De langoren zijn gearriveerd

Konijnenwens

Het was een lang gekoesterde wens van mij om weer konijnen als huisdieren te hebben. Een wens die lang in de vriezer geparkeerd stond, want in mijn vorige woning – a.k.a. Het Krot – was er simpelweg geen ruimte voor een konijnenren van minstens drie vierkante meter; de minimum eis die een konijnenopvang stelt aan de huisvesting voor hun konijnen.

Cavia’s nemen met wat minder ruimte genoegen (ze zijn ook kleiner en minder soepel dan konijnen), dus daarom wel altijd twee cavia’s gehad in Het Krot en die zijn natuurlijk ook mee verhuisd en wonen nog altijd hier.

Maar nu woon ik in een nieuwe woning die bijna dubbel zo groot is als het Krot. En hier zijn twee “slaapkamers”. Omdat ik alleen ben, vind ik het prima om te slapen in de kleinste slaapkamer, die is groot genoeg. Dan bleef de veel grotere extra kamer over voor wat anders en ik wist eigenlijk al meteen dat ik die op ging splitsen in een kantoor en een ruimte voor de konijnenren. De splitsing werd voltooid met mijn oude vakjeskast van Ikea; de al vier keer mee verhuisde Kallax-kast.

Het “Konijnenhol”

Omdat ik in een appartement op twee hoog woon, heb ik geen tuin. Wel een balkon, maar daar mag je volgens de huisregels geen dieren ophouden. Met de grote hoeveelheid katten die mijn buren houden en de zon er vol op in de zomer, lijkt mij dat ook geen verstandig idee. Hoewel ze in de zomer vast wel eens op het balkon mogen rondhuppelen onder toezicht, zijn het in principe binnenkonijnen.

Ik wilde een grote, stevige ren voor de konijnen, met elementen die niet de hele tijd omvallen. Dan kom je al snel uit op een bench voor honden (puppy’s). En na een beetje zoeken op internet vond ik een bedrijf dat simpelweg konijnenren.nl heet en zij verkopen dus rennen speciaal voor konijnen in allerlei maten. Ik ging voor het maximale formaat dat in de kantoor/konijnkamer mogelijk was en dat is een ren van ongeveer 3,5 vierkante meter. De ren is makkelijk op te bouwen, er zit een deurtje in, zodat ik makkelijk in de ren kan komen en het is mogelijk om de opbouw van de 10 elementen nog te wijzigen of er ooit nog extra elementen aan toe te voegen (mocht ik ooit nog verhuizen naar een nog grotere woning, haha). Maar in de ruimte waar de ren nu staat kan het niet anders. Je kon kiezen voor een hoogte van 60, 80 of 100 cm en ik besloot dan maar meteen voor een meter te gaan. Achteraf bezien denk ik dat 80 cm ook hoog genoeg was geweest, maar beter safe dan sorry; konijnen kunnen best hoog springen.

Sociale dieren

En het moesten dus twee konijnen worden, want konijnen zijn sociale dieren die graag samenleven. En waar bij cavia’s een combinatie van twee mannetjes of twee (of zelfs meerdere) vrouwtjes goed mogelijk is, is dat bij konijnen niet zo’n goed idee. De beste combi is een mannetje en een vrouwtje samen en om een explosieve toename van het aantal konijnen in de toekomst te voorkomen moeten die dus gesteriliseerd zijn. Ik wilde het liefste een koppeltje dat al gevormd was, ook omdat ik geen ervaring heb met het koppelen van konijnen.

Ik hoefde niet per se jonkies, het was eigenlijk al snel duidelijk dat mijn konijnen van de opvang mochten komen, volgens het Amerikaanse principe: adopt don’t shop. Wel wilde ik dan niet al te oude konijnen. Ze worden gemiddeld zo’n 10 jaar oud, dus ik wilde het liefste een koppel dat nog geen vijf jaar oud zou zijn. Daarnaast moet je een aardig bedrag neertellen voor de konijnen, dus dan zou ik het ook niet echt leuk vinden als ze na een paar jaar alweer zouden overlijden. Garanties heb je natuurlijk nooit; dat is bij cavia’s ook niet. Maar die zijn wel een heel stuk goedkoper in aanschaf, omdat je twee ongecastreerde mannetjes bij elkaar kan houden (zo heb ik dus twee mannetjes samen zitten en die hebben hun mannelijke onderdelen gewoon nog). Want dat bedrag zit hem dus vooral in sterilisatie; dat is niet goedkoop. Vermoedelijk krijgt de opvang wel korting, omdat ze zoveel konijnen laten steriliseren. Ik zag dat het bij de dierenarts hier in de gemeente ook een aardige duit kost. En dan moet je ook nog net een dierenarts hebben die gespecialiseerd is in kleine dieren, zoals konijnen. Verder vind ik het prima dat je ook voor opvangdieren een bedrag moet betalen. Het voorkomt dat mensen zomaar een konijn op komen halen, als je ervoor moet betalen dan denk je er beter over na. En er zaten meer dan 100 konijnen in de opvang; dat kost natuurlijk ook geld. Dus het bedrag dat ik nu betaald heb vloeit weer terug in de opvang en dat is zeker een goed doel, waarvan je ook 100% zeker weet dat het daar en goed terecht komt.

Geen Vlaamse Reuzen

Ook wilde ik niet al te grote konijnen, vanwege de dan toch nog beperkte ruimte. Ik meen dat je tot 2 kilo mag spreken over een dwergkonijn. Volgens hun boekjes wegen mijn huidige konijnen net een paar honderd gram meer, dus zijn het officieel “middelgrote” konijnen. Daarnaast hoopte ik op redelijke tamme konijnen, die zich in elk geval laten aanraken en liefst aaien. Konijnen zijn in principe geen knuffelbeesten, maar je hebt er natuurlijk evengoed makkelijke en moeilijk benaderbare bij zitten.

En ja, dan heb je nog het uiterlijk. Opvangen pleiten altijd dat je niet voor het uiterlijk moet gaan, maar voor het karakter. En daar hebben ze ook gelijk in, maar het oog wil ook wat. Dus ik wilde op zijn minst konijnen in een kleurstelling die ik leuk vind om te zien. Of ze hangoren of rechte oren zouden hebben, maakte mij dan weer minder uit, maar omdat mijn laatste konijn Fender een hangoor was, was dat wel een beetje het plaatje in mijn hoofd.

De keuze

Uiteindelijk maakte ik een afspraak bij een konijnenopvang. Op hun website had ik verschillende koppeltjes gezien die mij wel leuk leken. Bij aankomst bleek mijn favoriete koppel niet in de opvang te zitten, maar in een pleeggezin, waar ze waarschijnlijk zouden blijven. Die vielen dus al af. Het tweede koppeltje waren schattige konijntjes, maar die waren met zeven jaar al behoorlijk op leeftijd. Het derde koppel waren leuke en lieve (en mooie) konijnen, die zich gewillig door mij lieten aaien, maar ze waren behoorlijk groot.

Na deze koppels mocht ik ook nog naar koppels gaan kijken die nog niet op de website stonden en die in een andere ruimte zaten. Daar zaten best wel wat konijnen tussen die aan mijn eisen voldeden, maar D en T (de opvangnamen) sprongen daar eigenlijk meteen uit, omdat ze allebei meteen naar mij toe kwamen, ze konijnensnoepjes aten uit mijn hand en zich ook makkelijk lieten aaien. D leek daarbij erg op Fender, mijn laatste konijn (al overleden in 2013, nu bijna tien jaar geleden), maar dan in een iets kleiner formaat en een andere kleurstelling. Fender was wit met bruin gevlekt, D is wit met grijs/zwarte vlekjes. Daarnaast leken D en T elkaar ook heel erg aardig te vinden, ze lagen heel schattig bij elkaar. En ook qua formaat pasten ze goed in mijn plaatje en belangrijker nog; in de ruimte die de ren hun biedt. Ik heb net hun derde verjaardag gemist, want ze zijn allebei jarig in de laatste week van januari (en dus geboren in 2020). Daarmee blijft mijn cavia Fenno het oudste huisdier in dit huis, want die is al van oktober 2019 en woont ook al vanaf vijf weken oud bij mij. Maar cavia’s worden helaas minder oud dan konijnen, dus waarschijnlijk zullen de konijnen Fenno ruim gaan overleven.

Broer en zus?

Vanwege de privacy van de vorige eigenaars mochten ze niet al teveel vertellen over de voorgeschiedenis van deze konijnen, maar wat ik wel weet is dat ze altijd samen hebben gezeten en ze hoogstwaarschijnlijk broer en zus zijn (of in elk geval op dezelfde dag zijn geboren). Ze zijn afgestaan door de vorige eigenaar; reden is mij dus onbekend. Maar omdat ze heel erg tam zijn, zal het in ieder geval niet vanwege verwaarlozing zijn. Misschien een verhuizing of tijdgebrek. Geen idee. In ieder geval zaten ze nog niet heel lang in de opvang, pas sinds januari.

Ze mochten meteen mee naar huis. De autorit vonden ze niet bijzonder leuk, maar toen ze eenmaal in de ren zaten, gingen ze die wel meteen verkennen. En hoewel ze bij de opvang hadden gezegd dat konijnen niet uit een fles wilden drinken, was dat zo’n beetje het eerste wat ze deden; op die fles afstormen en daaruit drinken. Mijn konijnen-of-the-past dronken overigens ook allemaal uit flessen. Ik vind het schoner dan uit een losse waterbak, dus fijn dat ze dat goed doen. Ook komen ze al vanaf de eerste dag naar mij toe als ik naast of in de ren sta en laten ze zich graag aaien; vooral het vrouwtje is dol op aandacht en duwt het mannetje ook weg. Zij laat zich ook probleemloos oppakken, het mannetje vindt dat minder leuk. Het vrouwtje is duidelijk de baas; ze weegt zelfs net iets meer dan het mannetje.

De namen

Toen moesten ze natuurlijk ook nog een naam krijgen, want D en T vond ik allebei niet zo’n mooie namen. T deed mij denken aan een oude klusjesman. En D aan de overleden hond van een kennis die zo heette. Zoals bekend krijgen al mijn cavia’s een naam die begint met de letter F. Mijn laatste konijn had met Fender dus ook een F-naam. Daarom wilde ik nu ook weer het liefste F-namen. De namen van de cavia’s – Fenno en Frido – zijn toevallig allebei Duits-Friese namen. Het leek mij dus wel leuk als de namen van de konijnen daarbij aan zouden sluiten. Ik heb in mijn telefoon een lijstje staan met F-namen, maar die zijn niet allemaal Fries. De naam Ferre stond hier wel in en die voldeed wel aan die eis. Dus ging ik maar eens googelen op Duits-Friese namen. Mijn moeder had dat ondertussen ook gedaan en die kwam o.a. met Fimme. Dat vond ik leuk klinken bij Ferre en het blijkt ook nog eens “vlug en behendig” te betekenen, wat zeer passend is voor een konijn. Het bevalt mij ook dat de cavia-namen dan allebei eindigen op een o en de konijnen-namen allebei op een e. En allemaal namen die uit vijf letters en twee lettergrepen bestaan.

Fimme is het vrouwtje, zij is driekleurig, van voren vooral wit, van achteren vooral bruin en dan nog wat zwarte vlekjes. Ferre is het mannetje en hij is wit met zwart/grijs gevlekt.

Pretentieuze namen? Misschien. Originele namen voor huisdieren? Absoluut. Ik ben niet van de Vlekje en Snuitje-categorie zullen we maar zeggen. Moeilijk te onthouden voor andere mensen? Vast ook wel ;>)

Vanaf nu ben ik naast een #crazyguineapiglady dus ook een #crazybunnylady. Hopelijk gaan ze nog een lang en gelukkig leven hebben hier.

Dierendag: 10 weetjes over mijn cavia’s

Vandaag is het 4 oktober en dat betekent dat het Dierendag is. Daarom leek het mij leuk om vandaag 10 random feitjes te vertellen over mijn cavia’s. Op dit moment heb ik twee cavia’s. Ze heten Fenno en Frido. Fenno is 2 jaar oud (nou ja eigenlijk pas 11 oktober) en Frido is 7 maanden oud.

Kan een afbeelding zijn van binnen
Fenno (links) en Frido

Weetje 1: Varkentjes?

In het Engels heten cavia’s guineapigs. Onze huiscavia’s stammen af van de wilde Zuid-Amerikaanse variant, die door ontdekkingsreizigers mee naar Europa werd gebracht. De naamgever vond blijkbaar dat de beestjes op varkens leken en dus werd het Guinees biggetje… Ook in de Middeleeuwen werden cavia’s al als huisdier gehouden door (rijke) mensen. In Nederland wordt de benaming cavia gebruikt, wat een afkorting is van de Latijnse soortnaam: cavia porcellus. De varkensbenaming komt nog wel terug om het geslacht aan te geven. Beertjes zijn mannetjes en zeugjes zijn vrouwtjes. Net als bij varkens dus. Fenno en Frido zijn beertjes.

Weetje 2: Crazyguineapiglady

Veel bloggers zijn crazycatladys en lopen over van de liefde voor hun kat. Ik besloot dus om als tegengeluid voortaan de hashtag #crazyguineapiglady te gebruiken op mijn social media, maar die bleek al te bestaan. Wereldwijd is de cavia best een populair huisdier en als je een beetje zoekt stikt het op de social media van de schattige caviafoto’s en -filmpjes. Zelf kreeg ik mijn eerste cavia toen ik acht jaar oud was. Dat was Pluis. Samen met Pluus en Vlekje was dat de eerste ronde cavia’s. Daarna had ik even hamsters tot ik voor mijn zestiende verjaardag weer een cavia kreeg (Willie) en sindsdien heb ik non-stop cavia’s gehad op een kleine maand in 2017 na toen twee cavia’s (Fabin en Fluff) in dezelfde week overleden en de opvolgers (Freek en Frinn) nog niet weg mochten bij hun moeder. Ik weet nog van alle cavia’s die ik heb gehad de naam, hoe ze eruit zagen, hun karaktertrekken en hoe oud ze zijn geworden. Ik kan het dus niet nalaten om hier even alle namen op te noemen: Pluis, Pluus, Vlekje, Willie, Ivy, Fleur, Harry, Frodo, Tijger, Frank, Flint, Figo, Farah, Finne, Fidro, Fabin, Fluff, Frinn, Fjord, Freek. Fenno en Frido zijn dus cavia nummer 21 en 22 in mijn leven.

Weetje 3: F-namen

Zoals je hierboven al kan lezen krijgen mijn cavia’s vanaf een bepaald tijdstip altijd een naam die begint met de letter F (en meestal ook nog vijf letters, maar dat is dan weer niet bewust). Dat is ooit als grapje begonnen, maar tegenwoordig is het uitkiezen van een F-naam serious business. De meeste van mijn vrienden en familieleden weten hiervan, dus als ik dan een nieuwe cavia heb is de vraag vaak: En hoe heet de nieuwe F? Je hebt ook mensen die mijn cavia’s standaard aanduiden als F&F, dan zitten ze nooit verkeerd. Nog een grappig extra weetje: Ik koos Fabin (oorspronkelijk Fabian, maar dat vond ik te kakkerig klinken) en Fluff destijds uit in de opvang vanwege de F-namen… (ok, ze waren ook een bloedmooi stel).

Weetje 4: Vegetariër

Cavia’s zijn vegetariër, net als ikzelf dus. We delen vaak dezelfde groente: zij de restjes. Ik noem ze vaak mijn levende groencontainers. Hun favoriete groenten zijn andijvie, paprika (ook de witte stukken en de zaadjes, die je anders weg zou gooien), wortel, komkommer, witlof en de stronk van de broccoli (nooit teveel tegelijk geven, omdat het kool is!) Door hen heb ik van de ene kant minder groenafval, omdat ze zoveel groenterestjes eten. Maar door de bodembedekking uit hun hok zorgen ze meteen ook weer voor heel veel groenafval. Verder eten ze heel erg veel hooi (nee, dat lust ik niet). Het is verbazingwekkend wat voor hoeveelheden hooi ze naar binnen kunnen knabbelen op een dag. Ze krijgen ook nog caviabrokjes, maar dat is niet hun hoofdvoeding. Dat zijn hooi en groenten. Ook krijgen ze soms een stukje hard geworden brood, dat is dan bedoeld als lekkernij.

Weetje 5: Vitamine C

Cavia’s zijn niet voor niets dol op groenten. Ze hebben ze ook dagelijks nodig, omdat ze als een van de weinige diersoorten zelf geen vitamine C aan kunnen maken. Ik ken ook wel mensen die vitamine C druppels in het drinkwater doen of die hun cavia’s vitamine C tabletjes geven, maar ik ben voorstander van groenten voeren. Wel zit er in de ene soort groente meer vitamine C, dan in de andere soort. Dus dat is altijd even opzoeken en vooral afwisselen.

Weetje 6: Cavia’s slapen nooit

Wat veel mensen niet weten, is dat cavia’s niet echt slapen. Ze slapen nooit uren achter elkaar door, zoals wij mensen en veel andere zoogdieren. In plaats daarvan houden cavia’s een soort van rustpauzes van ongeveer 10 minuten per uur. Dan liggen ze erbij als een soort van theemuts, maar vaak hebben ze wel hun ogen open; ik zie mijn cavia’s zelden tot nooit met hun ogen dicht. Dat ze altijd wakker zijn is ook wel eens maf; dan moet ik ’s nachts naar het toilet en lopen zij vrolijk door hun hok. Of ik kom heel laat thuis en dan vinden zij dat het tijd is voor een middernachtelijk hapje.

Weetje 7: Fluiten

Er is nog iets wat veel mensen niet weten: cavia’s maken geluid. Officieel heet het fluiten; het is een soort gepiep op verschillende toonhoogten. Als kind vond ik het klinken alsof ze wiet, wiet, wiet riepen, dus daarom wordt het bij mij in de familie nog steeds wieten genoemd. Fenno en Frido brabbelen ook tegen elkaar met zachte piepgeluidjes. Het echt luide piepen laten ze vooral horen als ze honger hebben en soms ook als de koelkast open gaat (want daar zitten de groentehapjes in) of als er een zak knispert. Naast het piepen maken ze ook vaak een brommend prr-geluid tegen elkaar, wat ik helicopteren noem. Beertjes maken dit geluid wel veel meer dan zeugjes, want ze doen dat brommen ook als ze ruzie maken. Beertjes maken vaker ruzie dan zeugjes, want af en toe moet de macht even bepaald worden. De mijne maken ook nog een kort prr-geluid als ze iets niet prettig vinden, zo hebben ze een hekel aan het geklik van pennen.

Weetje 8: Cavia-opvang

Eigenlijk ben ik voorstander van dieren uit een opvang/asiel halen. In Amerika gebruiken ze hier de term adopt, don’t shop voor. In het verleden heb ik dan ook een aantal cavia’s uit de opvang gehad. Fenno en Frido komen echter van Marktplaats. Eigenlijk ben ik heel erg tegen dieren van Marktplaats halen, omdat er zoveel zielige beestjes op staan. Maar ja, als je voor beertjes kiest heb je een probleem: als er eentje doodgaat, kun je het overgebleven volwassen beertje alleen maar koppelen met een babybeertje. Twee volwassen beren zijn vrijwel nooit te koppelen: dat wordt vechten. Met volwassen zeugjes lukt het vaak wel.

Fenno en Frido zijn dus beide noodgevallen die met spoed moesten komen om de eenzaamheid van een overgebleven volwassen mannetje op te lossen. Fenno kwam als vriendje voor Freek (die in zeven weken tijd maar liefst twee vriendjes verloor) en Frido kwam dan weer als vriendje voor Fenno (nadat Freek dood ging).

Vanwege het leeftijdsverschil van 1,5 jaar tussen mijn cavia’s zit ik nu waarschijnlijk dus voor altijd met dit probleem. Goed, in de opvang zitten over het algemeen geen babybeertjes en die van oeps-nestjes worden uitgeplaatst via een wachtlijst. Ook fokkers van rascavia’s werken met wachtlijsten en het is natuurlijk niet te voorspellen wanneer er een cavia dood zal gaan. Dus dan blijft Marktplaats over en is het een zoektocht naar een babybeertje in de buurt wat weg mag bij de moeder, en die er gezond en een beetje leuk (het oog wil ook wat) uitziet en waarvan de aanbieder betrouwbaar overkomt.

Met Fenno had ik geluk: die zag ik ’s morgens op Marktplaats en ’s middags was hij al in huis. De zoektocht naar Frido was een stuk problematischer en uiteindelijk heb ik best ver gereden om hem op te halen. Als je zoveel moeite doet om een babybeertje te verkrijgen, dan ben je wel zo blij als ze blijven leven. Zo ging Fjord al na drie weken dood, dus was ik met zowel Fenno als Frido daar ook heel bang voor. Gelukkig zijn zij wel blijven leven en hopelijk nog heel lang.

Een goede cavia-opvang hier in de buurt (Dongen) is Caviaplein. Ze verkopen ook voer en andere caviabenodigdheden. Ik heb nu ook voer van hen. Mijn cavia’s-of-the-past Fabin en Fluff kwamen van deze opvang.

Weetje 9: Leeftijd

Om heel eerlijk te zijn vind ik de leeftijd van cavia’s totaal onvoorspelbaar. Volgens de boekjes zouden ze 4 tot 7 jaar oud moeten worden, maar dat is met drie jaar nogal een flinke marge. Mijn oudste cavia ooit was Frank, die stierf letterlijk een week na zijn 7e verjaardag. Omdat hij ook bij mij geboren was, weet ik zeker dat hij zo oud is geworden. Zijn (half)zusje Rodney (die bij een vriendin van mij woonde) werd met 7 jaar en 3 maanden nog net iets ouder en is daarmee de oudste cavia die ik gekend heb. Op internet gaan wel verhalen rond over cavia’s die 8 of zelfs 9 jaar oud zijn geworden, maar of dat echt waar is, is de vraag. De meeste van mijn cavia’s zijn 4 of 5 jaar oud geworden. Dan zijn er een paar uitschieters naar boven, maar helaas ook een aantal cavia’s die de 4 jaar niet eens gehaald hebben.

Cavia’s zijn eigenlijk prooidieren en bevattelijk voor allerlei ziektes. Een cavia zal niet gauw laten merken dat hij/zij ziek is. Vaak is het als je erachter komt al te laat.

Met goed voer, en veel groenten en hooi en op tijd een schoon hok hoop ik ze gezond te houden. Maar ja, je kunt er niet inkijken en ze kunnen niet zelf vertellen wat er aan de hand is. En er zijn helaas maar weinig dierenartsen gespecialiseerd in cavia’s.

Weetje 10: De vachtstructuur en de kleurtjes

Ik heb cavia’s in alle kleuren van de cavia-regenboog gehad. De kleuren zijn zwart, wit en alle tinten bruin en grijs. Ook heb je nog agouti-tinten, dan hebben de haren twee kleuren.

Qua vacht kan er ook nog van alles. Je hebt gladharige cavia’s en ruwharige cavia’s. In ruwhaar heb je nog allerlei benamingen, zoals teddy, rex, coronet, sheltie, gekruind of met verschillende soorten borstels. Bij rascavia’s die meedoen aan shows (ik vind dat eigenlijk heel zielig) zijn de beharing en de kleurverdeling heel belangrijk.

Mijn cavia’s zijn gewone huis-tuin-en-keukencavia’s. Ze zijn allebei driekleurig en het is de eerste keer dat ik twee driekleurige cavia’s tegelijkertijd heb. Wit en zwart is natuurlijk hetzelfde, maar de bruintint is verschillend: Frido heeft een veel lichtere bruintint dan Fenno. Op hun kont is hun kleurverdeling bijna hetzelfde, maar de koppen zijn heel verschillend. Fenno heeft een zwarte kop met een witte streep tussen zijn ogen en over zijn neus (ik heb een enorme zwak voor cavia’s met zo’n streep). Frido heeft een lichtbuine kop en het is net of hij een ooglapje op heeft, omdat hij een zwart vlekje rond zijn ene oog heeft. Zijn bijnaam is dan ook de Piraatcavia.

Frido is gladharig, maar Fenno is ruwharig. Hij heeft niet echt heel ruige borstels, maar zijn haarstructuur is wel een beetje gegolfd. Ook heeft hij een soort van weerborstel bij zijn kont, die ik af en toe bij moeten knippen, omdat zijn haar blijft groeien. Frido’s haar groeit niet (of tenminste niet zichtbaar, ze ruien wel een klein beetje bij de overgang van winter naar lente).

Ze zijn dus verschillend genoeg om ze makkelijk uit elkaar te houden, nog los van de karakters, haha (Fenno is een watje, terwijl Frido stoerder is en vooral heel nieuwsgierig).

MaandMoves: maart 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

Maart

Maart is de maand die bijna net zo heet als ik ;>) De maand waarin ik geboren ben. De maand waarin de lente begint. De maand waarin het zowel ijskoud als lekker warm kan zijn. De maand waarin de klok wordt verzet en het eindelijk weer lang genoeg licht is om ’s avonds naar het bos te gaan voor een wandeling. Je zou maart ook de maand van een nieuw begin kunnen noemen.

Natuurlijk mochten we weer stemmen deze maand. Ik stemde – zoals altijd – op een linkse partij en helaas verloren die flink. Ik vrees dus dat we kunnen fluiten naar de bouw van meer betaalbare sociale huurwoningen, verhoging van het minimumloon, concrete oplossingen voor het klimaatprobleem en nog wat andere zaken die ik belangrijk vind.

Wandelen, geocaching en Munzee

Het was in maart aanzienlijk beter weer dan in februari en er werden dan ook veel geocaches gevonden; 73 in totaal. Daar moet wel bijgezegd worden dat er heel veel labcaches bij zaten en daar telt elk waypoint als een apart punt, dus dat tikt nogal door.

Ook werden er voor het eerst sinds oktober 2020 weer een paar korte treinritjes gemaakt om op de geocachingplaats van bestemming te komen. Zo wandelde ik (ik geloof al voor de derde keer) de NS-wandeling Edelhertenroute van station Boxtel naar station Best; helaas zagen we weer geen edelherten, maar we vonden wel een aantal geocaches. De week erop gingen we weer naar Best, dit keer voor een geocachingwandeling over de Nieuwe Heide. In Breda logden we maar liefst vier labcaches via een stadswandeling die eindigde met storm en regen (dat was minder leuk).

Verder was er nog een zeer modderige wandeling door de Mortelen (we doopten het om tot de Modderen) bij Boxtel/Oirschot. En tijdens een geocachingwandeling door de Boswachterij Dorst (bij Rijen) vond mijn moeder haar 3000ste geocache. Met mijn mede-Heideroosjes Anke maakte ik ons geocaching Project bij Diessen af: de laatste Staycation-wandeling ging door de bossen bij Esbeek, langs uitkijktoren de Flaestoren (natuurlijk zijn we daar in geweest, hoewel ik er al eens eerder op geweest was) en het gelijknamige water de Flaes.

Wat betreft het Geocaching Datum Project ging het niet al te best: van de zes data werd er slechts eentje opgevuld: een datum die dit jaar op een zondag viel. Alle andere data vielen op werkdagen in de winterhelft van de maand en dan is het gewoon niet te doen om ’s avonds nog te gaan geocachen. Dus blijven er nog vijf data staan voor volgende jaren. Naast al deze geocachingwandelingen maakte ik ook nog wat niet-geocaching wandelingen in mijn “achtertuin”: de Oisterwijkse bossen en vennen en de Kampina. Tijdens de wandelingen in Best, Breda en Rijen werden er ook nog flink wat Munzees gevangen: zowel virtuele als fysieke. Daardoor ging ik over naar een hoger level: level 106 it is.

Ook ging ik nog (virtueel) naar Mars om een bijzonder trackable-code te scoren die op een onderzoeksvoertuig op de Rode Planeet gegraveerd staat. Dit leverde een souvenir op. Later in de maand scoorden we ook nog een Wonder Souvenir, maar daar krijg ik altijd een lachbui van, omdat ze net doen alsof je allemaal natuurlijke wereldwonderen hebt bezocht, zoals bijvoorbeeld de Grand Canyon, terwijl ik midden-Brabant niet uit ben geweest. Maar als Groundspeak (de organisatie achter geocaching en waymarking) de Flaes de Grand Canyon wil noemen: mij best.

Spelletjes

Tja, het spelen van spelletjes heeft nog steeds te lijden onder die irritante avondklok. Er werd wel wat gespeeld zowel online op Bordspelarena, als fysiek maar lang niet genoeg. Wel heb ik een nieuwe verslaving: CuBirds. Het begon online en toen heb ik het spel ook in het echt gekocht. Het is een heel verslavend spelletjes en die verslaving is heel besmettelijk, want iedereen wil steeds doorspelen tot ze een potje gewonnen hebben. Hoewel de spellen helemaal niet op elkaar lijken is het qua verslaving wel vergelijkbaar met een andere favoriet: Splendor. De avondklok gaat nu naar 22 uur, dus ik hoop dat er daardoor ruimte komt om weer vaker fysiek spellen te kunnen spelen.

Lezen en kijken

Ik las iets minder boeken dan in de eerste twee maanden van het jaar, namelijk maar acht. Zes romans van vrouwelijke schrijvers. Ik vond de Weesmeisje-trilogie van Anne Jacobs wel lekker weglezen (wel stomme titels, maar dat is vaker bij romans). Er schijnt ook nog een vierde boek te zijn, maar de bibliotheek heeft dat niet: bummer! Het geheime kistje van Elle vond ik ook wel aardig, hoewel ik het geschiedenisgedeelte veel beter vond dan het gedeelte in onze tijd (ik vond met name de hoofdpersoon Janna een vrij ergerlijke vrouw). Wel een triest stukje oorlogsgeschiedenis. De Ierse erfenis van Karen Swan las heel lekker weg, in tegenstelling tot een andere boek van haar, De Spaanse belofte waarik heel moeizaam doorheen kwam vanwege de vreemde keuze voor de hoofdpersoon. En het tot nu toe eerste en enige boek wat geschreven is door een man, te weten Confettiregen van Splinter Chabot. Hij was ook kandidaat van Wie is de Mol? dit jaar en dat was een van de redenen waarom ik dit boek leende bij de bibliotheek. De andere reden was dat het een van de leestips was van de boekenkaartjesswap waar ik deze maand aan meedeed. En dan las ik nog de nieuwste Sarah J. Maas; fantasy van de bovenste plank. Hof van Zilveren Vlammen dus, deel 6 in deze serie. Ik was de eerste lener, dus las een hagelnieuwe biebboek. Tja, het lijkt wel alsof Maas steeds langdradiger gaat schrijven. Blij vlagen vond ik het een fijn boek, maar het had makkelijk 200 pagina’s korter gekund. En misschien begin ik Young Adult toch te ontgroeien…

Goed de finale van Wie is de Mol? was natuurlijk begin maart en het was dan toch Renée; om heel eerlijk te zijn vond ik haar niet de beste Mol ooit. Toch zat ik eerst heel lang op Marije en werd Rocky ook nog flink geframed als Mol. Wel fijn dat de finale door de omstandigheden weer zonder publiek was; lekker veel tijd voor molacties (niet zoveel echt goede dit jaar) en napraten met de kandidaten.

Daarna begon De Verraders waar de makers van WIDM ook een vinger in de pap hebben. Het programma is een soort kruising tussen het spelletje Weerwolven van Wakkerdam, Wie is de Mol?, de eilandraad van Expeditie Robinson en een legende over een zilverschat. Tja, hoewel ik dit seizoen nu wel af ga kijken vind ik dat er een paar missers in het programma zitten. Ten eerste dat de kijker al meteen weet wie de verraders zijn. Het was veel spannender geweest als wij hadden moeten raden wie de verraders zijn, dat hele zoekspel is nou juist het leukste aan WIDM. Ze hadden dat best op kunnen lossen met alleen op de Verraders te filmen als ze die mantels aanhebben en stemvervorming te gebruiken tijdens de vergaderingen. Of die vergaderingen pas te laten zien na de ontknoping. Verder vind ik het ook wel jammer dat de Verraders die opdrachten niet hoeven te saboteren, omdat ze zelf het zilver kunnen winnen. En dat zilver is ook zoiets: wat is de waarde van dat zilver? Moeten ze dat nog om gaan smelten tot munten? Naar een juwelier brengen? Ik wil de waarde weten van waar ze voor strijden. Wel grappig is dat ze in een kasteel in Limburg zitten (Kasteel Erenstein in Kerkrade) en dat veel plaatsen herkenbaar zijn, omdat ik vorig jaar ook een paar dagen in Kerkrade ben geweest. Ik heb toen ook de trappen van de Wilhelminaberg beklommen.

Ondertussen is ook de Belgische editie van De Mol begonnen en ondanks dat er pas twee afleveringen zijn geweest, waren die allebei superspannend. Tot nu toe wint De Mol het dit jaar ruim van Wie is de Mol? en het verplettert De Verraders zonder meer.

En ja, uit nostalgie kijk ik ook Op zoek naar Maria, ondanks dat ik de Sound of Music niet echt een geweldige musical vind en die al ik weet niet hoe vaak is opgevoerd in Nederland. Wat mij betreft mag Nandi winnen, hoewel Natascha wel de ontdekking van het programma is. Derde finalist Tessa heeft al een paar hoofdrollen gehad en ik vind haar ook niet zo het type voor Maria.

Ook nog naar de aflevering van Ik Vertrek gekeken met de mensen uit Berkel-Enschot; de plaats waar ik werk. Ik ken de mensen verder niet. Wel leuk om straten uit B-E te herkennen in de aflevering.

Cavia-switch

Er was ook nog verdriet deze maand; op de eerste dag van de lente moest ik afscheid nemen van mijn oudste cavia Freek. Hij was al een paar weken niet helemaal “goed” en leek een soort van beroerte te hebben gehad. Omdat hij nog wel at en een beetje rondliep, hoopte ik dat het nog goed zou komen, maar helaas heeft hij het toch opgegeven. Met drie jaar en tien maanden was hij niet extreem oud voor een cavia. Freek was een heel erg lief beestje (zowel naar mensen toe, als naar andere cavia’s toe), misschien wel de allerliefste cavia die ik ooit heb gehad (hij was nummer 18, dus ik heb er veel gehad). Freek heeft drie vriendjes gehad: eerst zijn broer Frinn, die onverwacht en jong stierf, daarna Fjord die slechts zeven weken oud werd en daarna kwam Fenno. Fenno bleef dus alleen achter en vertoonde meteen eenzaam gedrag: klagelijk gepiep, zoeken naar Freek die er niet meer was, zielig in een hoekje zitten. Het was dus snel duidelijk dat er een nieuw vriendje voor Fenno moest komen en het liefst zo snel mogelijk. Fenno is ook amper 1,5 jaar oud, dus ook nog vrij jong.

Het probleem met beertjes (mannetjes) is dat je ze alleen kan koppelen aan een babybeertje. Een koppeling tussen twee oudere beertjes loopt vrijwel uit op vechten. Dus begon mijn zoektocht naar een babybeertje. Die vond ik uiteindelijk en zo kwam vijf dagen na Freeks dood zijn opvolger al in huis. De mini-cavia heet Frido (mijn cavia’s krijgen al jarenlang een naam die begint met een F) en is- net als Fenno zelf – een driekleurige cavia. Wel is Frido een echte gladhaar en is Fenno wat ik “golvend borstelig” noem ;>) Van achteren zijn hun kleuren bijna gelijk, maar op hun kop is het anders; Fenno heeft een zwarte kop met een witte streep over zijn neus; Frido heeft een bruine kop met een soort van zwarte bliksemschichtstreep over zijn oog; zijn bijnamen zijn dan ook al Piraat en Zorro. De bruintint van Frido is ook net iets lichter dan die van Fenno. Goed, ik kan dus uren over cavia’s – Frido is de 22e cavia in mijn leven – praten, want ik ben nou eenmaal een #crazyguineapiglady maar ik zal er nu mee stoppen. Wel hoop ik dat Fenno en Frido allebei heel oud gaan worden in goede gezondheid.

Verder

Ben ik vandaag – op de laatste dag van maart – jarig. Mijn tweede lockdown-verjaardag, dus weer zonder een echt feestje. Ik had graag mijn verjaardag en het feit dat ik eindelijk geslaagd ben met een feest willen vieren. Vorig jaar dacht iedereen nog dat de hele corona-crisis maar een paar weken zou duren, ondertussen zijn we dik een jaar verder en is het op de tijdelijke versoepelingen in de zomer na eigenlijk alleen maar erger geworden. Ik vrees dat we er voorlopig nog niet vanaf zijn. In ieder geval ben ik wel heel blij met het verzetten van de klok en langer daglicht. En dat de limiet van de avondklok van 21 uur naar 22 uur gaat. Dat schept voor mij wel weer wat mogelijkheden, hopelijk voor andere mensen ook. Ik heb in ieder geval zin in het lekkere lenteweer van april. Ook al weet ik nu ook al dat ik dan veel last zal hebben van hooikoorts (dat is nu al begonnen), want ik ben vreselijk allergisch voor alles wat bloesem en katjes heeft…

Tuesday TAG: Furry Friends Update

Je komt ze heel vaak tegen op blogs: TAGS. Vragenlijstje over een bepaald onderwerp die dan ingevuld worden. Stiekem vind ik ze best leuk en daarom ga ik voorlopig om de twee weken een TAG invullen en op mijn blog plaatsen. Mocht je nog een leuke TAG voor mij weten, dan hoor ik dat graag in de comments.

Deze tag gaat over huisdieren en twee jaar geleden vulde ik deze ook al in. Toen had ik twee cavia’s: de gebroeders Freek en Frinn. Helaas is Frinn ondertussen overleden, maar Freek is er gelukkig nog steeds. Hij heeft nu een nieuw vriendje in de vorm van Fenno.

IMG_0217
Fenno en Freek (smelt)

Wat zijn de namen van je huisdieren?

Freek en Fenno. Mijn cavia’s krijgen altijd een naam die begint met de letter F. Dat is ooit begonnen als grapje, tegenwoordig is het uitkiezen van een F-naam serious business. Toevallig hebben deze twee namen die ook voor een mens zouden kunnen, maar over het algemeen kies ik gewoon iets uit wat ik leuk vind klinken. Ik schrijf ook wel eens leuke namen of woorden met een F op, als ik die ergens tegen kom.

IMG_0770
Freek vindt hooiregen geweldig, Fenno gaat liever schuilen in het huisje

Wat voor soort dier is het en welk ras?

Het zijn dus cavia’s. Om precies te zijn mijn achttiende en eenentwintigste exemplaar. Ik kreeg mijn eerste cavia toen ik acht jaar oud was. Daarna heb ik ook nog een tijdje hamsters gehad, tot ik weer een cavia kreeg voor mijn zestiende verjaardag. Sindsdien heb ik altijd cavia’s gehad op een paar weken in 2017 na, toen allebei mijn cavia’s in dezelfde week dood gingen en de nieuwe cavia’s (waaronder Freek) nog niet bij hun moeder weg mochten.

Mijn cavia’s zijn niet van een speciaal ras, het zijn gewoon “bastaard-kruisingen” van van alles en nog wat, haha.

Freek is overwegend zwart met enkele bruine vlekken, waarvan een grote op zijn zijkant. Hij heeft US Teddy haar, wat heel zacht aan voelt. Hij is mijn eerste en vooralsnog enige cavia met dit soort beharing.

Fenno is driekleurig zwart-bruin-wit, maar zijn kleurvlakken zijn niet heel netjes verdeeld, waardoor hij er uitziet alsof er een paar potten verf over hem zijn gevallen, vooral op zijn achterzijde. Zijn kop is zwart, met een witte streep over zijn neus, dat ziet er heel schattig uit. Hij is gladharig, maar heeft ongetwijfeld wel een borstelige voorouder, want hij is niet helemaal netjes glad, hij heeft wat rare, langere plukken haar achter zijn oren en op zijn kont.

IMG_0213
Ze dachten dat ze dat pak hooi wel in 1x op mochten eten…

Hoe lang heb je je huisdieren al?

Freek is begin juni 2017 geboren en hij kwam een maand later bij mij wonen, dat was 2 juli 2017. Van Fenno weet ik de exacte geboortedatum: 11 oktober 2019 en hij kwam op 18 november 2019 halsoverkop bij mij wonen of beter gezegd bij Freek. Yup, ik schrijf dat soort dingen op. Ik weet alle namen van de guineapigs of the past nog (en ook nog hoe ze eruit zagen): Pluis, Pluus, Vlekje, Willie, Ivy, Fleur, Harry, Frodo, Tijger, Frank, Flint, Figo, Farah, Finne, Fidro, Fabin en Fluff., Frinn en Fjord. Je ziet dus wanneer de F-namen zijn begonnen ;>)

IMG_0065
What shall we do with the drunken guineapigs?

Hoe kom je aan je huisdieren?

Freek heb ik gekregen van een nicht van mij. Zij heeft af en toe een nestje cavia’s, waarvan dan schattige foto’s op facebook verschijnen. In juni 2017 stierven mijn vorige cavia’s Fabin en Fluff allebei binnen een week tijd. Ik had toen voor het eerst in bijna zestien jaar geen cavia’s meer. Precies in die week zijn Freek en Frinn geboren. Ik miste al na een paar dagen mijn daily fluff. Uiteindelijk heeft mijn cavia-loosheid dus maar enkele weken geduurd. Helaas is Frinn met 2 jaar en 4 maanden niet zo heel oud geworden. Maar Freek is alive and kicking.

Fenno komt van Marktplaats. Van mensen die een nestje cavia’s hadden en hij was het enige beertje. Eigenlijk vind ik het niets om dieren van Marktplaats te halen, maar ik had op dat moment met spoed een babybeertje nodig voor mijn eenzame Freek die twee maatjes in zes weken tijd was verloren. Gelukkig pakte het goed uit en bleek Fenno een blijvertje te zijn.

10ea9b7c-9f90-41c4-a0e2-bcfb308bcd8b
Sinterklaas

Hoe oud zijn je huisdieren?

Ik schrijf dat hierboven ook al een keer: Freek is van begin juni 2017, dus bijna drie jaar oud. En Fenno is van 11 oktober 2019, dus hij is nu zo’n zeven maanden oud.

 

Wat is er zo grappig aan de persoonlijkheid van je huisdieren?

Ik houd van de geluidjes die cavia’s maken. *wiet* en *prr*. Het zijn heel gezellige huisdieren. Deze twee zijn ook heel knuffelig. Ik zit er niet de hele dag mee op schoot, maar ik vind het wel prettig als mijn cavia’s handtam zijn. Ze zitten graag in mijn nek en soms gaan ze me zelfs likken, vooral Freek doet dat. En in tegenstelling tot de vorige twee (Fabin en Fluff, die niet samen in een hok konden wonen) kunnen ze gelukkig goed met elkaar overweg. Sterker nog: ik denk dat Freek van eenzaamheid was overleden als ik Fenno niet voor hem was gaan halen. Ik zeg ook altijd dat Freek mijn cavia is, maar dat Fenno van Freek is. Freek wordt zelfs onrustig als ik alleen Fenno op pak; dan zit hij de hele tijd te in de gaten te houden of ik zijn vriendje wel weer terug breng.

Nu is Freek nog de baas (het alpha-mannetje), maar Fenno is nu ook zo’n beetje volgroeid en volwassen, dus dat zou zomaar eens kunnen gaan wisselen. Ze zijn wel stronteigenwijs, maar dat is cavia-eigen, denk ik. Daarnaast zijn ze nu nog heel lenig, ze springen heel gemakkelijk bovenop hun huisje. De oudere Freek doet dat nog net zo gemakkelijk als de jongere Fenno. Freek en Fenno zitten heel vaak samen te “dakstaren”. Dan zitten ze op de rand van het dak en staren ze naar de bodem van hun hok, alsof daar ineens een lekker groentehapje materialiseert ofzo. Bij mijn weten is dat nog nooit gebeurd buiten mijn medewerking om.

Ze zijn erg gehecht aan hun huisje. Ze zitten er regelmatig samen in, maar soms wil er eentje alleen in zitten en dan wordt het huis “verdedigd”. Als ik het hok schoon wil maken – wat zij niets vinden – verstoppen ze zich in het huisje. Ze hebben nog steeds niet door dat ik sterk genoeg ben om het complete huisje op te tillen…

IMG_9286
Dit was ongeveer 1 minuut nadat Freek en Fenno elkaar voor het eerst ontmoetten

Hoe belangrijk is de band die je hebt met je huisdieren?

Ik heb huisdieren voor de gezelligheid. Ik woon alleen, dus dan is het leuk als er tenminste iemand blij is als je binnen komt. Maar het is niet zo dat ik ze “mijn kinderen” noem ofzo, dat vind ik dan weer te ver gaan. Gewoon “mijn caafs”, “mijn piepers” of “F&F”.  Daarnaast heb ik voor huisdieren gekozen, dus dan vind ik ook dat ik ze goed moet verzorgen tot aan hun einde. En ja, als er eentje dood gaat vind ik dat jammer en ben ik er een paar dagen verdrietig van (Frinn overleed op dierendag, wat vrij awkward was en Fjord werd maar zeven weken oud), maar daarna is het ook weer goed: je weet dat dieren een stuk korter leven dan mensen. Hopelijk worden deze weer een jaar of vijf oud in goede gezondheid. Ik zit nu natuurlijk wel met een leeftijdsverschil tussen de cavia’s, dus ik ben nu gebonden aan beertjes. Hoewel het mij niet veel uit maakt wat voor geslacht de cavia’s zijn, is het nu wel grappig om te kunnen zeggen dat ik samen woon met twee mannen.

IMG_9305
Hier was Fenno net gearriveerd en nog heel erg mini

Wat zijn je favoriete herinneringen die je hebt gehad met je huisdieren?

De gekke capriolen die ze uithalen om de lekkerste hapjes te pakken te krijgen. Overigens hebben ze een heel gezonde smaak, want ze zijn dol op groenten en hooi. Paprika is favoriet, die verslinden ze inclusief de witte stukken en zaadjes. Ze eten dus ook regelmatig mijn “groente-afval” op. Zij blij, ik blij.

Welke koosnaampjes geef jij aan je huisdieren?

Freek noem ik soms Punky of Teddy, vanwege zijn punkhaar. En ik noem hem ook wel eens de Freker. Met Halloween heet hij altijd een dagje Freak.

Fenno heeft als bijnaam Flosje, omdat hij heel raar haar heeft; hij is niet gladharig, heeft geen borstels, maar zijn haar heeft wel rare flossen. In het begin, toen hij nog heel klein was noemde ik hem vaak de kleine frutsel, omdat hij echt heel erg mini was in vergelijking met Freek, die vrij groot is. Hij is ondertussen flink gegroeid, maar is nog steeds kleiner dan Freek.

IMG_0638
Paascavia’s

 

 

 

Mijn nieuwe cavia: Fenno

Ik hoor jullie denken: heb je nou alweer een nieuwe cavia? Je had toch net een nieuwe cavia? Ja, dat klopt. Waar is Fjord dan gebleven?

Fjord bleef maar kort

Tja, het juiste antwoord op die vraag is dat Fjord ergens onder de grond begraven ligt in de achtertuin van mijn ouders. Maar Fjord was toch nog maar een babybeertje? Ja, ook dat klopt. Maar ik vond hem dood in het huisje op de dag dat hij precies zeven weken oud was. Ik was vooral verbijsterd: hoe kon een zeven weken oude cavia nou zomaar dood gaan? Het ging bijna precies zo als zes weken eerder met Frinn. ’s Morgens zaten Fjord (en Freek) nog samen aan het hooi te knabbelen. En toen ik terug kwam van mijn werk was Fjord morsdood. Onbegrijpelijk, zo mogelijk nog moeilijker te bevatten dan de dood van Frinn, die dan in ieder geval nog twee jaar en vier maanden oud is geworden. Ook nog veel te jong voor een cavia, maar zeven weken slaat wel alle records. Ik had hem pas 19 dagen.

Ondanks dat Freek dat eigenlijk niet goed vond, haalde ik Fjord weg en stopte hem in een doosje. Ironisch genoeg hetzelfde doosje als waar ik hem in vervoerd had toen ik hem op was gaan halen. Want dat stond er nog… Ik maakte het hok schoon en hoopte bijna dat ik het verkeerd had gezien, dat Fjord ineens uit dat doosje zou kruipen, zo van ik ben helemaal niet dood! Maar zoiets gebeurd natuurlijk niet. Dus zat er niets anders op dan naar het huis van mijn ouders te gaan om hem daar te begraven (ik heb zelf geen tuin en de groencontainer vind ik niets). Helaas was dat het laatste wat ik nog voor Fjord kon doen.

Ik had genoeg van cavia’s…

“Freek blijft maar alleen hoor,” zei ik tegen mijn moeder, “alle cavia’s vallen dood bij mij neer. En ik begrijp niet waarom.” Dat begrijp ik nog steeds niet. Ik heb al driekwart van mijn leven cavia’s, ik denk ze toch echt goed te verzorgen en over het algemeen leven ze toch wel een stuk langer dan zeven weken of twee jaar en vier maanden. Was het pech? Was het toeval? Zijn ze aan hetzelfde gestorven of aan totaal verschillende dingen? Was Fjord al ziek toen hij werd geboren? Aan het eten kan het niet liggen, want dan had Freek ook al dood moeten zijn. Frinn en Fjord kregen exact hetzelfde te eten als Freek. Hooi, afwisselende soorten groente, brokjes.

Ik had best wel wat moeite gedaan om een babybeertje voor Freek te vinden. En nu was dat babybeertje er eindelijk, waren ze vanaf de eerste minuut supergoede vrienden, hadden ze qua uiterlijk vader en zoon kunnen zijn en nu was die minicavia al dood? Eigenlijk was ik gewoon teleurgesteld.

…maar Freek niet

Als cavia’s konden huilen dan had Freek dit najaar vele tranen vergoten. Het moet ook onbegrijpelijk voor hem zijn geweest. Eerst ging zijn geliefde broer Frinn dood. Ik nam hem mee en hij kwam nooit meer terug. Een paar weken later bracht ik Fjord voor hem mee en Freek was dolenthousiast dat er weer een andere cavia was. Hij accepteerde de kleine cavia zonder problemen. En nu was zijn nieuwe vriendje ook al dood. En ik nam Fjord van hem weg en bracht hem nooit meer terug. Freek moet mij een heel akelig baasje hebben gevonden. Freek was totaal van slag, nog erger dan toen Frinn dood ging en toen was het ook al heel zielig. Fjord ging op zaterdag dood en de hele zondag zat Freek zielig in een hoekje van het hok of hij liep zoekend rond. Als ik hem oppakte wiette hij klagelijk tegen mij. Hij wilde gelukkig nog wel eten, maar verder was het een hoopje ellende. Dus ik mocht dan geen andere cavia meer willen, maar Freek wilde dat duidelijk wel. Ik was bang dat hij anders ook dood zou gaan: van eenzaamheid.

Fenno
De foto op marktplaats

Dus er moest met spoed een ander babybeertje komen

Op maandag ben ik vrij en ik keek naar Freek die weer zielig in zijn hoekje zat. Ik besloot dus maar te gaan zoeken naar een andere babybeertje. Liefst eentje die die week nog kon komen. Bij de plek waar Fjord vandaan kwam, kwam pas eind november weer een nestje. Die zouden dus pas eind december weg mogen en dat was nog veel te ver weg. Bij de cavia-opvang zaten momenteel ook geen babybeertjes. Dan maar even op marktplaats kijken. Ik ben eigenlijk geen fan van levende dieren van marktplaats halen en heb het ook nog nooit eerder gedaan. Er staan zulke zielige advertenties op. Ik filterde meteen op een straal van een bepaald aantal kilometer rond mijn huis. En toen was daar die foto met het onderschrift “Goed thuis gezocht voor knap babybeertje”. Het was inderdaad een mooi driekleurig beestje. En een beertje dus. Geboortedatum stond in de advertentie en hij was 5,5 halve week oud. Hij kon dus meteen weg. En in Best, wat relatief dicht bij Oisterwijk is. Ik besloot een poging te wagen en stuurde een berichtje of dit beertje er nog was en of ik hem die avond op zou kunnen komen halen. Binnen een half uur kreeg ik bericht terug: ja, het beertje was er nog, maar of ik die middag al kon. Punt is dat ik geen auto heb. Maar Best is maar twee treinstations verderop en ik heb Dal Vrij, dus ik vroeg of ze toevallig bij het station in de buurt woonden? Ja, ze woonden redelijk in de buurt van het station, maar ze wilde de cavia ook wel naar het station komen brengen. Dus dat spraken we af.

Het treinavontuur

Die middag reisde ik naar Best en daar kreeg ik de cavia overhandigd, keurig in een doosje met zaagsel en hooi. Ik kreeg ook nog te horen dat hij uit een nestje van vijf kwam en het enige beertje was. Zijn vier zusjes waren al in tweetallen verhuisd, maar hij bleef dus over, want beertjes zijn moeilijker te plaatsen. Ze was dus blij dat ik hem wilde overnemen.

Toen volgde de treinsafari naar huis. Ik moest eerst lang wachten op de trein naar huis in de spoortunnel van Best, die door mij altijd de spooktunnel wordt genoemd. Af en toe gluurde ik in het doosje naar de cavia, maar omdat het best wel koud was en regende, durfde ik hem niet eruit te halen, bang dat hij kou zou vatten. Het was superdruk in de trein, dus ik moest staan. Af en toe bewoog de cavia in de doos en ik trok dus veel bekijks. In Oisterwijk aangekomen moesten we nog naar huis. De keuze was lopen met de doos onder mijn ene arm en mijn fiets aan de andere arm. Of rigoreus de doos onder mijn snelbinders en naar huis fietsen: dat zou wel een stuk sneller gaan. Daarom ging ik fietsen, want korter in de kou en de regen. Zo waren we in 10 minuten thuis. Eerlijk gezegd was ik best wel bang dat mijn nieuwe cavia de reis naar huis niet eens zou overleven.  Maar dat deed hij gelukkig wel. Daar kon ik mijn nieuwe aanwinst eindelijk eens goed bekijken. Natuurlijk was meneer een beetje bang, maar wat wil je na zo’n avontuur?  Hij trilde eerst een beetje, maar volgens mij was dit meer van de kou, dan dat hij bang voor mij was. Want hij liet zich wel aaien en liep niet van mij weg. Hij was duidelijk wel in de hand geweest.

image-09-12-19-10-15
Dit was na ongeveer 1 minuut; meteen vrienden

En wat vond Freek ervan?

Ik had eerst bedacht om de kleine cavia nog een nachtje in de doos te laten zitten, zodat hij rustig kon bijkomen van het reisavontuur. En dat ik hem dan dinsdagochtend pas aan Freek zou voorstellen. Maar ik had buiten Freek gerekend. Die had meteen door dat ik een andere cavia bij mij had en terwijl ik met de mini op de bank zat, zat Freek al op het dak van het huisje naar ons te kijken. En toen kwam het moment dat het babybeertje in de gaten kreeg dat er nog een andere cavia in de buurt was. Hij begon naar Freek te piepen en die piepte meteen terug! Tja, toen was het dus tijd om hen bij elkaar te zetten. Dat ging meteen goed. De heren aten genoeglijk samen een berg andijvie naar binnen en begonnen vervolgens aan het hooi. Ondertussen praten ze tegen elkaar in het Caviaans. Eigenlijk ging het bijna precies zoals drie weken eerder met Fjord. Freek blijkt gewoon een ontzettend sociale cavia te zijn, die graag gezelschap heeft (het ging zo totaal anders tussen Fabin en Fluff!). Daarna wilde de mini proberen of Freek soms nog melk had en toen kreeg hij een snauw, maar daarna gingen ze samen in het huisje zitten en was het al goed. Freek was duidelijk erg blij met zijn nieuwe mormel.

image-09-12-19-10-14[1]
Fenno
Een naam

De mini moest ook nog een naam hebben. Daar had ik nog niet echt over nagedacht, eerlijk gezegd, want ik had niet verwacht om 2 dagen na Fjords dood alweer een andere cavia te hebben. Behalve dan dat het weer een naam met een F moest zijn, want dat is traditie. Ik heb nog heel even overwogen om hem ook Fjord te noemen, want dat vond ik wel een erg leuke naam, maar het is een heel ander beestje en Fjord en ze verdienden allebei een eigen naam. Die avond keek ik foto’s van GLOW, het lichtfestival in Eindhoven, waar ik een paar dagen eerder naartoe was geweest. Op die foto’s stond een hotel dat Benno heette. En toen bedacht ik dat Fenno wel een stoere naam was voor mijn nieuwe cavia. Dus dat werd zijn naam.

image-09-12-19-10-13[2]
De Sinterklaasschoen-foto
Een heel ander beestje

Er is maar één overeenkomst tussen Frinn, Fjord en Fenno: de witte neus. Verder ziet Fenno er totaal anders uit dan Fjord. Fenno is een driekleurtje: hij heeft ongeveer evenveel wit, als bruin en zwart. Fjord had borstels op zijn rug (gekruind), Fenno is een soort van gladhaar, maar niet helemaal. Zijn haren zijn een beetje gegolfd, dus ik gok dat een van zijn ouders wel een borstelcavia moet zijn en dat hij dus heel licht borstelig is. Ook is zijn haar zachter dan dat van andere gladhaarcavia’s die ik heb gehad. Maar hij is geen Teddy-US, zoals Freek, want dat ziet er meer uit als zacht stekelhaar. Dat ziet er toch anders uit (je kunt op de foto’s het verschil zien). Dus ik ben heel benieuwd hoe Fenno’s haar zal zijn als hij volgroeid is. In het begin dacht ik de hele tijd dat hij ook dood zou gaan. Daar was ik ook heel bang voor, dat dat zou gebeuren. Ik durfde zelfs geen foto’s van hem op de social media te plaatsen.

Maar Fenno vertoonde heel ander gedrag dan Fjord. Zo poepte hij mij meteen onder en viel het mij op dat kleine cavia’s ook kleine poepjes hebben. En dat mij dat bij Fjord niet opgevallen was. Fenno kon na drie dagen al bovenop het huisje springen; iets wat Fjord nooit voor elkaar gekregen heeft in de korte tijd dat hij leefde (hij probeerde het wel). Fjord kroop als hij bij zat het liefste onder mijn trui en bleef daar dan rustig zitten. Fenno laat zich even aaien en gaat dan op verkenning over de hele bank. Fjord had een ander soort piep dan Fenno. Ik noemde Fjord mijn alarm, maar ik denk nu dat hij misschien wel zo hard piepte omdat hij pijn had. Ik denk nu allemaal dat hij iets aan zijn darmen of ingewanden heeft gehad. En dat hij daar aan overleden is. Het blijft speculatie, maar het zou wel het gebrek aan poepjes en zijn gebrek aan kracht en actie verklaren. Ik hoop dan maar dat Fjord niet al te veel pijn heeft geleden. Overigens hebben al mijn cavia’s een overeenkomst: eten. Ze waren/zijn allemaal dol op eten.

image-09-12-19-10-13
Fenno nam het heel serieus

Fenno en Freek

En wat Fenno betreft: ik hoop dat hij wel een lang, gezond en gelukkig cavialeven zal hebben en het liefst ook nog een aantal jaren met zijn grote vriend Freek. Freek is heel bezorgd om Fenno. Als ik alleen Fenno op pak, houdt Freek de hele tijd in de gaten waar ik met hem heen ga. En als het te lang duurt, dan begint hij meteen te piepen. Het is duidelijk dat hij niet wil dat Fenno ook verdwijnt. Het is ook wat voor die arme Freek: hij zal er wel helemaal niets van begrijpen. Maar het ziet er naar uit dat dit mormel wel gaat blijven. Fenno doet in ieder geval hard zijn best om snel net zo groot te groeien als Freek.

image-09-12-19-10-13[1]
Friends

Mijn nieuwe cavia: Fjord

It’s a boy

Hij is vijf weken oud, maar eet al groentehapjes en ander vast voedsel. Heeft ook al een flinke bos haar. Slapen doet hij niet zoveel, maar hij huilt ook niet. Hij hoeft ook niet naar de opvang, hij kan rustig een paar uurtjes alleen thuis blijven. Ik heb het natuurlijk niet over een mensenbaby, maar over mijn nieuwe huisdier; babybeertje Fjord. Een nieuwe cavia zat niet echt in mijn planning – ik had op nog minstens drie jaar met Freek en Frinn gerekend – maar het lot besloot anders.

 

Eerste foto’s van Fjord. Deze komen dus van Marja’s Caafjes. Fjord kwam uit een nest van vijf en is toen bij zijn tante en halfbroertje/neefje (zelfde vader) geplaatst, omdat vijf jonkies wel erg veel is voor een zeugje en zijn tante er maar eentje had.

Dierendag

Zoals bekend had ik twee cavia’s, de gebroeders Freek en Frinn. Pas twee jaar en vier maanden oud, dus het was de bedoeling dat ze nog een aantal jaren zouden leven. Op dierendag – 4 oktober – ging Frinn echter zomaar ineens dood. Waaraan? Geen idee. ’s Morgens was hij nog springlevend en stond hij nog met zijn voorpoten tegen de tralies van het hok aan te piepen om lekkere hapjes. Ik aaide Freek en hem nog over hun neuzen. Daarna ging ik werken en toen ik tegen de avond thuis kwam hoorde ik onder aan de trap al gepiep. “Ze zullen wel honger hebben,” dacht ik – nog in meervoud. Boven aangekomen zag ik wel dat Freek op het dak van het huisje zat, maar ik zag Frinn niet. Dus ik liep naar het hok toe en zag al meteen dat Frinn slapjes in het hok lag, op zijn zijkant. Foute boel en hij bleek inderdaad morsdood te zijn. Onbegrijpelijk; hij was niet ziek of zwak. Hij was nog nooit ziek geweest. Maar cavia’s blijven prooidieren met een hoge pijngrens, dus hij zal toch iets onzichtbaars onder de leden hebben gehad. Of een hartaanval. Ik zal het nooit weten. Ik kon niet meer voor hem doen dan hem te gaan begraven. Ik heb zelf geen tuin en in de groencontainer vind ik niets. Gelukkig mag het altijd bij mijn ouders die een paar straten verderop wonen en wel een grote tuin hebben. Achter in hun tuin is een waar kerkhof van al mijn overleden huisdieren. Ik ben altijd een beetje bang dat ik een andere tegen kom als ik een nieuw gat graaf, maar dat gebeurde nu gelukkig niet.

DSC04431
Freek en Frinn

Freek

Freek was helemaal hyper en begreep er helemaal niets van. Ik wilde Frinn eerst nog een dagje laten liggen, zodat hij afscheid kon nemen, maar Freek draaide helemaal door, dus daarom heb ik Frinn die dag toch al weg gehaald. Freek bleef maar piepen op een paniekerige toon. Hij sprong steeds op het huisje om aandacht te vragen en ging dan weer naar het lichaam van Frinn toe. Toen ik kwam was hij even opgelucht: baasje kon Frinn vast weer “goed” maken. Baasje beschikt tenslotte ook over de toegang tot de magische koelkast vol groentehapjes. Helaas behoort cavia’s tot leven wekken niet tot mijn superkrachten, wat ongetwijfeld een teleurstelling was voor Freek. De hele week keek hij iedere keer als ik de kamer binnen kwam vol verwachting op of ik Frinn bij mij had. Wat nooit zo was.

Caviaans

Tja, wat moest ik nu met Freek? Zou ik er goed aan doen om er een andere cavia bij te zetten? Helaas heb ik daar zeer slechte ervaringen mee gehad met Fabin en Fluff. Freek is echter niet zo’n drukke terrorcavia als Fluff was. En ook niet zo’n softie als dat Fabin dat was. Meneer is geboren in een grote caviagroep, ging daarna met Frinn bij mij wonen en is nooit alleen geweest. Hij leek eenzaam in het grote hok en brabbelde tegen mij in het Caviaans, waar ik weinig van begrijp. En tegen wie moest hij nou “prrr” doen? En met zijn kont schudden? En ruzie maken om het lekkerste stukje van de andijvie? Hij zocht de hele tijd naar een caviavriendje dat er niet meer was. Dus ik besloot dat het een nieuw vriendje het beste voor hem zou zijn. Dat moest dus een babybeertje zijn, want een minicavia zou makkelijker geaccepteerd worden, dan een volwassen beer.

 

Fjord van beide kanten

Zoektocht

Mijn zoektocht naar een babybeertje dat het liefst al geboren was en binnen een paar weken hier kon zijn begon. Marktplaats is eigenlijk niet zo’n goed idee. Er staan veel verlopen advertenties op en veel zielige situaties als het om dieren gaat. Er was ook geen babybeertje in de omgeving te vinden op deze marktsite. Maar op facebook volgde ik al een tijdje Cavia Adviesbureau Marja’s Caafjes.  Marja had vroeger een cavia-opvang en in 2011 haalde ik daar mijn cavias from the past Farah en Finne op. Nu heeft ze geen opvang meer, maar wel af en toe een nestje. En laten er nou net twee nestjes geboren zijn. Eentje met maar liefst vijf jonkies en eentje met een jong. En er zaten nog beertjes bij. Dus mailde ik dat ik wel een beertje wilde reserveren. Het punt was echter dat ze de twee overgebleven beertjes het liefste samen geplaatst wilde zien. Dus dan zou ik moeten wachten op een volgend nestje, wat voor Freek niet ideaal zou zijn. Een week later kwam echter het bericht dat het andere babybeertje ook naar iemand zou gaan met een eenzame volwassen beer. Dus eind oktober zou ik een babybeertje op mogen halen.

image-30-10-19-07-03
Fjord

Fjord

Dat babybeertje werd dus Fjord. Yup, natuurlijk weer een naam met een F en deze naam stond ook al op de shortlist voor Freek en Frinn. Het is ook omdat ik ooit nog naar Noorwegen hoop te reizen om de fjorden te zien. Ik vind het grappig dat hij best wel op Freek lijkt. Ze zijn allebei overwegend zwart en hebben allebei een bruine streep op hun zijkant. Alleen zit die streep bij de ene rechts en bij de andere links. Verder heeft Fjord een wit vlekje op zijn neus, net zoals Frinn dat had. Bij Frinn was het wit wel groter, bij hem liep het als een streep omhoog, bij Fjord is het echt een klein vlekje. Hoewel ik niet meer kon kiezen (hij was als enige over), was dat witte vlekje wel waar ik voor zou zijn gevallen, haha. De beharing is ook anders. Freek heeft US-teddyhaar. Fjord heeft gewone beharing, maar is wel een beetje borstelig. Gekruind, heet dat officieel. Niet zo ruig als Frinn, die qua beharing een soort van ontploftie sheltie/borstelcavia was.

IMG_9056
Freek en Fjord (let niet op de zooi op de achtergrond en het huisje is hier uit het hok)

Vriendjes

De arme Fjord werd in een paar uur tijd van zijn moeder weg gerukt (hij was de laatste die weg ging, zijn broertjes en zusjes waren al opgehaald), in een doosje gestopt (dat vond hij overigens heel leuk, hij wilde er niet meer uit), in een auto vervoerd, door de mest van Freek geduwd en bij Freek – een reus vergeleken bij de babycavia – in het hok geplaatst. Ik had van alles verwacht, maar ze negeerden elkaar volkomen: Fjord ging in het huis zitten en Freek ging andijvie eten. Toen Fjord ook een hapje wilde eten werd er even flink ge-prrt. Freek keek naar mij met een blik van: “Hallo, wat moet ik met dit mormel? Waar is Frinn???” Maar toen begon Fjord tegen hem te piepen en blijkbaar was dat de doorbraak. Fjord sprak – in tegenstelling tot mij – Caviaans! Blijkbaar vond Freek dat erg fijn en hij begon meteen een heel “gesprek” met de minicavia. Als ik Frinn dan niet terug bracht, dan was dit mormel wel een goede tweede keus. Het kleine wezen sprak in ieder geval zijn taal. Nog die avond maakte Freek allemaal geluiden tegen Fjord die hij al een paar weken niet had laten horen.

Kortom, zonder echt gedoe kon ik Fjord bij Freek achter laten. Ik sliep die nacht wel met de deur tussen de woonkamer en de slaapkamer open om het in de gaten te houden, maar er gebeurde niets spannends. (Cavia’s slapen niet, ze houden elk uur ongeveer 10 minuten “rust”, meestal met de ogen open. Dat gaat 24/7 zo door). De volgende ochtend zaten ze samen hooi te eten. Ik vond het toch een beetje spannend om ze samen achter te laten toen ik ging werken, maar ik hield maar in mijn achterhoofd dat cavia’s vreedzame en sociale dieren zijn. Ze zouden elkaar vast niets ernstigs aan gaan doen. ’s Avonds ging het inderdaad nog steeds goed. Af en toe “snauwt” Freek een keer tegen de kleine cavia. En Fjord is nog een beetje schrikachtig, maar hij is natuurlijk van een heel rustige buurt naar een zeer gehorige buurt gegaan. Bij de eerste trein (ik woon 100 meter van de spoorlijn) sprong hij de lucht in van schrik. En tussen de spoorlijn en mijn huis ligt ook nog een doorgaande weg.

Toekomst

Garantie of het in de toekomst ook nog goed blijft gaan is het niet. Ik weet niet wat er gebeurt als Fjord volwassen is. Fabin en Fluff hebben ook bijna twee jaar samen gewoond voor het helemaal mis ging. Daarbij moet ik wel opmerken dat Fluff al een kleine terror was toen hij nog niet volgroeid was en dat het nooit echt goed boterde tussen de rustige, lieve Fabin en hem. Fjord lijkt echter een stuk rustiger en vriendelijker te zijn dan Fluff was. En ik wist het met Freek en Frinn in het begin ook niet of het goed zou gaan als ze groter werden. Dat bleek wel heel goed te gaan, gelukkig. Maar voor nu ben ik blij dat ik een vriendje voor Freek heb gevonden en dat hij weer gezellige caviageluidjes maakt.

Dierendag

Dierendag 2019 was de raarste dierendag ooit. ’s Ochtends aaide ik mijn springlevende en zeer actieve cavia’s nog voor ik naar mijn werk vertrok. Toen ik thuis kwam vond ik Frinn dood in het hok. Waar hij aan overleden is; geen idee. Hij was nog jong en was niet ziek of ziek geweest. Het moet erg snel zijn gegaan. Sweet goodbyes, lieve zwabber!

Vandaag is het 4 oktober en dat betekent dat het dierendag is. Daarom zet ik vandaag mijn huisdieren in het zonnetje.

Het zal ondertussen wel bekend zijn dat ik twee cavia’s heb: Freek en Frinn. Het zijn broertjes uit hetzelfde nestje en ze zijn begin juni 2017 geboren. Een maand later zijn ze bij mij komen wonen. En dat maakt hen nu twee jaar en vier maanden oud.

Freek is de overwegend zwarte cavia met met bruine vlekken en Teddy US haar. Soms noem ik hem ook wel Punky, vanwege zijn piekhaar. Of Niffler, omdat hij een beetje op een niffler lijkt.

Frinn was de driekleurige (eigenlijk zelfs vier, want hij had twee tinten bruin) borstel/sheltie/mengelmoes cavia en ik noemde hem bijna altijd Zwabber. Ik denk dat het arme beest eigenlijk niet meer wist dat hij officieel Frinn heette. Soms noemde ik hem mijn Wookie, omdat hij net zo harig was als dit wezen uit Star Wars en ik erachter kwam dat de naam Frinn ook voorkomt in de boekenserie over het Star Wars universum.

Freek is de baas, hij is iets groter, dikker en steviger dan zijn broer, die er vooral indrukwekkend uitzag vanwege zijn ruige haardos.

DSC04431

Op de foto zitten ze in de lege voerzak. Vorig jaar had ik een grote zak voer ingekocht van 15 kilo en het was hun goede voornemen om deze zak in 2019 helemaal leeg te eten. Zelf denken ze dat dat al gelukt is, maar er zit nog een paar kilo in de voorraademmer. Nu Freek alleen over is gebleven zal hij daarmee het einde van 2019 wel gaan halen.

Crazy Guinea Pig Lady

Veel bloggers hebben katten en noemen zich Crazy Cat Lady’s. Ik vind katten ook best leuk en pas soms op Jip en Milo, de cats van mijn vriendinnen. In mijn huidige huurwoning mag ik echter geen honden of katten houden en eerlijk is eerlijk: het lijkt mij ook te klein voor een hond of een binnenkat (en een buitenkat is met langs het huis een doorgaande weg en de spoorlijn geen optie). Maar ik heb al bijna mijn hele leven cavia’s, dus ik was blij dat ik die wel mee mocht nemen. Toen ik deze woning toegewezen kreeg had ik Freek en Frinn amper drie weken, dus het zou ook wel triest zijn geweest als cavia’s ook verboden waren geweest. Daarom bedacht ik voor mezelf de titel Crazy Guinea Pig Lady, maar die hashtag bleek op instagram zowaar al te bestaan, dus ik was niet de eerste die dat idee had.

Wat is er leuk aan cavia’s?

  • Ze maken schattige geluidjes: *wiet* en *prr*
  • Het zijn zachtaardige, vriendelijke dieren. Ze zullen niet zo gauw agressief gedrag vertonen, zolang jij hen geen pijn doet.
  • Het zijn echte knuffelbeesten
  • Ze zijn van nature vegetariër, dus ik hoef me niet bezig te houden met de kwestie dat ik geen vlees/vis eet, maar mijn huisdier wel (dat zou met een kat of hond wel moeten).
  • Cavia’s zijn makkelijk te verzorgen, je hoeft ze niet 3x per dag uit te laten en je kunt ze makkelijk een dagje alleen thuis laten
  • Cavia’s zijn sociale dieren, dus je moet er eigenlijk wel minstens twee hebben

Wat is er minder leuk aan cavia’s?

  • Je kunt cavia’s niet zindelijk maken; ze poepen en plassen overal. Ook op jou als je ze te lang op schoot hebt. En als je goed kijkt zie je op de foto dat ze ook al in de lege voerzak hebben gepist. En Frinn met zijn lange haren, ging er dan ook nog doodleuk doorheen lopen.
  • Mijn huidige cavia’s drinken best wel veel en plassen daardoor ook veel, waardoor ik het hok behoorlijk vaak schoon moet maken, vooral in de zomer.
  • Freek en Frinn kunnen samen heel erg hard piepen (officieel heet het fluiten, ik noem het “wieten”), het is dan net of er een alarm afgaat en dat kunnen ze heel lang volhouden, als ze menen dat ze uitgehongerd zijn (dat vinden ze vrij vaak)
  • Ze lopen de vulling van houtvezel uit hun kooi, dus ik moet vaak stofzuigen
  • Een langharige cavia, zoals Frinn, moet af en toe bijgeknipt worden en dan deed hij net alsof hij geslacht wordt, wat het allemaal nog veel vervelender maakt
  • Twee mannetjes samen gaat niet altijd goed. Freek en Frinn gaat gelukkig heel goed samen, waarschijnlijk omdat ze broertjes zijn en dus hun hele leven al samen zitten. Maar mijn vorige mannetjes (Fabin en Fluff) hadden een leeftijdsverschil van bijna twee jaar en op een bepaald moment vocht de jongere cavia de oudere cavia het hok uit. Op een bepaald moment was het niet meer leefbaar voor de oudere Fabin en heb ik ze voorgoed uit elkaar gehaald. Ik was dus een klein beetje huiverig toen ik weer met twee mannetjes begon.

Tuesday TAG: Furry Friends

Je komt ze heel vaak tegen op blogs: TAGS. Vragenlijstje over een bepaald onderwerp die dan ingevuld worden. Stiekem vind ik ze best leuk en daarom ga ik voorlopig om de twee weken een TAG invullen en op mijn blog plaatsen. Mocht je nog een leuke TAG voor mij weten, dan hoor ik dat graag in de comments.

Dit keer gaan de vragen niet over mij, maar over mijn huisdieren.

Wat zijn de namen van je huisdieren?

Freek en Frinn. Mijn cavia’s krijgen altijd een naam die begint met de letter F. Dat is ooit begonnen als grapje, tegenwoordig is het uitkiezen van een F-naam serious business. 

Wat voor soort dier is het en welk ras?

Het zijn dus cavia’s. Om precies te zijn mijn achttiende en negentiende exemplaar. Het is geen speciaal ras, gewoon “bastaard-kruising” van van alles en nog wat, haha. Hoewel Freek en Frinn broertjes zijn uit hetzelfde nestje, lijken ze – op de kleuren na – niet echt op elkaar. Freek is overwegend zwart met enkele bruine vlekken, waarvan een grote op zijn zijkant. Hij heeft US Teddy haar, wat heel zacht aan voelt. Ik had nog nooit eerder een cavia met dit soort beharing. Frinn is een borstelcavia, zijn haar blijft groeien en daardoor veranderd hij soms van uiterlijk. Soms lijkt hij op een sheltie-cavia, andere keren toch weer meer op een ruige borstelcavia. Hij heeft maar liefst vier kleuren: zwart, twee kleuren bruin en een beetje wit op zijn neus. Af en toe moet ik hem bij knippen, maar dat vindt hij nooit zo leuk.

Hoe lang heb je je huisdieren al?

Sinds juli 2017, dus dat is nog niet zo heel lang. Ze zijn dan ook nog geen jaar oud. Maar hiervoor heb ik al heel veel andere cavia’s gehad (ook wel andere dieren, maar cavia’s zijn favoriet). Ik weet alle namen van de guineapigs of the past nog (en ook nog hoe ze eruit zagen): Pluis, Pluus, Vlekje, Willie, Ivy, Fleur, Harry, Frodo, Tijger, Frank, Flint, Figo, Farah, Finne, Fidro, Fabin en Fluff. Je ziet dus wanneer de F-namen zijn begonnen ;>)

Hoe kom je aan je huisdieren?

Deze twee heb ik gekregen van een nicht van mij. Zij heeft af en toe een nestje cavia’s, waarvan dan schattige foto’s op facebook verschijnen. Vorig jaar juni stierven mijn vorige cavia’s Fabin en Fluff allebei binnen een week tijd. Ik had toen voor het eerst in bijna zestien jaar geen cavia’s meer. Precies in die week zijn Freek en Frinn geboren. Ik miste al na een paar dagen mijn daily fluff. Uiteindelijk heeft mijn cavia-loosheid dus maar enkele weken geduurd.

Hoe oud zijn je huisdieren?

Ze zijn begin juni 2017 geboren. Bijna 1 jaar oud dus.

Wat is er zo grappig aan de persoonlijkheid van je huisdieren?

Ik houd van de geluidjes die cavia’s maken. *wiet* en *prr*. Het zijn heel gezellige huisdieren. Deze twee zijn ook heel knuffelig. Ze zitten graag in mijn nek en soms gaan ze me zelfs likken. En in tegenstelling tot de vorige twee (Fabin en Fluff, die niet samen in een hok konden wonen) kunnen ze gelukkig goed met elkaar overweg. Ik weet niet wie van hen de baas is (het alpha-mannetje), volgens mij wisselt dat regelmatig. Ze zijn wel stronteigenwijs, maar dat is cavia-eigen, denk ik. Ook is de ander jaloers, als ik er eentje uit haal om te knuffelen. Daarnaast zijn ze nu nog heel lenig (ik denk omdat ze nog jong zijn), ze springen heel gemakkelijk bovenop hun huisje.

Hoe belangrijk is de band die je hebt met je huisdieren?

Ik heb huisdieren voor de gezelligheid. Ik woon alleen, dus dan is het leuk als er tenminste iemand blij is als je binnen komt. Maar het is niet zo dat ik ze “mijn kinderen” noem ofzo, dat vind ik dan weer te ver gaan. Gewoon “mijn caafs”.  Daarnaast heb ik voor huisdieren gekozen, dus dan vind ik ook dat ik ze goed moet verzorgen tot aan hun einde. En ja, als er eentje dood gaat vind ik dat jammer en ben ik er een paar dagen verdrietig van, maar daarna is het ook weer goed: je weet dat dieren een stuk korter leven dan mensen. Hopelijk worden deze weer een jaar of vijf oud in goede gezondheid.

Wat zijn je favoriete herinneringen die je hebt gehad met je huisdieren?

De gekke capriolen die ze uithalen om de lekkerste hapjes te pakken te krijgen. Overigens hebben ze een heel gezonde smaak, want ze zijn dol op groenten en hooi. Paprika is favoriet, die verslinden ze inclusief de witte stukken en zaadjes. Ze eten dus ook regelmatig mijn “groente-afval” op. Zij blij, ik blij.

Welke koosnaampjes geef jij aan je huisdieren?

Freek noem ik soms Punky, vanwege zijn punkhaar. En Frinn noem ik heel vaak Zwabber, vanwege zijn uiterlijk.

 

DSC00008
Freek (links) en Frinn (rechts)

 

Mijn goudvis is alweer verdronken

Sinterklaas is alweer bijna een week geleden en alles om mij heen lijkt al helemaal in kerstsfeer te zijn. Toch wilde ik nog even terug naar vorige week. Ik vierde Sinterklaas met mijn ouders, mijn twee broertjes en hun vriendinnen. De vorm van het gedicht was vrij, je mocht ook een tekst schrijven of een toneelstukje doen ofzoiets. Dit jaar stond op mijn lootje de naam van mijn jongste broertje: Joost. Hij vroeg als cadeau het boek van 10 jaar De Speld, de satirische nieuwssite. Dus besloot ik in plaats van een gedicht zelf  een speldachtig nieuwsbericht te schrijven over mijn broertje, die zo graag een goudvis wil, maar die vissen houden het om de een of andere reden nooit lang bij hem uit…

bravedaeny (2)

“Die! Ja, die vis moet ik echt hebben!” We zijn in Dierenspeciaalzaak De Dobberende Dodo en Goudvis Groupie Joost wijst vol enthousiasme een op z’n kant zwemmende goudvis met een dubbele staart, een verdikte kop, uitpuilende blaasogen en een ongezond ogend wit vlekkenpatroon aan. Niet bepaald het koopje van de week, maar volgens Joost zijn dit semi-letale eigenschappen, goed voor een gegarandeerde snelle dood.

“Deze noem ik Dmitriy, want ik zie aan zijn verlengde neusbuisjes, dat hij Russische roots moet hebben.” Hij laat de vis door het meisje van de dierenspeciaalzaak in een plastic zakje met water scheppen en rukt haar nog net niet het groene schepnetje uit handen om het zelf te kunnen doen. “Ik moet hem wel levend in mijn vissenkom thuis zien te krijgen,” mompelt de jongeman, het zakje met Dmitriy en een slap groen sliertje waterplant, voorzichtig in zijn beide handen de winkel uitdragend.

Want dat zijn de regels van het spel. Het gaat erom dat je goudvis zo snel mogelijk dood gaat, maar hij moet wel levend je vissenkom thuis op je IKEA-kast bereiken, anders telt het niet. En Joost is bijzonder goed in dit spel, hij mag zichzelf Nederlands Kampioen op het gebied van snelle goudvissterfte noemen en heeft met 33 dode vissen in 2017 een absoluut record gevestigd en een grote bijdrage geleverd aan de uitroeiing van de gehele populatie Carassius auratus auratus.

“Het is een emotioneel zware hobby,” vertelt Joost, terwijl hij zijn nieuwste aanwinst – ondertussen levend in de vissenkom thuis – van alle kanten fotografeert. “Je hecht je snel aan zo’n beestje. Ze krijgen allemaal een naam met een D, mijn laatste exemplaren heetten Daenerys en Diederik.” En nu dus Dmitriy. Op de koelkast hangt een lijst met D-namen, met een magneet in de vorm van een vissengraat.

“Het kost ook veel geld. Voor iedere gestorven vis weer een overlijdensadvertentie in de Blub Bode (het magazine van de Goudvis Groupies, red.), iedere keer weer een loodgieter moeten bellen, omdat mijn toilet steeds verstopt raakt na het doorspoelen van de stoffelijke overschotten. Sessies bij de psycholoog, omdat ik het zo moeilijk vind om steeds opnieuw een maatje te moeten verliezen…”

Ondertussen drijft Dmitriy op zijn rug aan de oppervlakte van het water. “Ach, ik begon hem net aardig te vinden.” Met tranen in zijn ogen bevestigt Joost dat hij een nieuw record heeft gevestigd. Покойся с миром, Dmitriy.

 

 

Freek en Frinn

Op mijn achtste kreeg ik mijn eerste cavia: Pluis. Die werd gevolgd door broertje Pluus en halfzusje Vlekje. Na die eerste ronde cavia heb ik een paar jaar hamsters gehad, maar die vond ik toch minder leuk, omdat ze niet zo oud worden en aan het einde heel erg aftakelen.

Op de dag na mijn vijftiende verjaardag kwam Willie in huis en sindsdien heb ik non-stop cavia’s gehad. Ik kan het niet laten, ik ga even alle namen opnoemen, in volgorde van komst: Willie, Ivy, Fleur, Harry, Frodo, Tijger, Frank, Flint, Figo, Farah, Finne, Fidro, Fabin en Fluff. Je ziet dus waar ik over ben gegaan op F-namen. Even had ik zelfs zeven cavia’s, maar ik moet toegeven dat dat wel erg veel was. Meestal had ik er tussen de twee en de vier tegelijkertijd. Ik heb nooit echt een voorkeur gehad voor mannetjes of vrouwtjes, dus de stand is dan ook zo’n beetje gelijk.

 

fabinfluff5
Fluff en Fabin

 

Toen Fluff en Fabin in de eerste week van juni allebei zijn overleden, was dat het eerste moment in zestien (!) jaar, dat ik helemaal geen cavia’s meer had. De eerste dagen wilde ik even helemaal geen cavia’s. Maar dat veranderde al snel. Ik kon niet wennen aan die lege plek in huis, waar hun hokken hadden gestaan.

Ik liep door de supermarkt en de wortels waren in de aanbieding. Ik had al een zak in mijn mandje liggen, toen ik besefte dat ik helemaal geen cavia’s meer had. En dat ik zelf geen kilo wortels ging opeten. Dus de zak ging terug.

Normaal gesproken volgde er een fluitconcert als de koelkast open ging, maar nu bleef het akelig stil. Ik miste zelfs de herrie van als Fluff aan de tralies van zijn hok ging rammelen.

En ik miste het om iets aaibaars en knuffeligs in huis te hebben.

Helemaal huisdierloos was ik nog niet, want ik had de wandelende takken nog. Er kwamen een heleboel eitjes uit in juni, dus ik heb nu een heleboel mini wandelende takjes (nimfen). Maar ja, die zijn niet aaibaar. Ze zijn zelfs zo klein, dat je ze amper op kan pakken zonder ze fijn te knijpen. Van mijn drie grote wandelende takken gingen er ook nog eens twee dood. Nou is dat wel normaal bij wandelende takken: ze leven niet langer dan ongeveer een jaar. Hun primaire doel in het leven is om zich voort te planten en dat hadden ze gedaan. Er is nu nog 1 laatste grote tak over.

In de eerste week van juni werden er ook weer kleine caafjes geboren bij de cavia’s van mijn nicht. Zij heeft een heleboel cavia’s en wel vaker jonkies, waarvan dan schattige foto’s verschijnen op facebook. Of ik interesse had in 1 of 2 baby-caafjes. Ik kreeg foto’s van drie kleine babycaafjes en tja, je bent een Crazy Cavia Lady of niet, ik was totaal verkocht. Het waren alledrie mannetjes, dus ik kon er twee uitkiezen. Beetje zielig voor nummertje drie, maar het hok is te klein voor drie stuks en ik moest ook nog rekening houden met mijn huisgenoten, die niet allemaal even cavia-minded zijn als mij ;>) Ik zag al aan moeder- en vadercavia dat het grote cavia’s gaan worden.

Grappig detail: Mijn allereerste cavia’s Pluis, Pluus en Vlekje kwamen ook al via dezelfde nicht. En Harry ook trouwens, maar dat was later.

Afgelopen weekend heb ik ze opgehaald. Ze heten Freek en Frinn. Qua vacht en kleurverdeling lijken ze gelukkig helemaal niet op Fabin en Fluff. Dat vind ik eigenlijk wel fijn. Het zijn dus broertjes en ik hoop daarom dat ze wel hun hele leven vreedzaam samen in een hok kunnen wonen. De oude kooi, waar Fabin en Fluff aan het begin samen in woonden is dus weer tevoorschijn gekomen en schoon gemaakt. Twee cavia’s samen in een hok, vind ik toch gezelliger van twee losse hokken. En het is ook wel fijn als je ze tegelijkertijd vast kan houden.

IMG-20170702-WA0005

Freek heeft US-Teddyhaar, dat betekend dat hij een soort langer stekelhaar heeft, wat heel zacht aanvoelt. Ik heb nog nooit eerder een cavia met teddyhaar gehad, dus dat is leuk. Hij is overwegend zwart, maar heeft wat donkerbruine vlekken, waaronder een langwerpige op zijn linkerkant.

IMG-20170702-WA0008

Frinn is kleiner dan zijn broer en ziet er ook totaal anders uit: hij is een borstelcavia met lang punkhaar dat echt alle kanten opsteekt. Als je hem aait, gaat het helemaal door de war. Fluff was ook een ruige borstelcavia, maar Frinn is nog veel ruiger. Op sommige plekken is zijn haar zo lang, dat hij wel een beetje een sheltie lijkt. Ik ben benieuwd hoe hij er uitziet als hij volgroeid is. Nu is het net zwabber met oogjes. Hij heeft drie kleuren: zwart – bruin – wit, maar hij heeft meer van de eerste twee kleuren, dan van het wit.

Mijn achternichtjes hebben ze goed handtam gemaakt, dus ze zijn heel aaibaar en knuffelig. Ze moeten nog wel een beetje wennen aan hun nieuwe huis, maar dat komt vast wel goed. Ik zou ook even moeten wennen als ik weggerukt wordt uit een hele groep cavia’s en in een doos wordt gestopt en vervoerd moet worden per auto. Ondertussen lopen ze al voorzichtig wat rondjes door het hok en ze kunnen “wieten” (zo noem ik het fluiten) en ze lusten wortel. Dus het zijn echte cavia’s ;>)

Mijn cavialoosheid heeft dus amper vier weken geduurd…waaruit maar weer blijkt: een leven zonder aaibare huisdieren is niets voor mij.

De foto van Fabin en Fluff is door mijzelf gemaakt. Mijn moeder maakte de foto’s van Freek en Frinn, ze heeft ze nog net niet van mij afgepakt…

 

 

 

 

Sweet goodbyes

In een week tijd zijn allebei mijn cavia’s overleden. Op 1 juni vond ik Fluff dood in zijn hok. Op 7 juni moest ik de beslissing nemen om Fabin in te laten slapen.

En ondanks dat ik al jaren volwassen ben en dit cavia nummer zestien en zeventien in mijn leven waren, is het einde van een huisdier de ultieme manier om mij keihard aan het janken te krijgen. Ik kan daar heel erg ontzettend niet tegen.

Ruim vier jaar geleden (april 2013) haalde ik ze samen op uit Cavia-opvang Caviaplein. Fabin was toen al twee jaar oud en was door zijn vorige eigenaars naar de opvang gebracht omdat hij eenzaam zou zijn. Bij de opvang kreeg hij een vriendje, in de vorm van Fluff, toen nog een klein baby-beertje, geboren in februari 2013.

Fabin was de driekleurige, gladharige cavia: bruin – zwart – wit. Fluff was de zwarte borstelige cavia, met een lichtbruine streep over zijn neus. Een mooi stelletje samen. In de opvang waren ze Fabian en Fluff gedoopt. Het is al jarenlang traditie om mijn cavia’s een naam te geven die begint met een F. Dat begon ooit als een grapje, maar is nu serious business. Ze konden dus zo blijven heten. In het geval van Fluff bleef dat ook zo. Maar ik vond Fabian een vreselijke kaknaam voor een cavia, dus haalde ik er na een paar dagen een letter tussenuit en werd het Fabin. Ik vond dat wel lekker fantasy-achtig klinken.

Dit waren zo’n beetje de eerste foto’s die ik van hun maakte. Op de rechter is Fluff nog echt een baby-cavia, op de rechter is hij al een stuk gegroeid.

Ik heb mijn huisdieren voor de gezelligheid, het zijn mijn huisgenoten. Cavia’s maken gezellige geluidjes en dat is leuk als je thuis komt. Meestal heb ik vier huisdieren tegelijk. Ik had dan ook al twee andere cavia’s toen Fabin en Fluff kwamen. Zij kwamen in de plaats van konijn Fender en cavia Fidro, die destijds ook vlak na elkaar dood zijn gegaan. Die andere twee cavia’s waren Farah en Finne. Dat waren twee vrouwtjes. Ik hield de mannetjes en de vrouwtjes altijd strikt gescheiden, want jonkies was niet de bedoeling, daarvoor waren de dames al te oud. Daarom heb ik maar 1 foto waar ze allevier tegelijkertijd op staan, samen met de logeerschildpadden van mijn tante en oom. Ze zijn met z’n allen andijvie aan het eten, wat bij mijn jongste broertje deze uitroep ontlokte: fuck segregation! Tja, de zoogdieren en de reptielen aten alle zes andijvie. Best grappig.

fabinflufffarahfinne

Fluff was een heel drukke cavia, terwijl Fabin juist heel rustig en lief was. In het begin was Fluff nog kleiner en banger en verstopte hij zich achter Fabin. Maar toen hij Fabin voorbij gegroeid was en ook nog eens een stuk zwaarder bleek te zijn, vond hij dat de rangorde opnieuw bepaald moest worden. En Fabin, die suffie, liet zich opjagen door de jongere, dominante Fluff en gaf ook al zijn eten af. Dat was dus niet echt een geschikte situatie. Uiteindelijk besloot ik dat het beter was om ze uit elkaar te halen. Vanaf dat moment leefden ze gescheiden, ieder in hun eigen hok. Die hokken stonden wel naast elkaar, dus ze konden elkaar wel horen, zien en ruiken. Echt veel belangstelling hadden ze niet meer voor elkaar, alleen tegen etenstijd gaven ze nog wel eens een gezamenlijk fluitconcert. Alleen hield Fabin zich keurig aan de avond als het aan etenstijd lag. En Fluff vond dat hij altijd honger had en ging ook aan de tralies van zijn hok hangen, want dat maakte lekker veel herrie en dan kon hij fijn veel aandacht trekken. Fabin had niet eens tralies op zijn hok, die kwam nog niet eens op het idee om aan zijn hok te knagen.

Niet dat ze op eetgebied iets te klagen hadden. Ze kregen van alles: diverse groenten, hooi en hard voer. Soms ook nog wel eens een stukje hard brood. Fabin en Fluff waren niet kieskeurig, eigenlijk aten ze allebei alles wat ik hun voorzette. Fabin at alles op zijn gemak op, die genoot echt van zijn eten. Fluff schrokte alles naar binnen, alsof de duizendkoppige hydra-cavia achter hem stond om het af te pakken.

Soms had ik ze nog samen buiten de hokken, meestal als ik een foto-idee had. Meestal was het dan Fluff die Fabin aan wilde vallen. Hij was echt niet meer gesteld op zijn voormalige hokgenootje. Tja, ik vond dat wel jammer. Ik ga in ieder geval nooit meer twee mannetjescavia’s nemen met zo’n groot leeftijdsverschil (van twee jaar).

Fluff en vooral Fabin waren erg fotogenieke cavia’s. Fabin ging er ook echt voor zitten. Mijn social media wemelde door de jaren heen dan ook van de caviafoto’s. Tja, andere mensen zijn Crazy Cat Ladies. Ik ben een Crazy Cavia Fan. Met sinterklaas maakte ik altijd de wortel-in-de-schoen-foto. Altijd succes.

Tja, op de dag dat je cavia’s in huis haalt denk je er niet aan dat ze ook ooit weer dood gaan. Dat is maar goed ook. Iedere keer als er eentje doodgaat denk ik: ik wil er nooit meer een, want ik vind dit zo vreselijk. Waarbij ik dan vergeet dat ze wel een goed leven hebben gehad. En dat ik er ook jarenlang plezier van heb gehad. In het geval van Fabin en Fluff dus ruim vier jaar.

fluff

 

Fluff had begin mei last gehad van een verstopping. Ik dacht eigenlijk dat hij daar toen niet doorheen zou komen, maar hij heeft dat toch gered, na een massage en het wondermiddel paardenbloem. Het ging eigenlijk weer heel goed met hem: hij at en dronk weer goed, hij poepte weer en hij hing weer als vanouds aan de tralies. Toch vond ik hem dus een paar weken na zijn ziekte dood in zijn hok. Of er was dus meer aan de hand of de verstopping had hem toch te erg verzwakt. Hij is vier jaar en drie maanden oud geworden.

 

DSC04179

Fabin was dus heel even de enige cavia in huis en hij leek ondanks zijn zes jaar nog prima in orde. Helaas kreeg hij een beroerte, dat is iets wat je niet aan kan zien komen. Hij was er zo zielig en slecht aan toe, dat ik hem in heb laten slapen.

Cavia’s zijn prooidieren met een heel hoge pijngrens. Als wij ontdekken dat ze ziek zijn, zijn ze vaak al te ver heen om er nog iets aan te doen. Dat is iets wat altijd moeilijk zal blijven. En zo twee binnen een week tijd is wel even heftig.

Fabin en Fluff kwamen dus tegelijkertijd in huis en zijn nu ook zowat samen gegaan. Ondanks dat ze dus niet de beste vrienden waren en gescheiden woonden, zullen ze daardoor ook altijd samen in herinnering blijven.

Fluff en Fabin, sweet goodbeyes!

20160920_100910

Alle foto’s bij deze blog zijn door de jaren door mij zelf gemaakt. Starring Fabin en Fluff natuurlijk. De woorden “sweet goodbyes” komen uit het afscheidsliedje van de band Krezip.

“Tears in your eyes, sweet goodbyes”

 

 

Geocaching met een hond

Dixie logeert bij ons. Het is een klein bastaardhondje, er zit in ieder geval iets van een terrier in, maar ook nog wel andere rassen. Het leek mij leuk om met Dixie te gaan geocachen. We hebben ongeveer 16 kilometer gewandeld, we vonden 14 caches en toen waren we allebei kapot. Dixie, omdat ze maar een klein hondje is en ik niet weet hoe ver ze normaal loopt. En ik omdat ik nog niet helemaal genezen ben van verkoudheidvirus Z (slechts een half pakje zakdoekjes vandaag…er zit vooruitgang in…). Hoewel in dit gebied niet helemaal te zeggen is of er niet ook wat hooikoorts doorheen zat.

Ik moet echt complimenten geven aan de eigenaars van Dixie, ze is zeer goed opgevoed. Ze loopt goed mee, luistert goed en loopt gewoon door als we andere mensen of honden passeren. Haar los laten lopen, durf ik niet aan, omdat het niet mijn eigen hond is en ik niet op mijn geweten wil hebben dat ik haar kwijt raak, maar ik denk eigenlijk dat ze dan ook keurig met mij mee was gelopen.

We gingen naar de Strabrechtse Heide en de Somerensche Heide (bij het Keelven). Het werd al snel duidelijk dat Dixie niet geïnteresseerd is in geocaching. Hallo, je gaat toch niet in het rond zoeken en dan vervolgens stil staan om te loggen? Je moet gewoon doorlopen! Dat ik ter ere van haar een hondenpootje bij mijn logjes tekende, in plaats van het gebruikelijke tekentje (ik noem dat een gestileerd heideroosjes, maar kreeg daar het commentaar op dat het dan wel een heel, heel erg gestileerd heideroosje zou zijn…) boeide haar ook niet. “Dixie, wil je op de foto met je eerste gevonden cache?” Het antwoord was duidelijk, er waren overal boeiendere dingen te zien dan caches. Dixie houdt niet van mijn ‘rare mensenhobby’.

We waren vandaag echt in een soort van Haarbal Walhalla. Zoals bekend, noem ik Schotse Hooglanders liefkozend Haarbalkoeien. En hier waren veel haarbalkoeien. Heel veel haarbalkoeien. We kwamen tot 3x toe haarbalkoeien tegen. Al meteen aan het begin, bij de earthcache (het was International Earthcache Day vandaag) waren er echt heel erg veel en later bij het Keelven ook nog een paar. Dixie was helemaal niet bang van de koeien, ze liep er zo op af. Maar de koeien, die heel tam waren, wilden dan op Dixie aflopen en het leek me niet zo’n goed plan als het kleine hondje aan die grote horens zou worden geregen.

Tja, en bij earthcaches moet je meestal een foto maken met jezelf, je GPS en het betreffende natuurverschijnsel op de achtergrond. Zo ook hier, bij de pingo-ruïne van het Rond Venneke. Probeer zo’n selfie maar eens te maken met een hond die weg wil lopen of je in wenst te snoeren met haar veel te lange looplijn. En ik, de amateur-fotograaf, wil de hele tijd foto’s maken. Van de haarbalkoeien bijvoorbeeld. Dat werkt dus ook niet zo goed met een hondenriem in je hand en een snuivende koe die die hond als een soort van mislukt kalfje ziet.

Er was een moment dat de cache aan de overkant van de (droge) sloot lag en dat ik daar doorheen moest. Ik bond Dixie vast aan een tak en zei dat ze moest wachten. Dat deed ze heel netjes. Ook toen er andere honden voorbij liepen die aan haar wilden snuffelen, bleef ze heel goed zitten. Dus luisteren…top! Daarmee verdiende ze een hondenkoekje (ja, ik had geheel tegen mijn vegetarische principes hondenkoekjes met dierlijke toevoegingen in mijn rugzak zitten).

Het was voor mij al een hele tijd geleden, dat ik met een hond had gegeocachet. Maar het gaat dus prima. Alleen heb je op sommige momenten eigenlijk drie armen/handen nodig. Ik bedien de touchscreen van mijn GPS het liefste met rechts, want dat is heel nauwkeurig en met links “prik” ik vaak verkeerd (en dan krijg ik een strandbal in mijn beeld of wordt hij een piepend fitness-apparaat). Maar als ik met rechts de GPS wil bedienen, moet de hondenriem op links. Maar omdat ik rechts ben, kan ik met rechts ook de hond beter in bedwang houden, dan met links.

Onze eigen hond – Indy, overleden begin 2012 – was een golden retriever en zijn riem was een slipketting. Dat kun je zielig vinden, maar corrigerend werkte dat wel heel erg goed, in vergelijking met de slappe, dunne looplijn van Dixie. Nu zou ik een slipketting voor zo’n klein hondje wel een beetje zielig vinden. Maar zo’n lange looplijn is niet overal even praktisch. Gelukkig kun je de lijn ook vast zetten op een kortere stand.

Conclusie van dit verhaal: ik wil een eigen hond ;>)

dsc06492