Mijn favoriete boeken van 2022

In 2022 las ik maar liefst 127 boeken. Volgens Hebban zijn dat ruim 43.000 gelezen pagina’s. Mijn dikste boek was Vertel het de bijen deel 2 van Diana Gabaldon (samen met deel 1 – dat heb ik natuurlijk ook gelezen – is het simpelweg te dik om het te drukken als 1 boek, daarom is het gesplitst) en het dunste Gezien de feiten van Griet Op de Beeck. Mijn beste leesmaand was februari, wat niet zo gek is, want toen had ik een week vakantie en kwam ik terug met corona, waardoor ik een week ziek was, daardoor in quarantaine zat en veel kon lezen. De slechtste maand was augustus, toen ik door mijn verhuizing en het bijbehorende kluswerk in een flinke leesdip zat.

Ik las de meeste boeken van Dinah Jefferies, Tracy Rees en Anna Woltz. Vooral die laatste is grappig, omdat ik daar dus nog nooit iets van gelezen had (op het kinderboekenweekgeschenk na), maar veel van haar boeken in de Grote Vriendelijke 100 staan.

Dan de genres. Waar ik als tiener vrijwel alleen fantasy las, kwam ik nu tot slechts 2 boeken in dit genre. Wat precies de (leeftijd)grens ligt tussen kinderboeken en young adult is mij niet helemaal duidelijk, maar ik las 13 + 20 boeken in deze genres. Dit heeft te maken met het lezen van de boeken van Grote Vriendelijke 100, maar ik lees sowieso graag een goed YA- of kinderboek tussen de volwassen romans door. 55 boeken vallen in het genre feelgood, wat ik ook niet helemaal een logische grens vind, want ik vind dat er nog wel een verschil is tussen historische romans en liefdesromannetjes. Dan las ik precies 2 thrillers, die ik ook zonder te kijken op kan noemen: Daar waar de rivierkreeften zingen en Camino. Ik houd niet echt van thrillers en al helemaal niet van horror, maar voor deze twee boeken maakten ik een uitzondering vanwege de onderwerpen natuurliefhebster en wandelen. En dan 42 boeken die onder het genre literatuur zouden vallen. Ook hier vraag ik mij af wanneer iets dan literatuur is en wanneer het dan afgedaan wordt als feelgood. Owh en nog 1 boek non-fictie, dat zal dan Lily’s Belofte zijn (of Landlijnen van Raynor Winn, dat valt onder de reisverhalen volgens de bibliotheek)

Zoveel genres, zoveel boeken. Het valt bijna niet met elkaar te vergelijken. Toch ga ik een poging doen om mijn vijf favorieten van het afgelopen jaar te kiezen.

Aan het einde van de wereld – Kristin Hannah

Van Kristin Hannah las ik eerder al de indrukwekkende boeken De Nachtegaal, De Wintertuin en De Vier Windstreken. En ook Aan het einde van de wereld is een heel mooi boek. In de jaren ’70 emigreert een gezin naar het primitieve hut in Alaska. Vader Ernt heeft psychische klachten nadat hij gevochten heeft in de Vietnam-oorlog en hij hoopt die in Alaska kwijt te raken. De moeder is bereid om haar man tot het einde van de wereld te volgen, ondanks dat hun huwelijk vaak stormachtig verloopt. De 13-jarige dochter Leni heeft niets te zeggen, die moet gewoon mee. Ze komen terecht in een zeer afgelegen dorpje en komen er al snel achter dat het leven in Alaska heel zwaar is; in de zomer draait alles om de voorbereidingen op de ijskoude en donkere winter. Zal het gezin deze omstandigheden overleven? Het verhaal wordt vooral bekeken vanuit de ogen van Leni, die om dit alles niet gevraagd heeft. Het is interessant om te lezen hoe mensen overleefden in dit afgelegen deel van de wereld. En dan zijn er nog de spanningen binnen het kleine gezin en Leni’s coming of age. Echt een mooi boek.

Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Els Beerten is een Vlaamse schrijfster en dit boek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. De kaft is niet heel aantrekkelijk en het verhaal is soms een beetje traag, maar ik vond het wel mooi hoe alle geheimen langzaam ontrafeld worden.

Het boek speelt zich af tijdens en na de tweede wereldoorlog in een niet nader bij naam genoemd Belgisch dorp. We zien het verhaal door de ogen van vier hoofdpersonages. Jef is de oudste zoon van het gezin, zijn zus Renée is iets jonger en dan is er nog nakomertje Remy. Ward is de beste vriend van Jef en is verliefd op Renée. Muziek speelt een vrij grote rol in het boek; ze bespelen allemaal een instrument en zijn lid van de plaatselijke harmonie.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld; er wordt juist heel veel op en neer gesprongen in de tijd. Dat wordt niet altijd duidelijk aangegeven. Verder duurt het soms een paar alinea’s voor je door hebt met welk oogpunt je te maken hebt. Het is een boek waar je wel je hoofd goed bij moet houden, ondanks dat het langzaam is opgebouwd en toewerkt naar de grote climax.

Centrale vraag in het boek is wanneer iemand een held is (en daarmee recht heeft op een plaats in de hemel). De personages zijn ook nog vrij gelovig, wat waarschijnlijk gebruikelijk was in die tijd, maar het is niet opdringerig ofzo. De kinderen zitten bijvoorbeeld nog op een school waar ze les krijgen van paters en nonnen. Uiteindelijk spelen enkele geestelijken wel een grote rol in het verspreiden van de propaganda waardoor Ward zich aanmeld als soldaat aan het oostfront (Rusland). En (de vermoedelijk homoseksuele) Jef eindigt zijn leven als missiepater in Afrika.

Dan is er nog de wie-heeft-het-gedaan verhaallijn over de moord (tijdens de oorlog) op verzetsstrijder en harmonielid Theo; oom van Ward en goede vriend van de vader van de andere drie. Ward lijkt de ideale hoofdverdachte. Deze ene moord op een familielid en dorpsgenoot wordt hem dan ook veel harder aangerekend dan alle ” naamloze vijanden” die hij heeft gedood aan het front. Maar gedurende het verhaal ga je er als lezer steeds harder aan twijfelen of Ward het wel heeft gedaan. En als hij het niet op zijn geweten heeft; wie dan wel?

Het boek stelt dus best veel psychologische levensvragen. Wat is goed en wat is slecht? Ben je trouw aan je land of aan je familie? Verdiend iemand die heel slechte dingen heeft gedaan een tweede kans? Sterk jeugdboek.

Landlijnen – Raynor Winn

Na Het Zoutpad en de Wilde Stilte het derde boek over het waargebeurde leven en in het bijzonder de wandeltochten van Raynor Winn en haar man Moth die een parkinson-achtige ziekte heeft. Het eerste deel is Het Zoutpad en daarna volgde De Wilde Stilte. Het eerste boek vond ik heel mooi, het tweede boek is meer een tussenboek dat minder over wandelen gaat. Dit derde boek is weer echt mooi; misschien wel mijn favoriet. Aan het begin van het boek gaat het zo slecht met Moth (de man) dat ik echt even dacht dat hij het niet zou redden en dat zij uit rouw ging wandelen. Maar hij gaat toch nog mee en ze gaan dit keer in Schotland wandelen. De wandeling gaat opnieuw langzaam en lang niet altijd over rozen. Je merkt wel dat hun financiële een stuk verbeterd is in dit boek (maar goed, ze heeft ondertussen twee bestsellers geschreven) en dat ze ineens geen moeite meer hebben om eten te betalen en ze kiezen ook veel vaker voor een nacht in een hotel of om nieuwe spullen te kopen.

Raynor Winn beschrijft vaak haar visie op de wereld en in grote lijnen is die gelijk aan die van mijzelf, dus dat schept een band. Wat ik wel wonderlijk vind (in alle drie de boeken) is dat ze zelden iets gezonds lijken te eten; ze beschrijft opvallend vaak dat ze een zak friet gaan eten. Je zou zeggen dat ze gezond proberen te eten als ze zulke sportieve prestaties proberen te leveren en ook vanwege zijn ziekte. Maar ze heeft het vrijwel nooit over groente of fruit.

Ook leuk is dat ze een instagram heeft waarop je foto’s kan zien van zaken uit het boek. Raynor Winn kan absoluut heel mooi schrijven; heel beeldend en ze verwerkt vaak (historische) feiten of weetjes in haar boeken (een trekje dat ik ook heb bij bijvoorbeeld mijn geocachingverslagen).

Dit boek heeft ook weer een prachtige omslag. Er schijnt nog een vierde boek te komen, dus dat wachten we dan maar af.

Daar waar de rivierkreeften zingen – Delia Owens

Let op: SPOILERS!!!

Ik had dus niet verwacht dat ik dit boek zou kiezen, maar ik las het al aan het begin van het jaar en het kwam toch de hele tijd bij mij terug. En dat terwijl ik dus helemaal niet van thrillers houd. Nu is dit boek niet alleen een thriller, maar ook een boek over de natuur en hoe een outsider in een afgelegen hut probeert te overleven. En dat vond ik misschien nog wel een interessanter gegeven dan de hele who dunnit in dit boek, hoewel ik moet toegeven dat die wel netjes in elkaar zit. Niet alles in dit boek is geloofwaardig: ik had moeite met de jonge leeftijd van Kya als ze alleen achterblijft in de hut (ze is dan nog een heel jong kind) en ook met hoe dat dan is gegaan met dat busreizen als ze nog nooit eerder met een bus had gereisd.

Delia Owens debuteerde pas op 69-jarige leeftijd met dit boek. Het is in de markt gezet als thriller en ik houd niet echt van thrillers, dus daarom heeft het lang geduurd voor ik het leende bij de bibliotheek. Er is een misdaad gepleegd: er is een man vermoord. Maar verder vond ik het boek niet heel thrillerachtig. Het gaat veel veel meer over hoe een eenzaam meisje overleefd in een hut in het moeras. Het meisje, Kya, heeft een grote kennis van de natuur, maar is nooit naar school geweest. Als de dode man wordt gevonden is Kya direct de hoofdverdachte. Dan blijkt ook maar weer hoe bekrompen een klein dorpje in de buurt van de wildernis kan zijn. En ja #metoo speelt hier ook een grote rol. En het Amerikaanse rechtssysteem is in mijn ogen ook maar vreemd, met zo’n jury. Eigenlijk vond ik het einde een beetje jammer (en een tikje ongeloofwaardig gezien haar onbekendheid met busreizen), maar ergens is dat natuurlijk ook de kracht van het boek. Tijdens de rechtszaak wordt eigenlijk precies verteld hoe het gegaan is, maar toch wordt ze vrijgesproken. De mooiste quote die ik in het boek las is van een Amerikaanse natuurkundige die echt heeft bestaan, ook al had ik nog nooit van de beste man gehoord, want Aldo Leopold stierf al in 1948: There are some who can live without wild things and some who cannot. Net als Kya kan ik absoluut niet zonder wilde dingen leven.

Ik wil ook nog graag de verfilming Where the crawdads sing zien, maar in de bioscoop kwamen de tijden niet goed uit. Hij staat nu op Netflix, dacht ik, dus dan kan ik alsnog kijken (helaas niet beschikbaar in Nederland – beh)

De leesclub aan het einde van de wereld – Sophie Green

Ik las alle drie de vertaalde boeken van Sophie Green. Naast deze zijn dat De zwemclub van Shelly Bay en De yogaclub van Orange Blossom House. Die spelen zich allemaal af in Australië en wisselen de verhaallijnen van drie of vier vrouwen af die samen een clubje vormen. In dit boek gaat het om een leesclub, in de andere boeken om een zwemclub en een yogagroepje. In die zin gebruikt Green wel in elk boek hetzelfde concept. De vrouwen hebben allemaal hun eigen problemen. In De leesclub aan het einde van de wereld wonen de vrouwen zover van elkaar af, dat ze maar 1 of 2x per jaar bij elkaar kunnen komen. Het boek speelt zich af aan het einde van de jaren ’70, dus nog geen internet/mobiele telefoons/moderne communicatie. Twee vrouwen wonen zelfs op een afgelegen boerderij die tijdens het regenseizoen helemaal afgesloten is van de wereld. Wat ik wel interessant vond is dat ze daar in die tijd al ondergrondse reservoirs hebben, waarin ze regenwater opvangen en bewaren voor de droge tijd. Zoiets zouden wij hier anno 2023 in Nederland ook moeten hebben.

In boeken over leesclubs gaat het vaak over de gelezen boeken en de invloed daarvan op het leven van de hoofdpersonages. Dat is hier minder, het gaat hier echt meer over het leven van de vrouwen zelf. Alleen de Doornvogels van Colleen McCullough komt wel vaak terug, maar dat heb ik zelf nog nooit gelezen, dus ik weet niet precies waar dat overgaat. Ik weet wel dat het zich ook afspeelt op een afgelegen ranch in Australië. Het verhaal is soms best wel heftig, zo werkt een van de vrouwen bij de Flying Doctors en die komen nogal vaak te laat, omdat de mensen te lang wachten met om hulp vragen. Dan zijn er natuurlijk nog de relatieproblemen en de problemen met de kinderen of ongewenste kinderloosheid. Alles bij elkaar leest het prettig weg en vind ik Australië absoluut een interessante locatie. Zelf zou ik er nooit willen wonen. Je zou maar zo ver van de bibliotheek en andere voorzieningen afwonen; mij niet gezien.

Andere aanraders:

Ik lees best vaak boeken waarin de eerste of nog vaker de tweede wereldoorlog een rol speelt. Geen boeken over de gevechten, maar vaak over het leven van gewone burgers. Ik begrijp wel waarom de oorlog vaak terug komt in boeken; het is de ideale periode voor verloren geliefden, verbroken verlovingen, vermissingen, buitenechtelijke relaties, ongeplande zwangerschappen en sowieso zijn alle oorlogen een bron van ellende. In deze categorie heb ik dit jaar ook zeker weer een paar mooie boeken gelezen:

Cliffhaven-serie van Ellie Dean

Deze serie telt maar liefst 18 delen, waarvan er nu 5 vertaald zijn. Ze spelen zich af tijdens de tweede wereldoorlog in het fictieve Engelse kustplaatsje Cliffhaven. Elk boek staat een andere gast in het pension van Peggy Reilly centraal en in alle boeken tot nu toe komen ook de gezinsleden van Peggy aan bod. Ondanks dat het oorlog is en het leven niet gemakkelijk is, vind ik het mooi om te lezen hoe gewone burgers zich er doorheen sloegen en dat er zeker ook nog mooie dingen gebeurden. Er zijn ook een heleboel op waarheid gebaseerde historische feiten in het boek verwerkt en Dean heeft ook ervaringen van bestaande mensen gebruikt. Daarnaast lezen de boeken gewoon prettig weg, als een soort van mix tussen historisch drama met een vleugje feelgood.

Andere oorlogsboeken die ik mooi vond:

Het meisje met de vlechtjes van Wilma Geldof is in de markt gezet als jeugdboek en staat ook in de Grote Vriendelijke 100, maar ik vond het best een heftig boek voor de jeugd. Het boek is op waarheid gebaseerd en gaat over de belevenissen van het meisje Freddie (aan het begin van de oorlog nog maar 15 jaar) die lid wordt van een verzetsgroep en behoorlijk heftige dingen moet doen.

Afscheid van Parijs van Ruth Druart en Een zomer lang geleden van Fiona Valpy hebben deels hetzelfde onderwerp: in beide boeken wordt er een stelletje verliefd vlak voor of tijdens de oorlog. Dan raken ze elkaar uit het oog, denken dat de ander tijdens de oorlog is overleden. En dan blijkt dat jaren later toch niet zo te zijn. En hoe ga je dan om met liefde als er ondertussen andere partners en/of kinderen in het het spel zijn? Veel boeken stoppen aan het einde van de oorlog; deze boeken laten zien dat het leven ook niet per se ineens gemakkelijk werd daarna.

De verwisseling van Maggie Brookes speelt wel tijdens de oorlog en gaat over een Tsjechisch meisje dat zo verliefd wordt op de op haar land ter werk gestelde Engelse krijgsgevangene, dat ze met hem trouwt en zich vermomt als jongeman om zo bij hem te kunnen blijven. Ook als dat betekent dat ze dan zelf ook krijgsgevangene wordt. Dit boek gaat over de ontberingen in een krijgsgevangenkamp en er wordt ook behoorlijk met de gevangenen heen en weer gesleept om ze te werk te stellen en ook met marsen aan het einde van de oorlog. Het schijnt op een waargebeurd verhaal te zijn gebaseerd.

De vrouwen van Rue Cardinale van Fiona Valpy gaat over drie vrouwen die werken als naaister en zich aansluiten bij het Franse verzet. Het loopt niet voor hen allemaal goed af.

De laatste boekwinkel van Londen van Madeline Martin gaat over boeken, lezen en de oorlog in Engeland, in het bijzonder tijdens de Blitzkrieg. In dit boek komen dan weer wel heel veel boektitels voorbij, vooral van Engelse klassiekers.

Het grachtenhuis van Rachel van Charante gaat over de oorlog in ons eigen Nederland. Hoewel ik de mannelijke hoofdpersoon ontzettend onsympathiek vond en niet alles heel geloofwaardig is, is het wel een spannende pageturner van een Nederlandse auteur.

Het huis in Parijs van Natasha Lester, heeft een klein beetje overlap met De vrouwen van Rue Cardinale, omdat ook dit boek gaat over mode en vrouwen die bij het Franse verzet gaan.

De postbezorgster van Parijs van Meg Waite Clayton; de titel vind ik ongelukkig gekozen, omdat een groot deel van het boek zich helemaal niet in Parijs afspeelt. Maar ook hier weer; Frankrijk, vrouwen in het verzet, ingewikkelde liefdesgeschiedenis. En in dit boek in het bijzonder aandacht voor het kamp waarin kunstenaars en andere intellectuelen werden opgesloten in Frankrijk.

Lily’s belofte van Lily Ebert & Dov Forman. Dit is geen roman, maar een waargebeurd verslag van het verblijf van de Hongaars Joodse Lily die als jong meisje in verschillende concentratiekampen heeft gezeten. Het gaat ook over het lot van haar familieleden en haar leven na de oorlog. Ze heeft jarenlang over haar oorlogservaringen gezwegen; pas op latere leeftijd besluit ze dat juist zoveel mogelijk mensen haar verhaal zouden moeten horen. Dit boek heeft ze als 90-plusser geschreven met behulp van haar kleinzoon Dov.

Jij kan me helpen van Kristin Harmel: gaat ook al over de oorlog in Frankrijk en een vrouw die het werk van haar omgekomen man in het verzet overneemt; ze helpt neergestorte piloten om terug te komen naar Engeland. Daarnaast verbergt ze haar Joodse buurmeisje in haar woning. Hoe lang gaat dit goed?

Zolang er sterren aan de hemel staan van Kristin Harmel; over een liefdesgeschiedenis tijdens de oorlog, maar de geliefden raken elkaar uit het oog. Zullen ze elkaar nog ooit bij leven ontmoeten?

Vrijheid van Imogen Kealey is ook op waarheid gebaseerd en gaat over een vrouwelijke verzetsstrijdster. Ook dit boek speelt zich grotendeels af in Frankrijk. Dit boek leest als een spannend James Bond verhaal en ik kreeg de indruk dat de hoofdrolspeelster de oorlog op bepaalde momenten zelfs wel leuk leek te vinden. In die zin is dit niet zo’n op emotie gericht boek. Meer een filmische pageturner. Het schijnt ook nog verfilmd te gaan worden, dus het boek vormt een soort van script voor die film, denk ik.

Dan nog de aanraders van de romans/feelgood afdeling:

Een huis aan de rivier van Liz Fenwick; ik vind eigenlijk al haar boeken mooi en dit is de nieuwste vertaling. Speelt ook weer in Cornwall en gaat over een familiegeschiedenis vol ingewikkelde verbanden die langzaam ontrafeld worden.

I love Sarah Lark en haar boeken die meestal in Nieuw-Zeeland spelen en een familiegeschiedenis omvatten. Dit jaar las ik Grote Dromen en het vervolg Goede Hoop.

Het brievenspoor van Tracy Rees; vind dit boek niet geheel geloofwaardig, maar het leest wel heel lekker weg en ook hier wordt een geheim langzaam opgelost. Ook de andere twee boeken die ik dit jaar van haar hand las zijn aanraders: De rozentuin (lekker feministich) en Mijn zomers aan zee (tragisch liefdesverhaal).

In deze categorie lees ik ook graag de boeken van Anne Jacobs/Marie Lamballe (is dezelfde auteur), Corina Bomann, Sarah Jio, Jenny Colgan, Dinah Jefferies en Maria Nikolai.

De jeugdboeken:

De tunnel en Honderd Uur Nacht van Anna Woltz. De eerste gaat ook al over de Blitzkrieg en de andere over een orkaan die New York trof een aantal jaar geleden.

Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk; een nog vrij recent boek, dat volgens mij in het genre magisch realisme valt. Leest lekker weg.

Briefjes voor Pelle van Marlies Slegers; mooi boek over rouw bij kinderen.

Sterrenzicht van Brandon Sanderson; science-fiction boek van een van mijn favoriete auteurs in dit genre.

Tot slot

Zo, veel goede boeken gelezen in het afgelopen jaar. Ik ben tegenwoordig selectiever en lees niet alles meer uit. Soms lees ik een boek wel uit, maar vond ik het toch wat minder. En er zijn ook wel boeken die mij gewoon niet zo goed zijn bijgebleven.

Boekentip #5: Sarah Jio

De boekentip voor deze maand zijn de boeken van Sarah Jio. Dit zijn allemaal stand-alones; de meesten hebben een lengte van tussen de 300 en de 400 pagina’s, dus vrij gemiddeld. Bijna alle boeken hebben een dubbele verhaallijn; waarvan er eentje in het verleden en eentje in het heden speelt. Het zijn dus (historische) romans met – ondanks de soms heftige onderwerpen – vaak wel een vleugje feelgood erin.

Sarah Jio

Sarah Jio (1978) is een Amerikaanse auteur. Ze woont in Seattle met haar (stief)gezin. Ze is ook journalist en heeft o.a. geschreven voor Glamour, O, The Oprah Magazine en SELF. Ondertussen heeft ze tien boeken op haar naam, waarvan er verschillende in de bestsellerlijst van de New York Times hebben gestaan. Tot nu toe zijn zeven van deze boeken in een Nederlandse vertaling verschenen:

  • Bloemen voor mijn dochter All the flowers in Paris
  • Bloesem in de sneeuw Blackberry winter (ook uitgegeven als Bloesem in de nacht)
  • De geheimzinnige tuinThe last camellia
  • Die avond aan het meerMorning glory
  • Eiland in bloeiThe violets of March
  • Met liefs uit LondenWith love from London
  • Om nooit te vergeten Always

Vooralsnog niet vertaald zijn:

  • The look of love
  • Goodnight June
  • The bungalow

De titels vind ik niet allemaal geweldig vertaald; de Amerikaanse titels zijn in mijn beleving vaak mooier. Wel heb ik alle zeven vertaalde boeken gelezen. Van de bibliotheek, uit de MiniBieb van mijn ouders en ook nog eentje geleend. Bloesem in de sneeuw was ooit het eerste boek dat ik van haar las en de nieuwste – Met liefs uit Londen – als laatste.

De mooiste vond ik toch Bloemen voor mijn dochter, hoewel dat een vrij heftig oorlogsverhaal is en de personages heel veel ellende over zich heen krijgen.

In Met liefs uit Londen vind ik de look and feel heel fijn, want dat gaat deels over een boekenwinkel. Dit is wel het boek dat de meeste feelgood in zich heeft van allemaal (gevolgd door Eiland in bloei)

Om nooit te vergeten gaat over een vrouw die haar ex-vriend terug vindt als een dakloze zwerver. Jio schreef dit boek om een stem te geven aan de vele naamloze zwervers in Amerika. Een interessant gegeven, maar ik vond wel dat de vrouw heel erg ver ging om haar ex te “redden”. Het is een vrij maatschappijkritisch boek.

In Bloesem in de sneeuw draait het om de verdwijning van een driejarig jongetje, maar ik vond het in de eerste plaats vrij moeilijk te bevatten dat de moeder hem hele nachten alleen in huis achterlaat om te gaan werken. Dit boek had ook wel veel drama.

Die avond aan het meer gaat ook over een verdwijning en heeft net als Bloesem in de sneeuw een licht thrillerachtig tintje.

De geheimzinnige tuin vond ik het minste boek; het geven van de zeldzame plant was wel leuk, maar dat mensen er elkaar om gingen vermoorden vond ik nogal wat.

Eiland in bloei gaat meer over een vrouw in een soort van midlife-crisis, die daarom een tijdje bij een oude tante intrekt ergens op een eiland. Dit boek is waarschijnlijk wel het meest herkenbare voor veel vrouwen.

Conclusie

Bloemen voor mijn dochter voor de liefhebbers van een tragische oorlogsgeschiedenis

Liefs uit Londen en Eiland in bloei voor de feelgoodlezers.

Om nooit te vergeten zit een beetje tussen feelgood en maatschappijkritisch in.

En de overige drie boeken hebben meer een zoektocht in zich en een licht thrillerachtige verhaallijn.

De mensen die – net als ik – aan ernstige bibliobibuli lijden lezen ze natuurlijk gewoon allemaal.

Ik hoor graag wat jouw favoriete Sarah Jio is.

Boekentip #4: Kingsbridge-boeken van Ken Follett

Als je naar mijn Boekenplank vol gelezen boeken kijkt, dan valt je waarschijnlijk op dat ik hoofdzakelijk boeken lees die geschreven zijn door vrouwen.

Toch is de boekentip van deze maand van een mannelijke auteur en wel Ken Follett. Hij schreef vier dikke historische romans (700-1100 pagina’s per boek) over de fictieve Engelse plaats Kingsbridge.

Ken Follett

Ken Follett (1949) is een Britse schrijver. Van zijn werk zijn over de hele wereld meer dan 100 miljoen exemplaren verkocht. Hij schreef een hele rits thrillers voor hij zich aan zijn eerste historische roman waagde. The Pillars of the Earth kwam uit in 1989. De Nederlandse vertaling kwam in 1990 en kreeg als titel De Kathedraal. Vanaf 2007 – na het verschijnen van het tweede deel) kreeg het eerste deel een titel die meer bij de oorspronkelijke titel paste, namelijk Pilaren van de aarde. Hetzelfde boek dus, maar met een andere titel. Het boek is ondanks de omvang van zo’n 1000 pagina’s enorm geliefd en beide titels verschenen in 2018 in de eerste editie van de Hebban Top 1000 van de online boekencommunity Hebban. Foutje natuurlijk, maar het geeft wel aan hoe populair dit boek is. In 2010 verscheen er ook een tv-serie.

Ik vond deze boeken zo goed, dat ik ze zelf heb gekocht. Deel 1 en deel 2 heb ik zelfs al twee keer gelezen en daar zal ooit nog wel een derde keer bij komen.

Kingsbridge

Door de jaren heen schreef Follett vier boeken over Kingsbridge:

Pilaren van de aarde

The Pillars of the Earth (1989) – De Kathedraal (1990)/Pilaren van de Aarde (2007)

Brug naar de hemel

World without end (2007) – Brug naar de hemel (2007)

Het eeuwige vuur

A column of fire (2017) – Het eeuwige vuur (2017)

De schemering en de dageraad

The Evening and the Morning (2020) – De schemering en de dageraad (2020)

Hoewel deel 4 pas het laatste verscheen, is dit qua tijdlijn het eerste verhaal in de serie. Daarna volgen historisch gezien deel 1-2-3 in volgorde.

Deel 4 speelt zich af rondom het jaar 1000 en gaat over het ontstaan van het plaatsje Kingsbridge.

Deel 1 speelt zich af in de twaalfde eeuw en gaat over de bouw van de kathedraal van Kingsbridge.

Deel 2 maakt een sprong van twee eeuwen verder en gaat over de veertiende eeuw, waarin Kingsbridge zich verder uitbreidt, maar ook geteisterd wordt door middeleeuwse rampen als de pest.

Deel 3 gaat opnieuw twee eeuwen verder in de tijd, naar de zestiende eeuw. Dit boek speelt zich het minste af in Kingsbridge zelf.

Alle boeken hebben drie of vier hoofdpersonages die we afwisselend gedurende een gedeelte van hun leven volgen. Natuurlijk kruisen de levens van de verschillende personages elkaar op diverse manieren. Dit is in alle boeken iemand uit de geestelijkheid, een edele en een of twee mensen uit de gewone bevolking. Deze laatste hebben dan vaak wel een bijzonder talent. Het talent voor het bouwen (architectuur) komt in zo’n beetje elk boek terug. Er wordt ook wel de suggestie gewekt dat de mensen in de boeken steeds afstammelingen van elkaar zijn, in ieder geval de bouwers Edgar (deel 4), Jack (deel 1), Merthin (deel 2) en Ned (deel 3).

Goed of slecht

Een punt van kritiek dat vaak in recensies is te lezen is dat bepaalde karakters wel heel goed zijn en andere wel heel slecht. Er zijn weinig grijze personages. Ook worden vrouwen wel vaak als lustobject afgeschilderd, maar ik vrees dat dat ook wel vaak zo was in die tijd. Dan zijn er nog de grove scenes over martelingen, die van mij niet zo gedetailleerd hadden gehoeven. Gelukkig zijn er dat niet zo heel veel, dus je kunt ze overslaan.

Wat overblijft zijn prettige historische romans, die ondanks hun dikte lekker doorlezen. Hoewel niet waargebeurd zitten er in elk boek wel echte historische gebeurtenissen. Ook de hele maatschappij van Kingsbridge is op waarheid gebaseerd. Maar natuurlijk is de hele boel wel geromantiseerd, om er een lopend verhaal van te kunnen maken.

Er zijn ook mensen die zeggen dat hij deel 4 beter niet had kunnen schrijven, omdat de opbouw van het verhaal sterk lijkt op die van de andere boeken. Maar ik vond dat ook een prima boek; het is een andere tijd, je leest over het ontstaan van Kingsbridge en juist die opbouw zorgt ook weer voor een verbinding tussen de boeken.

Andere boeken van Ken Follett

Van alle thrillers van de hand van Follett heb ik er precies nul gelezen, omdat ik niet zo van thrillers houd.

Wel heb ik de Century-trilogie gelezen, ook dikke pillen die leden van bepaalde families in Europa volgen, maar dan rondom de grote oorlogen van de twintigste eeuw: eerste wereldoorlog, tweede wereldoorlog en de koude oorlog. Dit zijn de boeken Val der titanen (deel 1), Nacht van het kwaad (deel 2) en Kou uit het oosten (deel 3). Qua verhaalopbouw en schrijfstijl lijken deze drie boeken wel erg op de Kingsbridge-boeken, maar de historische tijd en achtergrond is natuurlijk heel anders.

De tv-serie The Pillars of the Earth heb ik ook nog nooit gezien, lijkt mij eigenlijk wel interessant. Er doet ook een pak bekende acteurs in mee. Helaas schijnt geen enkele streamingdienst de serie nog te vertonen. Jammer.

Gelezen boeken in juni 2021

Ik heb best veel boeken gelezen in juni en de genres sprongen weer alle kanten op. In ieder geval veel boeken waarin bibliotheken of boekwinkels in wat voor vorm dan ook voor kwamen.

Ik begon al in mei aan dit dikke boek, maar las het pas in juni uit. De Schemering en de Dageraad is het vierde boek dat Ken Follett over het fictieve middeleeuwse stadje Kingsbridge (Engeland) heeft geschreven, maar chronologisch komt het voor de overige drie andere boeken. Overigens is dit één van de weinige boeken die ik echt zelf gekocht heb of nou ja van de boekenbon die mijn kerstpakket vormde. Ik vind deze serie echt geweldig, heerlijke historische romans. In ieder boek heb je drie of vier hoofdpersonages; iemand uit de adelstand, iemand uit het gewone volk (meestal een heel slim iemand die zijn/haar tijd ver vooruit is) en iemand uit de geestelijkheid. Je volgt die personages dan gedurende enkele tientallen jaren van hun leven. Natuurlijk gaat het leven van de personages niet over rozen; de dood is in alle hoeken, ze trouwen met de verkeerde partners, er zijn buitenechtelijke kinderen, verboden relaties, standsverschillen, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en er is altijd wel ergens een oorlog of een andere ramp. Dit boek begint meteen met een vikingaanval en gaat daarna over het ontstaan van Kingsbridge en volgt dus het leven van de handige dorpsjongen Edgar (zoon van een scheepsbouwer), de intelligente Ragna (dochter van een Franse edelman) en de monnik Aldred.

In veel recensies klagen mensen dat de vier Kingsbridge-boeken qua verhaallijnen inwisselbaar zijn en dat is wel een klein beetje zo in de zin van dat bij Follett de adel vaak slecht en corrupt is, de geestelijkheid wisselend goed en slecht is en de personages uit het gewone volk over het algemeen heel slim en goed zijn. Maar de boeken spelen in verschillende tijden en zijn vanuit historisch oogpunt enorm interessant om allemaal te lezen. Neem wel je tijd, want de dikste telt meer dan 1000 pagina’s…

Santa Montefiore besloot om nog een zesde boek over de familie Deverill te schrijven. Ik vond dit boek niet echt heel veel toevoegen aan de serie; het valt heel vaak in herhaling en bevat eigenlijk te veel personages om het nog leuk te houden. Als je de andere boeken hebt gelezen weet je al hoe de familie in elkaar zit, dus dan blijft eigenlijk alleen nog de verhaallijn over het verkochte kasteel overeind als boeiend. Dat het kasteel verkocht moest worden aan een hotelketen, omdat het geld van de “oude adel” op was, vond ik dan weer wel interessant. Het is ook geloofwaardig; in Ierland zijn daadwerkelijk veel oude kastelen die men aan de straatstenen niet kwijt raakt, omdat het onderhoud veel te duur is.

Deel 2 van de Happy Ever After-serie, waarvan ik eerder dit jaar Op goed geluk las. Dit boek heeft een nieuwe hoofdpersoon, maar Nina uit deel 1 doet nog wel mee als bijpersonage. Ze is er niet aardiger op geworden… De situatie waarin Zoe belandt is niet echt feelgoed te noemen. Ze gaat als kinderoppas werken in een huis met drie heel vreemde kinderen. Zelf heeft ze ook een zoontje, maar de relatie met zijn vader is zo goed als over. In het oude, slecht onderhouden huis lijkt het te spoken, de vader is vaak weg, de huishoudster is chagrijnig en de moeder is verdwenen. De spanningsboog in dit boek was dus een stuk hoger dan in deel 1. Het las wel weer lekker weg, maar net als in deel 1 vond ik sommige gebeurtenissen wel een tikkeltje ongeloofwaardig.

Het geheim van Silvermoor heeft misschien niet de meest originele verhaallijn, maar het is wel heel fijn geschreven en ik vond de personages heel levensecht. Het boek speelt aan het begin van de vorige eeuw in een Engelse mijnstreek. De mijnen zijn eigendom van adellijke families en het contrast tussen hun levens en dat van hun arbeiders is groot. Rondom de mijnen zijn mijnwerkersdorpjes ontstaan waar de mijnwerkers wonen. Tommy woont in het ene dorpje, Josie in het andere dorpje en hun families werken dus niet in dezelfde mijnen en keuren hun vriendschap dus ook niet echt goed. Beide tieners willen eigenlijk iets anders met hun leven, maar zulke ambities horen niet bij kinderen van mijnwerkers. Hun toekomst staat al lang vast: Tommy zal op zijn 14e de mijn in moeten, terwijl Josie als meisje bovengronds kolen zal moeten wassen. Lukt het hen om hun toekomst te veranderen?

Het boek is een historische roman (alles betreffende de mijnen is gebaseerd op historische feiten) gemixt met een feelgoodverhaallijn. Ik vind boeken over mijnen altijd wel interessant, dus daarom sprak dit boek mij extra aan. Het las ook heel lekker weg. Aanrader voor liefhebbers van romans met een historische feelgood verhaallijn.

Ik vind de omslag van dit boek heel mooi, maar het verhaal zelf niet echt heel erg geweldig. Het is niet zo heel dik, dus ik heb het wel uitgelezen, maar er zijn betere boeken met als thema het oplossen van een eeuwenoude puzzel door een geheimzinnig genootschap. Er zaten overigens wel een paar grappige dingetjes in, zoals de zoektechnieken die gebruikt worden.

Ik las zowel Zondagskind als Zondagsleven. Het zijn autobiografische boeken over het leven van schrijfster Judith Visser die Asperger heeft, een vorm van autisme. Als iemand die enorm introvert is, herkende ik wel enkele van de autistische trekjes, maar gelukkig voor mezelf lang niet alles. Vergeleken met Jasmijn (de naam die ze zichzelf in het boek heeft gegeven) ben ik zelfs ontzettend sociaal. Het lijkt mij heel moeilijk om zo te moeten leven; met een zeer heftige vorm van Asperger. In Zondagskind heb ik vooral medelijden met haar; het autisme is dan nog niet vastgesteld en zo wordt ze vaak als dom weggezet (o.a. omdat ze heel weinig praat), terwijl ze op bepaalde vlakken (taal bijvoorbeeld) juist heel intelligent is.

Ik vond het ook treurig dat ze eigenlijk een natuurmens is, maar opgroeit in een flat in een stad en maar af en toe naar het strand kan. Ze is ook dol op dieren en vindt dat die trouwer zijn dan mensen. Dan heb ik enorm veel geluk dat ik opgegroeid ben in de natuurlijke omgeving van de Oisterwijke bossen en vennen. En ja, ik vind (huis)dieren ook erg belangrijk. Jasmijn wordt ook als kind al vegetariër, op eenzelfde manier als ik dat ben geworden nadat ik achter het bestaan van de bio-industrie kwam.

Toch had ik niet alleen medelijden, want als ze ouder wordt, vind ik haar gedrag ook wel vaak ergerlijk of zelfs a-sociaal. Zo spijbelt ze bijna een heel schooljaar van haar stage, maar er is blijkbaar niemand die dat komt controleren. Stagebegeleiding? Bestond dat niet in die tijd (jaren ’80)?
Ik ben het wel volledig met haar eens dat je elk schoolvak op je eigen niveau zou moeten kunnen volgen. En dan kan het dus zo zijn dat je Nederlands op vwo-niveau doet, terwijl je wiskunde op vmbo-niveau doet. Ook qua examens. Want ja, de meeste mensen zijn niet in alles even goed, maar als je in wat je wel goed kan meer uitgedaagd wordt, zou dat een geweldige omvorming van het huidige (middelbare) schoolsysteem zijn.

In Zondagsleven is ze volwassen en ook hier zitten echt een paar momenten in dat ik denk: nu ben je echt heel a-sociaal. Zo beantwoordt ze geen mailtjes van ex-collega’s waar ze goed mee omging, omdat ze geen zin heeft in verder contact. Kom op, een mailtje beantwoorden is een kleine moeite, denk ik dan. Maar het ergste is het hoofdstuk waarin haar vader haar naar Duitsland brengt (ze gaat daar een meerdaagse wandeltocht maken), een acht uur durende autorit waarin hij geen radio mag luisteren (want zij kan niet tegen het geluid en luistert uitluitend naar Elvis Presley) en nauwelijks mag spreken (want zij heeft geen behoefte aan een diepzinnig gesprek) en als ze eindelijke aankomen stuurt ze hem meteen terug. Terwijl die arme vader behoefte heeft aan een kop koffie en een hapje eten voor hij weer helemaal terug naar huis moet rijden. Dat vond ik echt wel een heftig stukje. Dat je zo totaal ongevoelig kan zijn voor de behoeften van andere mensen…

Haar ouders doen echt ontzettend veel voor haar (boodschappen, op haar hond passen als ze moet werken) en zijn eigenlijk (in beide boeken) heel mild voor haar; ze vergoeilijken altijd haar soms erg vreemde gedrag naar andere mensen toe. Toch is ze niet echt aardig voor haar ouders. Ze mogen bijv. komen eten, maar dan moeten ze na twee uur weer naar huis, want dan is ze moe van het sociale contact. Ze betwijfelt ook steeds of haar ouders wel van haar houden, terwijl die ouders op mij als lezer echt overkomen als zeer liefdevolle ouders.
Ook de relatie tot haar vriend is heel erg apart. Zo krijgt hij geen sleutel van haar flat en mag hij alleen langskomen op afgesproken tijdstippen. Ik was gillend weggelopen als ik die vriend was.

Zo kan ik nog wel meer dingen noemen, maar ik zal het hierbij laten.

De nieuwste Corina Bomann, het eerste boek van een trilogie en ik was de allereerste lener, dus een hagelnieuw bibliotheekboek. Sophia’s Hoop bevat natuurlijk weer enkele voor een roman bekende elementen, maar het las wel heel weer heel lekker weg. Sophia is het enige kind van een Duits apothekersechtpaar en bij gebrek aan een zoon mag ze scheikunde studeren aan de universiteit. Haar vader hoopt natuurlijk dat ze hem opvolgt in de apotheek. Maar Sophia is meer geïnteresseerd in de toepassingen van plantextracten voor huidcremes en parfums. Natuurlijk gebeurt er dan iets waardoor ze onterft wordt en ze vertrekt met een vriendin naar Frankrijk. Daar zijn ze niet echt blij met Duitse mensen, want de wonden van de eerste wereldoorlog zijn nog vers. Lukt het Sophia toch om een toekomst voor zichzelf op te bouwen?

Dit is een feelgoodroman van Katie Fforde, maar ik vond het een matig boek. Ongeloofwaardige verhaallijn en het cliché van het arme meisje dat tot over haar oren verliefd wordt op een rijke man, terwijl ze eigenlijk totaal niet bij elkaar passen en in totaal verschillende werelden leven. En alle mensen die ze onderweg tegenkomt worden meteen haar beste vrienden en nodige haar meteen bij hun thuis uit. Dat werkt zo niet in het dagelijks leven, tenminste bij mij niet.

Ver van huis is het tweede deel in een serie die maar liefst achttien boeken telt. Eerder las ik deel 1: Een nieuwe begin. De boeken spelen tijdens de tweede wereldoorlog, in een Engels kustplaatsje. Peggy heeft hier een soort van pension met kamers die ze verhuurd aan allerlei soorten mensen. Elk boek bevat de verhalen van de mensen die gedurende de oorlog bij haar gelogeerd hebben. In dit boek draait het vooral om de verpleegster Polly en de Poolse vluchtelinge Danuta. Ondanks de heftige verhaallijnen – het leven tijdens de oorlog is zwaar op allerlei gebieden – las het boek wel veel vlot weg. Dus wat mij betreft mogen ze lekker verder vertalen, in ieder geval komt ook deel 3 dit najaar nog uit in de Nederlandse vertaling.

Middernachtbibliotheek is een psychologische roman. Hoofdpersoon Nora kampt met een depressie ten gevolge van een samenloop van negatieve gebeurtenissen in haar leven en besluit om zelfmoord te plegen. Ze komt echter terecht in een tussenwereld; een bibliotheek vol boeken die al haar mogelijke levens bevatten. Nora kan hier die verschillende levens ervaren en moet dan uiteindelijk besluiten welk leven ze kiest. Natuurlijk blijken ook die andere levens niet perfect te zijn, dus welke keuze zal ze maken?

Ondanks het vrij zware thema las het boek wel lekker weg. En ja, ik denk dat iedereen stiekem wel eens nieuwsgierig is naar wat er gebeurd zou zijn als ze op cruciale momenten in hun leven een andere keuze hadden gemaakt. Ik in ieder geval wel.

Boekentip #2: De Leeuwenhof-trilogie

Ik leid aan vreselijke bibliobibuli en dat betekent dat ik vrij veel lees; zo tussen de 75 en de 100 boeken per jaar. Al heel lang wil ik meer met boeken/lezen doen op deze blog. Recensies vind ik niet per se een optie: daarvoor lees ik te veel en ik heb simpelweg geen zin om dat over elk boek te doen. Zo’n recensie doet mij ook terug denken aan die vreselijke literatuurlijst en de bijbehorende boekverslagen en mondeling (op mijn 17e verjaardag) op de middelbare school. Daarom heb ik besloten om maandelijks een boekentip te gaan geven op mijn blog. Ik kan dan één boek uitlichten, of een serie of de boeken van een bepaalde auteur. Verreweg de meeste boeken die ik lees, leen ik van de bibliotheek.

Genres

Welke genres lees ik het meeste? Vroeger las ik echt alles wat los en vast zat; ik denk dat ik zo’n beetje de hele jeugdbibliotheek heb uitgelezen (dat was toen nog maar een kleine bibliotheek). Als tiener las ik vooral heel veel fantasy – lekker vluchten naar een andere wereld – en had ik een hekel aan die ouderwetse literatuur van de verplichte lijst. Nu lees ik eigenlijk steeds minder fantasy en hebben romans mijn voorkeur: liefst met een verhaallijn in het heden en eentje in het verleden. Historische romans vind ik ook leuk. Daarnaast lees ik ook nog Young Adult; dit zijn eigenlijk de boeken die er hadden moeten zijn toen ik zelf deze leeftijd had.

Boekentip

De boekentip van deze maand is de Vrouwen van de Leeuwenhof-trilogie van Corina Bomann:

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 9789402313291.jpg
1. Agneta’s Erfenis
2. Mathilda’s Geheim
3. Solveigs Belofte

Corina Bomann (1974) woont en werkt in Duitsland, maar deze boeken spelen zich af in Zweden op de Leeuwenhof, een oud landgoed in de buurt van Kristianstad in het zuiden van Zweden. De familie Leeuwenhof is oude landadel en ze staan op goede voet met de Zweedse koninklijke familie die jaarlijks enkele weken op hun landgoed verblijft. Ondanks de naam Leeuwenhof worden er geen leeuwen gefokt, maar paarden. Aanvankelijk worden die paarden vooral verkocht voor de jacht en de cavallerie: voor het leger dus.

Het eerste boek speelt in de periode rond de Eerste Wereldoorlog. Agneta wil zich losmaken van haar adellijke familie en kunstenares worden. De positie van vrouwen is dan nog erg onderdanig aan de mannen: zo heeft Agneta een rechtszaak moeten aanspannen om zichzelf meerderjarig te verklaren. Haar toekomst veranderd plotseling als haar vader en haar broer een vreselijke ongeluk krijgen en zij ineens verantwoordelijk is voor de toekomst van het familiebedrijf.

Het tweede boek speelt in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog en de oorlog zelf. Mathilda wordt als tiener wees en ze wordt onverwacht opgenomen in het gezin van Agneta, waardoor ze dus op de Leeuwenhof komt te wonen. Wat Mathilda echter niet weet is dat Agneta haar tante blijkt te zijn…

Het derde boek speelt in de jaren ’60 en gaat over Solveig, de dochter van Mathilda. De Leeuwenhof zal moeten moderniseren om nog een naam van betekenis te hebben in de veranderde wereld en gaat het Solveig lukken om het bedrijf van haar familie te redden?

De boeken zitten vol geheime familie-relaties en intriges. De drie vrouwen zijn ook niet allemaal even gelukkig in de liefde. Daarnaast zijn er op de achtergrond natuurlijk nog de wereldoorlogen, hoewel Zweden neutraal is, zijn de oorlogen wel heel dichtbij.

Wat ook sterk in de trilogie terug komt is de veranderde positie van vrouwen in de twintigste eeuw. Als wij vanuit deze tijd naar de situatie van Solveig in de jaren ’60 kijken vinden we die misschien nog ouderwets, maar zij heeft al enorm veel vrijheden verworven in vergelijking met Agneta in de jaren ’10. Tegelijkertijd veranderd ook de positie van paarden, de grote inkomstensbron van landgoed de Leeuwenhof. Aan het begin van de twintigste eeuw zijn paarden nog een belangrijk vervoersmiddel, maar in de jaren ’60 is dat natuurlijk heel anders.

De boeken zijn alledrie tussen de 500 en 600 pagina’s dik. Op sommige punten vind ik het verhaal een beetje traag gaan, met name in het tweede boek is dat het geval. Als je Agneta’s Erfenis hebt gelezen weet je als lezer tenslotte al wat het geheim is waar Mathilda achter gaat komen. Pas als de oorlog uitbreekt, wordt het weer echt interessant. Maar alles bij elkaar is het wel boeiend genoeg om steeds verder te willen lezen en daarnaast geven de boeken een aardig idee van het veranderende tijdsbeeld in de twintigste eeuw.

Andere boeken van Corina Bomann

De Leeuwenhof-trilogie is niet het het debuut van Bomann, ze heeft al veel andere boeken geschreven, alleen zijn dat stand-alones:

De jasmijnzussen – Die Jasminschwestern
De maneschijnsonate – Der Mondscheingarten
De rozentuin – Sturmherz
De stormroos – Die Sturmrose
Een wonderlijke winterreis – Eine wundersame Weihnachtsreise
Het klaprozenjaar – Das Mohnblütenjahr
Het vlindereiland – Die Schmetterlingsinsel
Winterbloesem – Winterblüte

Ik heb zelf nog niet al deze boeken gelezen, alleen De Stormroos, Het Vlindereiland en De Jasmijnzussen. Ook dit vond ik alledrie mooie boeken, met de Stormroos als favoriet.

Blijkbaar vond Bomann het schrijven van een trilogie erg leuk (en de Leeuwenhof-trilogie staat hoog op de bestsellerlijst, dat zal ook meespelen), want ze is al begonnen aan haar volgende: De Kleuren van Schoonheid. Het eerste boek van deze trilogie heet Sophia’s Hoop en verschijnt in juni.

Heb jij een of meerdere boeken van Corina Bomann gelezen? En zo ja, wat vond je ervan?

Boekentip #1: Liz Fenwick

Ik leid aan vreselijke bibliobibuli en dat betekent dat ik vrij veel lees; zo tussen de 75 en de 100 boeken per jaar. Al heel lang wil ik meer met boeken/lezen doen op deze blog. Recensies vind ik niet per se een optie: daarvoor lees ik te veel en ik heb simpelweg geen zin om dat over elk boek te doen. Zo’n recensie doet mij ook terug denken aan die vreselijke literatuurlijst en de bijbehorende boekverslagen en mondeling (op mijn 17e verjaardag) op de middelbare school. Daarom heb ik besloten om maandelijks een boekentip te gaan geven op mijn blog. Ik kan dan één boek uitlichten, of een serie of de boeken van een bepaalde auteur. Verreweg de meeste boeken die ik lees, leen ik van de bibliotheek.

Genres

Welke genres lees ik het meeste? Vroeger las ik echt alles wat los en vast zat; ik denk dat ik zo’n beetje de hele jeugdbibliotheek heb uitgelezen (dat was toen nog maar een kleine bibliotheek). Als tiener las ik vooral heel veel fantasy – lekker vluchten naar een andere wereld – en had ik een hekel aan die ouderwetse literatuur van de verplichte lijst. Nu lees ik eigenlijk steeds minder fantasy en hebben romans mijn voorkeur: liefst met een verhaallijn in het heden en eentje in het verleden. Historische romans vind ik ook leuk. Daarnaast lees ik ook nog Young Adult; dit zijn eigenlijk de boeken die er hadden moeten zijn toen ik zelf deze leeftijd had.

Boekentip

De boekentip van deze maand gaat over de boeken van Liz Fenwick. Ik denk dat ze erg geschikt zijn voor fans van bijvoorbeeld de Zeven Zussen-serie. Met een gemiddelde dikte van tussen de 300 en de 400 pagina’s zijn ze wat minder lijvig dan de serie.

Op haar eigen webpagina omschrijft Fenwick zichzelf als een auteur, ex-pat expert, vrouw, moeder van drie kinderen en een dromer. Ze groeide op in Boston, maar woonde later ook in Dubai en in Engeland, waar ze een grote liefde voor de streek Cornwall ontwikkelde.

Ze heeft tot nu toe zeven boeken geschreven die vertaald zijn in het Nederlands en al deze boeken spelen zich af in Cornwall. Ik heb zes van deze boeken gelezen, alleen Een zomer vol herinneringen nog niet, omdat die pas net in de Nederlandse vertaling is verschenen en ik wacht tot de bibliotheek het boek heeft.

  • Sterren boven Cornwall – The Cornish house (2012)
  • Een affaire in Cornwall – A Cornish affair (2013)
  • Een vreemdeling in Cornwall – A Cornish stranger (2014)
  • Onder de hemel van Cornwall – Under a Cornish sky (2015)
  • Het huis op de kliffen – The returning tide (2017)
  • Een zomer vol herinneringen – One Cornish summer (2018)
  • Het pad naar de zee – The path to the sea (2019)

Wat ik leuk vind is dat de eerste vijf boeken (en misschien boek zes ook, dat weet ik dus nog niet) zich afspelen rondom hetzelfde plaatsje in Cornwall. Elk boek heeft zijn eigen hoofdpersonages, maar de hoofdpersonages uit de andere boeken doen dan in de overige boeken mee als bijpersonages. Het is een beetje zoals in de film Love Actually: waar ook allerlei linkjes zijn tussen de verschillende personages.

Toch zijn alle boeken los van elkaar te lezen, het is in die zin geen echte doorlopende serie. Ik heb ze bijvoorbeeld niet in de volgorde van verschijning gelezen, simpelweg omdat ik niets van deze link tussen de boeken af wist (en afhankelijk was van de beschikbaarheid bij de bibliotheek). Wat ik leuk vind aan deze manier van schrijven is dat je dus toch nog tussen de regels doorleest hoe het verder is gegaan met de hoofdpersonages uit een vorig boek: dat ze getrouwd zijn, dat er een kind is gekomen, van dat soort dingen. De bijpersonages worden hier meteen een stuk interessanter door.

Het huis op de kliffen en Een vreemdeling in Cornwall hebben beiden een Tweede Wereldoorlog-verhaallijn. In alle boeken zit ook wel een verhaallijn over relaties, hoewel die niet bij alle personages even soepel verlopen. In veel van dit soort boeken vind ik de verhaallijn in het heden minder, dan de verhaallijn in het verleden, maar dat is bij Fenwick niet het geval; haar verhaallijnen die spelen in het heden zijn ook goed.

Het pad naar de zee speelt ook in Cornwall, maar staat los van de andere boeken; andere personages en een andere plaatsje. Wat ik aan dit boek mooi vond, was dat de de beide verhaallijnen in het heden en het verleden zich op precies dezelfde data afspeelden. Dit was het eerste boek dat ik van Fenwick heb gelezen; ik liep er in de bibliotheek per toeval tegenaan en vond de flaptekst interessant.

Favoriet?

Ik vond alle boeken prettig weglezen; in alle boeken zit een bepaalde spanningsboog en je wil steeds verder lezen om die vragen beantwoord te hebben. Het huis op de kliffen is mijn favoriet, maar Een vreemdeling in Cornwall en Sterren boven Cornwall zitten daar dicht in de buurt. Het pad naar de Zee vond ik bijna thrillerachtig en zeker ook een sterke psychologische roman; wat zou jij doen? Benieuwd of het enige boek dat ik nog moet lezen – Een zomer vol herinneringen – hier nog overheen gaat.

Heb jij al een boek van Liz Fenwick gelezen? En zo ja wat vond je er van?