Geocachingverhalen uit het verleden: Je kan er langs de grachten lopen…

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 20 januari 2017:

Na een lange dag college moest ik vanwege mijn treinabonnement tot 18.30 uur in Amsterdam blijven. Ik besloot om dan maar wat caches te gaan zoeken om de datum op te hogen.

Het verhaal:

Door de winterse kou van januari, duurde het even voor ik weer eens zin had om te gaan geocachen. En eigenlijk voelde het nu nog als een verplichting, want dit was een 2-cache-datum. Het was een schooldag, dus ik zocht caches uit in Amsterdam. Laat in de middag verliet ik het schoolgebouw. Ik ging eerst naar de Amsterdam Love Bridge, hier was ik 1,5 jaar geleden ook al eens geweest, op mijn allereerste schooldag, maar toen kon ik de cache niet vinden. Ik dacht dat het heel ver uit het centrum was, maar eigenlijk is het heel dicht bij het Rembrandtplein. De hint was veranderd en daardoor had ik de cache nu snel te pakken. De vorige keer heb ik helemaal verkeerd gezocht, want de cache zit dus helemaal niet in zo’n slotje.

Ik besloot nog een andere frustratie van diezelfde dag te proberen: het bankje dat gebruikt zou zijn voor een scène in de film The Fault in Our Stars. Deze cache was helemaal niet moeilijk, want het was gewoon een simpel magneetje onder het bankje, maar de vorige keer werd dat bankje bezet door giebelende fangirls. Hiermee had ik dus twee frustratie-caches opgelost. Ik wandelde verder naar Behind the Monument. Deze cache had ik nog nooit eerder geprobeerd. Hij was ook niet moeilijk, ik had hem snel te pakken. Was ook het mooiste logboekje van de drie. Nu had ik mooi drie founds.

Omdat het ondertussen aardig donker begon te worden, besloot ik om te stoppen. Het was behoorlijk kil vandaag en ik was helemaal koud. Ik houd ook niet echt heel erg van Amsterdam en in de winter ziet alles er daar helemaal grauw uit, dus dan schiet de hele tijd dat sombere liedje van “je kan er langs de grachten lopen” door mijn hoofd. De tijd die nog over was tot 18.30 uur bracht ik door in diverse winkels. Daar was het in ieder geval warmer dan buiten.

Wat ik hier op 20 januari 2022 nog aan toe te voegen heb:

Tja, 20 januari is nog altijd een 5-cache-datum en daardoor onderdeel van het Geocaching Datum Project. Omdat de datum dit jaar dus op donderdag – een werkdag – valt, zal er niets veranderen.

Ondertussen ben ik gelukkig afgestudeerd en hoef ik nooit meer naar Amsterdam. Mijn relatie met de hoofdstad is nooit goed geworden, haha. En owh wat jammer dat er in 2017 nog geen Adventure Labcaches bestonden en dat ik ook nog niet aan Munzee deed…

En ik vind het nog steeds heel oneerlijk dat deeltijdstudenten geen recht hebben op gratis OV. Ik heb zo ontzettend veel reiskosten uit eigen zak moeten betalen, dat gaat echt over duizenden euro’s.

MaandMoves: juli 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

Juli

Juli is normaal de maand van vakantie en zomer, maar omdat ik dit jaar geen vakantie had in juli, de zomervakantie van de scholen hier in Noord-Brabant pas heel laat begon, het gedoe rondom corona en vanwege het regenachtige weer heb ik nog altijd geen sterk zomergevoel. Dat er (nog) geen hittegolf is geweest dit jaar vind ik helemaal niet erg; ik kan daar heel slecht tegen, zowel lichamelijk als geestelijk. Qua temperatuur vind ik dit (rond de 20 graden) echt helemaal prima. Het zou fijn als die vele regen in de avond/nacht zou vallen, maar je kunt niet alles hebben. Ook vind ik het zorgelijk dat de hevige regenval tot overstromingen in Limburg en het buitenland heeft geleid. En dat veel mensen dan nog niet willen geloven dat deze extreme weersomstandigheden toch echt het gevolg zijn van de klimaatproblemen.

Wandelen

Ik deed mee aan de Alternatieve Vierdaagse en wandelde vier avonden achter elkaar 10 kilometer. Ik kon alleen in de avond wandelen, omdat ik overdag moest werken. Vanwege deze korte afstand voelde ik mij maar een wandel-amateur in vergelijking tot de mensen die 40 of 50 kilometer liepen, maar ik heb er wel plezier aan gehad, dus dat is het belangrijkste. Ik wandelde dus gewoon hier in Oisterwijk, dat is het idee achter de Alternatieve Vierdaagse.

Ook deed ik mee aan de Langste Boswandeling van Trees for All, waarbij je voor elke vijf kilometer die je wandelde een boom sponsorde, met een maximum van vijftien kilometer en drie bomen. Ik wandelde 17 kilometer, dus het maximale aantal bomen. Daarvoor wandelde ik voor de derde of vierde keer de NS-wandeling Strabrechtse Heide van Geldrop naar Heeze. Dit is een erg mooie NS-wandeling en voor mij per trein makkelijk te bereiken vanaf Oisterwijk. Dit keer kon ik twee labcaches meepakken, eentje aan het begin in Geldrop en eentje rondom Kasteel Heeze, bijna aan het einde.

Verder waren het vooral geocachingwandelingen. Ik ging eindelijk weer eens een keer op geocachingavontuur met mijn mede-Heideroosjes Anke en we gingen naar Lage Mierde.

Ik had deze maand een Weekend Vrij-abonnement op de trein en reisde naar Gilze-Rijen, Weert, Utrecht en Den Bosch om te stadswandelen, labcaches te doen en Munzees te vangen.

Geocaching en Munzee

In juli vonden we 95 caches. Dat is voor deze maand niet zo veel. Meestal is juli de maand waarin de meeste geocaches worden gevonden, maar dit jaar zal het moeilijk worden om de 222 founds van mei te overtreffen. Wel gingen we in juli over de 555 jaarfounds heen en dat is grappig, omdat we in heel 2020 ook 555 geocaches vonden en we nu nog vijf maanden op te teller hebben staan. Er is wel een verklaring voor deze hogere foundradius en dat zijn de labcaches; bij deze caches telt elke waypoint als een found, terwijl dat bij een gewone multi-cache niet het geval is. Helemaal eerlijk is die puntentelling daardoor niet, maar het uitzetten gaat mij ook weer te ver. Dat kan namelijk wel, maar dat vind ik dan ook weer jammer. Het is tenslotte toch een nieuwe vorm van geocaching.

Met de Munzees ging het dus ook heel lekker. Volgens mij ben ik twee levels gestegen deze maand, dus dat betekent heel veel gevangen Munzees. We hebben zelfs een andere Munzee-jager ontmoet, dat was de eerste keer. Andere geocachers kom je regelmatig tegen, maar er zijn in Nederland relatief weinig mensen die aan Munzee doen, dus Munzee-jagers kom je niet zo snel tegen.

Ook bestond Munzee deze maand 10 jaar en dat werd gevierd met allemaal leuke aanbiedingen. Zo had ik de hele maand een virtuele Munzee-brievenbus voor mijn huis “staan” waarin ik elke dag een virtuele Munzee-brief kreeg. En kon je met korting Munzees kopen…dus binnenkort een mini-Munzee-trail in Oisterwijk.

Spelletjes

Er werden ook weer veel spelletjes gespeeld. Mijn nieuwe top-10-favoriet spel is Meadow, een spel met supermooie tekeningen van diertjes die rondom de weide leven. Het spel is makkelijk te leren, maar best moeilijk om te winnen, omdat je bepaalde combinaties van kaarten moet maken, die elkaar niet altijd lekker opvolgen.

Ook speelden we voor het eerste Keltis, een spel wat ik tweedehands goedkoop op de kop tikte. De doos is heel mooi en het spelletjes is niet zo moeilijk, maar wel best tactisch. It’s a keeper.

Mijn moeder is fan van de dobbelspelletjes, dus in deze categorie kwam Qwinto in huis. Ik ben er helemaal niet goed in, dus moet het nog vaak oefenen.

Kijken

Ook deze maand amper tv gekeken. Wel heb ik een avond “ge-net-flixt” en keek ik de animatiefilm “De Wensdraak” (rip-off van Aladdin en een tikje langdradig), de tranentrekker “Me Before You” (de verfilming van het boek “Voor Jou” van Jojo Moyes) en toen ontdekte ik de serie “Shadow & Bone” en nu zit ik te wachten tot ik een tv met Netflix kan kapen (nope, ik heb dus zelf geen Netflix) om het af te kijken want whoop whoop – ik ben fan! Ik heb de boeken van Leigh Bardugo waarop de serie gebaseerd is niet eens gelezen, wat eigenlijk erg slecht is voor mijn doen, dus deel 1 is nu gereserveerd bij de bibliotheek, maar populair boek dus zal nog wel even duren.

Verder

Mocht ik bijna een half jaar na mijn afstuderen dan eindelijk mijn hbo-diploma op gaan halen. Nee, dat sturen ze dus niet op, omdat je het persoonlijk moet ondertekenen. En de school is lang dicht geweest vanwege corona. Daarnaast is de Hogeschool van Amsterdam twee uur reizen…enkele reis. En die reis heb ik dus gedurende mijn studiejaren zo’n 150x gemaakt… Als deeltijdstudent heb je geen recht op gratis openbaar vervoer, wat ik nog steeds heel erg oneerlijk vind. Voltijdstudenten die in Amsterdam om de hoek bij de school wonen krijgen het wel en ik heb dus duizenden euro’s aan trein- en metrokosten af mogen dokken. Maar, ik heb het gehaald. Als deze studie iets bewezen heeft dan is het wel dat ik een doorzetter ben. Mijn moeder ging mee en we maakten er een dagje Amsterdam van met stadswandelen, labcaches, Munzees, lunchen en shoppen. Ik zag er dus vast een beetje verhit uit bij die diploma-uitreiking en droeg ook geen hip jurkje (ik heb niet eens een hip jurkje), maar whatever, ze moeten mij maar nemen zoals ik ben en ik zet hoogstwaarschijnlijk toch nooit meer een voet binnen die school. Cum laude was het ook niet, maar ik heb uitgerekend dat ik wel een dikke 7 gemiddeld heb, dus ik heb mijn zeventjesmentaliteit heel hard waargemaakt.

GRADUATED

De titel zegt het al: vandaag kwam er dan eindelijk een einde aan de lange weg naar een hbo-diploma. Het was een hobbelige weg vol met obstakels, maar de aanhouder wint: ik heb het gehaald.

KEEP CALM AND I'M FINALLY A GRADUATE - Keep Calm and Posters Generator,  Maker For Free - KeepCalmAndPosters.com

Binnenkort zal ik nog wel een wat langer en meer gestructureerd stuk hierover schrijven maar voor nu even de eerste gedachten:

Finally! Eindelijk!

Hbo Media, Informatie en Communicatie (MIC) it is.

De studie heet tegenwoordig Creative Business, maar ik vind MIC een betere naam.

Nooit meer “verplicht” die lange treinreis naar Amsterdam: zeker 150x die tocht van zo’n 2 uur enkele reis gemaakt.

De reistijd was soms langer dan de collegetijd.

Doorzetter to the max.

Deeltijdstuderen is geen aanrader.

Zeker niet als je in Noord-Brabant woont en de studie alleen in Amsterdam te volgen is…

Eindelijk al mijn vrije tijd voor mezelf.

Nooit meer iets af hoeven zeggen vanwege school.

Sometimes, the people around you won’t understand your yourney. They don’t need to, it’s not for them.

Je doet dit in de eerste plaats voor jezelf.

Zoveel obstakels overwonnen.

Kampvuur van STARR-formulieren! Competenties branden vast heel goed.

Specialisatie Archivistiek.

Motivatieproblemen to the moon and back

Altijd blijven geloven in jezelf.

Geen collegegeld meer hoeven betalen.

Zeventjesmentaliteit tot het einde

Weet je hoeveel post ik daarvoor bezorgd heb (in regen, wind en zonneschijn)?

Nooit meer hoeven aanhoren dat post bezorgen een minderwaardige hbo-baan is.

Bewezen hbo werk- en denkniveau.

Hopelijk opent een hbo-diploma deuren bij solliciataties die nu gesloten blijven.

It was a very long and bumpy road, but finally I have made it.

I have studied and I have won!

Minor Schrijven in Opdracht. Beste onderdeel van de studie, hoewel als enige deeltijdstudent een voltijdminor met voltijdstudenten volgen een aparte ervaring was.

Volgende grote levensdoel: dat boek echt gaan schrijven.

Your wings already excist, all you have to do is fly!

En een andere baan zoeken.

School voor communicatie, maar die communicatie was door de jaren heen ook meteen de grootste ergernis.

Naast het feit dat je als deeltijdstudent geen recht hebt op gratis OV.

Wat is mooier: dit diploma of die 10.000ste geocache? (het is niet met elkaar te vergelijken)

Nu ben ik ook een “hogeropgeleide”

Ik mag me nu verzekeren bij die nare instelling (P.r.o.m.o.v.e.n.d.u.m.) voor hogeropgeleiden (wat ik natuurlijk niet ga doen, maar ik heb mij destijds dood geërgerd aan die reclame).

Tijd voor een groot feest. Owh nee. Mag niet. Corona. Lockdown. 1,5-meter samenleving. Avondklok. Bezoekbeperkingen. Laat maar.

Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen. Ga ik dat maar doen ;>)

Loesje en visie op school

En dan denk ik aan Brabant…

Sinds ik een deeltijdstudie volg aan de Hogeschool van Amsterdam is mij de vraag al honderden keren gesteld: “Waarom blijf ik in hemelsnaam in mijn kleine Noord-Brabantse dorpje wonen en verhuis ik niet onmiddellijk naar de Randstad?” Ze vragen het op een toon als of er geen leven mogelijk is buiten de randstedelijke habitat. Als of ik dringend gered moet worden uit mijn zuidelijke provincie onder de grote rivieren. Als of wij Brabanders nog ergens onderontwikkeld door de klei liggen te rollen. Als of je leven pas echt begint als je naar de Randstad “emigreert”.

Ik woon in Oisterwijk, een dorp in Midden-Brabant. De naam wordt overal verkeerd uitgesproken. Als de blikkerige NS-stem aankondigt dat we het station in mijn woonplaats bereiken: “Oysterwijk, station Oysterwijk!” zuchten al mijn plaatsgenoten in koor: “Oosterwijk. Je zegt Oosterwijk.” De middeleeuwse spelling is behouden. Oisterwijk kreeg namelijk al in 1212 stadsrechten toegekend door hertog Hendrik van Brabant, terwijl Amsterdam die pas rond 1300 kreeg, wat toch bijna een eeuw later is. Oisterwijk is dan ook geen zielig gehucht, maar een gemeente met ruim 26.000 inwoners, een NS-station, een bibliotheek, een theater, een binnen- en een buitenzwembad en een levendig centrum met bekroonde terrassen en leuke winkels. Oisterwijk ligt precies tussen de Brabantse stedenrij Breda – Tilburg – Den Bosch – Eindhoven in. Wij Oisterwijkers hebben dus het beste van twee werelden; midden in de natuur en toch makkelijk mee kunnen genieten van de privileges van de grote steden.

Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om naar de Randstad te verhuizen en zeker niet naar Amsterdam. Daar zijn verschillende redenen voor. Hier in Brabant heb ik mijn familie, vrienden en kennissen. Daarnaast houd ik van Brabant, in het bijzonder van mijn woonplaats Oisterwijk. Waar je in Amsterdam met een vergrootglas naar een echte boom of struik moet zoeken, waar de paden in de omheinde parken geasfalteerd zijn en bijna niemand een voortuin heeft, kan ik zeggen dat de uitgestrekte Oisterwijkse Bossen en Vennen en de Kampina mijn achtertuin vormen. In mijn woonplaats heeft vrijwel iedereen een voortuin én een achtertuin en als ik het raam open doe, kan ik de dichtstbijzijnde boom aanraken en zie ik er zo nog tien staan. Ik woon op fietsafstand van de Efteling, het beste pretpark van de Benelux en het lekkerste bier van Nederland – La Trappe Tripel –  wordt op een steenworp afstand van mijn huis gebrouwen.

Ok, de lange reistijd (bijna twee uur enkele reis) naar de hoofdstad blijf een ding. Zeker als ik al om 8.30 uur op school moet zijn. Mijn studie is helaas alleen te volgen aan de Hogeschool van Amsterdam en ik ben afhankelijk van het openbaar vervoer. Maar na een aantal jaren studeren vind ik Amsterdam nog steeds een grauwe, veel te drukke stad met te weinig natuur en veel te veel toeristen. Een centrum dat stijf staat van de wietlucht. Al die vreselijke souvenirwinkels, die met tulpen, molens, klompen en Delfts blauw een verkeerd beeld van Nederland voorspiegelen aan toeristen. Amsterdam is prima om af en toe eens een dagje heen te gaan, maar ik zou er in mijn ergste nachtmerries nog niet willen wonen. Zelfs niet tijdelijk, op kamers. Financieel gezien is dat ook niet aantrekkelijk: In Oisterwijk heb ik een sociale huurwoning van 40m2 helemaal van mij alleen, voor de prijs waar mijn Amsterdamse klasgenoten een kamertje van 2 bij 3 meter voor hebben met gedeelde voorzieningen. Van het geld wat ik daardoor overhoud kan ik heel vaak naar Amsterdam reizen. Maar stiekem ben ik altijd opgelucht als de trein de bruggen over de grote rivieren heeft gepasseerd en we binnen rijden in het mooie, groene Brabant. Want daar brandt nog licht.

De 20 van 2020: Februari Update

De 20 van 2020 zijn twintig doelen die ik dit jaar ga proberen te vervullen. Elke maand ga ik een update geven en dit is die van februari. Ik schrijf dit keer alleen over de doelen waar ik iets aan gedaan heb deze maand.

2. De 10.000ste cache vinden

Tja, waar ik in januari de ene na de andere cache vond, stond geocaching in februari op een heel laag pitje. De eerste reden was het weer: eerst kwam monsterstorm (geweldig woord, trouwens) Ciara, toen kwam monsterstorm Dennis en dan waren er nog een paar naamloze stormen en een heleboel regen. Nou kan ik regen wel handelen, maar met code geel of oranje is het niet verstandig om in het bos te gaan wandelen. Daarnaast waren er ook veel problemen met de trein. Dus moest ik de laatste twee 3-cache-data (twee dagen achter elkaar, precies de twee dagen dat Ciara over het land raasde) laten gaan…dat deed best wel een beetje pijn. Uiteindelijk vond ik deze maand dus maar negen caches.

Groundspeak – de organisatie achter geocaching – heeft iets met data; vaak is er op een bijzondere datum een souvenir te verdienen. Deze maand had twee speciale data: 02-02-2020; de wereldwijde palindroom-datum en natuurlijk 29-02-2020; de schrikkeldag die maar eens in de vier jaar voor komt. Traditioneel kun je op schrikkeldag een souvenir scoren en omdat ik die van 2012 en 2016 ook heb, wilde ik die van 2020 natuurlijk ook hebben (in 2008 deden we ook al aan geocaching, maar souvenirs bestaan pas sinds 10-10-2010, ook een bijzondere datum).

Links het Palindrome Day Souvenir en rechts het Leap Day 2020 Souvenir

3. Minimaal 10 data oplossen voor het Geocaching Datum Project

Tja, ik loste dus eigenlijk geen data op. Nou ja, ok 2 februari was een 9-cache-datum en die heb ik met vier founds wel over de 10 heen getrokken, maar voor mijn lijstje tellen alleen de 3, 4, 5 en 6-cache-data. Nu heeft februari dus (net als januari) een hele datumprobleemweek: twee 3-cache-data, een 5-cache-datum en twee 6-cache-data binnen een week. Als het tegen die tijd allemaal zo uit komt met werk, dan lijkt het me leuk om in 2021 een weekje op geocachingvakantie te gaan in die week, haha.

9. 100 boeken lezen

Door het slechte weer had ik wel veel tijd om te lezen, dus er gingen acht boeken doorheen: allemaal van de bibliotheek (ik ga ooit nog een ode aan de bibliotheek schrijven, ik houd echt van die instelling) en eentje uit de minibibliotheek van mijn ouders. Het beste boek vond ik Dor, over een ernstig gebrek aan water in een bloedhete zomer. Dit zou zomaar binnenkort eens realiteit kunnen worden.  Het verhaal van de dienstmaagd vond ik eigenlijk een vrij saai boek; ik ben best benieuwd naar de serie, maar heb helaas geen Netflix. Eerlijk gezegd vond ik Het Schaduwjaar, een YA-boek wat door iedereen de hemel in wordt geprezen, ook niet per se heel erg geweldig. Misschien word ik toch te oud voor Young Adult, hoewel ik Cinder en Lichtjaren dan wel lekker vond weglezen. Beiden spelen in een meer futuristische wereld, hoewel Cinder wel terug grijpt op het sprookje van Assepoester. Fairfield Park was vreselijk zoetsappig en deels ook ongeloofwaardig. Terug naar Wharton Park vond ik wel weer lekker weglezen, hoewel Riley wel altijd dezelfde ingrediënten gebruikt: een stinkend rijke familie, een groot (verwaarloosd) landgoed, buitenechtelijke kinderen, een groot verlies, vrouwen die op de verkeerde mannen vallen en de oorlog. Een nieuw leven zat dan weer tussen die twee andere boeken in: leuk om een keer te lezen, maar ook niet heel erg hoogstaand en ook vrij ongeloofwaardig.

10. 5000 captured Munzees bereiken

Ik vang Munzees vooral in combinatie met geocaching en omdat er zo weinig caches zijn gevonden in februari, waren er aanvankelijk ook niet zoveel Munzees gevangen. Dat maakte ik ruim goed toen ik voor school naar het Munzee-walhalla Amsterdam moest en daar vanwege mijn treinabonnement tot 18.30 uur moest rond hangen en in die tijd een heleboel Munzees kon vangen (waarom heb ik deze hobby niet eerder ontdekt? Je wilt niet weten hoe vaak ik de afgelopen jaren tot 18.30 uur in Amsterdam moest blijven en wilde dat ik iets leukers te doen had dan “winkels kijken”.). Beetje jammer was wel dat het steeds harder ging regenen, dus ik had o.a. doorweekte schoenen en sokken toen ik bij het station aan kwam…(en toen duurde de reis naar huis nog twee uur).

11. De 500-posted medaille bereiken bij waymarking

Ik zit nu aan de 466 waymarks. In februari werd ik (alleen virtueel natuurlijk) de trotse eigenaar van station Maarheeze, Kasteel de Haar in Haarzuilens, een kapel in Oisterwijk (die ik al jaren lang wilde waymarken), twee uitkijktorens en twee fietsknooppuntborden die ik al eerder heb bezocht, maar die ik nog nooit aangemeld had op waymarking. Nog 34 waymarks te gaan…

13. Een boek schrijven (of in ieder geval daarmee beginnen)

Hier ben ik wel mee bezig geweest, omdat het te maken heeft met mijn afstudeerproject. Hoewel ik deze maand meer bezig ben geweest met de vormgeving, dan met daadwerkelijk iets schrijven.

16. Verder gaan met ontspullen

De buy nothing maand is weer niet gelukt. Ik vond namelijk een aanbieding voor wandelschoenen en die moest ik echt nieuwe hebben, omdat ik mijn huidige exemplaren compleet aan gort heb gelopen. Verder kocht ik een kast/rek voor in mijn woonkamer, om een andere kastje te vervangen. Alleen staat dat andere kastje nu nog op mijn slaapkamer (die ook dienst doet als opslagruimte), omdat ik de inhoud nog moet uitzoeken (cd’s en dvd’s).

De 20 van 2020: Januari Update

De 20 van 2020 zijn twintig doelen die ik dit jaar ga proberen te vervullen. Elke maand ga ik een update geven en dit is die van januari.

1. Afstuderen en eindelijk mijn hbo-diploma halen

Nadat ik in december een dipje had met afstuderen (het was zo druk op mijn werk dat ik ’s avonds vaak gewoon te moe was om mij nog op school te kunnen concentreren), pakte ik het in januari weer op. Waar ik ook erg tegen op zag was het werk voor het eindasessment, maar daar ben ik nu bijna klaar mee. Weet wel dat als dat hbo-diploma eindelijk in de pocket is, ik nooit meer een STARR-formulier in ga vullen. Want wat heb ik daar toch een pesthekel aan (en volgens mij iedere student met mij).

2. De 10.000ste cache vinden

Ik vond maar liefst 76 caches deze maand. Dat zijn er even veel als in heel 2006! En 26 meer dan de 50 die ik maandelijks moet vinden om op schema te blijven om de 10.000ste  cache te halen dit jaar. Het is echter niet verkeerd om een voorsprong op te bouwen, omdat ik de komende maanden niet altijd even veel tijd zal hebben om te geocachen vanwege het afstuderen.

2020-02-01

3. Minimaal 10 data oplossen voor het Geocaching Datum Project

Dat ik in januari zo veel caches heb gevonden had vooral te maken met het Geocaching Datum Project. Januari is de grootste probleemmaand op dit gebied. Zo waren er nog 3-cache-data (die ik allebei heb opgelost) en maar liefst zes 5-cache-data (hiervan heb ik er twee opgelost). Er blijft dus nog het een en ander over voor volgende jaren. Ik heb me erbij neergelegd dat januari een lastige maand is. Maar ben wel blij dat de beide 3-cache-data opgelost zijn. Ik ben superblij met de “kwakkelwinter”, want daardoor had ik geen last van het weer, hoewel regen ook niet altijd leuk is, het is altijd nog beter dan sneeuw (IK HAAT SNEEUW).

2020-02-01 (1)

4. Het Brabants Vennenpad lopen met mijn moeder

Nog niets aan gedaan.

5. Forteiland Pampus bezoeken

Nog niet gedaan. Lijkt me in de winter ook minder leuk en weet niet eens of het wel kan in de winter.

6. Naar Disneyland

In april.

7. Lid worden van een spellenvereniging of er zelf eentje oprichten

Ik heb een spellenvereniging in Tilburg ontdekt, die zelfs te bereiken is met de trein (want ik heb geen auto). Ze hebben een maandelijkse spellenavond. Nu moet ik nog de stap zetten om erheen te gaan.

8. Minimaal drie uitkijktorens of kerktorens beklimmen, waar ik nog niet eerder op geweest ben

Al in de eerste week van het jaar beklom ik maar liefst twee – voor mij nieuwe – uitkijktorens. De eerste was de splinternieuwe Kempentoren in het Spoorpark in Tilburg; pas geopend in december 2019. Helaas was het die dag – nieuwjaarsdag – nogal mistig, maar deze uitkijktoren is zo dichtbij mijn huis dat ik zeker nog eens naar boven zal gaan, als het mooier weer is. Een paar dagen later beklom ik de uitkijktoren in het Herperduin, deze uitkijktoren is geopend in maart 2019 en ik liep er speciaal voor om, toen ik de Groene Wissel Oss wandelde. En tja, in de laatste week van het jaar 2019 beklom ik ook nog de Pompejus bij Fort de Roovere in Bergen op Zoom, maar die telt dus net niet mee voor de 20 van 2020. Maar drie uitkijktorens in een week tijd is wel een persoonlijk record, haha.

9. 100 boeken lezen

Ik vrees dat 100 boeken best een beetje een hoge inzet is, maar in januari las ik er alvast zeven en daar zaten er drie bij van 500+ pagina’s.

Kate Morton – De Vertrouweling

Lisa Maxwell – De Laatste Magiër

Lisa Maxwell – De Duivelsdief

Jojo Moyes – De Sterrengever

Graeme Simsion & Anne Buist – Camino

Philip Pullman – Het geheime bondgenootschap

Nicola Yoon – De zon is ook een ster

Deze zeven boeken zijn wel een aardige afspiegeling van wat ik het liefste lees: historische romans, historical fiction, fantasy en young adult (vooral omdat mijn afstudeerproject daar over gaat).

10. 5000 captured Munzees bereiken

Aan het einde van januari had ik ongeveer 2700 Munzees gevangen. Dus ik denk dat die 5000 wel moet gaan lukken dit jaar. Tegenwoordig ga ik dus niet alleen maar geocachen, maar ook Munzees vangen. Dat kan prima tegelijkertijd. Het wordt helemaal leuk als ik ook nog een wandelroute doe en er ook nog dingen te waymarken vallen.

11. De 500-posted medaille bereiken bij waymarking

In januari heb ik aardig mijn best gedaan op waymarking gebied. Er lagen nog wat dingen die ik kon aanmelden en dat heb ik dus eindelijk eens gedaan. Daardoor zit ik nu op 459 “eigen” waymarks. Nog 41 te gaan dus. Wat wel grappig is: je kunt tegenwoordig ook uitkijktorens waymarken, dus alle drie de hier boven genoemde uitkijktorens zijn nu op waymarking “van mij”. Verder claimde ik een paar stations, een fietspaddestoel en een paar fietsknooppuntnetwerkborden (die vind ik niet zo leuk, maar ze tikken wel lekker door richting de 500, dus ik probeer ze dit jaar wel mee te pakken).

12. De Apeldoornse Vierdaagse uitlopen

Dit is pas in juli, maar de inschrijving is deze maand wel geopend. Helaas lig ik nog overhoop met mijn werk betreffende vrij zijn in die week, dus dat moet nog opgelost worden voor ik mijzelf in kan schrijven.

13. Een boek schrijven (of in ieder geval daarmee beginnen)

Hier ben ik wel mee bezig geweest. De werktitel van het boek is Vogelvrouw. Het wordt een boek voor de leeftijdscategorie Young Adult (hoewel mensen van 25+ het ook mogen lezen hoor) in het genre fantasy. Ik weet ook al hoe de verhaallijn zal zijn en heb ook al een stuk van het eerste hoofdstuk geschreven, maar het is natuurlijk nog lang niet klaar.

14. De wandeling van Natuurmonumenten door de Kaapse Bossen

Hier ben ik nog niet geweest. In verband met de aanreistijd naar Doorn (geen station) zal dit pas in de zomer plaats gaan vinden.

15. Een van de volgende twee dierentuinen bezoeken: Pairi Daiza of Ouwehands Dierenpark.

Tja, de “pornopanda’s” waren natuurlijk volop in het nieuws deze maand. En ja, het zou leuk zijn als ze een babypanda weten te produceren. Maar ik ben nog niet naar deze dierentuin geweest. Ik denk dat het ook de zomer zal worden.

16. Verder gaan met ontspullen

Ik begon heel fanatiek met een buy nothing maand en dat hield ik ongeveer tot half januari keurig vol. Maar toen vond ik op Marktplaats een spel wat ik al heel lang graag wilde hebben voor een mooie prijs. Dus daar ging het mis. En toen vond ik een paar dagen later dat ik ook wel een paar nieuwe planten uit kon zoeken bij het tuincentrum, omdat er in december helaas een massale plantensterfte had plaats gevonden in mijn huis. Dus ik begin in februari weer opnieuw met de buy nothing maand.

17. De Marker Wadden bezoeken

18. Kasteel Heeswijk bezoeken

19. Naar het vernieuwde Naturalis

Dit is allemaal nog niet bezocht in januari. Ik denk dat dit ook pas allemaal in de zomer gaat gebeuren.

20. Een andere baan

Er kwam deze maand een erg leuke vacature voorbij en ik was al bezig aan een sollicitatiebrief, toen ik erachter kwam dat de vacature exclusief bedoeld was voor jonge starters tot 26 jaar. Tja, met die leeftijd kom ik niet meer mee weg, helaas. Dus dat hield op.

Day Zero Project: The End – I will study and I will win!

Mijn Day Zero Project is geëindigd op 29 september 2019, dus dit is de laatste keer dat ik ga schrijven over de doelen in de studeer-categorie: I will study and I will win!

I will study and I will win!

15. Afstuderen/mijn hbo-diploma behalen – NOG NIET BEHAALD/MEE BEZIG

Zoals ik al eerder schreef heb ik vertraging opgelopen bij mijn deeltijdstudie Media, Informatie en Communicatie. Ik had heel erg gehoopt om keurig in vier jaar af te studeren, maar soms lopen dingen anders. In ieder geval heb ik wel 150 punten van de bachelorfase binnen en ben ik nu hard bezig met mijn afstudeerproject en eindassessment die samen de resterende 30 studiepunten op moeten gaan leveren. En dan kan ik eindelijk mijn hbo-diploma op gaan halen.

16. 60 studiepunten behalen in het tweede jaar, collegejaar 2016/2017 – GEHAALD
16a. 10 studiepunten behalen met de algemene vakken (10/10)
16b. 30 studiepunten behalen met de specialisatie Archivistiek (30/30)
16c. 20 studiepunten behalen met het onderdeel werkervaring (20/20)

Het tweede studiejaar, het lijkt alweer zo lang geleden. Ik haalde keurig alle 60 studiepunten binnen dit jaar + nog 6 extra studiepunten met extra vakken. Ik had zelfs geen herkansingen dit jaar, omdat ik alles bij de eerste poging al haalde. Ik geloof dat ik alleen een vak een blok later heb ingeleverd.

17. 60 studiepunten behalen in het derde jaar, collegejaar 2017/2018 (60/60) – GEHAALD

Het derde studiejaar vond ik het zwaarste van allemaal. De meeste vakken spraken mij niet of nauwelijks aan, een langdurig groepsproject, vakken zonder inhoud en de combinatie van werken/school/stage bleek toch een beetje te veel te zijn. Dat ik alles zonder herkansingen heb gehaald is een prestatie op zich te noemen.

18. 30 studiepunten behalen met een minor over schrijven om hier meer over te leren (30/30) – GEHAALD

De voltijdsminor die mijn neus naar een totaal andere richting draaide. Ik schreef er recent nog over, dus ik ga het hier niet nog een keer herhalen.

19. 25 studiepunten behalen met mijn afstudeerscriptie – NOG NIET GEHAALD/MEE BEZIG

Ik ben druk bezig met afstuderen.

20. Vrijwilligerswerk volhouden – HALF GEHAALD

Ik werkte 1,5 als onbetaalde communicatiemedewerker voor de Vegetariërsbond en deed vooral social media in de vorm van facebook en twitter. Ook schreef ik een aantal recensies van kookboeken. Ik stopte hiermee om twee redenen. Het kostte enorm veel tijd en ik kreeg er dus niet voor betaald. En ze gingen overstappen naar een nieuw systeem/platform wat ook weer veel tijd ging kosten en toen heb ik besloten om er op dat moment mee te stoppen, omdat het ten koste ging van mijn studie en sociale leven.

21. Een stage vinden die ertoe doet – GEHAALD

Ik liep een aantal maanden stage bij het Gelders Archief in Arnhem. Was een leuke stage met toffe collega’s. Helaas braken de lange reistijd en de combinatie met studie en werken mij op. Daardoor ben ik korter gebleven dan ik eigenlijk had gewild.

22. In het tweede jaar extra vakken van de andere studierichting (= Digitale Media) volgen voor werkervaring – GEHAALD

In het tweede studiejaar heb ik twee extra vakken gevolgd van de andere studierichting/specialisatie Digitale Media. Zelf deed ik de specialisatie Archivistiek. Ik koos zelf voor Social Media en op aanraden van mijn studieloopbaanbegeleider werd het tweede vak Search & Findability. Ik behaalde allebei de vakken met een 8 afgerond, waardoor ik toch behoorlijk ging twijfelen of ik wel de goede richting had gekozen.

The End

Acht doelen in deze categorie, waarvan ik er vijf heb gehaald, met twee bezig ben en eentje half heb gehaald. Omdat alle doelen met elkaar samenhangen is het logisch dat ik niet alles heb gehaald.

Image result for i will study and i will win

 

Day Zero Project: Done: Doel 18: Minor Schrijven in Opdracht

Doel 18 van mijn Day Zero Project is er eentje uit de categorie I will study and I will win: 30 studiepunten behalen met de minor Schrijven in Opdracht.

Ik wist al halverwege het tweede studiejaar welke minor ik wilde gaan doen, namelijk Schrijven in Opdracht. Schrijven (van hoofdzakelijk fantasy-achtige verhalen) was vroeger altijd mijn hobby, maar ik had mijn pen jaren geleden in de spreekwoordelijke wilgen gehangen en ik was benieuwd of die er uit zou komen als ik deze minor zou volgen. De minor viel binnen de faculteit van mijn studie, dat is Digitale Media en Creatieve Industrie (ik moet altijd opzoeken hoe het ook alweer heet), dus het zou kunnen binnen mijn studie Media, Informatie en Communicatie. Maar er waren wel een paar andere problemen:

  • De minor werd alleen in voltijd gegeven en ik volg een deeltijdstudie. Gelukkig werd hier niet al te moeilijk over gedaan, als ik zelf maar regelde dat ik op school aanwezig kon zijn tijdens colleges. Hier had ik eindelijk eens voordeel van mijn “minderwaardige mbo-baan”, want ik kon vrij gemakkelijk regelen dat ik onbetaald verlof kreeg voor studiedagen en kon werken op de overige dagen. Ook toen het rooster zeer onregelmatig bleek te zijn (ik had eigenlijk verwacht dat het op vaste dagen zou zijn, maar dat bleek dus elke week anders te zijn.)
  • Blijkbaar kiezen er niet veel deeltijdstudenten voor een voltijdminor. Ik was zelfs de eerste deeltijdstudent ooit die deze minor volgde. Maar de minor bestaat in deze vorm pas drie jaar, dus dat wil niet heel veel zeggen.
  • De minor werd alleen in de tweede helft van het schooljaar gegeven en daardoor zou ik in de problemen komen met afstuderen. Dat is dus ook gebeurd, maar achteraf bezien denk ik dat ik nu dankzij de minor op een voor mij betere manier kan afstuderen en is het vooral een financiële domper.

Voltijdminor

Ik kwam dus terecht in een grote klas van 30+ personen, waar ik helemaal niemand van kende. Ik had ook nog van geen enkele docent van deze minor les gehad. Het grootste gedeelte van mijn medestudenten kwam wel van mijn opleiding Media, Informatie en Communicatie, maar dan van de voltijdvariant. Er zaten ook mensen bij van voltijd Communicatie en van de lerarenopleiding Nederlands. En nog een enkeling van hele andere studierichtingen.

Ik was verreweg de oudste van de klas, maar gelukkig zie ik er jonger uit en daardoor viel ik niet extreem op tussen de veel jongere voltijdstudenten. Dat was wel zo prettig.

Zelf vond ik het wel fijn om eens in een lekker grote klas te zitten. Van mijn deeltijdklas waren er nog maar 10 mensen over en als er dan een paar mensen ziek zijn of niet op komen dagen om andere redenen, dan zit je vaak maar met heel weinig mensen in de colleges. Dat is met meer dan 30 studenten toch heel anders.

Wel merkte ik een duidelijk verschil tussen voltijd en deeltijd. Voltijd krijg veel meer begeleiding. Bij deeltijd moeten wij heel erg veel zelf uitzoeken. Hier had elk vak zowaar een modulehandleiding en een inhoud. Dat is bij deeltijd echt heel vaak anders.

Wat het meest irritante is aan voltijd, is dat er regelmatig slechts één of twee colleges op een dag gepland stonden. Als je dan vijf vakken hebt, mag je gemiddeld twee tot drie dagen in de week afreizen naar Amsterdam. Als ik dit – met mijn reistijd van twee uur enkele reis – vier jaar lang had moeten doen, had ik het niet volgehouden. Ik vind de soms lange lesdagen bij deeltijd ook niet altijd fijn, maar het is qua reizen wel veel efficiënter. In het begin moest ik heel erg wennen aan zo vaak naar school moeten, later raakte ik er aan gewend, maar het blijft stom om langer te moeten reizen dan dat je college hebt.

En mocht ik sommige colleges bij deeltijd al inhoudsloos hebben gevonden, dat is bij voltijd evengoed zo. Ik heb echt wel een paar keer gedacht: ben ik hier nou voor om 6 uur uit mijn bed gekomen? Heb ik hier nou vier uur voor in de trein gezeten?

Schrijven in Opdracht

De minor bestond uit vijf vakken. Die liepen allemaal door over twee blokken: blok 3 en blok 4. Vier vakken waren er gesplitst in blok 3 en blok 4, het vijfde vak liep helemaal door. Maar je kreeg de studiepunten pas toegekend als je beide blokken haalde. Persoonlijk had ik liever gehad dat je al de helft kreeg toegekend na blok 3, omdat ik het altijd motiverend vind om mijn studiepunten te zien stijgen. En nu duurde het dus heel lang voor ik resultaat zag.

Argumenteren & Overtuigen

Dit vond ik het leukste en meest nuttige vak. Hier heb ik echt wel wat van geleerd. We hadden voor elk blok een ander docent, maar die waren beiden prima; gaven colleges met inhoud en goede feedback op gemaakte opdrachten. We moesten o.a. argumentenkaarten maken, een nieuwsbericht of persbericht schrijven, een tedtalk en columns. Ik vond vooral een column schrijven echt erg leuk. Mijn column Een leven lang leren werd uiteindelijk ook gepubliceerd in de Metro, dus dat was helemaal mooi.

Contentmarketing

Dit ging echt over marketinggericht schrijven. Ik vond dit ook wel een leerzaam en interessant vak, maar je kon bij beide onderdelen extra punten scoren als je je stuk gepubliceerd kreeg. En dat is mij beide keren niet gelukt, de ene keer omdat het bedrijf niet reageerde en de tweede keer omdat ik mijn longread maar net voor de deadline af had, dus geen tijd meer had om het gepubliceerd te krijgen. Ik vond het jammer dat je daardoor best wel veel punten miste. Het schrijven van een longread vond ik leuk om te doen, dat zou ik wel vaker willen doen, maar dan tegen betaling.

Creatief Schrijven

De colleges waren behoorlijk inhoudsloos, want zoals de docent zelf zei: creatief schrijven kun je niet leren, maar moet je doen. En ik had al heel lang geen verhalen geschreven. Tijdens deze minor merkte ik dat ik verhalen schrijven diep van binnen nog steeds erg leuk vind. Ik schreef vier verhalen. Eentje waarin mijn alterego per ongeluk haar irritante onderbuurman vermoord, een schattig liefdesverhaaltje, een sprookje en een soort van legende. Door het terug vinden van mijn pen veranderde ik van afstudeerrichting en dat is het belangrijkste wat dit vak of deze minor mij gebracht heeft. Overigens kreeg ik voor wat ik zelf mijn beste verhaal vond het laagste cijfer en wat ik het minst gelukte verhaal vond het hoogste cijfer. Smaken kunnen verschillen, zullen we maar zeggen.

Ondernemen en Publiceren

Dit was een beetje een wazig vak met een docent die er totaal andere ideeën op na hield dan dat ik zelf heb. Zo vond de docent de trein een onbetrouwbaar vervoersmiddel en begreep ze niet waarom wij studenten massaal met de trein naar school kwamen??? Nou, omdat het nogal ver lopen/fietsen is van Oisterwijk naar Amsterdam en ik geen auto heb… Het leek eigenlijk erg op een deeltijdvak, want we moesten zelf maar van alles uitzoeken en doen en veel was onduidelijk. Sommige dingen vond ik leuk om te doen, zoals het verbeteren van mijn blog (helaas zijn er veel functies uit de gratis editie gehaald, dus de helft van de aangebrachte verbeteringen is daarmee weer verpest). Voor dit vak moesten we ook een publicatie regelen en dat deed ik dus met mijn column van Argumenteren en Overtuigen in de Metro. Voor de netwerkopdracht hielp ik een dag als vrijwilliger bij de WikiCon en nam ik deel aan bijeenkomsten van het Wiki Café.

Research en Redactie

De ene helft van dit vak was individueel en daarvoor moest je een interview houden met een markant persoon naar keuze. Ik dacht meteen aan de buurman van mijn ouders (en dus ook lange tijd van mij, toen ik nog thuis woonde) die al zijn hele leven blind is. Hij wilde graag meewerken. Ook moesten we onze visie geven op zelfgekozen nieuwsartikelen, dat vind ik prima. Voor dit onderdeel haalde ik dan ook afgerond een 10.

Maar de andere helft van het vak was de groepsopdracht. En iedere hbo-student weet dat groepsopdrachten ongeveer gelijk staan aan de hel op aarde. Het groepje moest al gevormd worden op de introductiedag, toen ik mijn klasgenoten dus amper een uur kende. Wij werden dan ook een groepje, omdat we toevallig rondom de Quest stonden. Want we moesten dus een eigen editie van de Quest gaan maken (er waren ook nog andere tijdschriften). De mensen van mijn groepje waren verder prima, prettig mee samen gewerkt. Maar we kregen dus een onvoldoende vanwege de taalnorm en daar baalde ik toch wel van. Ik ben namelijk nog nooit gezakt voor de taalnorm en we kregen echt dramatisch lage cijfers. Het hele gebeuren moest dus verbetert worden in de zomervakantie en uiteindelijk haalden we het met het absolute randcijfer. Ik geloof niet dat ik ooit nog met plezier de Quest zal lezen.

Ten slotte

Het belangrijkste wat de minor Schrijven in Opdracht mij heeft gebracht is dat ik mijn pen weer uit de wilgen haalde. Daardoor besloot ik om van afstudeerrichting te veranderen. Ik twijfelde al heel erg over mijn archivistische afstudeervoorstel en heb uiteindelijk besloten om het diploma Archivistiek B te laten gaan (nee, dat ging niet over één nacht ijs) en toch MIC af te studeren met een mediaproduct. Mijn idee is om een boek te gaan schrijven, dat is altijd al een droom van mij geweest en dit is de ideale manier om het ook echt te gaan doen en daar meteen op een voor mij leuke manier mee af te studeren.

DSC04761_LI (47)

 

Waarom uitgeverijen liever niet hebben dat bibliotheken e-books uitlenen

In november 2016 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat openbare bibliotheken e-books uit mogen blijven lenen aan hun leden. Het uitlenen van e-books is namelijk niet in strijd met de Europese richtlijn over boekenuitleen. E-books mogen dus op vergelijkbare wijze uitgeleend worden als fysieke boeken. De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOG) hoopt dat het uitlenen van e-books hierdoor makkelijker wordt. Ze hadden de rechtszaak zelf aangespannen tegen de Nederlandse Uitgeversbond en enkele collectieve rechtenorganisaties die de uitbetaling aan o.a. schrijvers regelen (o.a. Lira en Pictoright).

 

ebooks4
E-book tussen de fysieke boeken

 

Auteursrechten

Voor de uitspraak moest de VOG overeenkomsten sluiten met de diverse uitgeverijen om e-books te mogen uitlenen. Per uitgeleend boek moet de bibliotheek dan een bedrag betalen aan de uitgeverij. Volgens dhr. Van Kempen, het afdelingshoofd e-books van de Koninklijke Bibliotheek (beheerder van de Online Bibliotheek), gaat het om 12 tot 60 cent per uitgeleend boek. Dit heeft te maken met de levenscyclus van een boek: net als bij fysieke boeken wordt een titel na verloop van tijd goedkoper.

De bibliotheek is sterk afhankelijk van een door de overheid gesubsidieerd inkomstenmodel. De uitspraak gaat mogelijk wel zorgen voor een verandering in betalingen aan uitgeverijen en schrijvers. Voor uitgeleende fysieke boeken betalen de bibliotheken een vastgesteld bedrag rechtstreeks aan de schrijvers. Voor uitgeleende e-books liepen deze betalingen dus via de uitgeverijen. Er zal daarom een nieuwe betaalconstructie moeten komen, nu bibliotheken rechtstreeks e-books in kunnen kopen, zonder overeenkomst met de uitgeverijen. De Stichting Leenrecht, door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), bevoegd om wettelijke vergoedingen te innen voor auteursrechtelijk beschermde werken (zoals boeken), is het hier mee eens. In juni 2017 is het OCW-rapport Onderzoek naar de ontwikkeling van leenrechtvergoedingen 2006-2015 verschenen, maar volgens de Stichting Leenrecht roept dit rapport meer vragen dan antwoorden op.

Het Europese Hof heeft de bibliotheek nog wel wat restricties opgelegd. Zo mogen ze alleen legaal gekochte e-books uitlenen volgens het one copy, one user-principe: één titel kan slechts tegelijkertijd aan één lezer worden uitgeleend. Volgens dit principe kan een e-book dus ook “uitgeleend” zijn. In de overeenkomst met de uitgeverijen had de bibliotheek hier geen last van, want toen konden ze e-books uitlenen volgens het one copy, multiple users-principe: één titel kon uitgeleend worden aan meerdere lezers tegelijkertijd en was dus nooit “uitgeleend”. Leden kunnen maximaal tien e-books tegelijkertijd lenen, voor een periode van drie weken. Na die periode wordt het boek automatisch verwijderd, via een digitale kopieerbeveiliging. Verlengen kan niet zomaar, dan moet het boek opnieuw geleend en overgezet worden.

Online Bibliotheek versus e-bookabonnementenservices

 

ebooks5
Verschillende aanbieders van e-books

 

E-books lenen bij de Online Bibliotheek is verhoudingsgewijs veel goedkoper dan een abonnement via een e-bookservice zoals Bliyoo (via boekhandel Bruna) of Kobo Plus (die een deal hebben gesloten met Bol.com). Een jaarabonnement op de Online Bibliotheek kost 42 euro en is zelfs gratis als je al een abonnement voor fysieke boeken bij je lokale bibliotheek hebt lopen (abonnementsprijzen van de meeste bibliotheken liggen rond de 60 euro). Zowel Bliyoo als Kobo Plus komen op zo’n 120 euro per jaar. Daar komt nog bij dat boeken via Kobo Plus alleen te lezen zijn op een e-reader van het merk Kobo. E-books van de Online Bibliotheek zijn op verschillende platforms leesbaar, die van Bliyoo alleen op apparaten die Android ondersteunen en daarmee vallen veel gangbare e-readers af. Het gebruiksgemak van Kobo Plus is wel hoger: zij zijn tot nu toe de enige waarbij je de boeken draadloos op je e-reader kan zetten. Bij de Online Bibliotheek en Bliyoo moet je daarvoor een app downloaden en heb je een usb-kabel nodig.

De Nederlandse Uitgeversbond is niet blij met de uitspraak van het Europese Hof. Ze denken dat er vrijwel niemand meer voor e-books gaat betalen, als je ze vrijwel gratis bij de bibliotheek kunt lenen.

Uitgeverijen verdienen meer aan de abonnementen via een e-bookservice. Vermoedelijk gaat het om een bedrag van rond de €2,50 euro per e-book, maar dit is een door NU.nl gemaakte berekening, omdat exacte bedragen niet bekend zijn. Duidelijk is wel dat dit bedrag aanzienlijk hoger ligt dan voor de uitgeleende boeken via de Online Bibliotheek.

Prijsdaling

In 2016 werden er meer e-books geleend of via een abonnement op een e-bookservice gedownload, dan dat ze daadwerkelijk verkocht werden. Veel mensen worden namelijk nog altijd afgeschrikt door de hoge prijzen van e-books, hoewel die prijzen wel steeds verder dalen: In 2012 betaalde je voor een e-book nog ruim 80% van de prijs een fysiek boek, in 2016 was dit al gedaald naar zo’n 60%. Ondanks de prijsdaling vormde de verkoop van e-books in 2015 minder dan 10% van de totale boekenmarkt.

Auteur Maartje van Abeelen is een lezer en altijd op zoek naar manieren om makkelijk meer boeken te kunnen verslinden.

Lees ook mijn andere artikel over e-booksHet uitlenen van e-books; de redding van de Nederlandse bibliotheken?

Het uitlenen van e-books; de redding van de Nederlandse bibliotheken?

2016 was het Jaar van het Boek. Het boek heeft zich door de eeuwen heen steeds aangepast aan de eisen van de tijd: van kleitablet naar papyrusrullen en na de uitvinding van de drukpers richting het boek zoals wij dat nu kennen, tot het digitale boek: het e-book.

Bibliotheekuitleningen dalen; lezen is geen populaire vrijetijdsbesteding

Ondanks de groei van de Nederlandse bevolking (van grofweg 14 miljoen mensen in 1980 naar ruim 17 miljoen inwoners in 2017) is het lenen van bibliotheekboeken in de afgelopen dertig jaar met 100 miljoen boeken afgenomen. Deze afname hangt samen met de trend dat het lezen van boeken steeds minder populair is geworden als vrijetijdsbesteding. De meeste vrije uren worden tegenwoordig besteed aan “mediagebruik”. Het gebruik van computer en internet is sterk toegenomen sinds begin jaren ’90 van de vorige eeuw en in diezelfde tijd is de populariteit van het lezen van gedrukte media sterk gedaald.

Leden-en-fysieke-uitleningen-van-bibliotheken-17-09-19

De openbare Nederlandse bibliotheken vormen sinds 2003 samen de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOG). De VOG zal dus iets moeten ondernemen om de mensen weer naar de bibliotheken te krijgen, nu de uitleen van papieren boeken steeds verder daalt. Opvallend is dat dat de daling onder de uitleen van boeken voor volwassenen hoger is, dan de daling van de uitleen van jeugdboeken. Vermoedelijk heeft dit te maken met het feit dat kinderen tot hun 18e verjaardag gratis boeken mogen lenen bij de openbare bibliotheek en er verschillende campagnes zijn geweest om de jeugd weer aan het lezen te krijgen, zoals BoekStart en Bibliotheek op School. Ondanks het feit dat bibliotheekwerk grotendeels wordt gefinancierd vanuit openbare middelen, betalen volwassen in Nederland contributie voor hun lidmaatschap. In het buitenland is het vaak gebruikelijk dat iedereen gratis boeken kan lenen, dus Nederland heeft hierin een uitzonderingspositie.

Digitalisering van de bibliotheek

Sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw, zijn openbare bibliotheken zich steeds meer gaan richting op digitale dienstverlening. Zo wordt er sinds die tijd in vrijwel alle bibliotheken het gebruik van internet aangeboden. Ook de organisatie zelf ging steeds verder online, met een landelijke catalogus, digitale nieuwsbrieven per mail en een digitaal uitleensysteem. En sinds 2014 is er de Online Bibliotheek, in beheer bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Online Bibliotheek

De Online Bibliotheek richt zich op de uitleen van luisterboeken en e-books. Ook worden er online cursussen aangeboden. De uitleen van e-books zit sterk in de lift: in 2016 werden er 2,8 miljoen e-books uitgeleend, een stijging van maar liefst 74% met het jaar ervoor! In onderstaande grafiek staan ook de resultaten van de VakantieBieb, in de zomermaanden kunnen leden en niet-leden van de Online Bibliotheek een verzameling van 60 e-booktitels downloaden met daarin titels voor het hele gezin.

Uitleningen-e-books-online-Bibliotheek-en-VakantieBieb-17-09-19

Toch hebben nog altijd slechts 344.000 van de in totaal 3,7 miljoen bibliotheekleden een gebruikersaccount voor de Online Bibliotheek. Dit is dus nog maar 9,2% van de leden. En slechts zes van de tien online leden maakt hier ook daadwerkelijk gebruik van. Als je deze cijfers uit 2016 zo eens bekijkt, dan zie je meteen dat er nog een grote groei mogelijk moet zijn. Eén van de voordelen voor lokale bibliotheken is dat ze zelf geen collectie op hoeven te zetten met digitale boeken, omdat de Online Bibliotheek landelijk is.

Hoe komt het dan dat die groei er nog niet is?

Persoonlijk denk ik dat onwetendheid van de mensen het grootste probleem is: mensen zijn simpelweg niet op de hoogte van het bestaan van de Online Bibliotheek. Zo ben ik zelf een vrij fanatieke boeklezer en al jarenlang lid van de lokale bibliotheek. Toch had ik nog nooit gehoord van de Online Bibliotheek, omdat ik aanvankelijk niet zo geïnteresseerd was in e-books. Nu je e-books echter op steeds meer media-apparatuur kunt lezen – en geen speciale e-reader meer hoeft aan te schaffen – zijn ze voor mij wel aantrekkelijker geworden. De landelijke campagne “E-books: leen ze bij de bibliotheek!” die in 2016 is gehouden was een goed begin, maar ik denk dat een vervolg hierop wenselijk zou zijn, bijvoorbeeld in 2018, zodat nog meer mensen op de hoogte worden gebracht van het bestaan van de Online Bibliotheek.

 

ebooks2
E-books lezen kan tegenwoordig op vele media-apparaten

 

Een ander nadeel is dat er veel minder e-booktitels beschikbaar zijn (zo’n 15.000 titels, wat ongeveer 1/3 is van het totale aanbod aan titels dat is uitgegeven als e-book) tegen 100.000 titels die beschikbaar zijn als fysiek boek (bij een middelgrote bibliotheek). Vanwege afspraken met uitgeverijen, zijn bijvoorbeeld bestsellers vaak pas relatief laat te leen als e-book. Ook oudere (populaire) literatuur is nog niet altijd uitgegeven als e-book. Ook is er een gebrek aan de beschikbaarheid van studieboeken in e-bookvorm. Het goede nieuws voor de jeugd is dat Young Adult-titels vaak wel snel te lenen zijn als e-book.

Daarnaast is de manier waarop je een geleend e-book op je media-apparaat te krijgen nog altijd omslachtig: je wordt heen- en weer gestuurd tussen een website en een app. Daar staat tegenover dat je wel 24/7 boeken kan lenen bij de Online Bibliotheek en dat je voor de fysieke bibliotheek nog altijd afhankelijk bent van de openingstijden. Op het gebied van het online uitleensysteem is zeker nog een verbeteringsslag te halen.

Lidmaatschap

Een lidmaatschap van de Online Bibliotheek kost 42 euro per jaar (tarief 2017): je kunt dan maximaal 10 e-books tegelijkertijd lenen voor een periode van drie weken. Maar als je al lid bent van een lokale bibliotheek, dan kun je gratis een lenersaccount aanmaken voor de Online Bibliotheek. De kosten van een abonnement verschillen per lokale bibliotheek, maar liggen gemiddeld rond de 50 euro per jaar. Voor die paar euro meer per jaar is mijn advies: kies voor een abonnement bij een lokale bibliotheek, aangevuld met een gratis account voor de Online Bibliotheek, dan heb je het beste van zowel de papieren als de digitale boekenwereld.

Auteur Maartje van Abeelen is een lezer en altijd op zoek naar manieren om makkelijk meer boeken te kunnen verslinden.

Lees ook mijn andere artikel over e-booksWaarom uitgeverijen liever niet hebben dat bibliotheken e-books uitlenen

Hoe Cialdini de website van de gemeente Oisterwijk positief kan beïnvloeden

Dit is een blog die ik heb geschreven als opdracht voor het schoolvak MIC Design. Dit vak ging hoofdzakelijk over de invloed van persuasive design op websites. Deze blog verscheen eerder op MICwatching, de blog van de Hogeschool van Amsterdam. Deze website gaat binnenkort het archief in en daarom leek het mij leuk om mijn blogs nog eens te publiceren op Maartjes Moves onder de categorie “Back to School”.

Op twee jaar na, ben ik al mijn hele leven inwoner van de gemeente Oisterwijk. Helaas ben ik niet zo te spreken over de gemeentelijke website. In dit artikel wil ik enkele tips geven om de website aantrekkelijker en duidelijker te maken met behulp van enkele beïnvloedingstechnieken van Cialdini:

1. Wederkerigheid
2. Consistentie
3. Bevestiging
4. Schaarste
5. Autoriteit
6. Sympathie
7. Eenheid

Meer hierover valt er te lezen in mijn andere stuk over dit onderwerp: Persuasive design bij een gemeentelijke website

Omdat de gemeente Oisterwijk een overheidsinstantie is, die niet gericht is op het maken van winst, zijn niet alle technieken toepasbaar op de website. Daarom heb ik besloten om me te richten op de drie technieken die in mijn ogen het meeste bruikbaar zijn voor een gemeentelijke website, namelijk wederkerigheid, sympathie en eenheid. Daarnaast zal ook autoriteit kort aangestipt worden.

gemeente_oisterwijk

Gemeente Oisterwijk

Oisterwijk is een gemeente, bestaande uit drie kernen – de dorpen Oisterwijk en Moergestel en het buurtschap Heukelom – in de provincie Noord-Brabant. Geografisch gezien ligt het vlakbij de stad Tilburg. De gemeente is landelijk vooral bekend vanwege de vele natuurgebieden: de Oisterwijkse bossen en vennen en het heidegebied de Kampina.

kaartje oisterwijk
Kaartje van de omgeving met de kern Oisterwijk in het midden, daaronder de kern Moergestel en linksboven (tussen Oisterwijk en Berkel-Enschot) het buurtschap Heukelom.

Op 1 januari 2018 heeft de gemeente 26.175 inwoners, waarvan er bijna 20.000 in de kern Oisterwijk wonen, ongeveer 6000 in de kern Moergestel en ruim 300 in het buurtschap Heukelom.

Oisterwijk is een sterk vergrijzende gemeente: zo’n 20% van de inwoners zijn 65-plussers. Daarnaast is 30% van de inwoners tussen de 45 en de 65 jaar oud.

 

2016-11-04 (11)
Leeftijdsopbouw inwoners gemeente Oisterwijk, eigen grafiek, gebaseerd op gegevens uit het plaatselijke krantje de Nieuwsklok (2016)

 

Autoriteit

Een gemeente is, na de Rijksoverheid en de provincies, de derde bestuurslaag in het Nederlandse staatsbestel en heeft daardoor autoriteit als overheidsorgaan. Inrichting en bestuur van een gemeente zijn vastgelegd in de Gemeentewet. Het bestuur van een gemeente is o.a. verantwoordelijk voor:
– Stadsontwikkeling
– Verkeer en vervoer
– Onderwijs
– Welzijn en sociale zaken
– Belastingheffing

Een gemeente heeft dus de autoriteit om als enige instantie diverse officiële documenten en diensten te mogen uitgeven aan de inwoners van de gemeente. Maar een gemeente kan en mag haar autoriteit nooit als marketingmiddel gebruiken om meer documenten of diensten te verkopen, omdat ze een overheidsorganisatie zijn.

Gemeentelijke website

Natuurlijk heeft de gemeente Oisterwijk een website.
Deze website is helaas erg onoverzichtelijk, heeft een onaantrekkelijk design, is onduidelijk in gebruik en er blijkt veel informatie te ontbreken. Daardoor straalt de website weinig sympathie of eenheid uit. Met behulp van voorbeelden van andere gemeentelijke websites, zou ik graag enkele handvaten willen geven hoe de gemeente Oisterwijk hun website zou kunnen verbeteren. Deze voorbeelden blijven dichtbij huis, want ze zijn allemaal afkomstig van andere Noord-Brabantse gemeenten.

 

2018-04-10
Homepage website gemeente Oisterwijk

 

Toptaken

Minister Plasterk stelde al in 2013, dat alle gemeentelijke producten in 2017 digitaal aan te vragen zouden moeten zijn. Volgens mij is dit niet gelukt: bij alle gemeentelijke websites die ik heb bekeken moet je nog altijd een fysieke afspraak maken. Het maken van die afspraak kan wel overal online.
De laatste jaren kiezen veel gemeenten ervoor om hun websites in te richten via de toptaken-methode van Gerry McGovern. In het kort komt dat hier op neer: een klein gedeelte van de inhoud van je website, genereert een groot gedeelte van het verkeer. Als je dat gedeelte dus goed kan inrichten, stel je al een groot gedeelte van je bezoekers tevreden. Een toptaken-website toont dus aan de bezoeker de belangrijkste taken waarvoor hij of zij naar de website komt. Een gemeentewebsite zou dan dus de meest gevraagde transacties op hun homepage moeten zetten.
Het lijkt erop dat de gemeente Oisterwijk dit ook heeft geprobeerd, maar dat het niet zo goed gelukt is. Als je naar de homepage van bijvoorbeeld de naastgelegen gemeente Tilburg kijkt zijn ze iets vergeten:

 

2018-04-06 (3)
Homepage website gemeente Tilburg

 

Namelijk een balk bovenaan met de indeling in de belangrijkste klantgroepen van een gemeente. Dit zijn:
– Burgers
– Ondernemers (bedrijven)
– Het maatschappelijke middenveld (organisaties)

Door de gemeente Tilburg zijn deze klantgroepen samengevat onder de kopjes “Inwoners”, “Ondernemers” en “Stad en Bestuur”. Als je zo’n kopje aanklikt krijg je de meest aangevraagde taken voor de betreffende groep te zien. Ik mis hier dan nog wel een kopje “maatschappelijke organisaties”, waar dan bijvoorbeeld scholen en kinderopvang onder zouden vallen (iets wat bij de gemeente Oisterwijk ergens tussendoor zwerft, waar het helemaal niet hoort):

2018-04-10 (6)
Onsamenhangende onderwerpen onder een nietszeggende kop op de website van de gemeente Oisterwijk

Terug naar de homepage van de gemeente Tilburg: onder de balk staan de vier grootste toptaken in gekleurde blokjes. Door dit kleurgebruik ziet de pagina er ook al vele malen aantrekkelijker uit, dan die van de gemeente Oisterwijk en toch is de homepage van de grotere buurgemeente nog altijd overzichtelijk.
Onder de vier grootste toptaken volgen dan nog vijftien andere veelvoorkomende taken in een kleiner lettertype.

Nog een pluspunt van de website van de gemeente Tilburg is dat ze een voorleesknop (zie screenshot, onderaan in het midden) hebben. Dit zou zeker voor alle oudere mensen in de sterk vergrijzende gemeente Oisterwijk een aanrader zijn. Eventueel in combinatie met een “vergrootglas” om het lettertype groter en daardoor beter leesbaar te maken.
Voor buitenlandse inwoners staan de belangrijkste toptaken ook nog in het Engels genoemd. Dit zou voor Oisterwijk, waar al bijna twintig jaar een asielzoekerscentrum gevestigd is, ook een goede optie zijn.

Verder heeft de gemeente Tilburg het onderdeel “Mijn gemeente”. Hier kun je zowel als burger of als ondernemer inloggen met je DigiD-code om jouw transacties met de gemeente te bekijken, zodat je niet iedere keer al je gegevens opnieuw hoeft in te vullen. Omdat ik geen inwoner van de gemeente Tilburg ben, kan ik hier niet inloggen, maar ik neem aan dat het ook linkt met “Mijn Overheid”.

 

2018-04-10 (1)
Het onderdeel “Mijn Gemeente” op de website van de gemeente Tilburg

 

Wederkerigheid

Overheidsorganisatie mogen in principe geen winst maken. Daardoor wordt het ook moeilijk om zoiets als korting te geven op hun diensten. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) mogen gemeenten winst maken binnen bepaalde grenzen en als ze de burgers inzicht geven over de spreiding van de kosten over de verschillende diensten: “Gemeenten mogen winst maken op afzonderlijke diensten zoals de uitgifte van paspoorten of bouwverordeningen, zolang de inkomsten van hun totale dienstenpakket niet boven de kosten uitkomen.” (NRC, 2005, Gemeenten mogen winst maken op uitgifte paspoort). De Rijksoverheid stelt wel maximumprijzen vast voor paspoort, identiteitskaart en rijbewijs. Een gemeente mag dus ook minder geld voor deze documenten vragen. Een gemeente moet altijd een sluitende begroting hebben: er mag nooit meer geld uitgegeven worden, dan er binnen komt.

Wat ook bij wederkerigheid hoort zijn kleine cadeautjes, zoals een kopje koffie. Dit laatste is online een beetje lastig weg te geven, maar het zou zeker wel op de website beloofd kunnen worden bij het maken van de afspraak: “Gratis kopje koffie bij de aanvraag van je nieuwe paspoort!” Dan wordt het bezoek aan het gemeentehuis meteen een stuk gezelliger.

Nieuwsbrief

De gemeente Oisterwijk heeft een krantje met gemeentelijk nieuws wat wekelijks huis-aan-huis wordt verspreid: de Nieuwsklok. Hoewel dit krantje ongetwijfeld hoog gewaardeerd wordt door de oudere inwoners en daarom voorlopig nog niet mag verdwijnen, zou ik als papier besparende jongere met een nee-nee sticker op mijn brievenbus, meer geïnteresseerd zijn in een digitale nieuwsbrief. De gemeente Sint-Michielsgestel pakt dit bijvoorbeeld heel goed aan met diverse nieuwsbrieven voor verschillende doelgroepen:

2018-04-06 (2)

Ook interessant is de mogelijkheid om de gemeentegids digitaal in te kunnen zien, dit is o.a. mogelijk bij de gemeente Vught.

Social Media en nieuwsberichten

Volgens G. van Dijk (10 succesfactoren voor toptaken op je site) is het niet meer van belang om nieuws prominent op je homepage te zetten. Mensen pikken nieuws veel sneller op via social media. Daarom hebben diverse Noord-Brabantse gemeenten de social media-knoppen heel slim bij de contactgegevens op hun homepage gezet. Zo genereren ze meteen extra conversie.

Nieuws staat bij de Gemeente Oisterwijk inderdaad pas onderaan de homepage. Opvallend is dat de overgang heel raar is, vanwege die blauwe balk over de vage achtergrondfoto. Eigenlijk ziet het blok met nieuws er qua opmaak aantrekkelijker uit, dan het onderdeel met toptaken. Maar die toptaken zijn het eerste wat je ziet, om het nieuws te zien moet je naar beneden scrollen. De gemeente Oisterwijk is o.a. actief op facebook, twitter en LinkedIn, maar bij de contactgegevens wordt er over social media niets vermeld.

Een optie om wel nieuws op de homepage te brengen, maar met minder ruimte-inname is een nieuwsslide, zoals bij de Gemeente Best. De homepage wordt daar direct actiever en aantrekkelijker door. In zo’n slidebalk zouden dan eventueel ook foto’s en/of filmpjes kunnen worden geplaatst (dit mis ik nog wel bij de gemeente Best):

 

2018-04-10 (4)
Homepage gemeente Best: Het blok rechtsonder is een bewegende nieuwsslide. En zie rechtsonder ook de social media knoppen. 

 

Visueel

Een eerste oplossing zou zijn om te kiezen voor een ander lettertype. De gemeente Oisterwijk gebruikt nu een witte letter met een schaduw, op een blauwe achtergrond. Deze blauwe achtergrond is in de vorm van een brede balk, die over een lelijke, onduidelijke (vaak te veel ingezoomd) foto (waarschijnlijk een standaard stockfoto) is geplaatst, waar de foto dan nog half doorheen schijnt. Dit ziet er lelijk uit en de teksten worden hierdoor lastiger leesbaar. Ook de foto’s vallen hierdoor voor een groot gedeelte weg, waardoor ze er vreemd afgesneden uitzien:

 

2018-04-10 (3)
Voorbeeld van lelijke visualisatie met blauwe balk, onduidelijke foto en onduidelijke lettertype met schaduw op de website van de gemeente Oisterwijk.

Ook gebruikt de gemeente Oisterwijk op hun homepage te veel tekst. Prima om een kopje “Geboorte, Trouwen en Overlijden” te noemen, maar dan hoef je daaronder niet ook al alle voorbeelden te gaan noemen, doe dat dan op de subpagina die verschijnt als je doorklikt. In plaats van te veel tekst zouden eventueel pictogrammen kunnen worden gebruikt. De gemeente Someren doet dit bijvoorbeeld:

 

2018-04-10 (2)
Gebruik van pictogrammen op de website van de gemeente Someren

 

De gemeente Loon op Zand heeft hun Paspoort, Rijbewijs en Uittrekselpagina (volgens C. Lustig toptaak nummer 1: ‘De klant centraal?’ Combineer toptaken met customer journey) in mijn ogen het mooiste op orde. Nette indeling, rustig en duidelijk lettertype en bij elk onderdeel staat keurig vermeld wat het precies voor een document is, wat je mee moet brengen bij de afspraak, de kosten van het document, hoe lang de aanvraag duurt, enz. Ook kun je meteen doorklikken om een afspraak te maken.

 

2018-04-06 (1)
Pagina van de website van de gemeente Loon op Zand

 

Foto’s en/of korte filmpjes zouden de website in mijn ogen zeker aantrekkelijker maken, maar gebruik dan goede foto’s. De gemeente Oisterwijk staat bekend om de meest prachtige bossen en vennen: plaats daar dan een foto van. Binnen de gemeente zijn meer dan vijftig rijksmonumenten: zet daar dan een foto bij. En waarom van die lelijke stockfoto’s? Met ruim 25.000 inwoners zullen er genoeg goede amateur-fotografen zijn, die het heel leuk vinden om hun foto tegen een kleine vergoeding en/of naamsvermelding terug te zien op de gemeentelijke website!

Betrekken van de burger

Mocht de gemeente Oisterwijk overgaan op een nieuwe indeling/verandering van de website, homepage in het bijzonder, dan zouden ze sowieso de klant – in dit geval dus de burger – bij dit proces moeten betrekken. Volgens C. Lustig (‘De klant centraal?’ Combineer toptaken met customer journey) denken veel organisaties (ook gemeenten) vanuit het perspectief van de organisatie. En vanuit een organisatie wordt vaak heel anders gedacht over wat de klant wil, dan wat de klant zelf zou willen. De burgers moeten dus bij het ontwerpproces betrokken worden.

X. Selier (Nieuwe gemeentesite? Geef inwoners de leiding!) van de gemeente Lansingerland is het hier helemaal mee eens. In haar artikel stelt ze vragen als: “Aan welke informatie heeft de burger nou echt behoefte?” en is “de taal van onze website niet veel te ambtelijk?” De doelgroep van de website: zowel burgers als ondernemers zijn betrokken geweest bij het proces.

G. van Dijk (10 succesfactoren voor toptaken op je site) stelt dat gemeentelijke websites eigenlijk een soort van groot archief zijn: er staat (te) veel informatie op, die lastig is om snel te beoordelen of bij te houden. Hij vindt dat de inhoud van een website vooral praktisch moet zijn en niet juridisch.

Eenheid

Al in 1997 vond de gemeentelijke herindeling plaats en werden Oisterwijk, Moergestel en Heukelom één gemeente. Na 21 jaar wordt er echter nog steeds gesproken over de drie afzonderlijke woonkernen. Voor de eenheid van de gemeente zouden we misschien eens van dit denkbeeld af moeten.
Anderzijds stelt X. Selier (Nieuwe gemeentesite? Geef inwoners de leiding!) dat mensen zich in de eerste plaats inwoner voelen van een wijk of buurt en daarna pas van een woonkern of gemeente. Dus dan zou je informatie op de gemeentelijke website moeten gaan ontsluiten per wijk. Persoonlijk lijkt me dit bijzonder onhandig en iets wat pas in een latere fase zou moeten gebeuren. Zorg maar dat je het eerst op gemeenteniveau in orde hebt. Bovendien gelden veel zaken toch gemeentebreed hetzelfde, dus het heeft geen prioriteit.

Conclusie

Voor meer sympathie, eenheid, wederkerigheid en om hun autoriteit te versterken, zou de gemeentelijke website verbeterd moeten worden.
De gemeente Oisterwijk zou eens rond kunnen kijken op andere gemeentelijke websites om inspiratie op te doen voor de vormgeving en de indeling. Mochten ze de website daadwerkelijk gaan aanpassen, dan zou het heel verstandig zijn om daarbij hun klanten – de burger, de ondernemer en de maatschappelijke organisaties – te betrekken: waarvoor hebben zij de gemeentelijke website nodig?

Enkele tips:
– Krijg met behulp van je klanten – burgers, ondernemers en organisaties – helder wat de belangrijkste toptaken zijn voor de gemeente Oisterwijk en neem dit mee in de nieuwe indeling van de website, homepage in het bijzonder.
– Maak de homepage visueel aantrekkelijker door het gebruik van andere (achtergrond)kleuren (haal die lelijke blauwe balk onmiddellijk weg!) of betere achtergrondfoto’s, een duidelijker lettertype, minder tekst en icoontjes. Plaats dan meteen een voorleeshulp en een “vergrootglas” voor de verouderende inwoners.
– Gebruik een keuzebalk bovenaan de homepage met de kopjes “inwoners”, “ondernemers”, “maatschappelijke organisaties” en “gemeentebestuur”.
– Denk erover om “Mijn Gemeente” te gaan gebruiken voor de aanvraag van gemeentelijke uittreksels, gekoppeld aan “Mijn Overheid”.
– Kies voor de hele website voor mooiere foto’s; betrek hier bijvoorbeeld amateurfotografen uit de gemeente bij. Foto’s mogen ook minder prominent aanwezig zijn: niet per se als achtergrond, wel kleiner op de juiste pagina’s. Een goed voorbeeld is de plaats van deze foto op de website van de gemeente Vught:

2018-04-10 (7)
Website gemeente Vught: Voorbeeld van een goed geplaatste en mooie foto.

– Kies ervoor om nieuws via de social media te communiceren of vat de nieuwsitems samen in een slidebalk, zodat het minder ruimte in beslag neemt.
– Plaats de social media-knoppen ook bij de contactgegevens.
– Zorg voor een digitale nieuwsbrief.
– Maak de gemeentegids digitaal zichtbaar op de website.

Met minder tekst in de toptaken, het gebruik van een keuzebalk met klantgroepen, een duidelijker lettertype en kleinere, mooiere en anders geplaatste foto’s, zou de gemeente Oisterwijk al veel winnen.

Auteur Maartje van Abeelen is inwoner van de gemeente Oisterwijk en ergert zich aan de gemeentelijke website.

Lees ook mijn andere artikel over het gebruik van persuasive design bij een gemeentelijke website: Persuasive design bij een gemeentelijke website

 

 

“Een leven lang leren”

Als het goed is staat deze column vandaag in de Metro, maar natuurlijk publiceer ik het ook op mijn eigen blog. Ik schreef deze column als opdracht voor het vak Argumenteren en Overtuigen, onderdeel van de minor Schrijven in Opdracht. 

“Een leven lang leren”

Rijksoverheid en de Onderwijsraad hebben beiden hun mond vol over “een leven lang leren”. Je zou dus denken dat mensen die op latere leeftijd gaan studeren enorm aangemoedigd worden door deze instanties. Helaas is dat niet zo.

Ik ben zo’n late student; op mijn 29ste begon ik met de deeltijdopleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam.

Ik wist dat je na je 30ste geen recht meer had op studiefinanciering, maar ik was net 29 geworden, dus ik dacht dat het wel goed zat. Mooi niet dus. Na de havo was ik namelijk ook al begonnen aan een hbo-opleiding, maar daar ben ik al binnen twee maanden mee gestopt. Toch ging daardoor de studietermijn van tien jaar wel tellen en die termijn was ondertussen voorbij. Dat betekende dat ik in het toenmalige stelsel geen recht had op studiefinanciering en ook niet op het daaraan gekoppelde studentenreisproduct, waarmee je gratis kan reizen.

Slik. Ik had me net aangemeld voor een studie die alleen te volgen is in Amsterdam. En ik woon in Noord-Brabant. Een retourtje Oisterwijk – Amsterdam Amstel kost 36,60 euro. Daardoor betaal ik nu 102 euro per maand voor een treinabonnement en ben ik gebonden aan de daluren van de NS.

Dan komt er nog bij dat mensen een deeltijdstudie niet voor vol aan zien. Dit is volslagen onzin: een deeltijdstudent moet evenveel studiepunten halen als een voltijdstudent, volgt vrijwel dezelfde vakken, moet evenveel studie-uren maken en betaalt net zoveel collegegeld. Het enige verschil is dat alle colleges op één dag vallen. Maar in tegenstelling tot voltijdstudenten moet ik mijn studiekeuzes altijd overal verdedigen, de studiecoördinator noemde mijn huidige baan een “minderwaardige mbo-baan”, voor sommige vakken bleek bij het eerste college nog niet eens een inhoud te zijn en de begeleiding is vaak waardeloos; ik zit al aan studieloopbaanbegeleider nummer drie.

Eigenlijk is het heel ironisch: Ik begon aan een studie met de hoop op een betere baan en daarmee een beter inkomen. De studie zelf blijkt echter een flinke financiële aderlating te zijn. Misschien moet ik naar Zweden emigreren. Studenten hoeven daar geen collegegeld te betalen, krijgen ook nog eens een basisbeurs en leeftijd doet er niet toe. Ik kan alleen maar hopen dat de diepte-investering die ik in mijn studie heb gedaan zich uiteindelijk in de toekomst terug zal betalen.