Peggy Reilly centraal en in alle boeken tot nu toe komen ook de gezinsleden van Peggy aan bod. Ondanks dat het oorlog is en het leven niet gemakkelijk is, vind ik het mooi om te lezen hoe gewone burgers zich er doorheen sloegen en dat er zeker ook nog mooie dingen gebeurden. Er zijn ook een heleboel op waarheid gebaseerde historische feiten in het boek verwerkt en Dean heeft ook ervaringen van bestaande mensen gebruikt. Daarnaast lezen de boeken gewoon prettig weg, als een soort van mix tussen historisch drama met een vleugje feelgood.

Andere oorlogsboeken die ik mooi vond:

Het meisje met de vlechtjes van Wilma Geldof is in de markt gezet als jeugdboek en staat ook in de Grote Vriendelijke 100, maar ik vond het best een heftig boek voor de jeugd. Het boek is op waarheid gebaseerd en gaat over de belevenissen van het meisje Freddie (aan het begin van de oorlog nog maar 15 jaar) die lid wordt van een verzetsgroep en behoorlijk heftige dingen moet doen.

Afscheid van Parijs van Ruth Druart en Een zomer lang geleden van Fiona Valpy hebben deels hetzelfde onderwerp: in beide boeken wordt er een stelletje verliefd vlak voor of tijdens de oorlog. Dan raken ze elkaar uit het oog, denken dat de ander tijdens de oorlog is overleden. En dan blijkt dat jaren later toch niet zo te zijn. En hoe ga je dan om met liefde als er ondertussen andere partners en/of kinderen in het het spel zijn? Veel boeken stoppen aan het einde van de oorlog; deze boeken laten zien dat het leven ook niet per se ineens gemakkelijk werd daarna.

De verwisseling van Maggie Brookes speelt wel tijdens de oorlog en gaat over een Tsjechisch meisje dat zo verliefd wordt op de op haar land ter werk gestelde Engelse krijgsgevangene, dat ze met hem trouwt en zich vermomt als jongeman om zo bij hem te kunnen blijven. Ook als dat betekent dat ze dan zelf ook krijgsgevangene wordt. Dit boek gaat over de ontberingen in een krijgsgevangenkamp en er wordt ook behoorlijk met de gevangenen heen en weer gesleept om ze te werk te stellen en ook met marsen aan het einde van de oorlog. Het schijnt op een waargebeurd verhaal te zijn gebaseerd.

De vrouwen van Rue Cardinale van Fiona Valpy gaat over drie vrouwen die werken als naaister en zich aansluiten bij het Franse verzet. Het loopt niet voor hen allemaal goed af.

De laatste boekwinkel van Londen van Madeline Martin gaat over boeken, lezen en de oorlog in Engeland, in het bijzonder tijdens de Blitzkrieg. In dit boek komen dan weer wel heel veel boektitels voorbij, vooral van Engelse klassiekers.

Het grachtenhuis van Rachel van Charante gaat over de oorlog in ons eigen Nederland. Hoewel ik de mannelijke hoofdpersoon ontzettend onsympathiek vond en niet alles heel geloofwaardig is, is het wel een spannende pageturner van een Nederlandse auteur.

Het huis in Parijs van Natasha Lester, heeft een klein beetje overlap met De vrouwen van Rue Cardinale, omdat ook dit boek gaat over mode en vrouwen die bij het Franse verzet gaan.

De postbezorgster van Parijs van Meg Waite Clayton; de titel vind ik ongelukkig gekozen, omdat een groot deel van het boek zich helemaal niet in Parijs afspeelt. Maar ook hier weer; Frankrijk, vrouwen in het verzet, ingewikkelde liefdesgeschiedenis. En in dit boek in het bijzonder aandacht voor het kamp waarin kunstenaars en andere intellectuelen werden opgesloten in Frankrijk.

Lily’s belofte van Lily Ebert & Dov Forman. Dit is geen roman, maar een waargebeurd verslag van het verblijf van de Hongaars Joodse Lily die als jong meisje in verschillende concentratiekampen heeft gezeten. Het gaat ook over het lot van haar familieleden en haar leven na de oorlog. Ze heeft jarenlang over haar oorlogservaringen gezwegen; pas op latere leeftijd besluit ze dat juist zoveel mogelijk mensen haar verhaal zouden moeten horen. Dit boek heeft ze als 90-plusser geschreven met behulp van haar kleinzoon Dov.

Jij kan me helpen van Kristin Harmel: gaat ook al over de oorlog in Frankrijk en een vrouw die het werk van haar omgekomen man in het verzet overneemt; ze helpt neergestorte piloten om terug te komen naar Engeland. Daarnaast verbergt ze haar Joodse buurmeisje in haar woning. Hoe lang gaat dit goed?

Zolang er sterren aan de hemel staan van Kristin Harmel; over een liefdesgeschiedenis tijdens de oorlog, maar de geliefden raken elkaar uit het oog. Zullen ze elkaar nog ooit bij leven ontmoeten?

Vrijheid van Imogen Kealey is ook op waarheid gebaseerd en gaat over een vrouwelijke verzetsstrijdster. Ook dit boek speelt zich grotendeels af in Frankrijk. Dit boek leest als een spannend James Bond verhaal en ik kreeg de indruk dat de hoofdrolspeelster de oorlog op bepaalde momenten zelfs wel leuk leek te vinden. In die zin is dit niet zo’n op emotie gericht boek. Meer een filmische pageturner. Het schijnt ook nog verfilmd te gaan worden, dus het boek vormt een soort van script voor die film, denk ik.

Dan nog de aanraders van de romans/feelgood afdeling:

Een huis aan de rivier van Liz Fenwick; ik vind eigenlijk al haar boeken mooi en dit is de nieuwste vertaling. Speelt ook weer in Cornwall en gaat over een familiegeschiedenis vol ingewikkelde verbanden die langzaam ontrafeld worden.

I love Sarah Lark en haar boeken die meestal in Nieuw-Zeeland spelen en een familiegeschiedenis omvatten. Dit jaar las ik Grote Dromen en het vervolg Goede Hoop.

Het brievenspoor van Tracy Rees; vind dit boek niet geheel geloofwaardig, maar het leest wel heel lekker weg en ook hier wordt een geheim langzaam opgelost. Ook de andere twee boeken die ik dit jaar van haar hand las zijn aanraders: De rozentuin (lekker feministich) en Mijn zomers aan zee (tragisch liefdesverhaal).

In deze categorie lees ik ook graag de boeken van Anne Jacobs/Marie Lamballe (is dezelfde auteur), Corina Bomann, Sarah Jio, Jenny Colgan, Dinah Jefferies en Maria Nikolai.

De jeugdboeken:

De tunnel en Honderd Uur Nacht van Anna Woltz. De eerste gaat ook al over de Blitzkrieg en de andere over een orkaan die New York trof een aantal jaar geleden.

Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk; een nog vrij recent boek, dat volgens mij in het genre magisch realisme valt. Leest lekker weg.

Briefjes voor Pelle van Marlies Slegers; mooi boek over rouw bij kinderen.

Sterrenzicht van Brandon Sanderson; science-fiction boek van een van mijn favoriete auteurs in dit genre.

Tot slot

Zo, veel goede boeken gelezen in het afgelopen jaar. Ik ben tegenwoordig selectiever en lees niet alles meer uit. Soms lees ik een boek wel uit, maar vond ik het toch wat minder. En er zijn ook wel boeken die mij gewoon niet zo goed zijn bijgebleven.

Welke boeken las ik de laatste tijd?

Het bloemeneiland – Tabea Bach

Het eerste deel van een trilogie. Het las op zich prima weg, maar ik vond het verhaal niet origineel en heel erg voorspelbaar. Overwerkte vrouw blijkt een eiland met een plantenkwekerij erop te hebben geërfd, van een tante die ze sinds haar kindertijd niet meer heeft gezien. Haar man wil het eiland ongezien verkopen en zij vind dat in de eerste instantie prima. Dan gaat er een grote klus op haar werk niet door en besluit ze toch een kijkje te nemen op het eiland. En natuurlijk wordt ze dan onmiddellijk verliefd op het eiland, maar kan ze de al geplande verkoop dan nog tegen houden?

De bibliotheek van Saint-Malo – Mario Escobar

Dit boek vond ik op de tafel met aanraders in de bibliotheek. Omdat ik ooit in de buurt van Saint-Malo op vakantie ben geweest en van lezen houdt, ging het boek mee. Het boek speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog en gaat over een vrouw die in de bibliotheek van Saint-Malo werkt. Ondertussen is haar kersverse man (ze trouwden op de dag dat de oorlog begon) uitgezonden en is het maar de vraag of hij ooit nog terug komt. Er gebeurt natuurlijk van alles tijdens de oorlog en dat houdt de spanning er goed in. Het boek eindigt met de bombardementen op Saint-Malo die ook worden beschreven in het boek Als je het licht niet kunt zien van Anthony Doerr, dus dat stukje oorlogsgeschiedenis kwam mij bekend voor. En net als dat boek, heeft ook dit verhaal niet een geheel gelukkig einde.

Langste.kerst.OOIT – Lisette Jonkman

Ik mocht meedoen met de leesclub van de uitgeverij op facebook en kreeg dit boek thuis gestuurd. Ik las al eerder de andere boeken van Lisette Jonkman, waarvan ik de Verkikkerd-trilogie het leukste vond. Dus deze leek mij ook leuk en vooral leuk om in de week voor kerstmis te lezen (in de zomer zou het wat minder toepasselijk zijn). Ook dit boek is weer hilarisch en lekker feelgood met een soms wat serieuze ondertoon. Noëlle is geboren op eerste kerstdag en kerstmis is haar favoriete feest. Tot ze – SPOILER – in een tijdlus beland waarbij de eerste kerstdag eindeloos moet herbeleven. Een grappig gegeven natuurlijk, omdat ze wanhopige pogingen doet om de dag iedere keer weer tot een goed einde te brengen. Wel vond ik het op een bepaald moment in herhaling vallen, dan kreeg je weer een gesprek dat je al drie keer had gelezen. Misschien toch een of twee kerstdagen minder. Het lijkt mij ook best lastig om in alle dagen iets origineels te stoppen. Wel krijg je elke dag een stukje meer achtergrondinformatie over verschillende personen. Alles bij elkaar vond ik het wel een lekker weglezend feelgood kerstboek.

Het meisje met de vlechtjes – Wilma Geldof

Voor een jeugdboek vond ik dit best een pittig boek. Er gebeuren best veel heftige dingen in dit op waarheid gebaseerde boek. De zusjes Freddie en Truus worden gevraagd om lid te worden van een verzetsgroep in Haarlem. Later komt ook Hannie Schaft bij deze verzetsgroep, haar verhaal is veel bekender dan dat van de zusjes. In het begin is Freddie nog maar 15 jaar; een kind dus nog. De verzetsgroep doet best wel heftige dingen, ze vermoorden bijvoorbeeld Duitsers met een hoge rang door ze in de val te lokken. Ook worden er mensen aan schuilplaatsen geholpen, illegale verzetskrantjes gemaakt en rondgebracht en worden er veel spullen gesmokkeld. Op den duur moeten de zusjes zelf ook voortdurend van schuiladres veranderen, omdat ze te bekend worden. De zusjes zijn zeker geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken; dat wordt meteen al duidelijk in de scene waarin de leider van de verzetsgroep hen op de proef wil stellen. Later in het boek moeten de vrouwen in de groep alle rotklusjes doen, zoals op slechte fietsen in de winter naar andere steden fietsen om dingen weg te brengen of op te halen. Dan gaan de zusjes ook in protest. Uiteindelijk overleven beide zusjes de oorlog, maar ze krijgen pas vele later erkenning voor hun verzetswerk.

Een huis aan de rivier – Liz Fenwick

Er bleek een nieuw boek van Liz Fenwick vertaald te zijn en dat speelt natuurlijk weer in Cornwall. Dit keer echter met nieuwe personages en niet in de streek en met de (bij)personages waarin de meeste van haar boeken zich afspelen. Een vrouw koopt na haar scheiding een vervallen huis aan een rivier in Cornwall. Langzaam ontrafelt ze de geschiedenis van de bewoners van het huis, die ook nog een familielink met haar blijken te hebben. En zoals wel vaker in dit soort boeken toont de verhaallijn in het verleden een parallel met de verhaallijn in het heden. In die zin is dit boek niet per se heel origineel, maar het is wel heel prettig leesbaar geschreven en legt maar weer eens bloot hoe ingewikkeld familieverhoudingen kunnen zijn. En het gaat ook over de kloof tussen de adel en hun bedienden en over het gebrek aan rechten voor vrouwen.

Een jongen met de naam Kerstmis – Matt Haig

Vorig jaar zag ik al de film van kerstmis en toen wilde ik het boek ook lezen, maar dat kwam pas in januari beschikbaar en toen had ik zin meer in een kerstverhaal. Dus zorgde ik dit jaar dat ik het op tijd reserveerde. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een beetje een flauw kinderboek vond. Nicholas is een beetje een rare jongen, maar ja hij woont dan ook ergens in een hutje in een bos met alleen zijn vader. Het boek komt een tikje traag op gang en daarna gaat alles ineens heel snel. Het zou het levensverhaal van de kerstman kunnen zijn, dat is tenminste het idee achter dit boek. Verder vind ik zo’n enorme tijdsprong-samenvatting aan het einde van een boek ook niet echt geweldig, hoewel het hier wel bepaalde zaken verklaard.

Landlijnen – Raynor Winn

Het derde deel over het leven en de wandelavonturen van Raynor Winn en haar man die een parkinson-achtige ziekte heeft. Het eerste deel is Het Zoutpad en daarna volgde De Wilde Stilte. Het eerste boek vond ik heel mooi, het tweede boek is meer een tussenboek dat minder over wandelen gaat. Dit derde boek is weer echt mooi. Aan het begin van het boek gaat het zo slecht met Moth (de man) dat ik echt even dacht dat hij het niet zou redden en dat zij uit rouw ging wandelen. Maar hij gaat toch nog mee en ze gaan dit keer in Schotland wandelen. De wandeling gaat opnieuw langzaam en lang niet altijd over rozen. Je merkt wel dat hun financiële een stuk verbeterd is in dit boek (maar goed, ze heeft ondertussen twee bestsellers geschreven) en dat ze ineens geen moeite meer hebben om eten te betalen en ze kiezen ook veel vaker voor een nacht in een hotel of om nieuwe spullen te kopen. Raynor Winn beschrijft vaak haar visie op de wereld en in grote lijnen is die gelijk aan die van mijzelf, dus dat schept een band. Wat ik wel wonderlijk vind (in alle drie de boeken) is dat ze zelden iets gezonds lijken te eten; ze beschrijft opvallend vaak dat ze een zak friet gaan eten. Je zou zeggen dat ze gezond proberen te eten als ze zulke sportieve prestaties proberen te leveren en ook vanwege zijn ziekte. Maar ze heeft het vrijwel nooit over groente of fruit. Ook leuk is dat ze een instagram heeft waarop je foto’s kan zien van zaken uit het boek. Raynor Winn kan absoluut heel mooi schrijven. Dit boek heeft ook weer een prachtige omslag. Er schijnt nog een vierde boek te komen, dus dat wachten we dan maar af.

Het brievenspoor – Tracy Rees

De nieuwste vertaling van een boek van Tracy Rees. Ik leende ooit al de Engelse editie van de bibliotheek, maar daar kwam ik met mijn – toen – coronabrein niet doorheen. Gelukkig nu dus de Nederlandse vertaling. Die las een stuk beter weg. Het boek bevat wel weer typische Rees-elementen. Een arm meisje krijgt allerlei kansen in haar schoot geworpen door een rijkere beschermvrouwe. Het gaat ook altijd allemaal wel behoorlijk gemakkelijk in de boeken van Rees. Maar ze schrijft wel prettig en in dit boek zit een speurtocht verstopt die een aardige spanningsboog oproept, waardoor je steeds verder wil lezen.

Goede hoop – Sarah Lark

Deel 2 (of deel 3, het is maar hoe je het bekijkt) over de vrouwelijke dierenartsen Nelly en Maria die tussen de twee wereldoorlogen in naar (Larks geliefde) Nieuw-Zeeland emigreren, omdat de vraag naar dierenartsen daar heel groot zou zijn. Ze komen terecht op de paardenhouderij van Julius en Mia uit Alle sterren aan de hemel. Ze hebben het niet per se meteen makkelijk in hun nieuwe thuisland. Er heerst een economische crisis, de tweede wereldoorlog staat voor de deur en er zijn eigenlijk geen drie (Maria’s man is de derde) dierenartsen nodig. Daarnaast heeft Nelly’s man Walter moeite om een baan te vinden. Nelly krijgt nog twee kinderen met Walter, maar ze heeft haar oudste dochter naar Amerika laten gaan met haar biologische vader, de muzikant Philipp. Zou ze haar ooit nog terug zien? Als de tweede wereldoorlog uitbreekt wordt het oogpunt van het verhaal meer verlegd naar Grit, de dochter van Nelly, die in de oorlog op een Grieks eiland zit. Dit stuk vormt een contrast met de rest van het verhaal en lijkt er niet zo goed bij te passen. Ik vond het verhaal over de tijd bij het circus van Maria en haar gezin dan interessanter en er beter bij passen (hoewel het een klein beetje op Water voor de olifanten lijkt). Kortom, er gebeurt weer meer dan genoeg in dit boek. Ben benieuwd of er ook nog een deel 3/4 gaat komen.

De kinderkaravaan – An Rutgers van der Loeff

Dit was er weer eentje voor de Grote Vriendelijke 100. Ik twijfelde heel erg of ik dit boek vroeger als kind niet al eens gelezen had en ik denk toch van wel, want het kwam mij vaag bekend voor. Een groot gezin trekt in een huifkarkaravaan door Amerika onderweg naar een stuk land om te gaan leven. Dan sterven beide ouders en staan de kinderen er alleen voor. De oudste zoon – John – is vastbesloten om zijn broertje en zijn vele zusjes bij elkaar te houden en alsnog naar het stuk land te leiden, maar dit is een lange en moeizame tocht door een zeer ruig en moeilijk begaanbaar gebied met wilde dieren en vijandige indianenstammen. Op zich een mooi gegeven voor een verhaal, maar ik vond niet alles geloofwaardig. Met name dat de pasgeboren baby de tocht overleeft, lijkt mij zeer sterk. Het is voor de andere kinderen al zwaar genoeg. Verder vind ik ook wel dat de mannenrol en de vrouwenrol heel erg stereotype worden uitgebeeld in dit boek. John is de onbetwiste leider, alle andere kinderen staan onder hem en de zusjes worden vaak ook beschreven als zwakker. Het zal iets te maken hebben met de tijdsgeest van het verhaal en ook de tijd waarin dit boek geschreven werd, maar ik vond het best irritant dat vrouwen zo denigrerend beschreven werden en John als de absolute held, terwijl oudste zusje Louise ook veel doet. Ik had het dus pas echt mooi gevonden als Louise als stoere meid haar zusjes leiding had gegeven.

Zonder titel – Erna Sassen

En ook deze was voor de Grote Vriendelijke 100. Mijn eerste boek van Erna Sassen. Het is geen dik boek en er staan heel veel tekeningen in, dus je bent er snel doorheen. De tekeningen hebben met het verhaal te maken, want de hoofdpersoon Joshua tekent graag. Alleen lijken niet alle tekeningen op de goede plek in het boek te staan. Het is een typisch tienerboek met de nodige coming of age tienerproblemen. Joshua deed mij vanwege het kunstenaarsaspect een klein beetje denken aan Noah uit Ik geef je de zon, maar verder kan dit boek daar zeker niet aan tippen. Joshua moet naar een nieuwe school en komt in de klas bij jongens die hij niet aardig vind. Maar zijn ze eigenlijk wel zo vreselijk als hij denkt? Verder mist hij zijn jeugdvriendinnetje dat terug naar haar geboorteland Iran is en mogelijk uitgehuwelijkt wordt. Ik had het interessant gevonden als dit meisje ook een eigen verhaallijn had gekregen, maar nu blijft haar trieste lot toch heel erg op de achtergrond ten gunste van Joshua op de voorgrond. Dat vind ik een gemiste kans.

De Heersers van Kir – Mariëtte Aerts

Dit fantasyboek voor de jeugd had ik al een paar keer in mijn handen gehad in de bibliotheek. Ik deed er lang over om het uit te lezen en heb het verschillende keren verlengd. Het boek komt heel traag op gang en het duurt even voor je het magiesysteem van het land helemaal door hebt. Voor een jeugdboek worden er best vaak ingewikkelde woorden gebruikt. Uiteindelijk heb ik het boek wel uitgelezen, maar ik twijfel of ik de rest van de serie nog wil lezen. Van de ene kant wil ik nog wel weten hoe het afloopt, maar het zijn in totaal vijf boeken, geloof ik die best wel dik zijn. Waar fantasy vroeger mijn favoriete genre was, kom ik er nu vaak moeizaam doorheen.

Kerstmis in het Cupcake Cafe – Jenny Colgan

Het vervolg op het eerste Cupcake Cafe boek, maar dan een stuk dunner en alles is overgoten met een dikke kerstmissaus. Uiteindelijk ook weer een echt feelgoodboek. Leuk om te lezen, maar ik vond het eerste deel leuker. Dit deel leek soms een beetje gezocht ofzo.

Corinnes toekomst – Paula Stern

Het eerste deel van een trilogie over vrouwen en het familiebedrijf; een koffiefabriek. Er is een verhaallijn in het heden (en dan echt nu, ik dacht 2019 ofzo) en een verhaallijn over de grootvader in de oorlog, die koffie smokkelde en later de fabriek heeft opgericht. Vond de verhaallijn over de grootvader eigenlijk interessanter dan die over de kleindochter in het heden. De kleindochter kreeg alles wel heel gemakkelijk voor elkaar; eigen bedrijfje, nieuwe liefde. Het leest allemaal wel lekker weg en de boeken zijn niet zo heel dik, dus ik ga deel 2 of deel 3 ook nog lezen. Grappig detail: veel mensen schrijven in hun recensie dat ze door dit boek zin krijgen om koffie te drinken. Ik lust echter geen koffie en drink het dus nooit. Alle lyrische beschrijvingen van koffie-aroma in dit boek doen mij dus niets. Coffee isn’t my cup of tea.

De oorlogsbibliotheek – Addison Armstrong

Ook dit boek heeft twee verhaallijnen. De eerste gaat over de oorlog, de Eerste Wereldoorlog. Een jonge vrouw wordt uitgezonden als bibliothecaresse in Frankrijk, waar ze de gewonde mannen in de veldhospitalen van boeken moet voorzien. Er blijkt echter discriminatie te zijn; mannen van kleur liggen ergens achteraf en hebben geen toegang tot de voorzieningen voor de blanke mannen. In de andere verhaallijn krijgt de kleindochter ook te maken met vormen van discriminatie. Ze is als van de eerste vrouwen toegelaten tot de mariniersopleiding (Amerika) en krijgt het niet gemakkelijk gemaakt door de docenten en de mannelijke medeleerlingen. Als vrije geest zou ik persoonlijk heel veel moeite hebben met hoe het er aan toe gaat in het leger. Het zou mijn droom niet zijn in ieder geval. In het boek gebeurt best veel, maar het is een beetje moeizaam geschreven, vond de overgangen tussen heden en verleden ook niet altijd even lekker. Het is verder wel een mooi verhaal enzo, maar er zijn betere schrijvers in dit genre.

Day Zero Project 2.0.: Over de Grote Vriendelijke 100

Doel 101 van mijn tweede Day Zero Project gaat over de Grote Vriendelijke 100; samengesteld door de Grote Vriendelijke Podcast in samenwerking met lezerscommunity Hebban. Van die eerste top 100 – uit 2021 – ben ik aardig op weg om de niet gelezen titels te verwerken. Maar eerlijk is eerlijk; niet alle ongelezen boeken lijken mij interessant. Dat geldt dan vooral voor prentenboeken, gedichtenbundels en soms ook wel verhalenbundels. En sommige titels lijken mij gewoon heel erg kinderachtig voor een volwassene.

In november 2022 is er dus een nieuwe top-100 verschenen met daarin 24 nieuwe titels. En daar zitten er een paar bij die ik eigenlijk aantrekkelijker vind dan wat er nog over is van de oude top-100. Daarom heb ik besloten om het doel een klein beetje aan te passen.

De nieuwe titels:

  1. Mot en de metaalvissers – Sanne Rooseboom
  2. Dodo – Mohana van den Kroonenberg
  3. De NEE-hoorn – Marc-Uwe Kling & Astrid Henn
  4. Het meisje met de vlechtjes – Wilma Geldoff
  5. Het weeshuis in de azuurblauwe zee – TJ Klune
  6. Misjka – Edward van de Vendel & Anoush Elman
  7. Een zee van liefde – Pieter Goudenboon
  8. Terra Ultima – Raoul Deleo
  9. Heel de wereld wordt wakker – Jaap Robben
  10. Dwars & co – Rico Hop
  11. Mus & Kapitein Kwaadbaard – Kevin Hassing
  12. Quotum – Marloes Morshuis
  13. Rekenen voor je leven – Edward van de Vendel & Ionica Smeets
  14. Prutje – Pieter Koolwijk
  15. Patroon – Marco Kunst
  16. Bob Popcorn – Maranke Rinck
  17. Ik praat als een rivier – Jordan Scott & Sydney Smith
  18. Robin – Sjoerd Kuyper
  19. Alice in Wonderland – Lewis Carroll
  20. Egalus – Marije Tolman
  21. Morris – Bart Moeyaert
  22. Gebr. – Ted van Lieshout
  23. Het boek zonder tekeningen – B.J. Novak
  24. IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem

En dan moet ik dus de bekentenis doen dat ik van deze 24 titels helemaal niets heb gelezen. Ja, ok Alice in Wonderland min of meer wel, maar waarschijnlijk niet in de originele editie. En misschien ook wel eens iets (voorgelezen gekregen) van die Robin-verhalen van Sjoerd Kuyper, maar die vond ik volgens mij heel saai. Terra Ultima, de NEE-hoorn en Egalus allemaal wel eens doorgebladerd in de boekhandel.

Van de oorspronkelijke lijst moest ik nog 45 titels lezen. 15 titels heb ik ondertussen gelezen, nog 30 te gaan dus. Maar omdat ik niet alle boeken uit die lijst aantrekkelijk vind, mag ik ook titels vervangen door iets uit de 24 nieuwe titels. In totaal wil ik dan dus nog steeds tot 45 gelezen boeken komen.

Owh en beide jaren eindigde Lampje op nummer 1 en die heb ik dus ook nog steeds niet gelezen…misschien moet dat maar mijn eerste boek van 2023 worden…

Welke boeken las ik de laatste tijd?

Nu het weer vroeg donker is, lees ik weer extra veel. Mijn reserveringslijst bij de bibliotheek is eindeloos en dan heb ik het nog niet over mijn eigen boeken die langzaam naar mijn nieuwe woning verhuizen (ze stonden nog bij mijn ouders vanwege ruimtegebrek in de vorige woning) en die ik nog wel eens zou willen herlezen…

Het boek van vergeten woorden – Pip Williams

Dit boek krijgt van veel mensen (vrouwen) heel goede recensies, maar ik vond het moeizaam om er doorheen te komen. Ik heb het een paar keer weggelegd voor een ander boek, maar uiteindelijk toch uitgelezen. De schrijfstijl is nogal afstandelijk en ik kreeg niet echt een klik met hoofdpersoon Esme. De moeder van Esme – het hele boek uitsluitend aangeduid met haar voornaam Iris – is overleden tijdens de bevalling en daarom wordt Esme opgevoed door haar vader. Hij werkt onder hoofdredacteur Murray aan de samenstelling van de Oxford English Dictionary, een proces dat vele jaren in beslag neemt. Esme is vaak te vinden in het scriptorium en steelt soms briefjes met woorden. Als ze oud genoeg is, gaat ze zelf ook werken in het scriptorium. Ze is er dan al achter dat vrouwen (eind 19e, begin 20e eeuw) weinig rechten hebben en altijd minderwaardig zullen zijn aan mannen. Langzaam begint Esme steeds meer belangstelling te krijgen voor vrouwenrechten. Dan blijkt ook nog dat het woord “broodslavin” (bondsmaid) ontbreekt in het woordenboek. Is dit een van de woorden die Esme als kind gestolen heeft?

Op zich dus best een interessant gegeven voor een boek. Maar ik vond de schrijfstijl dus heel vervelend. Daarnaast is Esme een extreem naief en best wel raar meisje. Zelfs als ze volwassen is, gedraagt ze zich in vele opzichten nog steeds als een kind. Of dit nu aan haar opvoeding ligt, het tijdperk of dat er iets mis is met haar verstand is mij gedurende het boek niet helemaal duidelijk geworden. Maar ik had liever Edith of een Murray-dochter als hoofdpersoon gehad, ook omdat die echt bestaan hebben. Waarschijnlijk heeft Williams daar niet voor gekozen, omdat ze zich dan geen vrijheden kon veroorloven.

Afscheid van Parijs – Ruth Druart

Net als haar debuut, Terwijl Parijs sliep, een boek over de tweede oorlog in Parijs en vooral over de nasleep van die oorlog die voor een dilemma zorgt. In dit geval komt het Franse meisje Elise in contact met de Duitse Sebastian (vertaler voor het leger). Ze worden verliefd, maar raken elkaar tijdens de bevrijding van Parijs uit het oog. Elise is echter zwanger en een alleenstaande moeder met een kind van een boche wordt door haar omgeving niet getolereerd. Dus wordt ze naar Bretagne gestuurd, waar ze in huis wordt genomen door een oudere, verbitterde vrouw – Soizic – die in de oorlog zowel haar man als haar enige kind is verloren.

Jaren later komt de dochter van Elise – Josephine – er achter dat ze een Duitse vader heeft. En dan blijkt dat Sebastian nog leeft; maar hij heeft ondertussen een ander gezin. Kan het nog goedkomen tussen de twee geliefden? Of heeft het leven hun ingehaald?

Het boek gaat heel erg over wat goed is en wat slecht. En over moeilijke keuzes; ook ver na de oorlog. Uiteindelijk vind ik wel dat Elise het slechtste af is. Ze heeft een heel moeilijk leven gehad en lijkt nooit echt gelukkig te zijn geworden.

Altijd in mijn hart – Ellie Dean

Ook Altijd in mijn hart speelt in de oorlog, maar dan in Engeland in het (fictieve? – ik kan het nergens vinden op een kaart) kustplaatsje Cliffehaven. Het is alweer het vijfde vertaalde boek uit de Cliffehaven-serie, die maar liefst 18 delen telt. Het boek begint met de (vrij verwend opgevoede) zusjes Sarah en Jane, die met hun ouders op een plantage in Malaya leven. Dan breekt ook daar de oorlog uit en hun vader besluit hen op de boot naar Engeland (de zusjes zijn daar nog nooit geweest) te zetten, omdat hij denkt dat ze daar veiliger zijn. Ze hebben het adres van twee oudtantes, maar het is niet bekend of die nog wel in leven zijn. Een van deze oudtantes blijkt mevrouw Finch te zijn, de oude dame die een vaste bewoonster is van het pensioen van Peggy Reilly. Na veel omzwervingen komen de twee zusjes in het pension terecht. Ondertussen krijgen we ook nog de belevenissen van de familie Reilly mee. Het leuke aan deze serie vind ik dat het hoofdzakelijk over gewone mensen (burgers) gaat en dat het niet voortdurend over gevechtshandelingen gaat. Natuurlijk is de oorlog de aanleiding voor deze serie en vallen er nog regelmatig bommen, maar het gaat vooral over hoe de familie en hun gasten overleven tijdens de oorlog. Hoe komen ze aan eten? Wat doen ze voor (vrijwilligers)werk? Het verhaal van de zusjes is nog niet afgerond, dus ik denk dat ze in de volgende boeken ook nog mee zullen doen. Van mij mogen ze doorgaan met betalen, want ik vind dit een erg fijne historische serie die ondanks alle oorlogsellende ook vleugjes feelgood bevat.

Gouden jaren – Maria Nikolai

Gouden jaren is het tweede deel van de Chocoladevilla-serie en we zijn een kleine 20 jaar verder in de tijd, in de jaren ’20, Stuttgart, Duitsland. Judith en Victor hebben de leiding over de chocoladefabriek, de vader van Judith is ondertussen overleden. Dan sterft ook de vader van Victor en komt zijn veel jongere halfzusje Serafina in de villa wonen. Zij trekt meteen de aandacht van Judiths tweelingbroers Karl en Anton; de ondeugende tweeling uit het eerste boek is ook volwassen geworden. Anton heeft zich teruggetrokken uit de chocoladefabriek en bouwt piano’s. Maar Karl heeft er moeite mee dat zijn zus Judith boven hem is uitverkoren om leiding te geven aan de fabriek. Beide broers zijn nog altijd niet getrouwd. Serafina blijkt een moeilijk verleden te hebben en heeft een nare ervaring gehad in de zoektocht naar haar verdwenen moeder, waarvoor ze nu bedreigd wordt. Dan is er ook nog Victoria, de 10-jarige dochter van Judith en Victor, die de rol van ondeugend kind heeft overgenomen van de tweeling. Het boek gaat ook nog licht in op de grote klassenverschillen in die tijd en op de nasleep van de eerste wereldoorlog. Hoewel alle hoofdpersonages uit het boek verzonnen zijn, had Stuttgart daadwerkelijk een bloeiende chocolade-industrie in die tijd en werden er ook veel piano’s gebouwd. Verder leest deze serie gewoon lekker weg als een prettige feelgoodroman met een historisch tintje. Dus kom maar door met deel 3.

Het sleutelkruid – Paul Biegel

Een sprookjesboek van Paul Biegel, waarbij er ook weer sprookjes in het sprookje zitten. Door deze grote hoeveelheid aan verhalen en personages (veel dieren) heeft het verhaal niet heel veel diepgang. Alle personages zijn behoorlijk stereotype. Het is met 150 pagina’s en veel tekeningen (dat vind ik dan wel weer leuk) maar een dun boekje. Toch ben ik geen superfan van dit soort sprookjes. Het spreekt mij gewoon niet zo heel erg aan. Ik las dit boek dan ook vooral vanwege de Vriendelijke 100.

Films die nergens draaien – Yorick Goldewijk

Dit is dan wel weer een toppertje onder de jeugdboeken. Ook deze las ik vanwege de Vriendelijke 100. Het is pas in het najaar van 2021 verschenen, dus nog een vrij nieuw boek. Dat is heel erg leuk, want veel goede Nederlandse jeugdboeken zijn al behoorlijk oud. Cato’s moeder is overleden tijdens haar geboorte en ze leeft alleen met haar afwezige vader, een bemoeizuchtige huishoudster en een konijn. Cato is twaalf en heel erg op zoek naar vreemde avonturen en uitvindingen en ergens ook naar herinneringen aan de moeder die ze nooit gekend heeft. Verder is ze geobsedeerd door vechtfilms en games. Op school vinden ze haar maar een vreemd meisje. Op een dag komt ze langs de verlaten bioscoop in haar woonplaats en blijkt die weer open te gaan. Cato komt in dienst bij mevrouw Kano die wel heel vreemde films vertoond in haar bioscoop. Durft Cato ook haar film binnen te gaan? En wie is mevrouw Kano eigenlijk? Uiteindelijk heeft het boek heel veel van wat volgens mij magisch realisme heet. Er zit ook iets van Alice in Wonderland in. Ik weet niet of het komt omdat ik een volwassene ben die een jeugdboek las, maar ik had de clou al wel vrij snel door over wie mevrouw Kano was en wie Dikkie dan zou moeten zijn. Maar absoluut een goed jeugdboek. Jammer alleen dat het vanwege het fantastische tintje weer eens niet op de literatuurlijst zal mogen…

De verloren ring – Kristy Manning

Dit boek gaat over de geschiedenis van een ring die hoort bij de Cheapside-juwelen, een verzameling sieraden die in 1912 is opgegraven door arme arbeiders bij bouwwerkzaamheden en die van onschatbare waarde blijkt te zijn. De Amerikaanse historica Kate doet onderzoek naar deze juwelen, in het bijzonder de ring. Tussen het verhaal van Kate door (wat zoals wel vaker in dit soort boeken met meerdere verhaallijnen de minste boeiende lijn is) krijg je de geschiedenis van de ring en het juweel dat in de ring is vastgezet. Dit begint al eeuwen terug, als deze steen wordt gedolven in een mijn. Helaas blijken de meeste mensen die de ring door de eeuwen heen in hun bezit hebben gehad niet al te gelukkig te eindigen. De ring heeft veel dood en verderf veroorzaakt, maar soms ook geluk gebracht. Het langste wordt stilgestaan bij de verhaallijn van Essie, een arme Ierse immigrante die leefde ten tijde van de opgraving. Heeft de ring haar geluk of ongeluk gebracht?

Ik vond de invalshoek van dit boek vrij origineel; de ring als “hoofdpersoon”. Het is alleen wel jammer dat je van de meeste van de bezitters slechts een glimp te zien krijgt. Daardoor krijg je ook geen band met al deze personages. Die krijg je uiteindelijk wel met Essie, meer nog dan met Kate zelf. Alles bij elkaar een prima weglezende historische roman.

Een tijdloze liefde – Sante Montefiore

Tja, Sante Montefiore. Sommige van haar boeken vind ik verschrikkelijk, andere vind ik wel aardig. Haar schrijfstijl leest in ieder geval prettig weg. Dit boek bevat aardig wat historie over Italie vlak voor, tijdens en na de tweede wereldoorlog. Dat vond ik interessant, omdat ik niet veel weet over deze periode in dat land. Het gaat ook over een verloren liefde. Of is die weer terug gevonden? Deze vraag wordt hier in ieder geval anders beantwoord dan in Afscheid van Parijs.

Ten slotte

Al deze boeken werden geleend bij Bibliotheek Midden-Brabant. Gelukkig dat de bibliotheek bestaat, want anders was mijn portemonnee leeg en mijn huis dicht geslibd met boeken die ik vaak toch maar 1x lees.

Gelezen boeken van de laatste tijd

De tunnel – Anna Woltz

Alweer het derde boek dat ik dit jaar van deze schrijfster lees. Allemaal ter ere van de Grote Vriendelijke 100. En het vierde boek ooit. Ook dit boek leest weer makkelijk weg, maar toch vond ik Honderd uur nacht indrukwekkender, terwijl de gebeurtenissen in dit boek veel heftiger en ook wel geloofwaardiger zijn. Dit boek speelt aan het begin van de tweede wereldoorlog, tijdens de Blitzkrieg in Londen. Vier tieners schuilen elke nacht in dezelfde tunnel van een metrostation en langzaam kom je hun geschiedenissen te weten. Het gaat ook over het verschil tussen arm en rijk en tussen mannen en vrouwen. Over een ziekte die nu nauwelijks nog voorkomt in dit land. En ondertussen vallen er elke nacht nieuwe bommen.

Briefjes voor Pelle – Marlies Slegers

Ook dit boek staat in de Grote Vriendelijke 100 en ik zag het ook al een paar keer voorbij komen op de social media van bookstagrammers. Ik had nog nooit eerder iets gelezen van Marlies Slegers. Pelle is een 12-jarige hoogbegaafde jongen. Een jaar na de dood van zijn vader krijgt hij van zijn moeder een doos met briefjes, die nog door de vader geschreven zijn. Op de briefjes staan opdrachten die hij uit moet voeren. Dit brengt hem soms in lastige situaties, maar het brengt hem ook in contact met nieuwe mensen. Het boek is doordrenkt met allerlei feitjes, want Pelle legt in zijn hoofd allerlei links tussen zaken. Daarnaast is hij ook gewoon een tiener die meisjes interessant begint te vinden en soms ook wel heel domme tienerdingen doet. Het boek is bij vlagen verdrietig, maar ook hoopvol. En sommige dingen vond ik mooier omschreven dan in boeken over rouw voor volwassenen.

Een zomer lang geleden – Fiona Valpy

Mijn derde boek van Fiona Valpy en volgens mij ook de laatste, want de rest is (nog) niet verschenen in Nederlandse vertaling. In alle drie de boeken speelt de tweede wereldoorlog een rol, maar dit boek gaat ook over de jaren voor de oorlog en de jaren erna. Het gaat vooral ook over (verloren) liefde. En over kinderen die niet aan de verwachtingen van hun ouders voldoen, omdat ze andere dromen en verlangens hebben. Net als de andere twee ook weer een mooi boek, een heel klein beetje minder zwaar op de hand.

Het Rupsenhuis – Jeanine de Vries

Ik vind de kaft van dit boek mooi en het is een historische roman. Maar om heel eerlijk te zijn vond ik het verhaal nogal tegenvallen. Helaas vond ik de hoofdpersoon Jael heel erg onsympathiek en haar man was zo mogelijk nog erger. Het boek is vernoemd naar het Rupsenhuis van Maria Sibylla Merian, een vrouw die echt bestaan heeft en die een botanisch atelier had in Amsterdam. Maar het verhaal speelt zich helemaal niet af in dit Rupsenhuis. Vermoedelijk had ik het interessanter gevonden (en de flaptekst suggereert dat eigenlijk ook een beetje en schept daarmee valse verwachtingen) als het boek vanuit de ogen van Merian was geschreven. Nu moesten we het doen met Jael en vingen we alleen af en toe een glimp op van het leven van Merian. Jael wil o.a. heel halsstarrig vasthouden aan de leefregels van het Joodse geloof en wil zich niet aanpassen aan haar nieuwe woonplaats Franeker. Van de andere kant heeft ze wel een sterke vrijheidsdrang die ik dan weer wel bewonder, maar als vrouw had je begin achttiende eeuw nauwelijks rechten. Ik ben blij dat ik niet in die tijd leef.

Sira – Maria Duenas

Sira is het vervolg op Het geluid van de nacht, de grote doorbraak van Duenas. Tijdens de tweede wereldoorlog werkt Sira als een spion voor het Britse rijk. Het was al even geleden dat ik dit eerste boek had gelezen en ik wist niet alle details meer. Sira gaat verder na de oorlog. Sira kan eindelijk trouwen met haar grote liefde Marcus. Maar waar Marcus in Jeruzalem een nieuwe baan voor de geheime dienst krijgt, is de rol van vrouwen uitgespeeld; Sira wordt gedegradeerd tot een leven als huisvrouw. Dit hele boek is dan ook een zoektocht van haar naar een nieuwe invulling van haar leven. Dat ze als een van de weinigen Spaans spreekt in Jeruzalem zou haar hierbij kunnen helpen. Dit brengt haar in diverse landen en er komen ook weer oude bekenden uit het eerste boek terug in het tweede boek. Verder speelt de Spaanse (Europese) tournee van Evita Peron een vrij grote rol in dit boek. Ik wil verder niet teveel spoilen, maar ik vond het weer een mooi boek.

De verwisseling – Maggie Brookes

Dit boek kwam ik tegen in de bibliotheek en het leek mij wel een mooi boek (dat is het ook). Het is een historische roman over de tweede wereldoorlog, gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Izabela is een boerendochter die in Tsjechoslowakije de boerderij draaiende probeert te houden met haar moeder. Haar vader en een oudere broer zijn vertrokken om te vechten met de partizanen. Dan worden er Britse krijgsgevangenen te werk gesteld op de boerderij en Izabela wordt halsoverkop verliefd op Bill. Ze wil zo graag met hem samen zijn, dat ze besluit om zich te vermommen als man om met hem te kunnen vluchten. Hun ontsnapping duurt slechts een paar dagen, want in een wereld vol oorlog vallen ze veel te veel op. Dus laten ze zich weer gevangen nemen en de rest van de oorlog zit Izabela vermomd als man uit in een krijgsgevangenkamp. Bill en zij sluiten hier vriendschap met enkele andere mannen, die ze deelgenoot maken van Izabela’s geheim. Er zijn natuurlijk allerlei ontberingen: de kou, de honger, de tewerkstelling in een steengroeve met zeer zwaar werk, het grote gebrek aan hygiene en uiteindelijk een dodenmars. Het is allemaal heftig en ik heb het ook al eerder voorbij zien komen in andere oorlogsboeken. Waar ik een beetje moeite mee had is het feit dat Izabela halsoverkop kiest voor dit leven, terwijl ze Bill pas heel kort kent en ze ook op de boerderij van haar moeder het einde van de oorlog af had kunnen wachten en Bill dan weer op had kunnen zoeken. Je kunt dit romantisch vinden, maar misschien is het ook wel gewoon dom van haar. Of ze kon de gevolgen van haar keuze op dat moment niet overzien, ze is ook nog wel heel jong. Verder vond ik het jammer dat we eigenlijk niets te weten komen over het partizanenleven van haar vader en broer; dat had ik ook een interessante verhaallijn gevonden. En het einde is vrij abrupt. Ik had van diverse personages nog graag willen weten hoe het met hun verder zou gaan. Een epiloog een paar jaar later was wel mooi geweest.

Het huis aan de Herengracht – Jessie Burton

Het vervolg op Het huis aan de gouden bocht. We zijn achttien jaar verder en de baby die aan het einde van het boek wordt geboren, Thea, is nu volwassen. Ze woont in het huis uit het eerste boek, samen met haar vader Otto en haar “tante” Nella en de huishoudster. Otto is de erfgenaam van het huis, maar vanwege zijn donkere huidskleur heeft hij het moeilijk in Amsterdam. De familie heeft grote financiele problemen en moeite om de schijn op te houden en het grote herenhuis te onderhouden. Nella denkt hun geldproblemen op te kunnen lossen door Thea uit te huwelijken aan een rijke man. Maar welke rijke man wil er een halfbloed vrouw trouwen? En Thea heeft zo haar eigen ideeën over “echte” liefde. En dan worden er ineens weer miniaturen bezorgd, terwijl Nella ervan overtuigd was dat de miniatuurmaakster verdwenen was.

Het eerste boek vond ik een beetje moeizaam lezen. Dit boek las beter weg, misschien omdat ik nu al meer wist over de personages. De geheimzinnige miniatuurmaakster heeft een minder grote rol dan in het eerste boek. Verder blijf ik Nella een beetje een moeizaam karakter vinden, dat vond ik in het eerste boek ook al. Ze heeft een compleet huis van haar ouders geërfd, maar wil er nog niet eens een kijkje gaan nemen? Ze heeft haar jongere zusje en broertje gewoon in de steek gelaten? Ze klampt zich enorm vast aan haar leven in de grote stad, maar eigenlijk is ze daar helemaal niet gelukkig. Thea is makkelijker te begrijpen, maar ze is wel heel erg jong en naïef.

Alles bij elkaar wel weer een aardige historische roman, hoewel er natuurlijk een bovennatuurlijk tintje overheen ligt. En ik blijf het apart vinden dat een buitenlandse schrijfster kiest om te schrijven over Nederland. Andersom gebeurt het natuurlijk ook, maar toch.

Gallant – V.E. Schwabb

Gallant is meer een novelle dan een roman en heeft een zeer duistere, bijna horrorachtige sfeer. De 14-jarige Olivia kan niet spreken en zit op een strenge meisjeskostschool waar ze doodongelukkig is. Haar moeder is overleden en heeft haar alleen een geheimzinnig dagboek nagelaten waarin staat dat ze nooit naar Gallant mag gaan. En dan krijgt Olivia een brief dat ze uitgenodigd wordt door haar vermeende oom op het familielandgoed; Gallant dus. Olivia besluit om toch te gaan. Gallant blijkt vervloekt en ze is er niet heel erg welkom. Maar ze blijft, omdat ze hier meer vrijheid heeft dan op de kostschool en ze hoopt meer over haar moeder en haar erfenis te ontdekken… Ik houd eigenlijk helemaal niet van horror, maar omdat het een Schwab is (ik heb ook haar andere boeken gelezen, zoals De kleuren van Magie en het Onzichtbare leven van Addie LaRue), wilde ik het toch een kans geven. Het zal niet mijn favoriete genre worden, maar het boek heeft ongetwijfeld een dikke vette spanningsboog waardoor je steeds door wil lezen. En omdat het een dun boek is, heb je het in een paar uurtjes uit. De kaft is wel heel mooi en de zijkanten van de pagina’s zijn ook bedrukt.

De vrouwen van Rue Cardinale – Fiona Valpy

Het tweede boek van Fiona Valpy dat ik heb gelezen. Net als Elianes Belofte speelt ook dit boek in de tweede wereldoorlog. Het gaat over drie jonge vrouwen die als naaister werken bij een modehuis in Parijs en die steeds meer betrokken raken bij het verzet. Sommige elementen deden mij sterk denken aan die uit Het huis in Parijs van Natasha Lester, dat ik eerder dit jaar las. Dat gaat namelijk ook over een modehuis tijdens de oorlog, net als dit boek.

Naast de historische verhaallijn heeft dit boek ook nog een verhaallijn in het heden. Die gaat over Harriet, de kleindochter van Claire uit de oorlogsverhaallijn. Zoals wel vaker in dit soort boeken met een dubbele verhaallijn, vond ik die in het heden minder boeiend dan die in het verleden. Het boek gaat o.a. over het feit of een trauma kan overerven van moeder op kind. Harriet vermoedt namelijk dat haar moeder – de dochter van Claire dus – zelfmoord heeft gepleegd, omdat ze het trauma van Claire heeft overgenomen.

Alles bij elkaar ook weer een verdrietig maar tegelijkertijd mooi boek.

Mijn zomers aan zee – Tracy Rees

Dit boek heeft een heel andere stijl en uitstraling dan de andere boeken van Tracy Rees: Het geheim van Silvermoor, Het familiegeheim van Florence Grace en De Rozentuin. Ik twijfelde zelfs of het wel om dezelfde schrijfster ging, maar dat schijnt tocht wel zo te zijn. Dit is in ieder geval veel meer een “feelgood” roman dan de andere boeken, die meer historische romans zijn. Ik vermoed dat dit haar eerste boek is en dat de andere boeken van latere datum zijn. Chloe logeert in de jaren ’50 elke zomer een paar weken bij het gezin van haar tante aan zee. Ze raakt bevriend met een jongen uit het dorpje en door de jaren heen zou deze vriendschap langzaam in liefde veranderen. Maar hij is jonger dan haar en wordt vreemd gevonden, omdat hij door zijn alleenstaande vader wordt opgevoed en zijn moeder hun in de steek heeft gelaten. En er zijn ook nog andere kapers op de kust.

De andere verhaallijn gaat over Nora, de dochter van Chloe die een soort van sabbatical neemt in het dorpje waar haar moeder Chloe vroeger elke zomer kwam, maar nu al jarenlang niet is geweest. En wat is er gebeurd met haar jeugdvriendje? Want het wordt al vrij snel duidelijk in het boek dat Nora een andere vader heeft.

Het boek heeft een behoorlijke spanningsboog. Wel vond ik wederom de stukken over Chloe interessanter dan die over Nora; die komen soms een beetje geforceerd over. Wel is het moeilijk om de vrijgevochten oudere Chloe te koppelen aan het brave meisje uit de jaren ’50. Naarmate de verhaallijn in het verleden vordert begin je het als lezer steeds meer te begrijpen.

Ik vond het een mooi boek, maar het is wel echt heel anders dan het overige werk van Rees.

De laatste boekwinkel van Londen – Madeline Martin

Vlak voor de tweede wereldoorlog uitbreekt, verlaat Grace het platteland om een baantje te zoeken in de grote stad Londen. Samen met een vriendin trekt ze in bij haar tante en neef. Haar tante vindt een baantje voor Grace in een boekwinkel bij een oude, norse man. Als Grace het volhoudt om een half jaar voor hem te werken, zal hij een aanbevelingsbrief voor haar schrijven, zodat ze ergens anders aan de slag kan, bijvoorbeeld bij Harrod’s. Grace heeft het niet gemakkelijk met de oude man, maar ze raakt langzaam wel steeds meer verliefd op de boeken en op lezen en op de klanten. Dan breekt de oorlog uit en Londen wordt geteisterd door de Blitzkrieg (ik heb dit jaar opvallend veel boeken gelezen over deze periode). De neef wordt opgeroepen als soldaat, de tante gaat als vrijwilliger werken, de vriendin meldt zich aan voor het vrouwenonderdeel van het leger. En Grace blijft uiteindelijk in de boekwinkel werken en gaat als een van de weinige vrouwen werken als buurtwacht. Steeds meer andere boekwinkels gaan ten onder door de bombardementen of de branden die daardoor uitbreken. Maar de kleine boekhandel van Grace blijft gespaard en daardoor komen er steeds meer mensen hun heil in de boeken zoeken. In het boek komen dan ook heel veel boektitels voor van andere boeken, vooral klassiekers. Ook weer een mooi boek over de liefde voor boeken en de waanzin van oorlog (en de Blitzkrieg in het bijzonder).

Het Verwende Nest – Liza van Sambeek

Dit boek vond ik tijdens een wandeling in een Minibieb en ik besloot het mee te nemen om te lezen tijdens de treinreis terug naar huis. Het bleek het vervolg te zijn op Zadelpijn en ander damesleed, een vrij bekend boek dat ik nooit gelezen heb en waar ook een tv-serie van is gemaakt. Waarschijnlijk omdat ik nog net niet in de leeftijdscategorie van deze dames val. Ook zonder voorkennis is dit boek wel goed te lezen. Een aantal dames in de leeftijdscategorie 50/60 jaar – ze zijn al vele jaren vriendinnen – besluiten om samen te gaan wonen in een huis dat ze zelf gaan verbouwen en dan verdelen in vier appartementen. Het boek is opgedeeld in zeven delen en elk deel is geschreven vanuit het oogpunt van een van de zeven vrouwen. Eigenlijk is zeven net iets teveel, ik had het bij drie of vier gelaten. Zeker ook omdat elke vrouw weer kinderen heeft, een man of een minnaar of een partner of meerdere. Dat levert een heleboel personages op, wat verwarrend kan zijn. Pas halverwege het boek kwam ik erachter dat er achterin het boek een lijst stond van de families van de vrouwen. Opvallend aan het boek is dat de meeste van de vriendinnen best wel decadent rijk zijn en een leven hebben waarin ze kunnen smijten met geld. Zeg maar Gooise vrouwen. Dat spreekt mij als niet zo’n rijke vrouw minder aan. Sommige van de vrouwen vond ik ook helemaal niet sympathiek overkomen. Het stuk waarin ze gezellig met z’n (bijna) allen plastische chirurgie ondergaan vond ik nogal over de top en ook weer heel erg “Gooise vrouwen”. Daarnaast hebben ze bijna allemaal een of meerdere minnaars gehad. Dat vind ik ook niet heel geloofwaardig, ik geloof niet dat elke vrouw met elke man die ze tegenkomt het bed in duikt. Alle perikelen rondom de verbouwing vond ik dan wel weer grappig in het verhaal verwerkt, net als de housewarming. Pas helemaal aan het einde gaan ze dan toch nog een keer fietsen, wat het hoofdonderwerp is van het eerste boek. En er zit ook nog wel een verdrietig gedeelte in met de vriendin die borstkanker heeft. Liza van Sambeek schijnt uit twee auteurs te bestaan. Ik weet niet of de een dan de helft van de vrouwen heeft beschreven en de andere de andere helft of dat het echt samen is geschreven. De schrijfstijl leek wel redelijk gelijk over de hele linie. Ondanks mijn gemengde gevoelens over dit boek, wil ik toch dat eerste boek ook nog eens gaan lezen.

De eerste vrouw – Muna Shehadi

Muna Shehadi is bekend van de trilogie over de drie zussen Olivia, Rosalind en Eve, die er na de dood van hun moeder achterkomen dat zij nooit hun biologische moeder kan zijn geweest. Ik vond dat een mooie serie, in ieder geval een stuk geloofwaardiger dan de Zeven Zussen (die heb ik ook met veel plezier gelezen, maar die zijn nogal ongeloofwaardig). De eerste vrouw is een stand-alone. Holly bezoekt de begrafenis van haar ex-man en ontmoet daar zijn tweede en derde vrouw. Hoewel zij weet dat hij nog twee keer hertrouwd is, blijken die twee vrouwen niet van haar bestaan te weten. En is Lyle eigenlijk wel overleden? En hoe dan? Daarnaast is al in het eerste hoofdstuk duidelijk dat Holly hersenletsel heeft, maar het duurt lang voor je als lezer te weten komt hoe dat zo gekomen is. En dan is er nog de knappe broer van Lyle die alles in goede banen probeert te leiden. Genoeg spanningsbogen dus en ook weer een mooi boek van Shehadi.

De dochter van de boekhandelaar – Sylvie Schenk

Dit dunne boekje – meer een novelle – haalde ik uit de Minibieb van mijn moeder en las ik uit tijdens een treinreis. Bij de titel had ik er meer van verwacht, maar ik kreeg een zeer saai verhaal, dat ik alleen maar uitgelezen heb omdat ik lang genoeg in de trein zat. Geen aanrader. Boekje ging tijdens de opvolgende wandeling meteen de eerste de beste Minibieb die ik onderweg tegen kwam in.

De kleuren van de liefde – Cristina Caboni

Stella is Italiaanse en heeft een gevoel voor kleuren. Als ze terugkeert naar het huis van haar oudtante ontdekt ze een koffer vol tekeningen die te maken hebben met de oorlog. Op zich een interessant stukje oorlogsgeschiedenis over een dorp dat een groep kinderen probeert te redden. Maar ik vond de schrijfstijl heel moeizaam en vaak een beetje vaag. De historische stukken en de stukken in het heden liepen niet vloeiend in elkaar over. Stella is zelf ook een heel moeizaam karakter; ik begreep haar niet zo goed. Het boek begint ook heel erg vaag met een rare scene op een vreemd station. Kortom, ik denk niet dat ik meer boeken van Caboni ga lezen.

Het landhuis aan het front – Steven Conte

Een oorlogsboek over een Duitse legerarts, Paul, die met zijn legeronderdeel gestationeerd wordt op het Russische landgoed waar de auteur Leo Tolstoj heeft gewoond. Het personeel van het landgoed, onder leiding van de Russische Katerina is niet heel blij met de komst van de Duitsers. Toch ontstaat er dankzij hun voorliefde voor boeken – in het bijzonder Oorlog en Vrede – een bijzondere band tussen Paul en Katerina. Het is een nogal somber boek met veel medische termen, veel ernstige verwondingen en ook veel mannen die het niet redden. Dit tegen de achtergrond van een ijskoude winter. De waanzin van oorlog wordt in dit boek weer eens bevestigd. Ook wordt er veel geciteerd uit Oorlog en Vrede, een Russische klassieker die ik nooit gelezen heb, dus ik heb vast niet alle verwijzingen opgemerkt. Verder wordt de situatie in de oorlog soms heel abrupt afgewisseld met stukken uit de tijd na de oorlog. Dit vaak in briefvorm. Ik vond deze overschakelingen nogal plotseling en niet heel logisch. Een chronologische volgorde was in het geval van dit boek beter geweest.

Grote dromen – Sarah Lark

Sarah Lark stelt nooit teleur en ook Grote Dromen was weer een heerlijk boek. Een historische roman en feelgood in een. Ik had eigenlijk een vervolg op Alle sterren aan de hemel verwacht, maar dit boek is de start van een nieuw serie (hoewel er helemaal aan het einde wel een personage uit Alle sterren aan de hemel opduikt). Het boek start voor de verandering niet in Larks geliefde Nieuw-Zeeland, maar in België. Het is 1912 en Nellie wil dolgraag dierenarts worden. Deze studie is in die tijd echter nog niet toegankelijk voor vrouwen. Haar beste vriend is de zoon van de plaatselijke dierenarts en moet zijn vader opvolgen, maar hij wil liever musicus worden. Dan breekt de eerste wereldoorlog uit en komt alles op losse schroeven te staan. Nellie is absoluut een doorzetter die alles doet om haar droom om dierenarts te worden te bereiken. Ondanks dat ze van alle kanten wordt tegengewerkt en ze ook nog een heleboel relatieproblemen heeft.

Het is ook het verhaal van de Duitse Maria. Zij mag wel als een van de eerste vrouwen in Duitsland diergeneeskunde studeren, maar zij heeft weer sociale problemen omdat ze een vorm van autisme heeft. Lukt het Nellie en Maria om een praktijk op te zetten in Berlijn middenin de economische crisis tussen de twee wereldoorlogen in?

Lark mixt altijd waargebeurde feiten en historische gebeurtenissen in haar verhalen, wat het extra interessant maakt. Daarnaast houd ik erg van dieren, dus het dierenarts-element in dit boek sprak mij extra aan. Het gebrek aan vrouwenrechten aan het begin van de vorige eeuw kan mij ook nu nog erg kwaad maken.

Wat heb ik de laatste tijd gelezen?

Ik loop heel erg achter met de boekenrecensies van de boeken die ik de laatste maanden gelezen heb. Klussen, verhuizen, inrichten en ook nog moeten werken; het kost allemaal veel tijd. Dus ik weet niet of ik alle boeken nog ga behandelen, maar ik zal een poging doen. Alle boeken zijn geleend bij Bibliotheek Midden-Brabant.

Het geheugen van Babel

Het geheugen van Babel – Christelle Dabos

Deel drie van de vierdelige Spiegelpassante-serie van de Franse schrijfster Christelle Dabos. Fantasy en young adult, hoewel de bibliotheek er een science fiction sticker achterop heeft geplakt. Waarschijnlijk omdat het zich op planeten in de ruimte afspeelt, maar ik vind het echt meer fantasy. Het duurde lang voor de bibliotheek besloot om ook deel 3 aan te schaffen (de eerste twee delen hebben ze wel). Omdat het ook al even geleden is dat ik deel 2 heb gelezen, moest ik er weer even inkomen. Een korte samenvatting aan het begin was handig geweest, maar die ontbrak helaas. Ophelia is terug op haar thuisplaneet en leeft al bijna drie jaar gescheiden van haar echtgenoot – tegen wil en dank – Thorn omdat die is verdwenen. Als Ophelia een kleine hint krijgt dat Thorn mogelijk op de planeet Babel verblijft, vertrekt ze daarheen. Babel is een planeet met rangen en standen en Ophelia moet undercover als student om hogerop te komen. Gaat dit haar lukken en vindt ze Thorn nog ooit terug? En natuurlijk heeft ook deze planeet weer een ietwat gestoorde familiegeest, twee zelfs. Die familiegeesten spreken mij niet zo aan en het is de reden dat ik de serie soms een beetje moeizaam vindt. Ophelia (en Thorn) vind ik dan weer wel leuke personages en Ophelia’s gave is interessant. Daarom wil ik deel 4 ook nog lezen, zodat ik weet hoe het afloopt. Maar het is voor mij toch echt niet vergelijkbaar met Harry Potter; ik verwacht niet dat ik de serie ooit nog eens opnieuw zal gaan lezen.

Zwaluwdans

Zwaluwdans – Jet Nijland

SPOILER! Best een aardig boek (het is niet heel dik), maar er zijn wel betere boeken in dit genre. Verder was het natuurlijk leuker geweest als het hoofdpersonage Elisa de liefdesbaby van de twee geliefden Nando en Neva was geweest en dat bleek dan weer niet het geval te zijn. Dan was de link met Nederland ook wel weer lastiger geweest. Het boek is een soort van West Side Story, alleen speelt het zich dan af in de Spaanse stad Sevilla. Er zit ook nog een stukje geschiedenis in over de Spaanse Burgeroorlog.

Het perfecte plaatje

Het perfecte plaatje – Lauren Weisberger

Lauren Weisberger is vooral bekend van De duivel draagt Prada, dat ook verfilmd is. Dat is een leuk boek met veel humor dat vlot weg leest. Het perfecte plaatje is te langdradig en blijft te lang om bepaalde zaken heen draaien. Ook is het boek heel erg Amerikaans, want flink betalen (en dus frauderen) voor een plaats op een goede universiteit is iets wat hier in Nederland niet snel zal voorkomen. Het ergste is dat het meisje waar het om gaat – Max – goed genoeg was om zelfstandig op de universiteit te komen. Ze wil echter liever naar de filmacademie, iets wat haar ouders afkeuren, want dat is geen goede toekomst voor hun enigste kind. Max is verreweg het leukste hoofdpersonage in het boek en maakt ook de grootste ontwikkeling door. Haar moeder – een bekende tv-presentatrice – is een controlfreak die het allemaal perfect wil doen, maar daardoor juist heel grote fouten maakt en de sympatie van iedereen verliest. Dan is er nog de zus van de moeder, die in een of andere Amerikaanse streberstad woont, waar ze zich bij kleuters al druk maken naar welke universiteit ze moeten…alsjeblieft zeg. Het boek is hier en daar dus behoorlijk over de top.

Waar ik ook heen ga

Waar ik ook heen ga – Fioly Bocca

Boeken over het lopen van een lange-afstand-wandeltocht (meestal de Camino) vind ik altijd wel leuk en dit boek beloofde veel goeds. Helaas viel het wandelaspect in dit boek heel erg tegen. Het ging veel meer over het psychologische verleden van de twee vrouwen, dan over de wandeling zelf, die leek er maar een beetje bij gehaald om een kapstok voor de ontmoeting te hebben. Ik kreeg er dan ook helemaal niet het wandelgevoel van, dat ik bij andere wandelboeken wel heb. Ook bleven de personages heel afstandelijk voor mij, ondanks dat je best veel over hen komt te weten. Het is maar een dun boekje, dus daarom heb ik het wel uitgelezen, maar ik vind het absoluut geen aanrader.

Het grachtenhuis

Na Het schuilhuis is dit mijn tweede boek van Rachel van Charante. Opnieuw met de tweede wereldoorlog als onderwerp. Heleens man is omgekomen aan het begin van de oorlog en daarom woont ze weer bij haar ouders op de boerderij in Lochem. Ze wil echter dolgraag terug naar de bruisende stad Amsterdam. Ze vertrekt en krijgt een baan bij een advocatenkantoor dat ondertussen blijkt overgenomen door een Duitser: Ralph Baumann. Het kantoor moet aanvragen van Joden verwerken die hiermee willen bewijzen dat ze niet Joods zijn en zo aan deportatie ontkomen. Heleen heeft echter een Joodse vriendin met jonge kinderen…

De gebeurtenissen in het boek volgen elkaar op en het leest daarom weg als een spannende, thrillerachtige roman. Van sommige zaken vraag ik mij wel af of dat echt zo gegaan kan zijn, maar het was natuurlijk een andere tijd met vooral ook andere communicatiemiddelen. En wat is goed en wat is fout? Is verliefd worden op de vijand fout?

Verder vond ik de verhaallijn in het heden veel minder interessant dan de verhaallijn in de oorlog. Dat heb ik wel vaker bij dit soort dubbele verhaallijnen, alsof die in het heden maar er een beetje bij verzonnen is.

Een nieuwe zomer in de kleine bakkerij

Een nieuwe zomer in de kleine bakkerij – Jenny Colgan

Jenny Colgan kan haar getijdeneiland Mount Polbearne niet loslaten en schreef dus nog maar eens een boek over Polly en haar kleine bakkerij. Polly is niet het hele boek de hoofdpersoon, ze wordt afgewisseld met de nieuwe bewoonster van het eiland: Marissa, die vanwege psychische problemen op het eiland verblijft. Marissa heeft Italiaanse roots en is dol op koken. Is er een combinatie van de bak- en kookkunsten mogelijk om meer klanten te trekken naar de kleine bakkerij? Natuurlijk komen ook alle bekende personages uit de andere boeken weer voorbij, van de rijke vrienden en hun verwende zoontje, tot de papegaaiduiker Neil. Omdat het boek een paar jaar verder is in de tijd, heeft Polly ondertussen ook kinderen; een ondeugende tweeling. Alles bij elkaar leest het weer lekker weg, echte feelgood met een vleugje ernst. Leuk boek als zomertussendoortje.

Soms sneeuwt het in april

Soms sneeuwt het in april – Janneke Siebelink

Janneke Siebelink is de dochter van Jan Siebelink, waarvan ik dus nog nooit een boek heb gelezen. Ik leende dit boek van de bibliotheek, omdat ik las dat het deels op Texel speelde. Ik ben vrij vaak op het eiland geweest, voor het laatst vorig jaar oktober en toen kwam ik langs de begraafplaats voor de Georgiërs bij de Hoge Berg. Ik hoopte in dit boek dus meer te lezen in romanvorm over de Opstand van de Georgische soldaten op Texel, waarbij aan het einde van de oorlog nog 565 Georgiërs, 120 Texelaars en ongeveer 800 Duitsers om het leven kwamen. Vooral voor het eiland een heftig stukje oorlogsgeschiedenis, waar veel mensen niets vanaf weten.

Om heel eerlijk te zijn viel dat nogal tegen. Je moet eerst door eindeloze hoofdstukken over een tienermeisje (een oorlogsbaby) – Katharina – in Amsterdam heen lezen, voor je eindelijk de geschiedenis van haar moeder Heleen op Texel te lezen krijgt. De opstand wordt er dan in een paar bladzijden doorheen gejaagd en ik kreeg er ook niet echt een duidelijk beeld van in het boek; je kan nog beter de wikipediapagina lezen; die is een stuk informatiever.

Verder kon ik ook absoluut niets met de stukken over Katharina als volwassen vrouw. Op 40-jarige leeftijd is ze eindelijk zwanger, maar ze zit in een relatiecrisis met de vader en pleegt ze nou uiteindelijk zelfmoord??? Ik vond het allemaal veel te vaag en onbegrijpelijk. Zowel Heleen als Katharina (zo moeder, zo dochter, dan dan weer wel) zijn vreemde karakters in hun doen en laten. Als lezer begrijp ik ze vaak niet.

En als dit dan literatuur is, haak ik maar weer af. Ik kan hier gewoon te weinig mee.

Waar ik ga

Waar ik ga – Gayle Forman

Het mooiste boek van Gayle Forman is Als ik blijf, maar ook al haar andere boeken vond ik goed. Ook Waar ik ga is weer een prima young adult boek waarin de verhaallijnen van drie jongeren met een probleem langzaam samen komen. Aan het einde zijn niet alle problemen opgelost, maar heb je als lezer wel de hoop dat het goed gaat komen met de personages. Toch had het boek nog best wat dikker mogen zijn als het aan mij had gelegen, zodat er nog net wat meer verdieping in de verhaallijnen had gezeten.

Gloriedagen

Gloriedagen – Corina Bomann

De Duitse schrijfster Corina Bomann moet dag en nacht aan het schrijven zijn, want ze levert de ene na de andere roman af. Gloriedagen is het eerste deel van de Walfriede-serie. Waldfriede is een ziekenhuis in Duitsland en het bestaat nog steeds; blijkbaar kwam Bomann op het idee om deze serie te schrijven, nadat ze zelf hier opgenomen is geweest. De boeken zijn gebaseerd op het leven van Hanna, een verpleegster die meer dan dertig jaar in het ziekenhuis heeft gewerkt en daar dagboeken over bij heeft gehouden.

Waldfriede werd na de eerste wereldoorlog opgericht door Dr. Louis Conradi, een zevendedagsadventist. Hanna en veel andere werknemers hangen dit geloof ook aan. Hanna is een heel braaf karakter, omdat ze ongetrouwd is gebleven, zit een spannende liefdesrelatie er voor haar niet in. Het gaat in het boek dan ook vooral over haar psychologische klachten (haar verloofde is in de eerste wereldoorlog onder haar handen gestorven). Verder leeft Hanna voor haar patiënten.

Dat is dan ook het interessantste aan het boek; hoe start je een ziekenhuis op, de medische ontwikkelingen (in dit boek gaat het in het bijzonder vaak over röntgenapparatuur), de behandelingen. Hoewel ik dit niet Bomanns beste of spannendste boek vind, wil ik de vervolgen nog wel lezen.

Hoop voor het landhuis

Hoop voor het landhuis – Anne Jacobs

Hoop voor het landhuis is het derde en laatste boek van de Landhuis-serie van Anne Jacobs. Hoewel je het met Jacobs nooit helemaal zeker weet, want de Weesmeisje-serie blijft maar groeien. Het boek start midden in de gebeurtenissen, dus het is wel handig als je deel 1 en deel 2 ook hebt gelezen. Het vlot niet erg met het de verbouwing van het landhuis, want grootmoeder en kleindochter hebben nogal uiteenlopende ideeën, er zijn voortdurend financiële problemen en dan worden er ook nog menselijke resten gevonden in de kelder van het landhuis en moet alles stil gelegd worden vanwege archeologisch onderzoek. Algauw wordt duidelijk dat de botten erg oud zijn. De verhaallijn in het heden wordt vervolgens afgewisseld met een geschiedkundige verhaallijn over de nonnen die ooit een klooster bewoonden op de plek waar nu het landhuis staat. Zij hadden bepaald geen makkelijk leven.

Uiteindelijk zou Jacobs nog boeken vol kunnen schrijven over de personages. Voor nu zijn alle verhaallijnen redelijk afgerond.

Hildes geluk

Hildes geluk – Marie Lamballe

En ook het derde en vermoedelijk laatste boek over Hilde. Maar met Marie Lamballe, wat gewoon dezelfde schrijfster is als Anne Jacobs, weet je het maar nooit. Na de oorlog hebben Hilde en haar Jean-Jacques zoveel moeite gedaan om elkaar terug te vinden. En nu leven ze langs elkaar heen, omdat JJ een wijnmakerij heeft, terwijl Hilde nog steeds een succes probeert te maken van Café Engel, dat ze wel moderniseren tegen de wil van haar behoudende ouders in. Ik vind Hilde best wel een chagrijnig karakter geworden in dit derde deel, terwijl ik haar in deel 1 juist zo sympathiek vond. Dan zijn er nog de problemen van de huurders die boven het café wonen en van de familieleden, zoals de broers van Hilde. Nog deel 2, nog dit deel 3 halen het niveau van deel 1, maar het leest toch wel weer lekker weg.

Boekentip #5: Sarah Jio

De boekentip voor deze maand zijn de boeken van Sarah Jio. Dit zijn allemaal stand-alones; de meesten hebben een lengte van tussen de 300 en de 400 pagina’s, dus vrij gemiddeld. Bijna alle boeken hebben een dubbele verhaallijn; waarvan er eentje in het verleden en eentje in het heden speelt. Het zijn dus (historische) romans met – ondanks de soms heftige onderwerpen – vaak wel een vleugje feelgood erin.

Sarah Jio

Sarah Jio (1978) is een Amerikaanse auteur. Ze woont in Seattle met haar (stief)gezin. Ze is ook journalist en heeft o.a. geschreven voor Glamour, O, The Oprah Magazine en SELF. Ondertussen heeft ze tien boeken op haar naam, waarvan er verschillende in de bestsellerlijst van de New York Times hebben gestaan. Tot nu toe zijn zeven van deze boeken in een Nederlandse vertaling verschenen:

  • Bloemen voor mijn dochter All the flowers in Paris
  • Bloesem in de sneeuw Blackberry winter (ook uitgegeven als Bloesem in de nacht)
  • De geheimzinnige tuinThe last camellia
  • Die avond aan het meerMorning glory
  • Eiland in bloeiThe violets of March
  • Met liefs uit LondenWith love from London
  • Om nooit te vergeten Always

Vooralsnog niet vertaald zijn:

  • The look of love
  • Goodnight June
  • The bungalow

De titels vind ik niet allemaal geweldig vertaald; de Amerikaanse titels zijn in mijn beleving vaak mooier. Wel heb ik alle zeven vertaalde boeken gelezen. Van de bibliotheek, uit de MiniBieb van mijn ouders en ook nog eentje geleend. Bloesem in de sneeuw was ooit het eerste boek dat ik van haar las en de nieuwste – Met liefs uit Londen – als laatste.

De mooiste vond ik toch Bloemen voor mijn dochter, hoewel dat een vrij heftig oorlogsverhaal is en de personages heel veel ellende over zich heen krijgen.

In Met liefs uit Londen vind ik de look and feel heel fijn, want dat gaat deels over een boekenwinkel. Dit is wel het boek dat de meeste feelgood in zich heeft van allemaal (gevolgd door Eiland in bloei)

Om nooit te vergeten gaat over een vrouw die haar ex-vriend terug vindt als een dakloze zwerver. Jio schreef dit boek om een stem te geven aan de vele naamloze zwervers in Amerika. Een interessant gegeven, maar ik vond wel dat de vrouw heel erg ver ging om haar ex te “redden”. Het is een vrij maatschappijkritisch boek.

In Bloesem in de sneeuw draait het om de verdwijning van een driejarig jongetje, maar ik vond het in de eerste plaats vrij moeilijk te bevatten dat de moeder hem hele nachten alleen in huis achterlaat om te gaan werken. Dit boek had ook wel veel drama.

Die avond aan het meer gaat ook over een verdwijning en heeft net als Bloesem in de sneeuw een licht thrillerachtig tintje.

De geheimzinnige tuin vond ik het minste boek; het geven van de zeldzame plant was wel leuk, maar dat mensen er elkaar om gingen vermoorden vond ik nogal wat.

Eiland in bloei gaat meer over een vrouw in een soort van midlife-crisis, die daarom een tijdje bij een oude tante intrekt ergens op een eiland. Dit boek is waarschijnlijk wel het meest herkenbare voor veel vrouwen.

Conclusie

Bloemen voor mijn dochter voor de liefhebbers van een tragische oorlogsgeschiedenis

Liefs uit Londen en Eiland in bloei voor de feelgoodlezers.

Om nooit te vergeten zit een beetje tussen feelgood en maatschappijkritisch in.

En de overige drie boeken hebben meer een zoektocht in zich en een licht thrillerachtige verhaallijn.

De mensen die – net als ik – aan ernstige bibliobibuli lijden lezen ze natuurlijk gewoon allemaal.

Ik hoor graag wat jouw favoriete Sarah Jio is.

Gelezen boeken in maart, april en mei

Ik loop een paar maanden achter met mijn korte recensies over gelezen boeken. Eigenlijk wil ik die recensies meteen schrijven na het lezen van een boek, maar dat is hier dus niet helemaal gelukt. Vandaar dat de recensies naar het einde toe steeds korter zullen worden.

Een koffer vol raadsels – Carrie Turansky
Een oceaan van hoop – Carrie Turansky

Er viel een trein uit in de dienstregeling en ik besloot de wachttijd tot de volgende trein door te brengen in de LocHal; de prijswinnende hoofdvestiging van Bibliotheek Midden-Brabant, die pal naast station Tilburg staat. In de kast met nieuwe boeken vond ik deel 2 van deze serie en ik besloot dan meteen op zoek te gaan naar deel 1 van de serie, op een andere verdieping. Na een soort van roadtrip door de bibliotheek vond ik het boek en haalde ik ook nog mijn trein.

De boeken gaan over de vier kinderen van de familie McAllister en spelen rond het jaar 1909. De vader is overleden, de oudste zus werkt op een landgoed als kamenierster en de moeder heeft de grootste moeite om rond te komen met de drie jongste kinderen. Dan wordt ze ook nog eens ernstig ziek en worden de drie jongste kinderen uit huis geplaatst. Ze komen terecht in het Home Children programma; zo’n zeventig jaar lang werden groepen Engelse weeskinderen naar Canada gemigreerd. Sommige kinderen (vaak de jongsten) werden geadopteerd en in Canadese families opgenomen, maar de oudere kinderen hadden over het algemeen minder geluk. Zij werden als contractarbeiders (vaak voor werk op de boerderij of als huishoudster) verkocht aan families en moesten daar tot hun volwassenheid blijven. Home Children hadden een slechte naam.

Grace van 7 jaar wordt geadopeerd door rijke mensen, maar verliest al het contact met haar biologische familie die ze tien jaar lang niet zal zien. De 14-jarige tweeling Garth en Katie worden van elkaar gescheiden. Garth komt terecht als arbeider op een boerderij waar meerdere Home Children in dienst zijn en moet zijn contract uitdienen. Katie is het slechtste af; na een mislukte plaatsing komt ze terecht op een afgelegen en vervallen boerderij bij een ongelukkig gezin. De oudere, al volwassen, zus Laura reist haar broertje en zusjes achterna na Canada. Lukt het haar om hen terug te krijgen?

Het Home Children programma heeft dus echt bestaan; ik had er nog nooit van gehoord, wel van vergelijkbare programma’s in andere boeken. Natuurlijk is de situatie in deze boeken nogal opgeklopt om er ook nog een feelgoodroman van te kunnen maken. Er is liefde, het komt allemaal goed (al dan niet dankzij het geloof) en er is steeds financiële hulp. Verder komt het christelijke geloof nogal vaak terug in de boeken, de schrijfster is blijkbaar erg gelovig en heeft dat geloof opgedrongen aan zo’n beetje alle hoofdpersonages. Als atheïst vond ik dit irritant. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat als je zoveel ellende hebt meegemaakt als bijvoorbeeld Katie, dat je dan nog steeds een rotsvast geloof hebt. Als je over de gelovige stukjes heen kijkt zijn dit verder wel prettig leesbare historische feelgoodromans.


Tussen de regels door – Rachel Hauck

Ook dit boek vond ik tijdens de wachttijd in de LocHal. Boeken met een bibliotheek op de omslag die over een leesclub gaan, trekken nou eenmaal mijn aandacht. Tot aan ongeveer pagina 300 vond ik het een prima boek. Vijf mensen krijgen een uitnodiging voor een bijeenkomst in een historische bibliotheek. Ze sluiten vriendschap, besluiten elke week samen te blijven komen en samen te eten en uiteindelijk wordt er natuurlijk ook veel gepraat. Er is een oudere man bij die al heel lang weduwnaar is en een romantisch liefdesverhaal wil schrijven. Dan is er de rijke directrice van een cosmeticabedrijf, bekend uit de roddelbladen. Chuck is een taxichauffeur die gescheiden is en zijn kinderen niet meer mag zien. Hoogleraar Jett en personal assistent Lexa kennen elkaar al; ze zijn getrouwd geweest, maar gescheiden. Langzaam kom je alle levensverhalen van de personages te weten. Helaas komt er zo rond driekwart van het boek ineens een (voor mij als atheïst dan) totaal onverwachte goddelijke interventie en ineens gaat het allemaal alleen nog maar over dat door het geloof alles goed komt. Terwijl het woord “kerk” volgens mij niet eens genoemd wordt in de eerste 300 pagina’s, er is alleen 1x een regeltje dat iemand voor een ander zal bidden. Verder geen enkele aanwijzing naar deze plotselinge zeer gelovige draai. Aan het einde van het boek is iedereen dan ook braaf getrouwd en gaan ze ineens allemaal naar de kerk. Beetje jammer dat een boek dat best goed begon ineens zo’n rare draai krijgt en een wel heel overdreven rooskleurig en goddelijke einde. Dat Jett en Lexa weer bij elkaar komen was te verwachten, maar de rest ging ineens wel in een – licht ongeloofwaardige – stroomversnelling.

Waar ik bij de boeken van Carrie Turansky er nog overheen kon lezen (en de historische verhaallijn mij wel boeide), vond ik het bij Rachel Hauck er echt te dik bovenop liggen (opdringerig) en het verhaal – dat ik aanvankelijk dus best goed vond – echt verpesten. Haar andere boeken laat ik dan ook in de bibliotheek liggen.


Zes maanden zonder – Charlotte de Monchy

Vorig jaar las ik al een ander boek van Charlotte de Monchy – Tegen beter weten in. Dat boek vond ik in de MiniBieb van mijn ouders en het was een snel weglezend feelgoodboek. Ook dit boek stond in de MiniBieb en was opnieuw een leuk feelgood tussendoortje. Natuurlijk was ook nu het verhaal voorspelbaar. Robin sluit met haar zus Roos de deal dat ze zes maanden geen seks zal hebben en geen alcohol zal drinken. Vervolgens vertrekt ze als “au-pair” naar het buitenland en natuurlijk wordt ze daar verliefd. Maar het leuke aan dit boek is dat het deels in Nederland speelt, dus herkenbaar is. En het leest lekker snel weg. Dus mocht er nog een De Monchy langskomen in de MiniBieb, dan zal ik die zeker ook gaan lezen.


De som van jou en mij – Cecelia Ahern

Ook dit is een feelgoodboek, maar het heeft een beetje een vreemde schrijfstijl; ik moest er even inkomen. Hoofdpersoon Allegra is ook een beetje een vreemde vogel. Hoewel het nergens in het boek expliciet benoemd wordt, denk ik dat ze een vorm van autisme heeft. De rode draad in dit boek is dat iemand tegen Allegra zegt dat zij als persoon de som is van de vijf belangrijkste personen in haar leven. Allegra neemt dit heel letterlijk en probeert de rest van het boek te achterhalen wie haar Vijf Personen zijn. Deze zoektocht komt soms een beetje lachwekkend over op mij als lezer, terwijl bepaalde situaties juist plaatsvervangende schaamte of medelijden bij mij op wekte. Het gegeven van die Vijf Personen vind ik trouwens wel interessant. Want ik heb het vermoeden dat iedereen zich tijdens het lezen af gaat vragen wie hun Vijf Personen zijn. Ik deed dat in ieder geval wel en ben er nog niet helemaal uit, omdat close family zoals je ouders of broers en zussen eigenlijk niet mee mogen tellen.


Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Dit boek las ik vanwege mijn Day Zero Project 2.0. doel om de resterende titels van De Grote Vriendelijke 100 te lezen. Ik reserveerde het boek bij de bibliotheek, maar het bleek met ruim 500 pagina’s best een dikke pil te zijn, dus hij bleef even liggen, ook omdat ik even geen zin had in weer een boek over de oorlog. Begin mei gaat het natuurlijk veel over de oorlog, dus toen begon ik in dit boek en las ik het binnen een paar dagen uit. Het boek speelt zich af tijdens en na de tweede wereldoorlog in een niet nader bij naam genoemd Belgisch dorp. We zien het verhaal door de ogen van vier hoofdpersonages. Jef is de oudste zoon van het gezin, zijn zus Renée is iets jonger en dan is er nog nakomertje Remy. Ward is de beste vriend van Jef en is verliefd op Renée. Muziek speelt een vrij grote rol in het boek; ze bespelen allemaal een instrument en zijn lid van de plaatselijke harmonie.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld; er wordt juist heel veel op en neer gesprongen in de tijd. Dat wordt niet altijd duidelijk aangegeven. Verder duurt het soms een paar alinea’s voor je door hebt met welk oogpunt je te maken hebt. Het is een boek waar je wel je hoofd goed bij moet houden, ondanks dat het langzaam is opgebouwd en toewerkt naar de grote climax.

Centrale vraag in het boek is wanneer iemand een held is (en daarmee recht heeft op een plaats in de hemel). De personages zijn ook nog vrij gelovig, wat waarschijnlijk gebruikelijk was in die tijd, maar het is niet opdringerig ofzo. De kinderen zitten bijvoorbeeld nog op een school waar ze les krijgen van paters en nonnen. Uiteindelijk spelen enkele geestelijken wel een grote rol in het verspreiden van de propaganda waardoor Ward zich aanmeld als soldaat aan het oostfront (Rusland). En (de vermoedelijk homoseksuele) Jef eindigt zijn leven als missiepater in Afrika.

Dan is er nog de wie-heeft-het-gedaan verhaallijn over de moord (tijdens de oorlog) op verzetsstrijder en harmonielid Theo; oom van Ward en goede vriend van de vader van de andere drie. Ward lijkt de ideale hoofdverdachte. Deze ene moord wordt hem dan ook veel harder aangerekend dan alle ” naamloze vijanden” die hij heeft gedood aan het front. Maar gedurende het verhaal ga je er als lezer steeds harder aan twijfelen of Ward het wel heeft gedaan. En als hij het niet op zijn geweten heeft; wie dan wel?

Het boek stelt dus best veel psychologische levensvragen. Wat is goed en wat is slecht? Ben je trouw aan je land of aan je familie? Verdiend iemand die heel slechte dingen heeft gedaan een tweede kans? Goed boek. En erg jammer dat het een Belgisch boek is en daardoor hoogstwaarschijnlijk niet op de literatuurlijst staat.

De postbezorgster van Parijs – Meg Waite Clayton

En weer een boek over de oorlog dat zich afspeelt in Frankrijk. De titel vind ik niet zo goed gekozen, omdat brieven bezorgen niet echt de hoofdactiviteit is van het hoofdpersonage Nanée Gold. Daarnaast speelt het boek zich slechts voor een klein gedeelte af in Parijs. De rijke Amerikaanse erfgename Nanée Gold is gebaseerd op een echt bestaand persoon, die bij het Franse verzet heeft gezeten. De gebeurtenissen in het boek zijn dan ook deels op waarheid gebaseerd, maar het hele verhaal van Eduard Moss is fictie. Moss is een verzonnen personage. Het kamp waar hij als kunstenaar gevangen is gezet, heeft wel echt bestaan. Het boek is dus een mix van waargebeurd en geromantiseerde fictie. Ik heb ondertussen best veel boeken gelezen over Frankrijk tijdens de tweede wereldoorlog, dus bepaalde zaken waren herkenbaar. Hoewel Gold haar geld o.a. gebruikt om mensen te helpen, vind ik het lastig dat er echt mensen bestaan die zo ontzettend rijk zijn dat ze letterlijk kunnen smijten met hun geld. Afgezien daarvan is het een prima weglezende historische oorlogsroman.


Herfstrood – Jackie van Laren

Tussen al die oorlogsboeken had ik even behoefte aan een wat luchtiger feelgoodboek. Eerder las ik van deze serie al Lentegroen en Zomerloof en mijn mening over de serie is door dit boek niet veranderd. De gebeurtenissen kabbelen voort. Freek en Silvie draaien opnieuw als twee verliefde tieners om elkaar heen, terwijl je allang weet dat ze toch weer bij elkaar zullen komen. De gebeurtenissen vallen in herhaling, want het boek een tikje langdradig maakt. Omdat de criminele organisatie die in Freeks landhuis woonden inmiddels opgepakt zijn, is die spanning ook verdwenen (ok, er zit nog een klein stukje spanning in vanwege het geld). Toch zal ik het laatste boek ook nog wel eens een keertje lenen bij de bibliotheek, als ik weer eens aan een feelgoodtussendoortje toe ben.


Lily’s belofte – Lily Ebert & Dov Forman

Lily’s belofte is het waargebeurde levensverhaal van de Joodse Lily Ebert. Het is dan ook geen roman, maar meer een vertelling over haar leven. Opgegroeid in Hongarije als oudste in een gezin van zes kinderen. Vader sterft nog voor de rest van zijn gezin in een ghetto wordt opgesloten. Oudste zoon Imi wordt hier weggehaald om als dwangarbeider te werken. Moeder en de overige vijf kinderen worden op transport gezet in de zomer van 1944. De moeder en de twee jongste kinderen worden direct na aankomst vermoord. Lily en haar twee zusjes zijn tieners en worden geselecteerd om te werken. Het lukt hen om samen te blijven en ondanks vele ontberingen (verhongering, mishandeling, dodenmars naar een ander kamp) overleven ze alledrie de oorlog. Ze hebben dan geen huis meer om naar terug te keren en komen na vele omzwervingen terecht in Israel; het beloofde land. De familie van Lily is praktiserend gelovig en dit blijft de rest van haar leven zo. Ze trouwen en krijgen kinderen. Op een bepaald moment wordt Lily’s man ziek en gaan ze voor behandeling naar Engeland. Het klimaat daar is beter voor zijn gezondheid, dus blijven ze daar wonen. Lily praat bijna nooit over haar oorlogservaringen. Als haar man uiteindelijk overlijdt is Lily rond de 60 jaar oud. En pas dan gaat ze praten. Ondertussen is ze dik in de negentig en al die jaren heeft ze gastlessen gegeven op scholen en werkt ze voor verschillende organisaties. Aangespoord door haar haar achterkleinzoon Dov Forman besluit ze uiteindelijk een boek te schrijven om haar verhaal voor altijd vast te leggen. Deze Dov weet ook via twitter de familie van een soldaat op te sporen die haar aan het einde van de oorlog heeft geholpen. Lily’s verhaal is indrukwekkend; de omstandigheden waarin ze weet te overleven in de kampen zijn meer dan schrijnend. Natuurlijk heb ik er eerder over gelezen in oorlogsromans, maar dit is een ooggetuigeverslag van iemand die het echt heeft meegemaakt. Lily is een krachtige vrouw en ik hoop dat ze nog een tijdje leeft om te kunnen zien wat voor impact haar boek op de wereld maakt.


De roos van Napoleon – Jacobine van den Hoek

Een historische roman die gebaseerd is op het leven van Josephine, de eerste vrouw van Napoleon. Hoewel het boek een goed beeld geeft van die tijdsperiode, vind ik Josephine niet echt een sympathiek karakter. Zij en haar vriendinnen stammen uit adellijke families en zijn vooral bezig om in de gunst te komen bij mannen die hun kunnen onderhouden, al dan niet als minnares. Josephine is getrouwd en heeft twee kinderen, maar ze leeft al jarenlang gescheiden van haar man. Dan is er nog de dreiging van de Franse Revolutie; Josephine stamt uit een adellijke familie, net als haar eerste echtgenoot. Ze zijn koningsgezind en dan had je grote kans om je hoofd te verliezen. In het boek zit ze dan ook een tijd in de gevangenis, maar ze blijft in leven. Het boek focust zich vooral op Josephine, maar af en toe krijg je een blik op het leven van Napoleon. Pas aan het einde van het boek krijgen ze een relatie. De suggestie die in dit boek gewekt wordt, is dat het vooral Napoleon was die (de zes jaar oudere) Josephine wilde hebben. Zij vond hem in de eerste instantie niet zo aantrekkelijk.


Jij kan me helpen – Kristin Harmel

Weer een oorlogsroman die zich afspeelt in Frankrijk. Ruby is een Amerikaanse, maar ze is getrouwd met een Franse man. Het is geen heel gelukkig huwelijk. Hij houdt voor haar verborgen dat hij voor het verzet werkt en helpt met een lijn die neergestorte piloten het land uit helpt. Tijdens een missie wordt hij doodgeschoten en Ruby zet zijn werk voor de lijn dan voort. Ondertussen heeft ze vriendschap gesloten met haar Joodse buurmeisje Charlotte. Als haar ouders op transport worden gesteld, lukt het Ruby om het tinermeisje te redden. Dan is er ook nog de knappe piloot Thomas, voor wie Ruby gevoelens krijgt. Spoiler: Ruby wordt uiteindelijk verraden en komt zwanger en wel terecht in een werkkamp. Op dit punt wordt het verhaal helaas ongeloofwaardig. Het lijkt mij sterk dat ze de zwangerschap verborgen heeft weten te houden, dat ze hoogzwanger weet te ontsnappen uit het kamp en vervolgens na alle ontberingen een gezond kind op de wereld zet. Ik begrijp wel dat de schrijfster een nakomeling wilde om het leven voort te zetten, maar dit is zo goed als onmogelijk. Ondanks deze ongeloofwaardigheden wel weer een mooie oorlogsroman van Kristin Harmel.


Vrijheid – Imogen Kealey

En jawel: nog een oorlogsroman (hoewel het ook op sommige thrillerlijsten staat) die zich afspeelt in Frankrijk. Dit boek is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de verzetsheldin Nancy Wake. Ze is getrouwd met een Franse man. Als hij wordt opgepakt weet zij te ontkomen naar Engeland. In Engeland wordt ze getraind als spion (SOE) en in Frankrijk gedropt om daar verzetsgroepen te leiden. Haar codenaam is “Witte Muis”. Als vrouw heeft ze moeite om haar plek te veroveren tussen de (hoofdzakelijk) mannen. Maar ze staat haar mannetje. Zo fietst ze o.a. een hele nacht vele kilometers rond om een nieuwe radio te bemachtigen. Het boek is geschreven als een spannende James Bond. Actie na actie, met wat minder aandacht voor de emoties. Imogen Kealey is dan ook een duo dat uit een filmproducent en een schrijfster van historische fictie bestaat. Volgens de tekst op de achterkant volgt er ook nog een verfilming. Dus daardoor leest het boek als filmscript. Natuurlijk wordt er door de Duitsers jacht gemaakt op Wake. Al haar vijanden zijn samengevat in kolonel Böhm. Gedurende het boek zijn er verschillende confrontaties tussen de twee. Een spannende pageturner; idd wel meer een thriller dan een roman. Naar de film ben ik ook nog wel benieuwd.


Aan het einde van de wereld – Kristin Hannah

In de jaren ’70 moet de tiener Leni met haar ouders meeverhuizen naar Alaska. Haar vader, een Vietnamveteraan, heeft hier een huis geërfd. Bij aankomst blijkt het “huis” niet meer te zijn dan een blokhut in de wildernis op een paar kilometer afstand van een kleine nederzetting. Alle bewoners manen het gezin aan om zich goed voor te bereiden op de winter; de extreme kou, de wilde dieren, de eenzaamheid, de duisternis en een gebrek aan voedsel. Het explosieve huwelijk tussen haar ouders en de psychologische gesteldheid van haar vader blijken nog erger te zijn dan al die winterse ongemakken. Leni en haar moeder weten zich aardig aan te passen aan de omstandigheden. De vader blijft een probleemfactor. Leni sluit vriendschap met de enige leeftijdsgenoot uit het dorpje: een jongen. De onderhuidse spanningen zijn groot in dit op sommige punten thriller-achtige boek. Leni stelt uiteindelijk dat je “wild” moet worden om in Alaska te overleven en daar heeft ze gelijk in.

Ik denk dat ik het zelf niet zou kunnen om zo te leven. Prachtige natuur, maar zo afgelegen en zo primitief.


Gertrudes besluit – Lena Johannson

Deze roman is gebaseerd op het leven van de oprichters van het merk Nivea. Helaas vind ik het niet het beste boek in deze categorie. Het lijkt wat afstandelijk geschreven en ik krijg niet echt feeling met de personages. Het leest daardoor minder prettig weg dan andere boeken in dit genre. Ik weet nog niet of ik de rest van de serie nog ga lezen.


Vertel het de bijen (deel 1) – Diana Gabaldon

Tja, het langverwachte negende deel in de Reiziger-cyclus van Diana Gabaldon. Het is niet dat ik er keihard om stond te springen ofzo, maar ik wilde nog wel weten hoe het verder ging met Claire, Jamie en de andere bewoners van hun nederzetting. Als lezer kan ik deze historische fictie best waarderen, ondanks dat Gabaldon het verhaal soms onnodig lang oprekt met nutteloze beschrijvingen. Helaas gebeurt er niet zo heel veel bijzonders in dit boek. Het leven kabbelt voort, er wordt veel terug gekeken op het verleden. Claire en Jamie beginnen (zeker voor die tijd) natuurlijk ook wel op leeftijd te raken; ze zijn al zo vaak zwaargewond geweest dat ze zowat onsterfelijk moeten zijn. Jamie bouwt een nieuw huis (het vorige is afgebrand), dochter Brianna en haar gezin zijn teruggekeerd naar deze tijd (het raadsel van de reizigers wordt nog steeds niet opgelost), er gaan mensen dood en er worden baby’s geboren. Er is een oorlog op komst, maar die bereikt in dit eerste deel de nederzetting nog niet. Aan het einde gaan enkele personages op reis, dus die reizen zullen nog wel verder gaan in deel 2. Dat ga ik ook nog lezen, het is al gereserveerd bij de bibliotheek.


De gebroeders Leeuwenhart – Astrid Lindgren

Weer eentje voor de Grote Vriendelijke 100 lijst. Eerlijk gezegd had ik de nodige moeite met dit boek. Doodgaan wordt verheerlijkt, want volgens dit boek kom je dan terecht in een andere wereld. Het boek begint dan ook met het trieste overlijden van twee broers. Ze krijgen een volgend leven in een andere wereld, waar een oorlog aan de gang is. Het is een avonturenboek voor kinderen, natuurlijk. Aan het einde gaan ze weer dood en hopen ze weer in een nieuwe wereld te belanden. Tja, als dat de boodschap van dit boek is… Misschien heb ik het niet goed begrepen hoor, maar ik vond het gewoon niet zo’n aansprekend boek. Wel leuk dat er illustraties in staan.


Sophia’s triomf – Corina Bomann

Het derde boek in de trilogie, waarin alle verhaallijnen afgerond worden. Om niet te spoilen ga ik er dus niets over vertellen. Alles bij elkaar heb ik best genoten van deze trilogie, hoewel ik echt helemaal niets met make-up of schoonheidsidealen heb. Sommige verhaallijnen waren wel wat cliché, maar het leest wel lekker vlot weg.


De rozentuin – Tracy Rees

Na het wat tegenvallende Het familiegeheim van Florence Grace en de fijne historische feelgood Het geheim van Silvermoor het derde boek van deze schrijfster dat ik heb gelezen. Deze vond ik wel weer tof, lekker veel girlpower. Het gaat over drie vrouwen/meisjes die hun eigen plan trekken in het Londen van 1900. Ze willen allemaal een betere toekomst voor zichzelf en de mensen om hen heen, ook als dat tegen de geldende regels ingaat. Fijne historische feelgood.


Het Cupcake Café – Jenny Colgan

Na het succes van de Kleine Bakkerij-serie ging Colgan door met cupcakes. En ja, het leest allemaal weer lekker weg, maar is ook weer meer van hetzelfde. Maar als tussendoortje lees ik het graag.


Levende bezems – Lisa Tetzner

Ook dit boek staat in de Grote Vriendelijke 100. De eerste uitgave stamt al uit 1941. Het is een jeugdklassieker, maar ik had het boek nog nooit gelezen. Giorgio woont in een dorpje in de bergen. Als zijn moeder ziek wordt is er geld nodig om de dokter te betalen. Daarom wordt Giorgio – via een nare ronselaar – verhuurt als schoorsteenveger in Milaan. Dit werk wordt gedaan door kleine jongens van een jaar of 12 en zij moeten echt als een soort van levende bezems de schoorstenen in. Kinderarbeid en zeker niet bevorderlijk voor de gezondheid van de jongens. De jongens sluiten een verbond van zwarthanden om elkaar te steunen. Dan is er nog de dokter die zich het lot van de jongens aantrekt en hen wil helpen. Zo komt het met Giorgio uiteindelijk goed (ook jeugdboeken zijn tenslotte vaak feelgood en hebben een sprookjesachtig happy end), maar voor veel van zijn lotgenoten zal het anders zijn geweest. Ondanks dat het een kinderboek is, vond ik het een zeer aardig boek.


De geheimen van Minnie Gray – Rachel Hore

Een boek dat gebaseerd is op het waargebeurde verhaal van een vrouwelijke Engelse spion genaamd Olga Gray (1906-1990) die in de jaren dertig van de vorige eeuw werkte voor de Britse inlichtingendienst. Auteur Rachel Hore heeft haar in het boek een andere naam gegeven, zodat ze sommige situaties kon romantiseren. Het verhaal komt heel traag op gang en boeide mij in het begin dan ook minder dan andere boeken van Rachel Hore. Ik vond Minnie ook vaak een beetje naïef overkomen en kreeg de indruk dat daar misbruik van werd gemaakt door o.a. haar leidinggevenden. De inlichtingendienst is heel bang voor de opkomst van het communisme. Minnie moet dan ook infiltreren bij een communistische organisatie. Probleem is dat ze diverse mensen van deze organisatie eigenlijk best aardig vind. Ze wordt dan ook het hele boek lang op en neer geslingerd tussen gevoelens van vertrouwen en verraad. Daarnaast zou ze ergens ook wel een gezin willen, maar op liefdesgebied gaat het haar allemaal niet zo gemakkelijk af. Uiteindelijk is die psychologische strijd van Minnie het boeiendste in dit boek. Want verder blijven veel zaken toch een beetje mysterieus, waarschijnlijk was dat ook echt zo in de tijd tussen de twee wereldoorlogen in en zonder de moderne communicatiemiddelen. Verder vind ik de Engelse titel A beautiful spy mooier dan de Nederlandse titel. Maar Rachel Hore heeft absoluut betere boeken geschreven dan dit boek.


Een groot hart – Ellie Dean

Deel 4 in de maar liefst 18-delige serie over een pension in het Engelse plaatsje Cliffehaven ten tijde van de tweede wereldoorlog. Ieder boek gaat over een nieuwe gast in het pension van Peggy en over de lotgevallen van de familieleden van pensionhoudster Peggy. De gast uit dit boek is Julie, die als vroedvrouw werkt. In het boek vinden er diverse bevallingen plaats tijdens bombardementen en dat moet behoorlijk heftig zijn geweest. Dean heeft de ervaringen van Julie gebaseerd op verhalen van vrouwen die daadwerkelijk als vroedvrouw hebben gewerkt tijdens de Blitzkrieg. De boeken lezen – ondanks de soms heftige gebeurtenissen – heel lekker weg. Het is leuk om steeds kennis te maken met nieuwe personages, maar dat ook de bekende personages steeds weer terug komen. Dus hopelijk worden ze allemaal vertaald.

Voor de moesson – Dinah Jefferies

Dit boek speelt rond 1930 in een koninkrijkje in India. De jonge Britse fotografe en weduwe Eliza (die haar kinderjaren in India doorbracht, maar later terug naar Engeland is gegaan) mag een tijdje in het paleis wonen om foto’s te maken van de koninklijke familie. Ze voelt zich aangetrokken tot één van de prinsen; Jay. Maar omdat ze weduwe is, ligt er volgens veel Indiase mensen een bepaalde vloek over haar heen. En is een relatie tussen Eliza en Jay wel mogelijk in dit paleis vol geheimen? Weer een aardige historische roman van Dinah Jefferies. Er zitten wel een paar heftige scenes in en de “vloek van de weduwe” komt veelvuldig terug in het boek.

De chocoladevilla – Maria Nikolai

Deze roman past prima in het rijtje Anne Jacobs en Corina Bomann. Dit verhaal speelt rond 1903 en ook in Duitsland en gaat over Judith, de dochter van een chocoladefabrikant. Haar moeder heeft het gezin in de steek gelaten, haar jonge tweelingbroertjes zijn een stel deugnieten, haar vader wil het liefste dat ze zo snel mogelijk trouwt, er blijken financiële problemen te zijn, er zijn verschillende huwelijkskandidaten beschikbaar en dan is er nog de mysterieuze komst van een jongeman in haar leven. In zekere zin is het verhaal wel voorspelbaar, sommige situaties zag ik al van verre aankomen. Het is ook wel een echte feelgood-roman met een vleugje historie. Maar het leest wel lekker (en gaat deels over chocolade, wat het extra lekker maakt) weg en ik wil de vervolgen ook nog graag lezen als die uit zijn gekomen. Vergeet niet om een stuk chocolade op te eten tijdens het lezen.

De Jasmijnvilla – Elena Conrad

Giulia erft een villa in Italië van de Italiaans grootvader die ze amper kent. Waarom heeft haar moeder Italië ooit verlaten? Giulia besluit het huis met eigen ogen te gaan bekijken, maar de meeste dorpelingen stellen zich wantrouwig naar haar op. Natuurlijk wordt ze ook nog verliefd op een knappe man, maar wat is er aan de hand met zijn verleden? Giulia heeft dus de nodige vragen op te lossen. Ik vond het boek in vergelijking tot bijv. de Chocoladevilla een stukje moeizamer lezen, het was ook een beetje afstandelijk geschreven. Ik vond het geheim van de moeder uiteindelijk ook niet de klapper die het had moeten zijn. Toch is het wel een aardige feelgoodroman voor tussendoor.

De tsarina en de filosoof – Martina Sahler

Het vervolg op De Stad van de tsaar, maar het speelt enkele tientallen jaren later. We volgen de nazaten van de personages uit het eerste boek die leven in de stad Sint Petersburg. Ik vond dit boek iets minder boeiend dan het eerste boek. Tsarina Catharina zit ondertussen op de troon en zij is – net als Peter de Grote uit het eerste boek – ook een onaangenaam personage. Ze doet weinig aan alle misstanden die plaats vinden in haar land. Mensen die tegen haar in gaan worden verband naar werkkampen in Siberië. De filosoof Mervier wordt vanuit Pruisen gestuurd om als spion verhaal te halen in Sint Petersburg. Hij raakt hier bevriend met de beschermelinge van de tsarina. Lukt het hen om iets aan de misstanden te doen? Of is de macht van Catharina te groot?

De vrouw van de theeplanter – Dinah Jefferies

Het verhaal van Gwendolyn (ze komt ook voor in een ander boek van Jefferies: De Saffierweduwe), die op 19-jarige leeftijd vanuit Engeland naar Sri Lanka (jaren twintig/dertig vorige eeuw) vertrekt om te trouwen met een theeplanter die weduwnaar is geworden. Laurence blijkt een stugge man te zijn met de nodige geheimen en ze moet wennen aan het leven aan de andere kant van de wereld op een plantage. Dan wordt ze zwanger en bevalt ze van een tweeling. Er is echter iets aan de hand met één van de kinderen, waardoor haar leven op z’n kop komt te staan. Het is best wel een verdrietig verhaal, alles bij elkaar. Ik denk zelf dat ik zomaar op een boot naar de andere kant van de wereld was gestapt om te trouwen met een (oudere) man die ik amper kende. Een historische roman met een lichte thrillerachtige verhaallijn erin.

Alaska – Anna Woltz

Dit is weer een jeugdboek uit de lijst van de Grote Vriendelijke 100. Het is maar een dun boekje, dus ik had het snel uit. Meisje heeft een probleem, jongen heeft een probleem en ze komen bij elkaar in de brugklas. Dan komt Parker erachter dat de hond (de hond heet dus Alaska) die als puppy van haar was, nu als hulphond bij Sven woont. Probleem is dat ze Sven helemaal niet aardig vindt, maar ze heeft er alles voor over om Alaska nog eens te zien. Sven heeft last van epileptische aanvallen, daar moet Alaska hem bij helpen. Een hoop problemen dus en ik vond niet alle situaties in het boek heel erg geloofwaardig (de ouders hebben niet door dat hun 12-jarige dochter ’s avonds vaak uit huis wegloopt om in het donker een fietstocht te maken door de stad? 1x ok, maar meerdere keren?) Toch is het wel een prettig leesbaar en eigentijds jeugdboek.

Het Alles – Dave Eggers

Dit is een soort van vervolg op De Cirkel. Dat boek had nog een soort van plot, maar Het Alles is meer een eindeloze opsomming van dingen die het bedrijf doet. Sommige dingen vond ik amusant, andere verontrustend. Ik zou me best voor kunnen stellen dat er in de toekomst dingen waar worden uit dit boek. Bepaalde dingen gebeuren al, zij het dat in dit boek alles wel erg uitvergroot en overdreven wordt. Het einde vond ik een beetje jammer, maar wel een goede manier om een einde aan het boek te breien. Het boek zet je ook wel aan het nadenken over in hoeverre wij deze digitale samenleving eigenlijk wel willen.

Gelezen boeken in februari 2022

In februari las ik vrij veel boeken (17 stuks), dat komt vooral omdat ik corona kreeg en vijf dagen mijn huis niet uit mocht (dat was in de stormweek en ik was best wel ziek, dus het kostte mij niet zoveel moeite om binnen te blijven). Ik heb toen veel boeken gelezen.

Alleen op de wereld – Hector Malot

Dit is natuurlijk een klassieker, de originele editie stamt al uit 1870. Ik heb besloten (toen het eind vorig jaar een mooie aanbieding was) om de geïllustreerde editie (illustraties door Charlotte Dematons) uit 2016 aan te schaffen. Om de een of andere reden had ik dit boek nog nooit gelezen en dat is best apart, want ik heb als kind toch echt wel een groot gedeelte van de jeugdbibliotheek verslonden. Ik was een beetje bang dat ik de schrijfstijl niet prettig zou vinden (dat vind ik vaak bij klassiekers), maar het is herschreven, dus dat is prima. Wel vind ik dat je heel erg merkt dat het oorspronkelijk een feuilleton-verhaal was, sommige hoofdstukken lijken een beetje abrupt afgebroken te zijn en ook het einde vond ik een beetje afgeraffeld. Het verhaal doet ook wel een beetje denken aan het Nederlandse Kruimeltje, maar dat is van latere datum, dus waarschijnlijk haalde Chris van Abkoude zijn inspiratie deels bij Hector Malot. In ieder geval maakt de vondeling Rémi behoorlijk veel mee op zijn zwerftochten door Frankrijk, maar uiteindelijk blijkt hij natuurlijk – ietwat cliché – bij een rijke familie te horen en komt alles goed.

Zolang er sterren aan de hemel staan – Kristin Harmel

Waar ik Hier ben je veilig op sommige punten nogal ongeloofwaardig vond, vond ik dit boek wel weer heel mooi. Ook dit boek gaat over de oorlog. De bejaarde Rose is dementerend en doet ineens uitspraken over mensen waar haar kleindochter Hope nog nooit van gehoord heeft. Rose blijkt van Joodse afkomst te zijn en is in de oorlog gevlucht naar Amerika. Maar ze is er nooit achter gekomen wat er met haar familie en haar geliefde is gebeurt. Kleindochter Hope probeert hier achter te komen en dan blijkt dat Rose een behoorlijk heftige oorlogsgeschiedenis heeft. Ook mooi zijn de traditionele recepten van de familiebakkerij die door het boek verweven zijn en die invloeden hebben uit verschillende richtingen. En net als in Het meisje uit de trein wordt hier meer gehamerd op de overeenkomsten tussen godsdiensten, dan op de verschillen. En dat vind ik heel goed.

De zonde waard – Simone van der Vlugt

Hij stond in de bibliotheek bij de bestsellers, dus ik besloot nog maar eens een thriller te proberen. Door de korte hoofdstukken leest het boek vlot weg en het heeft zeker een spanningsboog, maar ik vond het een zeer ongeloofwaardig verhaal met veel te veel lijken. Gek is dat, dat de historische boeken van deze schrijfster mij wel aanspreken en dat ik de thrillers echt vreselijk vind.

De belofte van het weesmeisje – Anne Jacobs

Deel 5 in de serie van het weesmeisje. De titels vind ik een beetje ongelukkig gekozen, want Marie was in deel 1 eigenlijk al geen weesmeisje meer. Omdat het verhaal om diverse leden van de familie Melzer draait, hadden de titels beter anders kunnen zijn. Ondanks dat de spanningen in het Duitsland tussen de twee wereldoorlogen behoorlijk toenemen (en bepaalde regels ook zwaar absurd zijn; zo krijgt Paul het advies om te scheiden van de zijn Joodse vrouw Marie…), leest het boek wel weer heerlijk weg. Ik gok dat er minstens nog een boek gaat komen in deze serie, misschien zelfs nog wel twee. Ik ben ook best benieuwd hoe het verder gaat met de diverse personages en dan vooral met Dodo, dus ik heb geen bezwaar tegen het verlengen van deze serie.

Een hart zo vurig – Brigid Kemmerer

Het vervolg op Een vloek zo eenzaam, de Belle en het Beest-bewerking die ik vorige maand las. Tja, het leest op zich wel lekker weg, maar ik heb niet echt het idee dat ze tot een oplossing komen. Dit boek heeft Grey, de lijfwacht uit deel 1, die toch iets anders blijkt te zijn, als hoofdpersoon en Lia Mara, de min of meer afgezette prinses van een vijandelijk buurland van Sinteldaal. Er is ook nog een deel 3 en die ga ik ook nog lezen, maar ik vind het allemaal vrij chaotisch en zeker niet de beste boeken die ik ooit gelezen heb.

Achtste-groepers huilen niet – Jacques Vriens

Dit is een klassieker (hoewel pas in 1999 verschenen) en toch had ik het boek nog nooit gelezen. Maar het staat in de Grote Vriendelijke Top-100 en het stond in de MiniBieb van mijn ouders, dus twee redenen om het eindelijk eens te lezen. Ook was ik vorig jaar in Helmond en daar heeft schrijver Jacques Vriens gewoond, dus was er een labcache over hem te doen. Het is natuurlijk een heel zielig boek, een beetje The Fault in Our Stars, maar dan met jongere kinderen (groep 8) en in Nederland. Ondanks dat het heel verdrietig is dat het stoere meisje Akkie ongeneeslijke leukemie blijkt te hebben, zitten er ook mooie dingen in en het is herkenbaar voor iedereen die ooit in groep 8 heeft gezeten, want natuurlijk heeft ook deze groep 8 een musical, een kamp en is er een cito-toets. Het is ook verfilmd, dus stiekem wil ik die film nu ook zien. Hij staat zowaar op Netflix.

Momo en de Tijdspaarders – Michael Ende

Ook Momo en de Tijdspaarders staat in de Grote Vriendelijke Top-100 en was een boek dat ik nog niet eerder gelezen had. De schrijver, Michael Ende, is vooral bekend van Het Oneindige Verhaal/The Neverending Story en dat heb ik wel gelezen. Momo is een soort van modern sprookje, waarin het meisje Momo helemaal alleen (a la Pluk van de Petteflet) in een vervallen amfitheater woont. De mensen uit de nabijgelegen stad komen naar haar toe om raad en de kinderen voor haar eindeloze fantasie. Tot op een dag de Tijdspaarders komen die alle volwassenen willen dwingen om tijd op te sparen. Momo is als een van de weinigen niet bevattelijk voor de Tijdspaarders en moet het probleem oplossen. Het verhaal is mij op sommige punten een beetje te vaag of te langdradig. Wel leuk dat er afbeeldingen in staan. Toch geef ik de voorkeur aan Het Oneindige Verhaal.

Het meisje uit de trein – Irma Joubert

De 6-jarige Gretl overleeft als enige een treinramp waarbij de rest van haar familie om het leven komt. Het gaat om een trein die op weg was naar een concentratiekamp. Ze komt in huis bij de jonge, Poolse verzetsstrijder Jakob en zijn familie en hoewel ze best wel verwaarloosd wordt door dit gezin, overleeft ze op deze manier wel de oorlog. Na de oorlog wil de familie eigenlijk van haar af en wordt ze met een Duits adoptie-programma naar Zuid-Afrika gestuurd. Vind ze hier dan eindelijk het geluk? Het idee achter het boek vind ik wel interessant, maar het las niet overal heel lekker weg. Het is soms langdradig en op andere punten weer iets te snel. Verder vond ik het ook wel heel erg leunen op het geloof. Gretl worstelt ook wel met al die verschillende geloven waar ze mee te maken krijgt, zo erg dat je bijna zou verwachten dat ze atheïst wordt, maar dat gebeurt toch niet. Dat had ik misschien mooier gevonden, nu leunde het allemaal toch te veel op: geloof maakt alles goed. En daar sta ik als atheïst niet achter. Het boek is het eerste van een trilogie, maar ik weet nog niet zeker of ik de overige boeken nog wil gaan lezen.

Hier ben je veilig – Kristin Harmel

Ook dit boek gaat over de oorlog. Van de ene kant vond ik het heel interessant, het is namelijk op waarheid gebaseerd: in de uitgestrekte Poolse bossen overleefden grote groepen Joodse mensen de oorlog door zich te verstoppen in holen onder de grond en zich vaak te verplaatsen. Dit gedeelte van het verhaal was dan ook prima in orde. Maar Harmel koos met haar hoofdpersoon Yona voor een nogal vreemde invalshoek. Yona is de dochter van een man die later in de oorlog een hoge nazi wordt, maar ze wordt op 2-jarige leeftijd gestolen door een vreemde vrouw die al jaren in de bossen leeft. Ze verkiest Yona min of meer als haar opvolgster. Dit hele gedeelte is vaag en een beetje bovennatuurlijk en ook wel ongeloofwaardig. Als de vrouw is overleden blijft Yona alleen over en komt ze dus terecht bij zo’n groep verstopte Joden. Het meest ongeloofwaardige gedeelte in het boek is echter als Yona haar biologische vader weer ontmoet. Het hele gegeven van dit boek was in mijn boek beter uit de verf gekomen als gekozen was voor een andere soort hoofdpersoon. Nu zat ik echt vaak met opgetrokken wenkbrauwen van de ongeloofwaardigheid en werd mijn aandacht afgeleid van waar het eigenlijk echt om ging. Dus beetje gemengde gevoelens over dit boek, terwijl ik bijvoorbeeld Het boek van verloren namen van dezelfde schrijfster wel heel mooi vond.

Een recept voor geluk – Veronica Henry

Dit is het derde boek dat ik van Veronica Henry heb gelezen en helaas ook het slechtste. Het boek komt heel langzaam op gang. Pas als de historische verhaallijn begint – die speelt tijdens de bombardementen op Bath (Engeland) in de tweede wereldoorlog – wordt het echt interessant. Die historische verhaallijn is dan ook de reden dat ik het boek heb uitgelezen, want de verhaallijn in het heden is hoofdzakelijk een eindeloze herhaling van diverse problemen van de hoofdpersoon. Wel mooi is dat het huis zowel in de historische verhaallijn als de hedendaagse verhaallijn een grote rol speelt in het opvangen van mensen.

Honderd uur nacht – Anna Woltz

Dit boek las ik ook ter ere van de Grote Vriendelijke Top-100 en het was na het kinderboekenweekgeschenk Haaientanden pas mijn tweede Anna Woltz. Het is een jeugdboek, maar wel een heerlijk weglezend jeugdboek. Terwijl storm Eunice over Nederland raasde las ik over de orkaan die New York in 2012 trof en hoe dat werd beleefd door een uit Nederland gevluchte tiener en haar brandnieuwe Amerikaanse vrienden. Natuurlijk zijn er de nodige problemen op te lossen, maar de de door de orkaan veroorzaakte ongemakken (de elektriciteit valt uit) brengen de tieners snel nader tot elkaar. Goed boek. Ik hoop dat de jeugd van tegenwoordig dit mag lezen voor hun literatuurlijst, want dit is veel interessanter dan al die verouderde, saaie literatuur.

De stad van de tsaar – Martina Sahler

Een historische roman over de (in mijn ogen) zeer narcistische tsaar Peter de Grote die een stad gaat bouwen die Sint Petersburg zal gaan heten. We volgen de bouw van de stad door de ogen van enkele inwoners van het eerste uur. Het doktersgezin had daarbij mijn grootste sympathie, naast de lijfeigenen en de Zweedse krijgsgevangene. De tsaar zelf vond ik maar een arrogante klootzak met grootheidswaanzin, hoewel hij af en toe ook wel iets goeds deed. En ook de adellijke dame vond ik een zeer irritant personage. Het boek las wel lekker weg, maar het haalt het niet bij de boeken bij Ken Follett die een vergelijkbaar onderwerp hebben, hoewel die zich afspelen in Engeland.

Het familiegeheim van Florence Grace – Tracy Rees

Vorig jaar las ik van dezelfde schrijfster Het geheim van Silvermoor en dat vond ik een leuke kruising tussen een historische roman en een feelgoodboek. Helaas haalt Florence Grace het niet bij Silvermoor. Misschien omdat het verhaal uiteindelijk nergens echt toe leidt. Florence groeit op in een arm dorpje op de heide bij haar grootmoeder. Als zij sterft blijkt Florence bij de rijke familie Grace te horen en wordt ze opgehaald om verder opgevoed te worden in de familievilla in de grote stad. Een totaal ander leven dan Florence gewend is en niet alle familieleden zijn haar goed gezind. De grootvader speelt iedereen tegen elkaar uit met als inzet de erfenis. Houdt Florence dit vol of gaat ze terug naar de heide? En dan is er nog de liefdesrelatie met een totaal ongeschikte man (in mijn ogen dan he en dat ligt aan zijn karakter, niet aan de familieband). Het leest wel vlot weg, maar vond het geen hoogvlieger binnen het genre.

Het stof dat van dromen valt – Louis de Bernieres

Mooie titel, maar pfft wat heb ik lang over dit boek gedaan. Ik begon er al in januari mee, maar heb het een paar keer weggelegd voor een ander boek. Uiteindelijk dan toch uitgelezen. Het boek gaat over een aantal Engelse buurkinderen die in hun jeugd bevriend raken. Dan breekt de eerste wereldoorlog uit en die beleven ze allemaal anders. Ze overleven ook niet allemaal. Vervolgens komen de jaren na de oorlog die ook niet makkelijk zijn. De schrijfstijl van het boek is heel vermoeiend. Soms in dagboekvorm. Soms in briefvorm. Te veel hoofdpersonages. Op veel punten te langdradig. Er zitten een paar tegenstrijdigheden in het boek. Rosie is een bloedirritant personage met al haar heiligheid. Haar ouders zijn ook raar. Daniel vind ik best wel aardig, maar de schrijver vervalt heel vaak in eindeloze technische verhandelingen over gevechtsvliegtuigen die mij niet echt interesseren. Kortom, een moeizaam boek om door te komen. Er is nog een vervolg, maar ik betwijfel of ik dat nog ga lezen.

De boekbinder – Bridget Collins

Dit boek kreeg de meest prachtige recensies, maar om heel eerlijk te zijn vond ik het tegenvallen. Het eerste deel is interessant, dat roept veel vragen op en maakt je nieuwsgierig naar het ambt van boekbinden. Maar dan volgt er een deel wat meer een boeketreeksroman is, zij het dan dat het om een regenboogliefde gaat en in die zin dan nog origineel is. En in het laatste deel zou alles samen moeten komen, maar dat is vooral heel chaotisch en laat mij als lezer met veel vragen achter. Bijvoorbeeld de vraag wat Emmett nou met zijn gave gaat doen? Kan hij die gewoonweg niet gebruiken of krijgt hij dan problemen? En vinden Emmett en Lucian in deze middeleeuws aandoende wereld ergens een plek waar ze wel samen mogen zijn? En zo zijn er nog wel wat dingen. Er wordt nu te veel open gelaten.

Eva’s dochters – Lynn Austin

Het boek gaat over vier generaties vrouwen (overgrootmoeder, grootmoeder, dochter, kleindochter) en hoe die hun relatie/huwelijk en de rol van de vrouw daarin beleven. Dan is er het grote familieraadsel wie nu de vader is van Grace. Helaas wel met een erg godsdienstige inslag, want om de haverklap wordt er geciteerd uit de bijbel. Het geloof speelt in deze familie dan ook een erg grote rol. Daar had ik als atheïst enige moeite mee. Maar tussen dat gelovige door zat nog wel een aardige familiegeschiedenis verscholen en daarvoor heb ik het boek uitgelezen. Toch ga ik verder geen boeken van deze schrijfster meer lezen. Ik zag later ook pas dat er aanbevelingen in stonden van de EO en het Reformatisch Dagblad. Wel nog leuk; ik haalde dit boek uit de MiniBieb van mijn moeder, las het op vakantie en liet het vervolgens achter in een MiniBieb daar.

Het afscheid van de tropen – Dinah Jefferies

De saffierweduwe – Dinah Jefferies

Het ene boek las ik eigenlijk al in januari, maar had ik nog niet meegenomen in mijn recensies. Deze twee boeken lijken ook ergens op elkaar; in beiden wordt een vrij naïeve vrouw ernstig bedrogen door haar echtgenoot. De roots van beide vrouwen liggen in Engeland, maar het ene boek speelt in Ceylon in de jaren ’30 en het andere in Maleisië in de jaren ’50. De vrouwen wonen daar voor het werk van hun mannen. Ik vind het vooral interessant hoe mensen daar toen leefden zonder de moderne communicatie- en vervoersmiddelen van nu. Wel wordt er behoorlijk neergekeken op de plaatselijke bevolking, want het zijn Engelse kolonies en dat volk is superieur (zo wordt het niet letterlijk geschreven, maar dat is het gevoel). In beide boeken zit ook nog een lichte thrillerachtige verhaallijn. Alles bij elkaar boeiend genoeg om de boeken uit te lezen, maar ik vond eerdere boeken – Dochters van de Dordogne en De dochter van de zijdekoopman – die ik van Dinah Jefferies heb gelezen beter.

Gelezen boeken in januari 2022

Ik begon het jaar met een aardige leesdip, maar uiteindelijk toch nog wel tien boeken gelezen, dus ik heb de “achterstand” wel weer ingehaald.

Engel van Mesopotamië – Brenda Meuleman

Dit fictieve boek is gebaseerd op het leven van Gertrude Bell (1868-1926), een Engelse ontdekkingsreizigster en archeologe. In het boek heeft ze wel een andere naam gekregen, namelijk Helen King, zodat Meuleman zich bepaalde vrijheden kon veroorloven. Helaas vond ik het boek een beetje tegenvallen. Het belicht namelijk vooral de laatste jaren van haar leven, terwijl ik had gehoopt te lezen over haar leven in de woestijn, haar reizen en het bergbeklimmen. Dat laatste zit er nog wel een beetje in, tijdens flashbacks. Maar alleen al de wikipediapagina over het leven van Gertrude Bell is eigenlijk interessanter dan dit boek… Wel wordt duidelijk dat vrouwen een zeer ondergeschikte rol moesten spelen in die tijd en dat dat bijzonder moeilijk moet zijn geweest voor de vrijgevochten en intelligente King. Zo studeerde zij als een van de eerste vrouwen af aan Oxford. In Mesopotamië (wat nu Irak is) had ze een vergelijkbare rol als T.E. Lawrence (Lawrence of Arabia), maar in tegenstelling tot hem werd ze daar aanvankelijk niet eens voor betaald door de Britse regering. 100 jaar later kan ik daar als vrouw erg kwaad om worden.

Een vloek zo eenzaam – Brigid Kemmerer

De zoveelste bewerking van het sprookje van Belle & het Beest. Harper, een meisje uit hedendaags Amerika, belandt in een fantasywereld waar ze het hart van de vervloekte prins Rhen moet veroveren. Lukt dat niet voor het einde van het seizoen, dan verandert Rhen in een moordend monster. Dit gaat zo al een seizoen of 300 zo. Ik ben nooit zo van die eeuwiglevende mensen die dan een relatie krijgen met een jonge sterveling (Sarah J. Maas doet dit ook vaak). Ik vind dat ongeloofwaardig, zelfs in een fantasyverhaal. En dat Harper dan na al die 300 meisjes ineens wel de ware is? Mwah, na 300 meisjes is zij het eerste meisje dat echt iets met je doet??? Dan ben je wel veeleisend hoor. Verder vond ik de lijfwacht Grey eigenlijk leuker overkomen dan Rhen. En dan is er nog de hopeloze situatie in de rest van het stuurloze land. Alles bij elkaar boeide het mij net genoeg om ook deel 2 nog te willen lezen, vooral omdat daarin de hoofdrol voor Grey is weggelegd.

Het huis van je dromen – Veronica Henry

Een tijd terug las ik al een ander boek van Veronica Henry: Echte liefde vind je in de boekhandel. Dat was een leuk feelgoodboek en dat is dit ook wel. Hoewel ik nooit zo goed begrijp waarom vrouwen halsoverkop kunnen trouwen met totaal ongeschikte mannen. Maar ja, het drama moet natuurlijk ergens vandaan komen. Nu boeit een boekhandel mij net iets meer dan de wereld van makelaars, maar het las lekker weg. En ja, ik begrijp wel dat je in zo’n huis zou willen wonen als je het kan betalen.

Jij mag alles zijn – Griet Op de Beeck

Mijn eerste boek voor de Grote Vriendelijke 100 stond al voor ik dit doel had bedacht gereserveerd bij de bibliotheek. Het is een populair boek, dus het duurde even voor ik aan de beurt was. Het is een kinderboek, maar wordt volgens mij vooral gelezen door fans van de rest van het werk van Griet Op de Beeck. Het boek gaat over het bijna 9-jarige meisje Lexi, waarvan haar moeder wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek. De vader heeft geen tijd om voor zijn dochter te zorgen en dumpt haar bij een tante ver weg. Lexi heeft veel last van schuldgevoelens. Ik vond het gedrag van Lexi soms wel een beetje te volwassen overkomen. Er staan wel een paar mooie dingen in het boek en je leest het in een paar uur uit. Ook leuk is dat er heel mooie illustraties in het boek staan van Linde Faas. Wel had ik nog wat informatie achterin verwacht, waarin wordt uitgelegd waar kinderen zoals Lexi terecht zouden kunnen met vragen. Maar misschien zit dat in de Belgische editie wel en is dat in de Nederlandse weggelaten, omdat dingen in ons land anders zijn dan in België? Ik weet het niet. Overigens had ik nog nooit iets van Griet Op de Beeck gelezen, misschien dat ik binnenkort ook nog een volwassen boek van haar zal gaan lezen.

Met een beetje geluk – Tamara Haagmans

Een dun feelgoodboekje van een Nederlandse schrijfster dat je in een paar uurtjes uitleest. Nicole erft onverwacht een pretpark van haar overleden tante, maar het blijkt nogal een verlopen boel te zijn, het geld is zo goed als op en ze krijgt meteen ruzie met de parkmanager; een knappe man. Natuurlijk worden ze toch verliefd op elkaar, dat was vrij voorspelbaar. Uiteindelijk vond ik de oplossing voor het pretpark wel mooi. Het boek deed eigenlijk precies wat het moest doen: ik kreeg er een feelgoodgevoel van.

Daar waar de rivierkreeften zingen – Delia Owens

SPOILERS!

Delia Owens debuteerde pas op hoge leeftijd met dit boek. Het is in de markt gezet als thriller en ik houd niet echt van thrillers, dus daarom heeft het lang geduurd voor ik het leende bij de bibliotheek. Er is een misdaad gepleegd: er is een man vermoord. Maar verder vond ik het boek niet heel thrillerachtig. Het gaat veel veel meer over hoe een eenzaam meisje overleefd in een hut in het moeras. Het meisje, Kya, heeft een grote kennis van de natuur, maar is nooit naar school geweest. Als de dode man wordt gevonden is Kya direct de hoofdverdachte. Dan blijkt ook maar weer hoe bekrompen een klein dorpje in de buurt van de wildernis kan zijn. En ja #metoo speelt hier ook een grote rol. En het Amerikaanse rechtssysteem is in mijn ogen ook maar vreemd, met zo’n jury. Eigenlijk vond ik het einde een beetje jammer (en een tikje ongeloofwaardig gezien haar onbekendheid met busreizen), maar ergens is dat natuurlijk ook de kracht van het boek. Tijdens de rechtszaak wordt eigenlijk precies verteld hoe het gegaan is, maar toch wordt ze vrijgesproken. De mooiste quote die ik in het boek las is van een Amerikaanse natuurkundige die echt heeft bestaan, ook al had ik nog nooit van de beste man gehoord, namelijk Aldo Leopold: There are some who can live without wild things and some who cannot. Net als Kya kan ik absoluut niet zonder wilde dingen leven.

De Camino – Anya Niewierra

Ook dit boek pas laat opgepakt, omdat het een thriller is en dat niet mijn favoriete genre is. Maar het gaat wel over wandelen en dat spreekt mij dan weer wel aan. Het boek bevat inderdaad typische thrillerelementen, zoals een dode met een andere identiteit, alle informanten die (mond)dood worden gemaakt voor ze antwoorden kunnen geven, een creepy achtervolger en mensen die zich anders voordoen dan ze werkelijk zijn. Hoewel het boek vernoemd is naar de wandelroute is dat niet echt de hoofdlijn van het verhaal. Het gaat veel meer om het verleden van Lottes man die zelfmoord pleegde tijdens het lopen van de Camino. Hij blijkt een heftig oorlogsverleden te hebben in Bosnië. Een oorlog die woedde van 1990-1995, recente geschiedenis dus. Sommige gebeurtenissen zijn helaas vergelijkbaar met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, die veertig jaar eerder plaats vond. In 40 jaar tijd zijn de mensen dus niets wijzer geworden. Niewierra benadrukt verschillende keren hoe het volgens haar zover gekomen is. Ik denk dat in haar theorie wel een kern van waarheid zit, maar ik mist in dit boek dan nog de eigen keuze. En de spijt ontbrak ook. Als ik Lotte was, weet ik niet of ik hier zo mee om zou kunnen gaan. Uiteindelijk bevat het boek misschien een beetje te veel verhaallijnen, maar toch vond ik het wel interessant om te lezen.

Sterrenzicht – Brandon Sanderson

Het tweede deel van deze science fiction young adult-serie van Brandon Sanderson. Het eerste boek focuste heel erg op de vliegopleiding van Spensa. In die zin is dit boek veel interessanter, want Spensa wordt op een missie naar vijandelijk gebied gestuurd in vermomming. We komen nog veel meer te weten over de wereld waar Spensa in leeft (of eigenlijk zit ze erin gevangen). Ook tof is het ruimteschip van Spensa, dit is namelijk een kunstmatige intelligentie die dus met haar kan praten. En dan is er ook nog de doemslak. Het boek las dus nog lekkerder weg dan deel 1 en ik ben zeer benieuwd hoe het allemaal af gaat lopen in deel 3. Helaas is die nog niet uit in de Nederlandse vertaling, dus ik zal nog even geduld moeten hebben.

Alles wat je lief is – Nicola Yoon

Eerder las ik De zon is ook een ster van Nicola Yoon. Dit boek is ook een young adult in dezelfde schrijfstijl en het leest heel lekker weg. Madeline heeft een immuunziekte waardoor ze altijd geïsoleerd binnenshuis moet leven, omdat alles buiten haar ziek zou kunnen maken. Ze heeft dus alleen contact met haar moeder en een verpleegster en verder alleen online. Een levenslange, extreme lockdown dus. Dan komen er nieuwe buren naast hen wonen en Madeline wordt hopeloos verliefd op de buurjongen. Het is natuurlijk wachten op het moment dat ze uit het huis ontsnapt om hem te ontmoeten. En hoe ziek gaat ze dan worden? Eerlijk gezegd vermoedde ik al halverwege het boek dat er iets niet klopte en ik bleek gelijk te krijgen aan het einde. Alles bij elkaar vond ik het wel een makkelijk weglezend boek, terwijl het onderwerp toch best zwaar is. Het boek is ook verfilmd onder de Amerikaanse titel Everything, everything (die ik eigenlijk beter vind dan de Nederlandse titel). Ik zou die film ook nog graag willen zien, maar staat natuurlijk weer niet op Netflix, zucht.