Natuurlijk is mijn Day Zero Project allang verlopen (het liep van 1 januari 2017 tot en met 29 september 2019), maar toch heb ik in 2020 nog een doel van de lijst vervuld en wel eentje uit de categorie “Vakantieprikkels”, de categorie waarvan ik geen enkel doel vervulde…
Maar nu is doel 76 dan toch nog gelukt; het bezoeken van het Drielandenpunt in Vaals. Op dit punt komen de grenslijnen van Nederland, Duitsland en België samen.
In juli 2020 verbleven mijn moeder en ik drie dagen in Kerkrade en toen zaten we vlakbij het Drielandenpunt, dus maakten we een wandeling met flink wat hoogteverschillen door drie landen, waarbij we halverwege het Drielandenpunt passeerden. Dit is vanwege corona meteen de enige keer dat ik in 2020 in het buitenland ben geweest.
Wandeling nummer 416
Om de een of andere reden leek het mij altijd interessant om het Drielandenpunt eens te bezoeken en daarom kwam het ook als doel in mijn Day Zero Project terecht. Tijdens de looptijd van het DZP kwam het er echter nooit van. 1,5 jaar geleden zaten we in Valkenburg heel dichtbij, maar toen waren we daar met de trein en met het openbaar vervoer is het bijna ondoenlijk. Dit keer zaten we echter in Kerkrade en dat is nog een stuk dichter bij Vaals, het zou zelfs te fietsen zijn. Maar wandelen vind ik een interessantere optie (ik ben veel meer een wandelaar dan een fietser), dus ging ik op zoek naar een wandeling rondom en over het Drielandenpunt. Die zijn er verschillende en ik koos uiteindelijk voor een wandeling van 12 kilometer met de saaie naam “nummer 416”. Ik vond deze wandeling op een website over Zuid-Limburg, maar hij komt blijkbaar uit een (oude) wandelgids. In ieder geval is hij nu gewoon te downloaden als gpx-file voor in de gps. Deze rondwandeling gaat dus door de drie landen Nederland, Duitsland en België en start officieel op het Drielandenpunt. Het leek ons echter leuker om vanuit Vaals te gaan wandelen, zodat het Drielandenpunt ongeveer halverwege de route zou liggen. Dus reden we met de auto naar Vaals en zochten een parkeerplaats. In tegenstelling tot Kerkrade moest je hier wel betalen, maar 5 euro voor een hele dag is op zich nog goedkoop als je het vergelijkt met parkeren in de grote steden.

Grensgebied
De caches voor vandaag had ik wel in mijn gps staan (er was een grote storing bij Garmin, waardoor ik maar een gedeelte van mijn query met caches in had kunnen laden in mijn gps) en dat werkt in het veld toch wel een stuk fijner: als je de caches op de kaart van je gps meteen op je route ziet liggen. We gingen op pad, de straat steeg meteen en al na een klein stukje door Vaals gingen we het heuvelland in en de grens naar Duitsland over. Daar konden we meteen een cache loggen, die Vaalser Quartier heette en dat was meteen ons eerste blik vanuit de hoogte over het Nederlandse Vaals en het Duitse Aachen. We konden nog lang genieten van dit uitzicht, terwijl we door het bos over de heuvels liepen. We vonden nog een paar caches op Duits grondgebied in dit thema.

Eentje met de naam Gute Aussicht en eentje met de zeer toepasselijke naam Weg zum Dreiländerpunkt. Ook leuk was dat er twee (bronstige?) herten (of zijn dit ook reeën?) het pad overstaken, ze zaten elkaar achterna en we konden ze nog een tijdje nakijken voor ze in de bossen op de hoger gelegen helling verdwenen. Helaas waren ze te snel voor een foto, maar wel heel leuk om gezien te hebben.

Klimmen en dalen
Het was een pittige wandeling met veel klimmen en dalen. Hier waren we in de wandelbeschrijving al voor gewaarschuwd. In de bossen was het niet heel erg druk, een enkele andere wandelaar en een paar mountainbikers die de mountainbikeroute deden. We liepen een klein stukje door een Duits dorpje en hier waren wel wat mensen, maar wij gingen al snel weer de bossen in, nadat we via een spoorbrug de Montzenlinie overgestoken waren, een spoorlijn.

Vanaf de spoorbrug kon je een tunneltje inkijken, het leek ons leuk om de trein hieruit te zien komen, maar helaas was er op dat moment geen trein te zien. Wel vonden we hier nog een cache, die ook Montzenlinie heette. Via een holle weg gingen we weer een nieuwe heuvel op. Vroeger was dit een smokkelaarsroute en dat konden we ons wel indenken, want het was maar een heel smal en verborgen paadje. Wij smokkelden er alleen nog een puntje op een cache. Daarna kwam de pittigste klim uit de route: een heel steil paadje de heuvel op. Onderweg kwamen we twee oudere Duitse vrouwtjes tegen, die het pad juist afdaalden. Wij vonden dat wel stoer, dat ze dat op die leeftijd nog deden. Ik hoop echt dat ik ook nog kan wandelen als ik 80+ ben.

Drielandenpunt
Het steile pad eindigde bij het beroemde Drielandenpunt. Mijn moeder was er ooit eens geweest, toen ze nog een kind was, dus die had nog vage herinneringen. Ik was er nog nooit geweest. Corona of niet: Het was er enorm druk met mensen uit alle drie de landen, het is een behoorlijk commerciële attractie geworden. Het ging mij niet zozeer om de grenssteen zelf, je moest er in de rij voor een foto en daar hadden wij geen zin in. Ik werd vooral aangetrokken door de twee uitkijktorens die op het terrein stonden; de Boudewijntoren op Belgisch grondgebied en de concurrerende Wilhelminatoren op Nederlands grondgebied. Beiden genoemd naar de toenmalige monarchen.

De Boudewijntoren
De Boudewijntoren stond nu voor onze neus, dus ik ging meteen in de rij staan om er op te mogen. Mijn moeder bleef beneden, want die heeft hoogtevrees. De toren stamt uit 1993 en is 50 meter hoog. Vanwege corona mocht je alleen met de lift omhoog. Je mocht wel via de trap omlaag. Ik vond dit echter de engste uitkijktoren waar ik ooit op geweest ben. Alle trappen bestaan namelijk uit open roosters en ik trilde als een rietje. Vanaf de lift moet je zo’n open roostertrapje op, om op het bovenste uitkijkplateau te komen – wat dus bovenop de liftschaft ligt – en ik moest echt even moed verzamelen voor ik dat durfde. Het plateau is wel dicht en toen ging het wel weer. Het uitzicht is de moeite waard, je kunt heel ver kijken over drie landen. In de verte zag je ook de andere uitkijktoren staan. Na wat foto’s en genieten van het uitzicht daalde ik weer af naar de liftruimte. Ik dacht dat ik nu wel langs de open roostertrap naar beneden durfde te gaan en begon moedig aan het eerst trapje. En nu moet ik bekennen dat ik na het eerste trapje weer ben omgedraaid. Ik vond het echt doodeng en stond helemaal te trillen. Dus ging ik met de lift weer naar beneden. Ik was helemaal misselijk van deze toren, zo’n gevoel heb ik ook wel eens gehad na een achtbaan. Mijn moeder verklaarde mij voor gek dat ik überhaupt die toren op was gegaan.

Letterbox
Zij had ondertussen het grootste gedeelte van de letterbox-cache opgelost, maar ze wist niet meer hoe ze moest projecteren. Voor de projectie gingen we even een hapje eten bij Taveerne de Grenssteen. Ook liepen we nog even door de uiterst commerciële souvenirwinkel, waar je miniatuur-drielandenpunt-grenssteentjes (leuk woord voor galgje) kon kopen. Ik kocht niets, maar mijn moeder spaart lelijke magneten van de plaatsen waar ze is geweest, dus die ging voor een magneet. Na het eten gingen we de earthcache over het hoogste punt van Nederland oplossen. Dit is amper 50 meter van de drielandengrenssteen af, maar hier was het minder druk, dus konden we rustig de vragen beantwoorden en een foto maken. Daarna maakten we de letterbox af, de cache hiervan lag dan weer op Belgisch grondgebied, maar toch werd hij geteld als Nederlandse cache. Beetje jammer wel, want ik dacht dus caches in drie landen op deze dag te hebben gevonden en later bleken dat er dus maar twee te zijn.

Moresnet
Van 1839 tot 1919 was het zelfs het Vierlandenpunt, want toen lag hier ook nog het kleine staatje Neutraal Moresnet waar een waardevolle zinkgroeve lag die alle drie de omliggende landen interessant vonden. Daarom werd het gebied rondom de groeve tot neutraal minilandje benoemd. Na de eerste wereldoorlog ging Moresnet op in België.

Geflipte Munzees en de Wilhelminatoren
We probeerden ook nog Munzees te vangen, maar onze telefoons flipten helemaal in dit grensgebied en wisten van gekkigheid niet meer van welke provider ze gebruik moesten maken en kregen daardoor internetproblemen. Ik moest later op de dag de Munzee-app zelfs verwijderen en opnieuw installeren, omdat hij vastgelopen was. Het ging beter toen we Nederland inliepen, op weg naar de Wilhelminatoren. Want ja, nu ik hier toch was wilde ik ook in die toren. Waar de Boudewijntoren een beetje pauper aan doet, hij is oud en vies en komt onaangenaam over vanwege het prikkeldraad aan de buitenzijde, is de Wilhelminatoren netter en schoner. Deze toren is in 2011 dan ook herbouwd. Ik vond deze toren lang niet zo eng. De trap rondom is dicht, dus ik ging nu wel naar boven en naar beneden via de trap. Helemaal boven is een plateau van glas en dat heb ik even geskipt, want ik begon weer te trillen. Toch een beetje hoogtevrees van mijn moeder geërfd, denk ik. Het uitzicht is natuurlijk niet heel veel anders dan dat vanuit de andere toren, ik denk dat ze maar een kilometer van elkaar af staan. Overigens is de Belgische toren wel 15 meter hoger, want de Nederlandse toren is maar 35 meter hoog. Maar mocht ik nog eens terug komen op het Drielandenpunt, dan wil ik nog wel een keertje in de Wilhelminatoren, maar sla ik de Boudewijntoren over.

Uitgestorven België
Terug op de grond, was het tijd om de wandelroute weer op te pakken. We konden toch nog een paar Munzees meepakken en gingen via een bospad België in. Bijzonder dat we amper een paar honderd meter van het Drielandenpunt af waren en het alweer heel rustig was. We kwamen vrijwel geen mensen meer tegen. Ook het kleine Belgische dorpje Gemmenich leek compleet uitgestorven. Wel nog een paar andere grenspalen gezien, dus maakten we een foto van onszelf bij een andere grenspaal. We zagen weer een ree, deze was minder druk dan het tweetal van die ochtend, maar het dier was ook weer te snel weg voor een foto. De route steeg en daalde flink, wel hadden we nog mooie uitzichten. Ook was het af en toe onduidelijk waar we heen moesten, omdat we een paar keer dwars door een weiland moesten lopen, dus soms een klein stukje verkeerd gelopen. De kaart in de gps kende niet alle paden. Er waren veel draaihekjes die op heel vreemde plekken stonden. Toch zagen de routepalen er pas geverfd uit, dus misschien dat die draaihekjes nog bij oude doorgangen horen ofzo. Ik vond het ook jammer dat we geen Belgische cache meer tegen kwamen, maar er was alleen nog een lange multi en dat paste niet meer in het programma. Het was ondertussen al laat in de middag en we hadden ook geen fut meer voor extra kilometers.

Schattige kalfjes
Tegen de tijd dat we de Nederlandse grens weer overgingen, begon de vermoeidheid toe te slaan. Het was ondertussen ook behoorlijk warm geworden. We werden nog afgeleid door een kleine kudde koeien met heel schattige kalfjes. Daarna begonnen de kilometers echt te tellen. Toch maakten we ook nog het extra lusje bij Vaals, we hebben heel even overwogen om het af te snijden. Dit ging tussen beukhagen door tussen de boomgaarden. Daarna volgde nog het laatste stuk van de route, dwars door Vaals heen. Het einde was een heel lange, stijgende straat. Er stonden nog wel een paar mooie gebouwen, maar echt veel oog hadden we daar niet meer voor. We waren best blij toen we terug waren bij de auto. Het is een prachtige wandeling en heel gaaf dat die door drie landen gaat. Met het bezoek aan het Drielandenpunt en de beklimming van twee uitkijktorens kan ik enkele doelen afstrepen. En stiekem waren we allebei blij dat we nu niet nog terug hoefden te fietsen naar Kerkrade, wat het oorspronkelijke plan was geweest.
