MaandMoves: februari 2023

Net als de voorgaande jaren probeer ik om op de laatste dag van de maand een maandoverzicht te geven.

Februari

Het weer was zeer afwisselend, met veel wind en regen- en hagelbuien, hoewel de echte monsterstormen (zoals vorig jaar) uitbleven. Ook was het vrij koud en ging de temperatuur zelden de twee cijfers in. Gelukkig kwam er geen sneeuw meer. Wel was het overwegend grauw en bewolkt weer, pas in de laatste week kwam de winterzon vaker tevoorschijn.

Toch vond ik de maand wel redelijk te doen, maar dat komt misschien omdat ik vorig jaar in februari corona heb gehad en ook omdat ik nu een fijne woning heb in vergelijking tot het Krot, waar ik vorig jaar rond deze tijd nog woonde.

Het is fijn dat het alweer wat langer licht is, maar wat dat betreft wordt het in maart natuurlijk alleen nog maar beter; dan begint de lente en wordt de klok verzet. Verheug mij nu al op de lente.

Wandelen, geocaching en Munzee

Ik heb iets meer gewandeld dan in januari, wel vooral hier in mijn eigen achtertuin; de Oisterwijkse bossen- en vennen dus. Ook eindelijk weer eens een langere wandeling over de Kampina gemaakt. Daarnaast waren er een stadswandelingen door Delft en Zaltbommel, in combinatie met geocaching.

Er werden 49 geocaches gevonden deze maand; veel labcaches, maar ook een aantal fysieke caches. In februari was nog 1 datum over, namelijk 17 februari. Ik had een vrije dag opgenomen om deze datum te “redden” voor mijn Geocaching Datum Project. Helaas was dit net de dag met de ergste stormvoorspelling, dus bleef ik dichtbij huis om eindelijk de “nieuwe” serie (ligt er ondertussen al een aantal maanden) rondom Moergestel te doen. Dit was best een aardige wandeling (de paden kende ik al van andere wandelingen en/of geocachingroutes) en hoewel het af en toe flink waaide, bleef het gelukkig droog. Het leukste was dit bankje in een boom. Deze dag gebruikte ik voor het eerst sinds november weer eens mijn gps Smaug. In de tussentijd gebruikte ik mijn telefoon als gps, maar bij trails met fysieke caches vind ik mijn echte gps toch handiger (en dan kan ik mijn telefoon gebruiken voor Munzee en hoef ik niet de hele tijd te schakelen tussen alle apps). De datum werd ruim “gesaved” en nu zijn er nog maar drie data te gaan.

Aan het begin van de maand ging ik nog speciaal op pad om genoeg punten te halen voor het doolhofsouvenir van Signal. Dat is een serie die een heel jaar loopt (vanaf april 2022) en je hebt steeds twee maanden de tijd om een doolhof te voltooien en tot nu toe had ik alles gehaald, maar nu kwam ik iets van 25 punten te kort voor dit doolhofsouvenir en dat vond ik toch jammer. Het is gelukt; het souvenir is binnen.

Ook vond ik labcaches in Delft en Utrecht.

Met Munzee ging het ook lekker. Omdat ik een bepaald aantal punten had gehaald, kreeg ik tegoed dat ik kon besteden in de Munzeeshop en daar kocht ik een Treehouse van. Dat is een soort van travelbughotel voor special Munzees, alleen zijn Munzees virtueel. De Treehouse zit in mijn woning, dus kan ik elke dag makkelijk cappen. Dat levert veel punten op. Ook kon ik veel vangen tijdens mijn treinreizen.

Spelletjes en puzzels

Er werden wat minder spellen gespeeld dan in januari en ik had maar twee tegenstanders; 27 potjes, waarvan 17 verschillende spellen. De top-3 van meest gespeelde spellen deze maand is: Cloudy Kingdom (nieuw binnen via de Jolly Dutch Club en heel verslavend), Point Salad en Splendor. Nieuwe spellen zijn dus Cloudy Kingdom en Patchwork Duo. Ik had eerst een Patchwork voor meerdere personen, maar die had ik verkocht omdat we het zelden speelden. Mijn moeder vond dat echter wel een leuk spel, dus toen bij de Kruidvat de tweepersoonsversie voor weinig geld lag, heb ik die aangeschaft als vervanger.

De puzzel van de maand was er eentje van 1500 stukjes; The Grand Library van Aimee Stewart. Ik heb vaker puzzels met tekeningen van Aimee Stewart gelegd en ik houd erg van haar stijl. Bij het laatste gedeelte hulp gehad van mijn moeder. We zouden eigenlijk spellen gaan spelen, maar die puzzel riep harder en uiteindelijk legden we pas rond middernacht het laatste stukje…

Kijken

Ik heb tegenwoordig weer een tv in huis (en streamingdiensten met dank aan mijn broeders) en heb daarom deze maand belachelijk veel films en series gekeken. Natuurlijk is er ook nog steeds Wie is de Mol? en ik ben er voor 99,9% van overtuigd dat Jurre de Mol is. Tot nu toe heb ik al mijn punten in de app nog. Over 2,5 week weten we of ik gelijk heb.

Samen met jongste broeder en schoonzusje ging ik naar het Pathe Festival en zagen we vier films op een dag, te weten: Till, Tar, A man named Otto en The Whale. Het waren wel allemaal vrij dramatische films, dus bij de laatste was ik er wel een beetje klaar mee. Wel heb ik hiermee al meer films in de bioscoop gezien dan in heel 2022 bij elkaar, want dat waren er maar drie.

Verder heb ik eindelijk Where the crawdads sing gezien, de verfilming van het gelijknamige boek van Delia Owens. Ik vond het best een aardige verfilming, behoorlijk trouw aan het boek.

Qua series bingewatchte ik alle drie de seizoenen van His Dark Materials. Ik heb de boeken meerdere keren gelezen en was benieuwd naar deze verfilming van met name deel 2 en deel 3. Want deel 1 is al eens eerder verfilmd in 2007 als The Golden Compass. Ik denk dat ik er nog een aparte blog ga schrijven met mijn recensie.

Ik keek ook de nog vrij nieuwe Disneyfilm Strange World; die kreeg veel kritiek, maar ik vond het best een leuke film.

The Other Boleyn Girl heb ik met een half oog gekeken, want ik vond het een veel te langdradig kostuumdrama. Ik heb het boek waar de verfilming op is gebaseerd ooit gelezen en had over de hele (op waarheid gebaseerde) situatie zo mijn eigen mening klaar. Die is door de film niet veranderd. Ze mogen dan allemaal good looking acteurs hebben gecast, maar het hele verhaal is gewoon heel bizar; de twee zusjes worden door hun oom en vader uitgespeeld om het aanzien van de familie te verhogen, maar eigenlijk worden ze gewoon als hoeren het bed van de koning ingestuurd en moeten ze hem vooral een bastaardzoon baren. In de film ziet de koning er in de vorm van Eric Bana nog aantrekkelijk uit, maar in werkelijkheid was Henry VIII een oudere, corpulente (hij woog bij zijn dood vermoedelijk zo’n 170 kilo), geesteszieke (door een val zijn paard) en daardoor niet heel knappe man, die zes vrouwen heeft versleten, waarvan hij er twee liet onthoofden (waaronder dus Anna Boleyn).

Musea

Ook in februari bezocht ik weer twee musea. Als eerst de Prinsenhof in Delft, waar het vooral om Willem van Oranje draait, die daar is vermoord. Qua aantal vrouwen leek Willem trouwens best op Henry VIII, want hij versleet er vier. Verder is er veel Delfts Blauw te zien in het museum, maar ik vind dat echt aartslelijk spul. Ook hangen er veel schilderijen van vooral Delftse meesters. In deze schilderijenzaal was het in tegenstelling tot de rest van het museum helemaal niet druk, maar ik vond dat hier best een aantal mooie stukken tussen hingen. Helaas hebben ze niets van het schildericoon van Delft zelf: Johannes Vermeer; dat zal onbetaalbaar zijn. Wel veel van zijn tijd- en stadsgenoot Michiel van Mierevelt, die tijdens zijn leven meer succes had met zijn schilderijen dan Vermeer, die straatarm en relatief jong stierf.

Het andere museum is het Stadskasteel ofwel het Maarten van Rossumhuis in Zaltbommel. Dit museum draait om twee iconen van de stad: de middeleeuwse legeraanvoerder Maarten van Rossum en de bekende illustratrice Fiep Westendorp (die vooral veel tekende bij de verhalen en boeken van Annie M.G. Schmidt). Het is een klein museum, maar het heeft wel een mooie collectie en zeer vriendelijke vrijwilligers. Ook is er een museumtuin (gratis toegankelijk tijdens de openingstijden en voor de liefhebbers ligt er een geocache verstopt) en een gezellig museumcafé. Het is ook nog een aanrader om naar de muurschildering van kunstenares Karen de Bondt te gaan kijken, in de nabijgelegen Oliestraat.

Verder

  • Heb ik twee nieuwe huisgenootjes in de vorm van de konijnen Fimme en Ferre. Je kunt alles over hun komst lezen in deze blog. (En natuurlijk zijn mijn twee cavia’s er ook nog steeds).
  • Als kersverse #crazybunnylady besloot ik meteen een Konijnen Bingo te organiseren op instagram met postkaarten. Het is toevallig ook nog eens het Chinese Jaar van het Konijn, dus dat was zeer toepasselijk. Er deden een paar echte konijnenliefhebbers mee en er werden erg leuke konijnenkaarten rond gestuurd.
  • Ook mijn jongste broeder en schoonzusje haalden deze maand een huisdier uit het asiel, dus heb ik nu een “neefje” in de vorm van een kat. Hij heet Tosti.
  • Toen ik spullen voor de konijnen ging halen bij de plaatselijke dierenwinkel raakte ik onder de indruk van hamsterscaping (het inrichten op een “natuurlijke” manier van een grote glazen bak voor een hamster), dus ik sluit niet uit dat er in de toekomst nog een hamster gaat komen. Ik heb als tiener ook russische dwerghamsters gehad. Eerst maar eens even sparen hiervoor, want het huisdierenbudget is nu al op aan benodigdheden voor de konijnen.
  • Ondanks dat het nog behoorlijk winter is, kon ik de paaseitjes niet weerstaan.
  • Aan het einde van de maand maakten de wintergnomes dan toch maar plaats voor de paasspullen, want pasen valt vroeg dit jaar.
  • Ik wil graag een minimoestuin op mijn balkon, dus las ik een boek (zo heerlijk om lid te zijn van de bibliotheek) over moestuinieren in potten en begon ik aan een lijst met benodigdheden.
  • Testte ik een aantal soeprecepten uit en vooral de knolselderijsoep viel erg in de smaak. Zelf vond ik de noedelsoep ook lekker.
  • Bak ik nog steeds brood met mijn broodbakmachine. Ook een cake geprobeerd, maar die vind ik lekkerder uit de gewone oven.
  • Probeerde ik Foodello uit; zij verkopen producten die tegen de houdbaarheidsdatum zitten met een flinke korting. Ik kocht er o.a. broodbakmix.
  • Minder leuk was de ervaring om in een trein te zitten die een aanrijding had met een persoon, zoals de NS dat dan noemt. In de eerste plaats is het natuurlijk heel triest dat iemand zo wanhopig is om op deze manier een einde aan het leven te maken. Hierin falen in mijn ogen de hulpverlening en ook de euthanasiewet. Dwars door Oisterwijk loopt een spoorlijn, waar je door de vele overgangen makkelijk op kan komen, dus ik heb het helaas al vaker meegemaakt. Ik zat nooit eerder in de trein zelf. Het was een lange trein en ik zat in het midden, dus heb ik het gelukkig niet zien gebeuren. Het lijkt mij vooral erg voor de machinist en voor de conducteurs, die naar buiten moeten om te situatie te gaan schouwen. Na een klein half uur mochten wij passagiers de trein aan de achterkant verlaten om naar station Reeshof te lopen, we stonden daar slechts een paar honderd meter vandaan en vermoedelijk is het slachtoffer ook vanaf daar het spoor opgegaan. Uiteindelijk is er een andere trein gekomen om de passagiers op te halen, maar ik had toen al besloten dat ik terug naar Tilburg centrum ging wandelen en dat heb ik ook gedaan om op Tilburg Universiteit weer op de trein te stappen.

De langoren zijn gearriveerd

Konijnenwens

Het was een lang gekoesterde wens van mij om weer konijnen als huisdieren te hebben. Een wens die lang in de vriezer geparkeerd stond, want in mijn vorige woning – a.k.a. Het Krot – was er simpelweg geen ruimte voor een konijnenren van minstens drie vierkante meter; de minimum eis die een konijnenopvang stelt aan de huisvesting voor hun konijnen.

Cavia’s nemen met wat minder ruimte genoegen (ze zijn ook kleiner en minder soepel dan konijnen), dus daarom wel altijd twee cavia’s gehad in Het Krot en die zijn natuurlijk ook mee verhuisd en wonen nog altijd hier.

Maar nu woon ik in een nieuwe woning die bijna dubbel zo groot is als het Krot. En hier zijn twee “slaapkamers”. Omdat ik alleen ben, vind ik het prima om te slapen in de kleinste slaapkamer, die is groot genoeg. Dan bleef de veel grotere extra kamer over voor wat anders en ik wist eigenlijk al meteen dat ik die op ging splitsen in een kantoor en een ruimte voor de konijnenren. De splitsing werd voltooid met mijn oude vakjeskast van Ikea; de al vier keer mee verhuisde Kallax-kast.

Het “Konijnenhol”

Omdat ik in een appartement op twee hoog woon, heb ik geen tuin. Wel een balkon, maar daar mag je volgens de huisregels geen dieren ophouden. Met de grote hoeveelheid katten die mijn buren houden en de zon er vol op in de zomer, lijkt mij dat ook geen verstandig idee. Hoewel ze in de zomer vast wel eens op het balkon mogen rondhuppelen onder toezicht, zijn het in principe binnenkonijnen.

Ik wilde een grote, stevige ren voor de konijnen, met elementen die niet de hele tijd omvallen. Dan kom je al snel uit op een bench voor honden (puppy’s). En na een beetje zoeken op internet vond ik een bedrijf dat simpelweg konijnenren.nl heet en zij verkopen dus rennen speciaal voor konijnen in allerlei maten. Ik ging voor het maximale formaat dat in de kantoor/konijnkamer mogelijk was en dat is een ren van ongeveer 3,5 vierkante meter. De ren is makkelijk op te bouwen, er zit een deurtje in, zodat ik makkelijk in de ren kan komen en het is mogelijk om de opbouw van de 10 elementen nog te wijzigen of er ooit nog extra elementen aan toe te voegen (mocht ik ooit nog verhuizen naar een nog grotere woning, haha). Maar in de ruimte waar de ren nu staat kan het niet anders. Je kon kiezen voor een hoogte van 60, 80 of 100 cm en ik besloot dan maar meteen voor een meter te gaan. Achteraf bezien denk ik dat 80 cm ook hoog genoeg was geweest, maar beter safe dan sorry; konijnen kunnen best hoog springen.

Sociale dieren

En het moesten dus twee konijnen worden, want konijnen zijn sociale dieren die graag samenleven. En waar bij cavia’s een combinatie van twee mannetjes of twee (of zelfs meerdere) vrouwtjes goed mogelijk is, is dat bij konijnen niet zo’n goed idee. De beste combi is een mannetje en een vrouwtje samen en om een explosieve toename van het aantal konijnen in de toekomst te voorkomen moeten die dus gesteriliseerd zijn. Ik wilde het liefste een koppeltje dat al gevormd was, ook omdat ik geen ervaring heb met het koppelen van konijnen.

Ik hoefde niet per se jonkies, het was eigenlijk al snel duidelijk dat mijn konijnen van de opvang mochten komen, volgens het Amerikaanse principe: adopt don’t shop. Wel wilde ik dan niet al te oude konijnen. Ze worden gemiddeld zo’n 10 jaar oud, dus ik wilde het liefste een koppel dat nog geen vijf jaar oud zou zijn. Daarnaast moet je een aardig bedrag neertellen voor de konijnen, dus dan zou ik het ook niet echt leuk vinden als ze na een paar jaar alweer zouden overlijden. Garanties heb je natuurlijk nooit; dat is bij cavia’s ook niet. Maar die zijn wel een heel stuk goedkoper in aanschaf, omdat je twee ongecastreerde mannetjes bij elkaar kan houden (zo heb ik dus twee mannetjes samen zitten en die hebben hun mannelijke onderdelen gewoon nog). Want dat bedrag zit hem dus vooral in sterilisatie; dat is niet goedkoop. Vermoedelijk krijgt de opvang wel korting, omdat ze zoveel konijnen laten steriliseren. Ik zag dat het bij de dierenarts hier in de gemeente ook een aardige duit kost. En dan moet je ook nog net een dierenarts hebben die gespecialiseerd is in kleine dieren, zoals konijnen. Verder vind ik het prima dat je ook voor opvangdieren een bedrag moet betalen. Het voorkomt dat mensen zomaar een konijn op komen halen, als je ervoor moet betalen dan denk je er beter over na. En er zaten meer dan 100 konijnen in de opvang; dat kost natuurlijk ook geld. Dus het bedrag dat ik nu betaald heb vloeit weer terug in de opvang en dat is zeker een goed doel, waarvan je ook 100% zeker weet dat het daar en goed terecht komt.

Geen Vlaamse Reuzen

Ook wilde ik niet al te grote konijnen, vanwege de dan toch nog beperkte ruimte. Ik meen dat je tot 2 kilo mag spreken over een dwergkonijn. Volgens hun boekjes wegen mijn huidige konijnen net een paar honderd gram meer, dus zijn het officieel “middelgrote” konijnen. Daarnaast hoopte ik op redelijke tamme konijnen, die zich in elk geval laten aanraken en liefst aaien. Konijnen zijn in principe geen knuffelbeesten, maar je hebt er natuurlijk evengoed makkelijke en moeilijk benaderbare bij zitten.

En ja, dan heb je nog het uiterlijk. Opvangen pleiten altijd dat je niet voor het uiterlijk moet gaan, maar voor het karakter. En daar hebben ze ook gelijk in, maar het oog wil ook wat. Dus ik wilde op zijn minst konijnen in een kleurstelling die ik leuk vind om te zien. Of ze hangoren of rechte oren zouden hebben, maakte mij dan weer minder uit, maar omdat mijn laatste konijn Fender een hangoor was, was dat wel een beetje het plaatje in mijn hoofd.

De keuze

Uiteindelijk maakte ik een afspraak bij een konijnenopvang. Op hun website had ik verschillende koppeltjes gezien die mij wel leuk leken. Bij aankomst bleek mijn favoriete koppel niet in de opvang te zitten, maar in een pleeggezin, waar ze waarschijnlijk zouden blijven. Die vielen dus al af. Het tweede koppeltje waren schattige konijntjes, maar die waren met zeven jaar al behoorlijk op leeftijd. Het derde koppel waren leuke en lieve (en mooie) konijnen, die zich gewillig door mij lieten aaien, maar ze waren behoorlijk groot.

Na deze koppels mocht ik ook nog naar koppels gaan kijken die nog niet op de website stonden en die in een andere ruimte zaten. Daar zaten best wel wat konijnen tussen die aan mijn eisen voldeden, maar D en T (de opvangnamen) sprongen daar eigenlijk meteen uit, omdat ze allebei meteen naar mij toe kwamen, ze konijnensnoepjes aten uit mijn hand en zich ook makkelijk lieten aaien. D leek daarbij erg op Fender, mijn laatste konijn (al overleden in 2013, nu bijna tien jaar geleden), maar dan in een iets kleiner formaat en een andere kleurstelling. Fender was wit met bruin gevlekt, D is wit met grijs/zwarte vlekjes. Daarnaast leken D en T elkaar ook heel erg aardig te vinden, ze lagen heel schattig bij elkaar. En ook qua formaat pasten ze goed in mijn plaatje en belangrijker nog; in de ruimte die de ren hun biedt. Ik heb net hun derde verjaardag gemist, want ze zijn allebei jarig in de laatste week van januari (en dus geboren in 2020). Daarmee blijft mijn cavia Fenno het oudste huisdier in dit huis, want die is al van oktober 2019 en woont ook al vanaf vijf weken oud bij mij. Maar cavia’s worden helaas minder oud dan konijnen, dus waarschijnlijk zullen de konijnen Fenno ruim gaan overleven.

Broer en zus?

Vanwege de privacy van de vorige eigenaars mochten ze niet al teveel vertellen over de voorgeschiedenis van deze konijnen, maar wat ik wel weet is dat ze altijd samen hebben gezeten en ze hoogstwaarschijnlijk broer en zus zijn (of in elk geval op dezelfde dag zijn geboren). Ze zijn afgestaan door de vorige eigenaar; reden is mij dus onbekend. Maar omdat ze heel erg tam zijn, zal het in ieder geval niet vanwege verwaarlozing zijn. Misschien een verhuizing of tijdgebrek. Geen idee. In ieder geval zaten ze nog niet heel lang in de opvang, pas sinds januari.

Ze mochten meteen mee naar huis. De autorit vonden ze niet bijzonder leuk, maar toen ze eenmaal in de ren zaten, gingen ze die wel meteen verkennen. En hoewel ze bij de opvang hadden gezegd dat konijnen niet uit een fles wilden drinken, was dat zo’n beetje het eerste wat ze deden; op die fles afstormen en daaruit drinken. Mijn konijnen-of-the-past dronken overigens ook allemaal uit flessen. Ik vind het schoner dan uit een losse waterbak, dus fijn dat ze dat goed doen. Ook komen ze al vanaf de eerste dag naar mij toe als ik naast of in de ren sta en laten ze zich graag aaien; vooral het vrouwtje is dol op aandacht en duwt het mannetje ook weg. Zij laat zich ook probleemloos oppakken, het mannetje vindt dat minder leuk. Het vrouwtje is duidelijk de baas; ze weegt zelfs net iets meer dan het mannetje.

De namen

Toen moesten ze natuurlijk ook nog een naam krijgen, want D en T vond ik allebei niet zo’n mooie namen. T deed mij denken aan een oude klusjesman. En D aan de overleden hond van een kennis die zo heette. Zoals bekend krijgen al mijn cavia’s een naam die begint met de letter F. Mijn laatste konijn had met Fender dus ook een F-naam. Daarom wilde ik nu ook weer het liefste F-namen. De namen van de cavia’s – Fenno en Frido – zijn toevallig allebei Duits-Friese namen. Het leek mij dus wel leuk als de namen van de konijnen daarbij aan zouden sluiten. Ik heb in mijn telefoon een lijstje staan met F-namen, maar die zijn niet allemaal Fries. De naam Ferre stond hier wel in en die voldeed wel aan die eis. Dus ging ik maar eens googelen op Duits-Friese namen. Mijn moeder had dat ondertussen ook gedaan en die kwam o.a. met Fimme. Dat vond ik leuk klinken bij Ferre en het blijkt ook nog eens “vlug en behendig” te betekenen, wat zeer passend is voor een konijn. Het bevalt mij ook dat de cavia-namen dan allebei eindigen op een o en de konijnen-namen allebei op een e. En allemaal namen die uit vijf letters en twee lettergrepen bestaan.

Fimme is het vrouwtje, zij is driekleurig, van voren vooral wit, van achteren vooral bruin en dan nog wat zwarte vlekjes. Ferre is het mannetje en hij is wit met zwart/grijs gevlekt.

Pretentieuze namen? Misschien. Originele namen voor huisdieren? Absoluut. Ik ben niet van de Vlekje en Snuitje-categorie zullen we maar zeggen. Moeilijk te onthouden voor andere mensen? Vast ook wel ;>)

Vanaf nu ben ik naast een #crazyguineapiglady dus ook een #crazybunnylady. Hopelijk gaan ze nog een lang en gelukkig leven hebben hier.

Geocachingavonturen uit het verleden: Houtdorper- en Speulderveld

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 23 februari 2012:

Nog een keer een verslag uit 2012, want er werd maar 2x op de de datum 23 februari aan geocaching gedaan en het andere verslag verscheen al in 2017 op dit blog. Mijn moeder en ik waren op vakantie bij Putten en gingen wandelen en geocachen bij het Houtdorper- en Speulderveld.

Het avontuur:

De weersvoorspelling voor vandaag was goed, daarom besloten we om de langste multi te gaan doen die ik in mijn wensenlijstje had staan, Houtdorper- en Speulderveld, een wandeling van 10 kilometer. Nou, daar hebben we geen spijt van gehad. Het was een uitgestrekt heidegebied en we kwamen vrijwel geen andere mensen tegen. Dus hadden we het As far as your eyes can see voor onszelf. Er zou een kudde koeien op de heide rondlopen en die wilde wij natuurlijk graag ontmoeten, maar helaas zagen we ze nergens. Ik was er zo door geobsedeerd, dat ik zelfs boomstammen voor koeien aan zag. Op een bepaald punt zagen we nog wel een drietal reeën wegspringen, dat was een kleine troost als vervanging voor de koeien.

Op het einde van de route kwamen er nog een paar verrassingen, de hele route was vrij vlak geweest, maar op het einde gingen we ineens omhoog en vanaf de heuvels had je een mooi uitzicht. De cache lag op een van de heuvels en er zat een heel schattig travelbug in; die heeft de rest van de dag in het zijvakje van mijn rugzak gezeten, met zijn kopje eruit.

Na de cache was het nog bijna 2 kilometer terug naar Reno. Dat was eigenlijk het mooiste stukje van de route. En toen, toen we het eigenlijk niet meer verwacht hadden, zagen we toch nog 2 koeien! Het waren Schotse Hooglanders, maar ze waren veel lichter bruin dan de exemplaren die ik normaal gesproken tegen kom, dus misschien toch een ander onderras. Ik sloop door de heide dichterbij, om een close-up foto te maken van de liggende koeien. Ze bleven rustig liggen, dus kon ik ongestoord mijn gang gaan. We vroegen ons af waar de rest van de kudde was, maar die hebben we nergens meer gezien. Maar ik was al helemaal blij van de ontmoeting met deze twee koeien.

Terug bij Reno stond er inderdaad 10 kilometer op de teller. We hadden tijd voor nog een kortere cache en kozen voor Wat is het mooi op de Veluwe! Helaas viel die cache nogal tegen, het was helemaal niet het mooiste stukje van de Veluwe, het was meer een bos waar het heel vochtig was, waardoor de bomen allemaal zeiknat waren en verschillende vormen van schimmel vertoonden. Daarnaast had ik enorme last van mijn voeten. Soms loop ik op een dag 20 kilometer en heb ik nergens last van en nu had ik nog geen 15 kilometer gelopen en deden ze ontzettend zeer. De cache lag op het terrein van een vervallen hotel met huisjes. Wij waren blij dat we daarna terug konden naar onze mooie vakantiehuisje op een netjes onderhouden park.

Nadat we wat gerust hadden in ons huisje, wilden we toch nog graag de door mij opgeloste mysterie gaan loggen, die in het bos aangrenzend aan het vakantiepark lag. Omdat ik niet zeker wist of ik de puzzel goed had opgelost, was het twijfelachtig of we hem echt zouden vinden. Gelukkig bleek mijn peiling goed te kloppen, ik had maar 7 meter afwijking en vonden we de cache, geflankeerd door een vliegtuig – hij heette Crashed! -. Altijd fijn om een mysterie in het veld te vinden waaraan je tijd hebt besteed om de puzzel opgelost te krijgen.

Wat ik hier op 23 februari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Naar deze omgeving zijn we nog een aantal keer terug geweest voor vakantie of een weekend weg, vorig jaar zelfs nog. De Veluwe is gewoon heel mooi, behalve dan dat stukje bos van die ene cache (hoewel ik de foto best aardig vind). Aan mijn voeten bleek ik trouwens een dubbele hielspoor te hebben (zowel links als rechts) en dat heeft nog best lang – en veel ontstekingsremmers en inlegzolen – geduurd voor dat over was.

Boardspelfreak #1: De meest gespeelde spellen van 2022

Het is ondertussen wel bekend dat ik heel graag spellen speel. Dat begon al in de bovenbouw van de basisschool, dus het is al een heel oude hobby. Je mag mij dan ook gerust een bordspelfreak noemen. Ik heb nooit geteld, maar ik vrees dat ik meer dan 100 spellen in bezit heb… Bordspellen, kaartspellen, noem het maar op; ik vind heel veel leuk, zolang het maar geen coöperatieve spellen (ik wil gewoon winnen!) of slagenspellen zijn. Sinds de zomer van 2021 heb ik een app om bij te houden wanneer ik spellen speel, met wie ik spellen speel en welke spellen ik speel. 2022 was dus het eerste jaar waarin ik alles bijgehouden heb. Daarom vandaag de top 10 (nou ja 12, want op plek 10 stonden drie spellen gelijk) van de meest gespeelde spellen van 2022. Omdat we meestal maar met twee spelers zijn, zijn dit dus ook allemaal spellen die geschikt zijn voor slechts twee spelers.

Keer op Keer 2

De onbetwiste winnaar van 2022 is Keer op Keer 2. Dit is het lievelingsspel van mijn moeder en omdat ik vaak met haar speel, komt het heel vaak op tafel. Ook met een groepje is het leuk en omdat het een vrij snel spelletje is, komt het ook gauw op tafel tijdens bijeenkomsten met mijn family. Er is ook een Keer op Keer 1, maar die spelen we vrijwel nooit meer sinds we 2 hebben. Wat ik wel jammer vind is dat er van het basisspel meerdere blokjes bestaan en van Keer op Keer 2 is er maar 1 versie. En zo moeilijk kan het toch niet zijn om een computer een paar andere blaadjes te laten genereren. Dus 999Games??? Overigens ben ik dit spel nu wel een beetje beu, dus het kan zijn dat het in 2023 minder vaak op tafel gaat komen.

Qwixx (diverse edities)

Qwixx is een makkelijk te leren snel dobbelspelletje. Wij hebben heel veel verschillende blokjes, dus ook dit spel wordt vaak gespeeld in de diverse uitvoeringen. Het kan met 2 spelers, maar ook met een groepje. Dus ook dit is een zeer geschikt spel bij family-bijeenkomsten. Persoonlijk vind ik Qwixx leuker dan Keer op Keer 2, omdat er meer afwisseling in de blokjes is.

Elixer Mixer

Elixer Mixer is een spotgoedkoop spelletje (minder dan 10 euro), het is een makkelijk te leren, maar stiekem toch nog best tactisch kaartspelletje. Ook heel goed te doen met twee spelers. Je moet toverdrankjes mixen en kan op verschillende manieren bonusdrankjes scoren. Een potje duurt 10-15 minuten en daarom speel je snel meerdere potjes na elkaar, vooral ook omdat je graag revanche wil nemen. Daarom doen we meestal best out of three. Echt een heel leuk verslavend spelletjes, misschien wel de beste aankoop van 2022.

CuBirds

Ook CuBirds is een kaarspelletje, maar dan met een thema van kubistische vogels. Ik speelde het voor het eerst online en vond het zo leuk dat ik het die avond nog besteld heb. De Nederlandse editie was op dat moment uitverkocht, dus heb ik een Duitse. Maakt voor de kaartjes verder niet uit, want daar staat geen tekst op. Ook dit is een heel verslavend, snel spelletje waar we meestal best out of three spelen. Ondanks vele potjes vind ik dit ook nog steeds een heel leuk spel.

Qwirkle Cards

Zoals de naam al zegt is dit de kaartspeleditie van het grote spel met de houten blokjes. Met de kaarten is het spelsysteem wel net iets anders en in mijn ogen leuker. Ik ben dan ook fan van het kaartspel en vind het spel met de blokjes een stuk minder leuk. Je moet wel heel goed schudden voor je begint – zeker met twee spelers -, want anders ligt alles al op volgorde. Het werkt met kleuren en figuurtjes en van elke kaart zitten er drie stuks in het spel. Stiekem dus nog best een tactisch spelletje, hoewel het niet moeilijk te leren is.

Meadow

Meadow is de eerste “grote doos” die in dit rijtje voorkomt. Het is qua tekeningen een van de allermooiste spellen ooit gemaakt. Het gaat over allerlei diertjes die rondom een weide leven, van insecten tot grotere zoogdieren en vogels. Er zit ook een heel boek bij met uitleg over alle beestjes. Ondertussen is het spel ook in het Nederlands vertaald, maar ik heb de Engelse editie. Maakt voor de kaartjes niet uit, want die hebben geen tekst. In de doos zitten ook nog envelopjes met extra kaartjes die je open mag maken op bepaalde dagen of als je bijvoorbeeld een boswandeling hebt gemaakt. De mijne zijn ondertussen al lang open. Afgelopen najaar kwam er een uitbreiding voor Meadow uit: Downstream. Dat was natuurlijk mijn sinterklaascadeau. Deze uitbreiding zit vol met allerlei beestjes die in het water leven, dus veel vissen, maar ook bijvoorbeeld een otter. Van dezelfde tekenaar, dus helemaal in stijl. Het spel wordt er wel iets moeilijker door, vinden wij. Vanwege het dieren/natuurthema, de prachtige tekeningen en het spelmechanisme is dit echt een van mijn lievelingsspellen.

Qwixx Longo

En nog meer Qwixx. Bij deze editie speel je met 8-kantige dobbelstenen en zijn de rijen met cijfers die je moet afkruisen langer. Ook deze editie komt vaak op tafel.

Café International – Das Kartenspiel

Dit spel heb ik vroeger al heel veel gespeeld. Het was alleen niet in mijn bezit en de Nederlandse editie was uitverkocht. Dus heb ik uiteindelijk de Duitse versie gekocht. Ook bij dit spel maakt dat niet uit, omdat de kaartjes geen tekst hebben. Je hebt een café met tafels met vlaggen erop. Daar moeten nogal karikaturale vrouwen en mannen uit diverse landen aan geplaatst worden, maar die moeten in een bepaalde volgorde zitten. Hoe meer mensen van het zelfde land rondom een tafel zitten, hoe meer punten. Is een tafel vol, dan gaat deze weg en komt er een nieuwe tafel. Maar als je niks kan aanleggen volgens de plaatsingregels en je meer dan 12 kaarten in je hand hebt, moet je kaarten in je bar gaan leggen en dat zijn allemaal strafpunten aan het einde van het spel. De strenge plaatsingregels zijn een klein nadeel in dit spel: soms heb je echt een impassecafé en kun je lange tijd niet verder spelen. Of als jij een hele hand vol mensen hebt waarvan op dat moment geen tafel in het café ligt, dan heb je ook een probleem. Wij hebben dit zo vaak gespeeld, dat de meesten personages uit het spel bijnamen hebben. Dus dan is het niet ik leg de Duitse vrouw aan, maar ik leg Bets aan.

Everdell

Nog een grote doos en dit is een best wel duur spel om aan te schaffen. Ook dit is één van mijn lievelingsspellen, vanwege het thema met de schattige bosdiertjes en de prachtige tekeningen. We spelen meestal met de rivieruitbreiding Pearlbrook. Je moet het spelmechanisme van Everdell wel even doorkrijgen, maar daarna is het iedere keer anders, omdat er veel verschillende manieren zijn om te kunnen winnen. Het is maar net welke kaarten je op hand hebt, welke tactiek je gaat volgen.

Lost Cities

Dit is echt een spel speciaal voor maar 2 spelers. Van Reiner Knizia, de spellenmaker waarvan ik de meeste spellen in de kast heb staan. Dit was ook een van de allereerste spellen die we jaren geleden gingen spelen toen we Monopoly beu waren. Het spel is simpel, maar tactisch; sluit je een weddenschap af voor extra punten? Lukt het om je rijtjes af te krijgen? Of moet je minpunten incasseren. Het spel bestaat uit drie rondes. Vroeger eindigde ik vaak in de min, tegenwoordig ben ik er stukken beter in en wordt het meestal wel in de plus. Soms met weinig punten en als ik geluk heb met heel veel punten.

Sagrada

Deze heb ik ook in het Engels, wat in dit geval niet per se heel handig is, omdat hier wel kaartjes met tekst bijzitten. Bij dit spel moet je een glas in lood raam gaan leggen met gekleurde dobbelstenen. Er zijn echter wel plaatsingrestricties, zo mogen er geen gelijke kleuren of getallen naast elkaar liggen. En dan heb je nog een raamkaartje met opdrachten waar je aan moet voldoen. Hoe verder je komt in het spel, hoe moeilijker het wordt om een geschikte dobbelsteen te vinden. Ik denk dat dit spel leuker is met meerdere spelers, omdat je dan een grotere pool van dobbelstenen hebt om uit te kiezen. Toch is het met twee spelers ook te doen.

Splendor

Splendor is ook een heel verslavend spelletje waar we vaak meerdere potjes van spelen. We hebben ook de doos met de uitbreidingmodules; Splendor Cities. Met twee spelers is het iets makkelijker omdat je dan je tegenstander goed in de gaten kan houden. Met meerdere spelers is dat lastiger en is het verloop van kaarten ook groter. Met twee spelers gebruiken wij bijvoorbeeld bijna nooit de reserveringsoptie of de jokers. Met meer spelers ga je sneller een kaart claimen. Doel van het spel is om een motortje op te bouwen door met diamanten kaarten te kopen. Die kaarten zijn echter ook diamanten waard; dus heb jij een groene kaart, dan krijg je 1 groene diamant korting op een volgende kaart. Er zijn drie verschillende groepen kaarten, van goedkoop naar duurder en natuurlijk zijn de duurste kaarten de meeste punten waard. Dan zijn er nog extra punten te scoren als je een juiste combinatie hebt om een “edele” te lokken.

Geocachingverhalen uit het verleden: Hageven & Plateaux

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 16 februari 2012:

Ik had een vrije dag en reed naar België om daar te gaan geocachen. Omdat ik toen in Hilvarenbeek woonde, was dat relatief dichtbij.

Het avontuur:

Door het slechte weer, had ik al een tijdje niets meer aan geocaching gedaan. Eerst was er een koudegolf en vervolgens viel er dagenlang een hoop regen uit de lucht. Weeronline is inmiddels een van mijn favoriete sites geworden. Voor vandaag kreeg het weer het cijfer 7, dus besloot ik maar weer eens op jacht te gaan. Wederom voor een cache van de hand van DanPan, omdat ik die gewoon allemaal goed vind. De temperatuur is nu weer ruim boven 0, namelijk 7 graden en dat is gewoonweg een genot om in te wandelen en een groot verschil met de ijskou van de afgelopen weken. Aan die ijskou was ik ondertussen gevoelsmatig wel gewend, maar dit is toch eigenlijk zoveel lekkerder, qua gevoelstemperatuur.

De tocht voerde dit keer naar Neerpelt, een plaatsje net over de grens in België, dus kon ik weer mooi werken aan mijn geliefde België-doel (1000 caches in België). Reno (mijn toenmalige auto) bleef achter op de modderige parkeerplaats van bezoekerscentrum de Wulp. Hier waren ze zwaar aan het verbouwen, dus verder stonden er alleen busjes van bouwbedrijven op de parkeerplaats. Het natuurgebied begon direct achter het bezoekerscentrum. Het was een aangelegd natuurgebied, maar als dat niet vermeld was, had ik het niet door gehad. Het was een erg mooi gebied, met veel vennen en heide en een beetje bos. Die vennen waren aangelegd naar hoe de situatie vroeger was geweest, dat hadden ze gedaan naar aanleiding van luchtfoto’s. Een grappig weetje. Verder stikte het in het gebied van de leuke houten bruggetjes, waarvan de hangbrug de topper was, vele houten vlonders om overheen te lopen, een uitkijktoren, een vogelkijkhut (waar ik acuut de twee aanwezige zwanen wegjoeg met het piepje van mijn fototoestel. Hieruit blijkt maar weer dat ik een zeer onervaren vogelaar ben.)

Er waren veel mooie doorkijkjes en ik bleef maar foto’s maken. Er waren wel wat andere mensen in het gebied, maar niet zo heel veel, dus ik kon ongestoord zoeken en rond kijken, dat is wel het fijne aan doordeweeks cachen. Ook kwam ik een grenspaal tegen. Die kom ik regelmatig tegen bij het cachen en meestal maak ik er wel een foto van, omdat ik het grappige objecten vind, bijna net zo leuk als fietspaddenstoelen. Dus ook een foto gemaakt van deze. Op de route lag een cache bij de zogenaamde Grenspaal 181, maar die paal bleek verdwenen te zijn. Heel verhaal erbij. Waarom zou je zo’n zware paal willen “ontvoeren”? Leuk voor in de tuin? Van de andere kant zou ik ook best een fietspaddenstoel willen hebben. Helaas heb ik geen echte tuin bij mijn huis. De fietspaddenstoelen in België worden zwaar verwaarloosd en worden met uitsterven bedreigd, dus waarschijnlijk zou niemand ze missen als ik ze adopteerde.

Op de route was ook nog een earthcache te doen. Ik ben niet meer zo’n fan van earthcaches, maar als ik er toevallig overheen loop, sla ik ze niet over. Ook probeer ik nog aan de voorwaarde van een bepaalde challenge in Breda te voldoen en daarvoor komen wij nog 2 earthcache-founds te kort. Bij deze dus nog maar eentje. Ik vind wel dat je een foto moet maken als bewijs dat je er echt geweest bent. Dat was bij deze keurig het geval en dit was ook echt een mooi natuurgebied, dus dan vind ik het wel prima. De vragen stonden uiteindelijk in de tekst, dus ik heb voor niets het hele bord zitten lezen en te fotograferen. Daarna weer verder met de multi. Op het einde zaten een paar lange stukken tussen de waypoints. Ik hoopte dat ik de cache wel zou kunnen vinden. Aan het einde bleek dat ik al 2x over de cache heen was gelopen, want die lag onder de hangbrug. Dat stukje had ik al 2x gelopen, omdat ik daar eerder op de route verkeerd was gelopen. Voor zoiets als de hangbrug doe ik graag een cache, dus heel erg was het niet. Verder leefde er in dit gebied Galloway-koeien, die lijken nog het meest op een kruising tussen een Schotse Hooglander en een koningspoedel, om de heide te begrazen. Ik wilde natuurlijk graag een foto van een Galloway-koe, maar ze stonden de hele tijd ver weg, dus ik had nog geen leuke foto’s. En toen op het einde, stond er ineens eentje voor mij op het pad. Dit werd dus mijn foto-koe van de dag, ik vond het echt een superschattig-beest.

Op de terugweg naar de auto zag ik dat ik als ik een ander pad nam, ik langs de andere twee korte multi’s kwam, die ik ingeladen had. Ik besloot die maar in een ruk mee te nemen, dan had ik er mooi twee multi-founds bij en hoefde ik geen parkeerplaats voor Reno te zoeken. Eerst de Zwaluwtoren. Het object was gebouwd als project voor een Technische School. Dat vond ik wel een stoer project, ze hadden er ook een prijs mee gewonnen. Die toren zag er constructief leuk uit, maar ik heb geen zwaluw gezien. Van de cache-route klopte helemaal niets en ik maakte rekenfout op rekenfout. Uiteindelijk wilde ik half opgeven en was ik al op weg naar het oorlogsmonument, toen ik een steen bij een betonnen kabelpaal zag liggen. Ik nam een snoekduik op de steen en jawel hoor: de cache. Tja, niet echt een geweldige route dus, daar hadden ze meer van kunnen maken, maar wel mooi een multi-found erbij. De Mustang Memorial was de zoveelste cache bij een oorlogsmonument, ook deze weer ter ere van een neergestort vliegtuigje. Het was een off-set-multi en ik was wel blij dat de cache in de richting van de parkeerplaats lag. Ik keek nog over het plastic plaatje dat er duidelijk zichtbaar bovenop lag, heen. Het laatste stukje door het natuurgebied terug naar de parkeerplaats en daar stond Reno trouw te wachten.

Puur voor de (Belgische) puntjes ben ik nog langs twee trads gereden. De eerste heette de Volmolen en die lag in de gelijknamige straat. De cache was al vanuit de auto zichtbaar en was een echte drive-in cache. Daarna volgde nog Jeugdsentiment. Daar was het moeilijker om de ingang van het gebied te vinden, maar ik zette Reno gewoon brutaal in een inrit en hoopte maar dat er geen trekkers voorbij kwamen, terwijl ik op een neer ging naar de cache. De cache was nog wel grappig verstopt, op zich ook wel een aardig gebiedje, maar na het hele natuurgebied niet heel bijzonder meer. Waarschijnlijk wel voor het jeugdsentiment van de maker. Reno was nog heel toen ik terug kwam en met 7 founds kon ik met een tevreden gevoel terug naar Hilvarenbeek.

Wat ik hier op 16 februari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Prima geocachingdag, eigenlijk niks meer aan toe te voegen. En kijk, ik heb zelfs de door mij gemaakte foto’s van die dag teruggevonden. Mooi gebied, zou er nog wel eens naartoe willen om te wandelen, maar helaas is dat lastig te bereiken zonder de auto die ik later dat jaar weg deed (en nu leef ik al bijna elf jaar zonder auto).

NS-wandeling Valkenburg aan de Geul

Dit is een nog relatief nieuwe NS-wandeling die automatisch op mijn Wandel Bucket Lijst kwam en daarmee ook een doel vervuld van het Day Zero Project 2.0. In juli 2022 liep ik deze wandeling in de lange versie van Schin op Geul naar Maastricht. Dat is 17 kilometer. Je kunt ook van Valkenburg naar Maastricht lopen, dan is het maar 13 kilometer. En eigenlijk moet je in Maastricht starten, maar ik liep om twee reden andersom. De eerste reden was dat het dan beter uitkwam met de treintijden: vanaf Maastricht rijdt de trein in 1x terug naar Eindhoven en vertrekt elk half uur. Daarnaast staat die trein altijd al klaar en kun je er al in gaan zitten; dat is wel zo lekker na een langere wandeling. Vanaf Valkenburg of Schin op Geul moet je eerst met een sprinter van Arriva en die reden maar 1x per uur, dus als je dan fout aankomt, moet je lang wachten. De tweede reden was dat ik een labcache op wilde nemen in de route over de Groene Loper van Maastricht en die had een verplichte volgorde, die dus beter uitkwam als ik vanuit tegengestelde richting aan zou komen.

Idyllisch Schin op Geul

In Maastricht moest ik rennen voor de sprinter naar Schin op Geul, want die was op een ander perron en ik moest door de tunnel en ook nog overchecken naar een andere vervoerder. Ik haalde het wel. Dus treinde ik af naar Schin op Geul, opnieuw een nieuw Limburgs station voor mijn lijst, na Chevremont en Landgraaf eerder dit jaar. Schin op Geul is een idyllisch, puzzelachtig plaatsje. Mooi, oud stationsgebouwtje ook. Ik vond al bijna meteen een “echte”, fysieke cache van de Geul-linie-serie. Hier heb ik er in het verleden al meer van gevonden, o.a. tijdens een vakantie in Valkenburg in de herfst van 2018. Daarna wandelde ik al snel Schin op Geul uit en liep ik stevig door naar Valkenburg langs de rivier de Geul. In de buurt van Valkenburg werden de paden steeds bekender, want daar heb ik al een paar keer eerder gewandeld tijdens vakanties en weekenden weg. Zo kwam ik langs die kapel van Ruprecht, een naar wezen dat werd gebruikt bij een geocacheroute. En langs Kasteel Oost.

Valkenburg

De route liep dwars door Valkenburg en dat was ook allemaal bekend terrein. Zo kon ik de kasteelruïne zien (daar ben ik op geweest tijdens die herfstvakantie in 2018). Er hingen foto’s en meetlatten van de overstromingen in de zomer van 2021, nu bijna een jaar geleden; het water heeft hier echt heel hoog gestaan en huizen overspoeld. Dat kon je je nu niet meer voostellen, dat die kalme, vrij smalle Geul zo gevaarlijk kan worden. Ik pakte een paar munzees mee en moest echt lachen toen ik een sticker op een verkeersbord scande en een man na mij dat ook probeerde te doen. Maar hij gebruikte waarschijnlijk een gewone QR-code scanner en niet die van de munzee-app, dus hij kon er niets mee.

Ik wandelde Valkenburg weer uit langs de Romeinse catacomben en de vuursteenmijnen. De eerste ben ik in geweest in de herfst van 2018 en de tweede was bekend van een earthcache van jaren geleden. De route ging nu weer verder de natuur in, ik herkende paden van de Plateauwandeling, die ik ook deed tijdens die herfstvakantie van 2018.

Curfsgroeve

Uiteindelijk kom je dan uit in het plaatsje Berg en Terblijt. Daar kwam een voor mij nieuw gedeelte, waar ik nog nooit eerder geweest was, namelijk het gebied rondom de Curfsgroeve. Dit is een oude kalksteengroeve, waar tot 2009 kalksteen is gewonnen. De kuil is ongeveer 40 hectare groot en 40 tot 50 meter diep. De tunnel waarmee de arbeiders vroeger de groeve bereikten is dichtgemaakt en de kuil is teruggegeven aan de natuur en wordt nu beheerd door Limburgs Landschap. De Curfsgroeve ligt vrij hoog en op een bepaald punt is het pad zo stijl dat het niet te beklimmen zou zijn zonder klimmateriaal. Daarom is hier een trap aangelegd voor wandelaars. Zowel boven als onder zat een munzeesticker, dus je hoorde mij niet klagen. Bovenaan lag ook een traditional cache verstopt. Daar heb ik nog best even naar moeten zoeken, want de hint was niet echt behulpzaam en er was een kleine afwijking. Uiteindelijk wel gevonden en dat vond ik leuk, want dit is een vrij afgelegen locatie waar je eigenlijk alleen te voet of misschien met een mountainbike kan komen.

Vlakbij ground zero lag een meertje en iets verderop de Curfsgroeve zelf. Er was een klein plateau waar je uit kon kijken over de groeve. De wanden worden nu o.a. gebruikt door vleermuizen en vogels om nesten in te maken en er is bijzondere plantengroei. Ook grazen er geiten. Mooi om te zien hoe de natuur het dan toch weer overneemt.

Groene Loper

Aan de rand van de groeve liep de wandeling een stuk door de bossen om uit te komen op landelijke weggetjes tussen (hoofdzakelijk) graanvelden door. Ik kreeg er een “the road ahead is empty” gevoel van. Op dit stuk van de route was het namelijk heel rustig. De rest werd wel druk bewandeld, maar het was natuurlijk zondag en mooi weer, dus logisch. Dichterbij de bewoonde wereld kwam ik een minibieb tegen, waar ik het boekje achterliet dat ik op de heenweg in de trein had uitgelezen. Ook waren er lantaarnpalen met munzeestickers. Bij eentje stapte ik in een (vermoedelijk) konijnenhol; gelukkig kon ik mijn voet er snel uittrekken en leek ik er niet echt last van te hebben. Zou wel stom zijn om te struikelen over een gat doordat ik een sticker wilde scannen…

De landweggetjes eindigden in een parkje in een buitenwijk van Maastricht met o.a. een kasteelachtig landhuis en veel zwanen. Daarna kwam ik op de Groene Loper van Maastricht terecht, een parkachtig pad van zo’n twee kilometer lang dat zich door deze buitenwijk van de stad heen slingert van het Europaplein in Maastricht tot aan Meerssen. De Groene Loper ligt op de tunnel waar de snelweg A2 doorheen loopt en langs het pad staan 1800 bomen van elf soorten aangeplant. Op dit pad kon ik dus nog de punten van de gelijknamige labcache de Groene Loper afwerken.

Het leukste punt was het laatste punt, want dat lag bij de Klimrex, een groot klimrek in de vorm van een tyranosaurus rex. Zulke dingen vind ik leuk, ook al ben ik al lang volwassen. Ik rekende de bonuscache nog uit, maar dan zou ik weer bijna een kilometer terug moeten lopen en daar had ik geen zin meer in. Dus ik boog af naar het station.

Met ruim 17 kilometer in de benen had ik ook ver genoeg gelopen. Wel een mooie wandeling met veel afwisseling, dus de kans is groot dat ik hem over een tijdje nog eens ga doen in tegengestelde richting. Kan ik meteen die bonuscache meepakken.

Geocachingavonturen uit het verleden: Drakentoezicht bij de 11.000ste cache

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 9 februari 2022:

Ik was op geocachingvakantie in Limburg om de Verschrikkelijke Datum Week op te lossen. Het geocachen ging zo geweldig dat ik vandaag al toe zou komen aan de 11.000ste cache. Daarvoor moest ik wel de Draak van Beesel trotseren…

Het avontuur:

Woensdag 9 februari, één van de gewraakte 3-cache-data. Alle drie die caches werden gevonden in 2012, ten gunste van het toenmalige Kalenderplan. Ik weet nog dat er toen ook nog allemaal sneeuw lag in de bossen. De afgelopen jaren werd deze datum geteisterd door de monsterstorm Ciara en de Verschrikkelijke IJssneeuwweek/koudegolf van 2021. Maar nu – na tien jaar – zou deze datum eindelijk een positieve lading krijgen, want ik ging hoe dan ook de 11000ste cache vinden vandaag.

Ik wilde heel graag naar Nationaal Park de Meinweg, maar ik wist ook dat de fietstocht daarheen niet al te makkelijk was (ik was al eerder in deze omgeving geweest). Dus had ik bedacht om helemaal om te fietsen via Swalmen, Boukoul en Asenray, maar de route was op de kaart in zowel Smaug als telefoon niet heel duidelijk. Maar voor ik op het moeilijke punt van de fietsroute aankwam had ik Drakenzicht uitgekozen als toepasselijke 11000ste cache. Die lag dus bij die rotonde met de Draak van Beesel erop en ik vond dat wel een toepasselijke cache, omdat ik dol ben op draken en vanwege de omgeving waar ik nu op vakantie ben. Ik zocht eerst aan de verkeerde kant van de weg, maar daarna werd de cache dan toch gevonden. Ik stuurde meteen bewijsfoto’s naar Anke en mijn moeder en daarna kon ik verder fietsen, want nu moest ook die datum nog gered worden.

Uiteindelijk bleek ik helemaal over verharde wegen naar Herkenbosch te kunnen fietsen. Dat was op de heenweg af en toe even goed zoeken met behulp van Smaug en google maps, maar het ging best goed. Ik was wel heel bang om een lekke band of andere fietspech te krijgen, omdat mijn Gazelle best een oud beestje is (ik had mijn eigen fiets bij). In 2017 had ik dat soort angsten nog niet, ik vrees dat hoe ouder je wordt, hoe banger je wordt. Gelukkig is er niets met mijn fiets gebeurd en kwam ik veilig in Herkenbosch aan. Dit vond ik maar een saai plaatsje, het was er praktisch uitgestorven en er leek niets te beleven. Ik ging de serie Ohe Herkenbosch wandelen, maar ook de wandeling was niet supermooi ofzo. Ik had achteraf bezien beter kunnen fietsen, want het was voor driekwart over verharde wegen. Van de elf caches vond ik er tien, maar helaas zat net in die ene not-found cruciale informatie voor de bonuscache, waardoor ik die dus ook niet kon berekenen. Beetje jammer. Wel had ik nu genoeg founds om de datum te redden.

Vervolgens deed ik de labcache van Herkenbosch en tikten de founds dus nog verder aan. Helaas bleek de bonus onvindbaar, ik had echt pech met de bonuscaches deze week, het grootste gedeelte kon ik simpelweg niet vinden. Ook de QR-code van de Scan Mij cache bleek uitgelopen te zijn door de regen van afgelopen zondag en daardoor onscanbaar. De maker stuurde mij de volgende dag nog wel keurig de QR-code en ook nog tips voor de not-founds van de serie (zelfde maker), maar toen had ik geen zin meer om nog een keer die kant op te fietsen, het was een fietstocht van bijna 20 kilometer enkele reis.

Nu ik de 11000ste cache op zak had en de datum ruimschoots had gered, wilde ik heel graag nog in de Meinweg gaan wandelen. Ik had een wandeling van 15 kilometer, maar dat was veel te lang en zou ik ook nooit meer binnen de tijd redden (ik wilde voor het donker terug zijn op het vakantie-adres). Dus heb ik uiteindelijk de kleinste lus van deze wandeling gelopen en startte en eindigde ik bij de parkeerplaats bij de manege. Ik denk dat ik hier in 2017 ook al eens mijn fiets heb achtergelaten. Ook vermoed ik dat er tussen 2017 en nu een fietspad door de een gedeelte van De Meinweg tussen Asenray en Herkenbosch is aangelegd, wat er toen nog niet lag. Het zag er nog heel nieuw uit en was een absolute verbetering ten opzichte van al die gravelpaden van toen.

De wandeling begon een beetje saai over brede gravelpaden, maar halverwege boog ik af naar de heide en de bossen en daar vond ik dan weer sprookjesachtig mooi. Het was er ook heerlijk rustig, er waren wel wat andere wandelaars, maar niet storend. Uiteindelijk kwam ik uit bij de uitkijktoren langs het pad waar ik ook over gewandeld heb tijdens de multi in 2017 en later nog een keer met mijn moeder bij de tweedaagse NS-wandeling door De Meinweg. Ik kwam erachter dat ik hier ter plekke een mysteriecache op kon lossen, dus dat heb ik bovenop de uitkijktoren gedaan. Voor de cache moest ik een klein stukje terug lopen, maar ik vond het wel leuk dat ik die mysterie echt ter plaatste had opgelost en gelukkig was de cache ook nog aanwezig. Ik was namelijk pas de eerste vinder van dit jaar. In deze streek wordt toch een stuk minder gecachet dan in Brabant, volgens mij.

Na deze onverwachte extra found wandelde ik terug naar de manege om mijn fiets op te halen. Ik moest nog een flink eind terug fietsen naar Reuver en wilde wel voor het zou gaan schemeren minstens in Swalmen zijn. Ik lag een half uur voor op mijn planning, dus dat kwam goed uit. Onderweg stopte ik nog even voor de cache die over de IJzeren Rijn ging, een voormalige spoorlijn door dit gebied. Op de heenweg had ik ook al naar deze cache gezocht, maar toen werd ik gestoord door loslopende honden. Nu was de locatie mens- en hondvrij en had ik de cache snel te pakken. Toch wel fijn dat ik die nu ook kon afstrepen, anders was het een frustratie geworden. Nadat ik weer over dat eerdergenoemde fijne fietspad naar Asenray was gefietst twijfelde ik over de earthcache. Maar die lag dan weer 1,5 kilometer van de route af, dus 3 kilometer omfietsen in totaal. Dat zou te veel tijd kosten. Dus besloot ik om door te gaan naar Boukoul. Hier ben ik nog wel een klein stukje omgefietst voor een weg waar drie traditionals langs zouden liggen. De eerste werd een not-found, er was geen hint en er waren hier wel een triljoen verstopplekken. Geluk als je oog er op zou vallen, maar mij lukte het niet. De tweede was wel grappig; een vogelhuisje met allemaal gaatjes en die moest je allemaal af met het bijbehorende pinnetje tot het slotje open sprong. Bij mijn zevestigste gaatje ofzo was het raak. De derde lag bij het plaatsnaambord van Boukoul, maar dat was weer zo’n opgefrommeld papiertje in een te klein kokertje. Dat werkt gewoon niet, je kunt beter voor zo’n klein logboekje gaan, die frommelen niet zo op. Of een grotere behuizing kiezen.

Ik fietste terug naar mijn route en via Swalmen terug naar Reuver, waar ik iets eerder afsloeg om Spoorzicht te loggen, de andere cache van de makers van Drakenzicht. Deze werd vlot gevonden. Onderweg naar mijn vakantiehuisje kwam ik nog langs een voortuincache. Eigenlijk ben ik niet zo’n fan van voortuincaches, maar nu ik er toch langs kwam wilde ik wel een poging wagen. De vrouwelijke co stond de ramen te zemen en brabbelde in, voor mij als Brabander, onverstaanbaar Limburgs dialect tegen mij aan. Gelukkig zag ik vrij snel een putje zitten waar de cache in zat, maar die bloemen in de tuin van de buren waren toch ook wel verleidelijk. Na een kort praatje met de co fietste ik door naar mijn vakantiehuisje.

Ik heb lang gedacht dat milestones mij na de 10000ste cache – wat altijd het droomdoel was – niet meer zoveel zouden doen, maar toch is dit ook wel weer bijzonder hoor. Sneller dan verwacht, maar dat komt vooral door de snelle telling van de labcaches. Even goed is dat een manier van geocaching die mij ook erg aanstaat, dus zolang ik het leuk vind ga ik lekker door.

Wat ik hier op 9 februari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Dit was in alle opzichten een succesvolle dag op geocachinggebied. Met nog maar 151 caches te gaan tot de 12.000 (op het moment dat ik dit blog maak) zou het zomaar eens kunnen dat we de 12.000 binnen een jaar hebben bereikt.

Wat heb ik gelezen in januari?

Het idee is om dit jaar iets minder te lezen en meer tijd te besteden aan andere hobby’s. Als in, vorig jaar las ik 127 boeken, voor dit jaar is iets tussen de 75 en de 100 boeken ook wel genoeg.

Daarnaast vond ik op lezerscommunity Hebban, waar ik al jarenlang mijn gelezen boeken bijhoudt (Ik heet er Alba) nog wat titels in boeken die ik zou willen lezen. Dat zijn titels van boeken die ik daar misschien al wel vijf jaar geleden in heb gezet en waar ik nooit meer naar gekeken heb. Van dit lijstje wil ik dus een aantal titels gaan lezen dit jaar.

Dan is er natuurlijk nog de Grote Vriendelijke 100 lijst, die onderdeel is van mijn Day Zero Project 2.0.

Liefde op de savanne – Anne Jacobs

In dit boek was ik in de laatste week van 2022 al begonnen, dus daardoor werd dit het eerste boek dat ik uitlas in 2023. Anne Jacobs is dezelfde auteur als Marie Lamballe. En dit zijn dan beide pseudoniemen van de Duitse schrijfster Hilke Sellnick. Als Jacobs schreef ze de Weesmeisje- en de Landhuisserie. En als Lamballe de trilogie over Café Engels en het pas verschenen Hoedenatelier. Liefde op de savanne is een nieuwe serie die vertaald wordt, maar ik dacht in het boek (het is al terug naar de bieb, dus kan het niet meer checken) te zien dat het al in 2012 in het Duits is uitgekomen. Dus waarschijnlijk is het geschreven voor alle andere hier net genoemde boeken. Dat verklaart misschien waarom het niet zo vlot wegleest als de andere boeken van deze auteur.

Dit verhaal komt heel traag op gang; ik begrijp wel dat de streng gelovige achtergrond en het trieste verleden (ze verliest haar ouders en broertje op jonge leeftijd) van Charlotte geschetst moeten worden, maar dit duurt meer dan 100 pagina’s. Pas als ze dan eindelijk rond 1900 naar Duits-Oost-Afrika vertrekt, wordt het boek pas echt interessant. Toch boeide het mij niet zo erg als haar andere boeken. Er wordt een paar keer een sprong in de tijd gemaakt. Ik vind dat mensen wel heel makkelijk om het leven komen als dat zo uitkomt voor de verhaallijn. De titel is op zich goed gekozen, want Charlotte verslijt gedurende het boek nogal wat mannen (en dat voor zo’n keurig opgevoed meisje ;>)

Wat ik wel leuk vind is dat Charlotte graag een onafhankelijke vrouw wil zijn, iets wat lastig is in die tijd. Daarnaast begrijp ik haar drang om te reizen wel, haar overleden moeder had ook buitenlandse roots. Het is dan alleen wel raar dat ze niet naar dat land wil gaan, maar naar Afrika.

Ik vraag me trouwens ook af of dit een stand-alone is of het eerste boek van een serie. Het verhaal is wel min of meer af, dus het hoeft niet per se een serie te zijn. Volgens een Duitse website is er ook nog een deel 2, ook al uitgekomen in het Duits in 2012. Die zal dan ook nog wel vertaald gaan worden.

Lampje – Annet Schaap

Lampje eindigt al twee jaar achter elkaar op de eerste plaats in de Grote Vriendelijke 100-lijst en toch had ik het nog steeds niet gelezen. Daarom had ik bedacht dat dit mijn eerste boek van 2013 moest worden, uiteindelijk werd het het tweede. Lampje is een kinderboek van Nederlandse bodem en is pas uitgekomen in 2017; dat is leuk, want in de lijst komen ook vrij veel titels voor die veel en veel ouder zijn. Ook leuk is dat Schaap het boek zelf geïllustreerd heeft; ik begrijp dat ze in de eerste plaats illustratrice is en pas later is gaan schrijven. En dan meteen zo’n schrijfdebuut.

Lampje is een modern sprookje, er zitten best veel invloeden in van bekende sprookjes, naast het gegeven van (half) weesmeisje moet ergens in een somber, afgelegen huis met een geheim gaan wonen. Maar het leest best lekker weg. Er is nu ook een tv-serie van dit boek gemaakt; die moet ik nog kijken.

En dan natuurlijk de vraag of dit boek de eerste plaats verdiend? Tja, dat is een kwestie van smaak. En ook zijn de boeken in de lijst lastig te vergelijken, omdat het qua leeftijdscategorie van prentenboek tot young adult gaat. En in die zin ben ik meer een riddermeisje dan een zeemeisje en al jarenlang fan van de boeken van Tonke Dragt, dus het tijdloze boek De Brief voor de Koning had van mij dan toch echt op die eerste plek mogen staan. (De tv-serie die Netflix daarvan maakte had echter weinig met het boek vandoen, dat hebben ze met Lampje absoluut beter gedaan)

De Passievrucht – Karel Glastra van Loon

Dit is dus zo’n titel die in het vergeten “wil ik ooit nog lezen”-lijstje stond. Het is een “Lezen voor de Lijst”-boek en voor dat soort literatuur ben ik nogal allergisch. De verplichte leeslijst op de middelbare school heeft mij bijna mijn liefde voor lezen gekost. Van dit boekje (het is een klein boekje en telt maar rond de 200 pagina’s) had ik ooit al eens de clou gelezen. Daarnaast schreef Glastra van Loon vroeger columns voor het vrouwenweekblad Margriet – mijn moeder was daar destijds lid van en ik bladerde het blad ook vaak door -. Hij is al lang niet meer onder ons, in 2005 stierf hij op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor. Dat vond ik toen best wel heftig, ondanks dat ik nog nooit een boek van de beste man had gelezen en ik zijn columns niet zo geweldig vond. Maar hij liet wel een vrouw en drie nog heel jonge kinderen achter, terwijl hij jonger was dan mijn eigen ouders.

Terug naar het boek: man ontdekt dat hij onvruchtbaar is en dat hij dus nooit de vader kan zijn van zijn 13-jarige zoon. De moeder van het kind is overleden, dus wie is dan de verwekker? Het boek gaat over deze zoektocht en heeft dus een zekere spanningsboog en een whodunnit verhaallijn. Hoofdpersoon Armin werkt voor een wetenschappelijke uitgeverij en er zitten daarom veel feitjes in het verhaal verwerkt, soms zijn deze stukken langdradig, andere keren vond ik ze wel grappig, omdat ze vaak weetjes bevatten over de voortplanting en dat wel bij het verhaal past. Maar het waren er iets te veel.

Verder vind ik dit boek wel echt een typisch “Nederlands literatuur-boek”. Er zitten enorm veel (onnodige) seksscenes in en ook een paar nogal oversekste personages, met Monika – de moeder – als overdreven uitspringer. Omdat ik dus al wist wie de verwekker is, was die spanning er al af. Overigens weet ik niet of ik zou kunnen leven met deze wetenschap, maar ik ben geen man en een vrouw weet tenminste altijd zeker dat zij de moeder is. En pleegouders en adoptie-ouders bewijzen dat je ook van een kind kan houden dat niet van je eigen bloed is en dat mis ik hier een beetje. Verder vind ik het een gemiste kans dat we alleen het perspectief van Armin te lezen krijgen. Eigenlijk had ik ook wel het oogpunt van het kind – Bo – willen lezen. Dat had het boek net wat interessanter gemaakt.

Het boek is ook verfilmd, maar ik betwijfel of ik die film ooit ga kijken.

Het verborgen paleis – Dinah Jefferies

Het is een beetje vreemd dat het nergens op of in het boek vermeld staat, maar dit is het vervolg op Dochters van de Dordogne. Dat boek gaat over drie zussen die samen in een huis in Frankrijk wonen en die de tweede wereldoorlog proberen te overleven. Aan het einde van het eerste boek vlucht de jongste zus Florence naar Engeland in het gezelschap van Jack, die eigenlijk een relatie leek te hebben met de oudste zus Helene. Florence wordt echter ook verliefd op Jack, wat zorgt voor een schuldgevoel richting haar oudere zus. De moeder van de zussen – die hen min of meer in de steek heeft gelaten – woont ook in Engeland. Florence bezoekt haar, maar hun relatie is moeizaam. Moeder verzwijgt dat ze ernstig ziek is. De moeder wil graag dat Florence op zoek gaat naar haar jongere zus Rosalie, die een kleine 25 jaar eerder verdwenen is. Het enige aanknopingspunt is dat ze mogelijk op Malta verblijft. De verhaallijn van Florence wordt afgewisseld met de verhaallijn van Rosalie. Als lezer vermoedt je dan al dat de verhaallijnen uiteindelijk samen gaan komen en je hoopt dan ook dat Florence haar tante op tijd vindt, zodat haar doodzieke moeder haar zusje nog eens kan zien. In de verhaallijn van Rosalie zit veel historie over Malta verwerkt. Ik wist niet veel van dit eiland en houd wel van dit soort informatie. Dus dit is een fijne historische roman, die lekker wegleest en ook nog een vleugje feelgood bevat. Er komt ook nog een derde boek over de zussen en dat zal ik zeker ook nog gaan lezen.

Het Hoedenatelier – Marie Lamballe

Om de een of andere marketingvage reden vindt de Duitse auteur Hilke Sellnick het nodig om te schrijven onder verschillende pseudeniemen. Maar zij is dus ook Anne Jacobs en daarmee werd dit mijn tweede boek van deze auteur van dit jaar. Het verhaal is niet heel bijzonder en zelfs een tikkeltje voorspelbaar. Wel leuk vind ik de historische tijd waarin dit verhaal is geplaatst; het speelt rond 1830 in Kassel. Ik vind het interessant om te lezen hoe de mensen toen leefden en vooral hoe alleenstaande vrouwen zich toen staande hielde. Zo hadden hoedenmaaksters bijvoorbeeld een hogere rang dan dienstmeisjes, maar als Elise te vertrouwelijk wordt mij een adellijke klant kan dat eigenlijk weer niet. De omgeving van Kassel is rond de geboorte van hoofdpersonage Elise ook even in Franse handen geweest, dus dat roept de vraag op wie haar vader dan kan zijn? En dan is er natuurlijk ook nog een love story. Dus een aardige historische feelgood die vlot weg leest.

Het verlangen van het weesmeisje – Anne Jacobs

En omdat dat reservering-technisch zo uitkwam bij de bibliotheek en dit boek een bestseller is, die ik maar twee weken mag lenen, ging ik meteen door met het derde boek van mevrouw – identiteitscrisis – Sellnick. Deel zes in de Weesmeisje-serie. De titels vind ik echt stom, want eigenlijk is Marie aan het begin van het eerste boek al geen weesmeisje meer. In het Duits heet de serie naar de villa waarin de meeste personages wonen of gewoond hebben en dat is logischer. Ook omdat het verhaal al lang niet meer alleen om Marie draait, maar ook om al haar familieleden. Zeker in dit laatste boek is Marie ook niet in het boeiendste personage. Haar man Paul ook niet. De kinderen Dodo en Leo zijn veel interessanter, net als nichtje Henni. En ook Pauls zussen Lisa en vooral Kitty zijn veel leuker. Het boek speelt hoofdzakelijk in Duitsland tijdens de tweede wereldoorlog en dat is interessant omdat het dus vanuit een Duits oogpunt is geschreven. In ieder geval leest dit laatste deel van de serie ook weer als een trein en ergens is het jammer dat het nu echt voorbij is.

Ik lees niet alle boeken uit…

En dan was er nog een boek – een grote besteller nog wel – waar ik niet doorheen kwam: Extreem luid en ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer. Dit boek stond op hetzelfde lijstje als de Passievrucht. Maar ik vond het echt een heel raar boek. Ontzettend chaotisch geschreven, het springt van de hak op de tak. Ik vond het hoofdpersonage, de 9-jarig Oskar, een heel irritante jongen. Hij is zijn vader verloren bij de aanslagen op de Twin Towers, maar het is niet duidelijk wat zijn vader daar eigenlijk deed die dag. Dan zaten er nog heel vreemde stukken tussen die blijkbaar over zijn grootouders gaan? (dat is mij niet helemaal duidelijk geworden, omdat ik het niet uitgelezen heb). De schrijfstijl is dus heel chaotisch, met rare afbrekingen, pagina’s met maar één woord of één zin erop. Verder kreeg ik niet echt het idee dat het verhaal ergens toe ging leiden. Dus ben ik er mee gestopt. Toch wel raar dat een boek dat zo’n enorme bestseller is en door zoveel mensen gelezen is en zelfs verfilmd is, mij totaal niet aanspreekt. Ik had dat eerder met o.a. de Boekendief van Markus Zusak. De film ook nooit gezien, misschien is die beter te verteren dan het boek…?

Als je dan een boek over rouw bij kinderen en een zoektocht naar de overleden vader wilt lezen, kies dan eerder voor Briefjes voor Pelle van Marlies Slegers, dat vond ik wel een goed en mooi boek.

Day Zero Project 2.0.: Update 10

Het is alweer een aantal maanden geleden dat ik een update heb geschreven over mijn Day Zero Project. Ondertussen heb ik wel weer een aantal doelen vervuld of ben ik verder gekomen met bepaalde doelen. Daarom vandaag een kleine update.

Alle data van het Geocaching Datum Project vervullen (30/34)

In 2022 heb ik echt heel erg hard gewerkt aan het vervullen van de data voor het Geocaching Datum Project. De laatste keer dat ik over dit doel schreef lagen de twee data van november nog voor mij. Ik had daarvoor vrije dagen opgenomen om die op te kunnen lossen. Helaas was het beide dagen heel slecht, stormachtig weer met veel wind en regen. Toch zijn beide data opgelost, eentje zelfs in gezelschap van Anke. Wel deden we andere caches dan dat we oorspronkelijk gepland hadden. Vanwege het slechte weer bleven we dichtbij huis.

Zoals ik ook al in mijn jaaroverzicht schreef zijn er nog vier data over:

17 februari: in 2022 had ik corona op deze datum en zat ik thuis in quarantaine. Ik was op die dag ook echt veel te ziek om te kunnen geocachen. Vooralsnog heb ik een vrije dag opgenomen om deze datum dit jaar te kunnen vervullen. Het is maar een 9-cache-datum, dus dat moet zeker gaan lukken.

19 maart: op deze datum deed ik in 2022 drie caches, maar dat waren er niet genoeg om de datum op 10 founds of hoger te krijgen. Ik kon niet meer caches doen, omdat ik ook moest werken die dag. Dit jaar valt deze datum op zondag, maar ik heb ook een vakantie geboekt in die week, dus het moet gaan lukken. Alleen het weer zou nog roet in het eten kunnen gooien, maar ik mag toch hopen dat het op 19 maart niet meer gaat sneeuwen, haha. Regen en storm kan ik wel tegen met caches op fietsafstand van het vakantiehuisje.

7 april: ik dacht dus dat het 6 april was, tot ik geocachingavonturen uit het verleden ging inplannen en het een dag later bleek te zijn. Tja, goede vrijdag, en zowel Anke als ik hebben een vrije dag aangevraagd. We hebben grootse plannen voor die dag die zich af gaan spelen in België. De reden dat deze datum nog altijd niet “gered” is, is dat het al jarenlang extreem slecht weer is op deze datum en het steeds een werkdag is. Dus hopelijk is het dit jaar eindelijk eens goed weer op deze datum en gaat hij gered worden. Het zou helemaal leuk zijn als op deze datum ook onze 12.000ste cache gevonden wordt, maar dat kan ook al in die vakantieweek gaan plaats vinden, dus we zullen zien.

10 december: ook hier mijn best voor gedaan in 2022 en ik vond zelfs 2 labcaches hier in de buurt, maar het was een heel koude, grauwe en mistige dag en ik moest ook nog eens werken. Toen ik klaar was met werken, schemerde het al, dus toen kon ik niet meer verder met de labcache. Dit jaar valt de datum op een zondag, dus moet het in principe wel gaan lukken, tenzij het sneeuwt en dat is natuurlijk goed mogelijk in december. Dit is daarmee de meest onzekere datum. Maar wie weet lukt het en dan zou het Geocaching Datum Project eindelijk voltooid zijn.

Geocachingverslagen bijhouden en die uit het verleden bijwerken, vooral de “gaps” in het verleden

In november heb ik veel tijd gestoken in het bijwerken van alle geocachingverslagen van het voorgaande jaar. Ik had een gat in mijn verslagen rond april/mei en bij de meeste verslagen miste het informatieblokje, dat nodig is om het overzichtelijk te houden. Dat heb ik allemaal bijgewerkt voor in ieder geval 2022. Nu moet ik nog eens (ver) terug in de tijd om alle voorgaande jaren te controleren, want in de meest recente jaren heb ik het wel netjes bijgehouden. In december en januari vond ik relatief weinig caches, dus dan is het makkelijker bijhouden. Voor nu ben ik dus netjes bij en ik hoop dat de rest van het jaar ook gaat lukken, want ik vind het erg leuk om verslagen later terug te lezen en ze te gebruiken voor deze blog. Het is eigenlijk gewoon mijn geocachingdagboek.

10x met mijn mede-Heideroosje gaan geocachen (8/10)

Zoals ik hierboven al schrijf zijn Anke en ik in november nog een keer samen gaan geocachen om een datum van november op te lossen. Daarmee staat de stand op 8x samen geocachen. Nummer 9 en nummer 10 zijn al gepland, dus het kan zijn dat dit doel binnenkort vervuld is.

12.500 geocachingfounds bereiken (11.000 is bereikt op 9 februari 2022, 11.500 is bereikt op 21 augustus 2022)

We eindigden het jaar op het mooie ronde getal van 11.850 caches. We vonden in 2022 meer dan 1000 caches. Met nog maar 650 caches te gaan, denk ik dat doel dit jaar wel bereikt gaat worden.

Tien keer een kaartenbingo organiseren op instagram (8/10)

Ik organiseerde een Blue Monday Cat bingo op instagram om Blue Monday op te vrolijken met Blue Cat kaarten. Met drie groepjes was dit een succesvolle kaartenbingo.

Het vernieuwde Naturalis bezoeken

Sinds november heb ik weer een museumkaart en het eerste wat ik daarmee deed was het vernieuwde Naturalis bezoeken. Ik was er al 2x eerder geweest. De eerste keer in het oude gebouw (grappig detail: ook toen was het het eerste bezoek met mijn museumkaart van destijds) en de tweede keer naar T-rex in Town, dat was toen in een tijdelijke hal. De meeste dingen herkende ik dus nog wel van de vorige keren, het dinoskelet van Trix heeft nu een permanente plek gekregen. Helaas was er een storing bij de Dino Experience en dat was nu juist iets nieuws dat ik wel had willen zien. Jammer dus. Sommige tentoonstellingen waren nu ook anders opgesteld dan toen. Met name de Leven-zaal is nu wel heel gaaf om doorheen te lopen, ondanks dat het allemaal opgezette of nagemaakte dieren zijn (er was een vrouw die dit leuker vond dan de dierentuin, want nu stonden ze tenminste stil. En tja, dan heb je volgens mij de essentie van leven toch niet helemaal begrepen…) En er waren ook wat nieuwe tentoonstellingen. Het gebouw is heel erg mooi met al die ramen en trappen. Er zit ook een heel gave souvenirwinkel bij, waar ik dus mijn bespaarde entreegeld heb uitgegeven aan stenen… Daarna nog een leuke dag gehad met labcaches en Munzees in Leiden. Het zou dus zomaar kunnen dat ik in 2023 nog eens naar Leiden afreis. Het is een mooie stad en er zijn nog meer interessante musea en dan kan ik alsnog naar de Dino Experience.

De toren van de Eusebiuskerk in Arnhem beklimmen

Ik sprong een gat in de lucht toen in de nieuwsbrief van de museumkaart stond dat je tegenwoordig ook naar de Eusebiuskerk mag met je kaart. Het bezoeken van de toren van de Eusebiuskerk in Arnhem staat namelijk al heel lang op mijn bucketlist. In 2017 liep ik stage bij het Gelders Archief in Arnhem en kwam ik steeds langs die toren, maar dan was hij steeds al gesloten. Daarna nog wel een aantal keer in Arnhem geweest, maar kwam het er steeds niet van. In januari dan eindelijk eens naar Arnhem afgereisd speciaal voor de toren. De grafkelders zijn ook de moeite waard en in de kerk is een tentoonstelling over de geschiedenis van Arnhem en in het bijzonder de kerk zelf. En er is het praalgraf van hertog Karel van Gelre (In de oorlog is dat beschermd met een betonnen kap. Daardoor overleefde het graf de bombardementen. Ik heel nuchter: tja hij was toch al eeuwenlang dood. Daar moesten de mensen om mij heen toch wel om lachen.) Daarna ging ik met de glazen lift de toren in. Want ja er dus een lift, dus eigenlijk is beklimmen niet het juiste woord. Op de bovenste twee verdiepingen is alles dichtgemaakt met glas, dus je kunt daar niet naar buiten op een galerij, zoals bij de meeste andere kerken in Nederland (en ik heb er echt al veel beklommen). Omdat het een heel koude winterse dag was met veel wind, was dat in dit geval niet zo erg. Ik kon ook nog een virtuele cache oplossen met antwoorden die ik op de zevende verdieping van de toren kon vinden. De toren heeft een heftige oorlogsgeschiedenis (de kerk werd in 1944 gebombardeerd en later – in 1945 – sloeg de bliksem er nog eens in) net als de stad Arnhem zelf. Dus daar ging het veelvuldig over in de tentoonstellingen. Na de oorlog is de toren opnieuw opgebouwd. Op de zesde verdieping zijn de beruchte glazen balkons. Op deze verdieping zijn de ramen niet dichtgemaakt met glas, maar alleen met tralies. Er waaide een ijzige wind, dus hier was het echt winters koud. Ik ben ook niet zo van alleen maar een glazen plaat onder mijn voeten, dus de glazen balkons waren niet zo aan mij besteed. En omdat het glas verschrikkelijk spiegelde, kon ik niet eens een selfie maken als bewijs dat ik er heel even opgestaan heb. Leuk om nu eindelijk eens in de toren te zijn geweest. Verder hadden (mijn moeder was dit keer mee, maar die is niet mee in de toren geweest) we een leuke (maar koude) dag in Arnhem met labcaches (eentje ging ook over de oorlog), wat shoppen en lekker lunchen.

45 ongelezen titels lezen van De Grote Vriendelijke 100 (mag uit de lijst van 2021 en 2022 zijn) (20/45)

Ondertussen heb ik 20 titels gelezen en ben ik bezig in nummer 21. En zoals beloofd heb ik in januari dan eindelijk de nummer 1 van beide jaren gelezen: Lampje van Annet Schaap. En ook maar meteen de serie gekeken die ervan is gemaakt. Dus die belofte heb ik ruimschoots ingelost.

Geocachingavonturen uit het verleden: Hennie de Heks en de Palindroom Datum

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 02-02-2020:

Ja, weer een verslag uit 2020, omdat 02-02-2020 de enige palindrome-datum was van deze eeuw en geocaching daarom een souvenir uitgaf als je een cache vond op die datum.

Het avontuur:

De mensen achter geocaching hebben iets met bijzondere data, dus het was geen grote verrassing dat er voor deze datum een souvenir werd aangekondigd. De reden is dat dit de enige wereldwijde palindroom-datum is van deze eeuw. Je hebt natuurlijk verschillende manieren van datum noteren. In Nederland zeggen we eerst de dag, dan de maand en dan het jaar. Maar in Amerika – en daaruitvolgend ook op de website van geocaching, die op een Amerikaanse server draait – zeggen ze eerst de maand, dan de dag en dan het jaar. Maar vandaag was het de tweede dag van de tweede maand, dus dat werd met 02-02-2020 over de hele wereld hetzelfde geschreven.

Mijn moeder wilde weer eens een keer mee om te gaan geocachen en had ook wel oren naar dat souvenir. Verder gingen we de Hennie de Heks-serie doen en die is gebaseerd op de prentenboeken waar mijn moeder groot fan van is. Helaas was de weersvoorspelling heel erg slecht. De verwachting was regen, regen, regen. De avond van tevoren was het enthousiasme van mijn moeder dan ook aardig afgenomen. Maar ik wilde wel heel graag gaan geocachen, want ik wilde dat souvenir heel graag hebben en deze datum stond op 9 founds, dus het was mooi meegenomen om die meteen over de 10 te helpen en ik wilde eigenlijk ook wel eens die 9500 bereiken. Dus ik had ook nog een noodplan bedacht, voor als mijn moeder toch niet mee wilde. Maar op zondagochtend besloot mijn moeder toch om mee te gaan, dus ontmoeten we elkaar op het station.

Toen we in Maarheeze uit de trein stapten regende het, maar het was geen clusterregenbui en uiteindelijk werd het zelfs nog droog. Verder was het – alle palindromen ten spijt – gewoon grauw en bewolkt weer. Koud was het dan weer niet, ik geloof dat het zelfs 12 graden was. Het was twee kilometer naar de start van de Hennie de Heks-multi. Dit werd voor mij pas de eerste multi van het jaar. Eigenlijk zijn multi-caches het leukste om te doen, maar toch doe ik er niet zoveel. Want ja, om een datum te redden heb je een trail nodig, want anders kom je niet aan genoeg caches. En als ik een lange reistijd heb, kies ik ook sneller voor makkelijke caches en niet voor een moeilijkere multi waar ik mogelijk niets vind aan het einde (lees stadscache Ravenstein, de grootste frustratiemulti van de laatste tijd). Maar dit was een kindercache, dus dat moest ons toch lukken…

Al na het eerste waypoint passeerden we een van de drie traditionals die ook in de buurt lagen. Dus daarmee was het souvenir al binnen. Daarna maakten we eerst de multi af. Die was leuk: je moest op elk waypoint een beestje zoeken en dat via een doolhof aan een cijfer koppelen. Wij deden alles goed en vonden het huisje van Hennie de Heks. Ze wilde helaas geen koffie zetten voor mijn moeder. Vervolgens deden we ook nog de andere twee traditionals. Daarmee vonden we in totaal vier caches en dat bracht voor mij de stand op de felbegeerde 9500. Dat is natuurlijk een milestone en vanaf nu kunnen we dus echt af gaan tellen naar de k 10.000. Of dat dit jaar nog gaat lukken zal de vraag zijn (het werd 4 januari 2021).

Mijn moeder had het in haar hoofd gehaald dat ze nog wilde gaan koffie drinken (en een winkel bekijken) in Eindhoven en ik stemde daar in toe. Helaas reed de trein maar 1x per uur en ondanks dat we de voeten onder ons lijf vandaan liepen, zagen we de trein van 14.57 uur voor onze neus weg rijden. Dat zou dus een uur wachten op het saaie station Maarheeze betekenen. Maar ik zag dat er 500 meter verderop langs de snelweg wat virtuele Munzees lagen, dus ik sleepte mijn moeder een beetje mee om die te gaan vangen. Ze doet sinds kort ook aan Munzee. Het Munzee vangen viel nog tegen, want we konden er iedere keer maar net bij, omdat er nog een afrit tussen het fietspad en de snelweg lag. Toch lukte het om er een aantal te vangen en mijn moeder werd er best enthousiast van. Natuurlijk was ze wel bang om de trein te missen. Zo waren we nog bijna 20 minuten te vroeg terug op het station, waar we op een bankje gingen zitten tot de trein eindelijk voor kwam rijden. Voor een tussenstop in Eindhoven was het nu veel te laat, dus reisden we meteen door naar Oisterwijk.

Wat ik hier op 2 februari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Ik vind het altijd leuk om souvenirs te behalen bij geocaching. En stiekem redde ik dus ook nog een datum, ook al was ik toen nog niet met de 10 bezig. En ja, mijn moeder doet nog altijd aan geocaching en ook aan Munzee.

Hieronder het verdiende souvenir:

MaandMoves: januari 2023

Net als de voorgaande jaren probeer ik om op de laatste dag van de maand een maandoverzicht te geven.

Januari

Januari begon vrij warm, daarna kwam de regen en toen werd het heel erg koud en bleek Oisterwijk zelfs in het epicentrum van de sneeuwval te liggen. En als ik iets haat dan is het wel sneeuw of erger nog aangevroren ijssneeuw. Alles is dan zo gevaarlijk glad en je kunt nergens fatsoenlijk rijden, fietsen of lopen. Daarnaast is het vaak heel somber en ijskoud weer. En dat was precies wat we een paar dagen lang kregen. Vanwege de net-boven-nul-temperaturen smolt de toelie maar heel langzaam weg. Daarna volgde nog meer ijskoud weer met een zeer lage gevoelstemperatuur, afwisselend met een winterzonnetje, maar meestal grauw en somber. Om te eindigen met harde windstoten. Ik noem januari niet voor niets de grauwe snauwmaand.

Ondanks het slechte weer had ik toch een stuk minder last van licht depressieve wintergevoelens dan vorig jaar rond deze tijd en dat komt vooral omdat ik nu ergens anders woon. Zoals ik al vaker heb geschreven was mijn vorige woning naast erg klein, ook erg gehorig en had ik zowel onder als naast mij bijzonder luidruchtige buren, die ook ’s nachts vaak niet rustig waren. Ik was daardoor niet graag thuis en voelde me door het grauwe winterweer opgesloten en aan huis gebonden. Vorig jaar rond deze tijd zaten we natuurlijk ook nog in lockdown, wat de “feestvreugde” nog eens extra verhoogde. Dat is nu heel anders; nu ben ik wel graag thuis. En gelukkig zitten we ook niet meer in een lockdown.

Evengoed ben ik blij met iedere minuut langer daglicht en verheug ik mij erg op de lente. Helaas moeten we ook februari nog door, zij het dat die maand drie dagen korter duurt dan januari.

Wandelen, geocaching en Munzee

Tja, wandelen heb ik niet zoveel gedaan deze maand. Ik begon goed op de eerste twee dagen van het jaar (mijn weekend), maar daarna werd het algauw koud en kwam die sneeuw en toen was het veel te glad om te wandelen. Dus alleen maar een soort van geoachingstadswandeling gemaakt in Arnhem.

Ook met geocaching begon ik lekker: op zowel de eerste als de tweede dag van het jaar deed ik zes labcaches. Daarna zakte de geocachingzin snel weg. Twee toevallige labcachefounds omdat ik tijd over had vanwege de treintijden. En uiteindelijk dan nog wat founds tijdens een dagje Arnhem; daar werden ook de eerste fysieke caches van dit jaar gevonden, want het waren dus vooral veel labcaches. Maar 29 founds zijn er toch 26 meer dan die 3 van december. Geocaching is gewoon leuker met droog en iets warmer weer. En in het sneeuwweekend was het zo goed als onmogelijk, dus die dagen vervielen al als mogelijke geocachingdagen. Gelukkig zijn alle data van januari al vervuld. Wel zette ik de datum 1 januari op 100 founds, wat mij inspireerde om eens over de 100+-found-data te schrijven, in plaats van altijd maar over de data met een laag aantal founds.

Met Munzee ging het dan weer wel goed. Mijn streak van elke dag een Munzee vangen is ondertussen over de 500 dagen heen. Ik haalde vrij gemakkelijk de doelen voor Level 3 voor de Clan Wars. Ook had ik een tijdelijke Munzee gewonnen die veel zeldzame soorten aantrok, waardoor ik veel unieke vangsten had. Helaas bleef die Munzee maar een week, huil huil. Wat betreft de miljoen punten om het volgende niveau te bereiken, zit ik nu over de 600.000 punten heen. Dus misschien gaat het dit jaar nog lukken, haha.

Spelletjes en puzzels

Qua spellen ben ik het jaar wel goed gestart. Er werden 62 potjes gespeeld van 34 verschillende spellen. Ik had vier verschillende tegenstanders. Normaal is zaterdag de vaste spelavond van mijn moeder en mij. Maar omdat we ook groot fan zijn van Wie is de Mol en dat op zaterdagavond wordt uitgezonden, proberen we nu elke week een inhaalspellenavond te houden. Dat lukt nog best aardig. Verder hebben we bijna een hele zondag spellen gespeeld tijdens de ijssneeuwdagen. Er kwamen vijf nieuwe spellen op tafel, te weten Mille Fiori, Genius, Knaster, Carcassonne Safari en Creature Comforts (ok, dat heb ik vorig jaar 1x ergens anders gespeeld). Daarnaast kwamen er een paar oude spellen op tafel die ik al lang niet gespeeld had; Puerto Rico, Point Salad en Blokus Duo. Point Salad is een snel spelletjes, waar je algauw meerdere potjes van speelt en daardoor werd het zelfs het meest gespeelde spel van de maand.

Een van mijn goede voornemens is om elke maand minstens één puzzel te leggen. Deze maand werd dat een Harry Potter puzzel van 1000 stukjes. Waar je normaal begint met de rand, was die bij deze puzzel duidelijk vervloekt en kostte die uiteindelijk de meeste tijd.

Kijken

Traditioneel begint Wie is de Mol? op de eerste zaterdag van het jaar. Na vier afleveringen denk ik dat of Jurre of Anke de Mol is. In ieder geval heb ik tot nu toe al mijn punten in de app weten te behouden. Omdat Ik Vertrek na WIDM komt en ik dat ook een leuk programma vind, heb ik dat tot nu toe ook elke keer gekeken. Ook kijk ik Op zoek naar Danny en Sandy terug op uitzending gemist, zodat ik de saaie stukken kan doorspoelen. Overigens ben ik niet van plan om naar de musical te gaan, want ik vind Grease niet zo’n geweldige musical en het niveau van de kandidaten is ook niet zo hoog als dat van eerdere zoektochten. Van mij mogen Magtel en Tristan winnen.

Ook heb ik de eerste drie aflevering van Wednesday gezien en de musicalverfilming van Matilda.

Dat is dus behoorlijk veel tv-tijd voor mijn doen ;>)

Musea

Sinds november vorig jaar heb ik weer een museumkaart. Mijn jaardoel is dan ook om elke maand minimaal één museum te bezoeken. In januari is dat gelukt, want ik bezocht zelfs twee musea. Als eerste het Natuurmuseum Brabant in Tilburg; dat is vlakbij en daar ben ik al vaker geweest. Ik ging nu vooral voor de Comedy Wildlife foto’s en zoals altijd even langs de mammoet in de IJstijd-tentoonstelling.

Vervolgens kreeg ik een nieuwsbrief van Museumkaart dat je voortaan met je museumkaart in de Eusebiuskerk in Arnhem mocht. En laat dat – vanwege de glazen lift – nu al heel lang op mijn verlanglijstje staan. Dus ging ik deze maand in gezelschap van mijn moeder een dagje naar Arnhem en bezochten we de Eusebiuskerk. Ik moest wel alleen naar boven. Ze ging wel mee de grafkelders in. En ik kan weer een kerktoren van mijn lijstje strepen.

Verder

  • Kocht ik een broodbakmachine en heb ik al diverse broden gebakken. Het is veel lekkerder dan brood uit de supermarkt, maar het kost iets meer moeite. Ik wil er over een tijdje een blog over schrijven.
  • Heb ik echt een vreselijke haat aan aangevroren ijssneeuw. Ik begrijp niet dat sommige mensen dat leuk vinden.
  • Organiseerde ik een postkaartenbingo om Blue Monday op te vrolijken met de kaarten van Blue Cat. Het was een groot succes.
  • Zijn de kerstspullen al lang opgeruimd, behalve dan de gnomes, want die zijn zo schattig…
  • Ben ik om diverse redenen toch weer lid geworden van de plaatselijke kanovereniging. Daardoor bezocht ik voor het eerst sinds drie jaar het plaatselijke zwembad. Ik kon nog zwemmen en kanoën en zelfs nog eskimoteren.
  • De isolatie die vorige maand is aangebracht werkt goed. Het is hier zelfs zonder verwarming vaak warm genoeg. Dus over mijn energiekosten maak ik mij voorlopig niet zo druk.

Geocachingavonturen uit het verleden: Rundje Nisseroi

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 26 januari 2020:

Ik ging weer op jacht vanwege het Geocaching Datum Project en ik ging naar Nistelrode.

Het avontuur:

26 januari was een 5-cache-datum. Die vijf caches werden verzameld in 2010 (1) en 2012 (4), dus acht jaar jaar later werd het onderhand eens tijd om deze datum voorgoed te saven. Ik had eerst plannen om naar Baarn te gaan, maar besloot dat toch te wijzigen in Oss, omdat dat dichterbij is. Er was één maar aan deze keuze: ik moest wel een OV-fiets te pakken kunnen krijgen. Want in december wilde ik deze fietstocht ook al gaan doen en toen waren er geen OV-fietsen meer te krijgen op station Oss. Gelukkig had ik toen nog een escape in de vorm van de Landerij van Tosse, maar die had ik nu niet meer. Onderweg naar Oss controleerde ik 3x of er nog OV-fietsen waren en zodra ik uit de trein stapte, zowat naar de fietsenstalling gerend. Gelukkig kon ik nu wel een OV-fiets huren. Buiten mijn route ingesteld en op de fiets gesprongen. In de ochtend was het nog best koud, dus ik had mijn handschoenen aan en mijn muts op. Tegen de tijd dat ik bij de eerste cache was aangekomen, kon de muts af en de rechterhandschoen uit. Die op links hield ik aan. Maar rechts is onhandig, omdat ik dan de touchscreen van de gps niet kan bedienen. 

Het hoofdprogramma van vandaag was het Rundje Nisseroi. Ik begon bij nummer 13, puur omdat die het dichtste bij was vanaf station Oss. Daar bleek het kaarttechnisch het handigste te zijn om in tegengestelde richting te gaan fietsen. Je moest de gegevens voor de bonuscache te weten komen door QR-codes te scannen die op enkele van de caches verstopt zaten. Nou ja, verstopt, ze waren behoorlijk groot, dus je kon er niet overheen kijken. En heerlijk dat ik nu eindelijk een telefoon heb die dat gewoon zonder problemen kan. Ik had eigenlijk gedacht dat het grootste gedeelte van de serie in de bewoonde wereld zou liggen en daar houd ik niet echt van, maar dat bleek reuze mee te vallen. De meesten lagen in het buitengebied en ik werd zelfs op mijn fietsje over zandpaden en bospaden gejaagd. Zeker in de omgeving van de aeroclub was het best een beetje verlaten. Ik sloeg de meeste andere caches onderweg over. De belangrijkste reden daarvoor was, dat ik geen zin had om om te fietsen voor voortuincaches. Als ik alleen ben voel ik me daar altijd heel ongemakkelijk bij. Op vakantie of als ik samen met iemand anders ben, vind ik het prettiger. Of als het om een minibieb gaat, omdat je dan weet waar je moet zoeken en minibiebs leuk zijn. Ook kon ik een andere cache simpelweg niet vinden, dat was er eentje van een serie over planeten, want er loopt hier ook een planetenpad in de omgeving.

De laatste paar caches lagen wel in de bewoonde wereld. Eentje zat er in een heel mooie minibieb verstopt, in een uitgehold boekje met Signal op de kaft. Nou ja, minibieb, het was een behoorlijk groot huisje. Zag er heel netjes uit. Ik nam zelfs nog een boek mee, van de Daalmark-serie. Ik heb dat boek wel, maar dan in een oudere editie en deze editie is die waarin ik de andere drie boeken ook heb. In het begin was er een QR-code kapot, dus die kon ik niet scannen. Ik hoopte maar dat het geen cruciaal getal zou zijn. Helaas was dat dus wel zo, het was de eerste van de laatste drie cijfers voor het bonus-coördinaat. Dus moest ik nog even gaan gokken, gelukkig vielen er al heel veel mogelijkheden af, omdat ze te dichtbij de snelweg lagen of in een niemandsland. Een coördinaat lag aan een weg en die was ook het meest logisch bereikbaar. Maar daarvoor moest ik wel eerst de fietstunnel bereiken. En dat bleek nog lastig, want er lagen heel veel straten in Nistelrode open, vanwege rioolwerkzaamheden. En dat waren dus allemaal zandbakken waar ik niet doorheen kon met mijn fiets. Ik was die fiets ook al behoorlijk beu, want het zadel was helemaal naar achter gezakt en dat kreeg ik niet recht zonder moersleutel. Dus dat fietste niet heel erg lekker. Uiteindelijk kwam ik uit bij een zeer hippe, knalgele kapel. Hier lag nog een traditional, dus die heb ik nog even meegepakt als extraatje. Er stond ook een gave picknicktafel voor de kapel, zij noemden het de gildetafel, omdat naast de kapel het clubgebouw van de gilden stond. Na de vondst van de cache nog even in de moderne kapel gekeken, zag er uit als een soort van theologisch design-appartement, hoewel wel erg klein.

Vanaf de kapel kon ik langs de snelweg naar de tunnel fietsen en hier kon ik eindelijk een paar Munzees vangen. Ik aasde al de hele dag op Munzees, maar ik was de hele tijd net niet dichtbij genoeg om ze te kunnen vangen. Dat is het nadeel als je virtuele Munzees wilt vangen die op de snelweg liggen en die dus eigenlijk niet bedoeld zijn om per fiets te vangen. Ik vond de locatie waar ik uitkwam een beetje vaag en het stikte er ook nog van de Dreuzels die onderweg weg waren naar een feestje bij de nabijgelegen sportclub. Toen ze allemaal voorbij waren, toch maar even aan de overkant van de weg gekeken, bij de oprit van een vaag sloopbedrijf. En jawel hoor: groot vogelhuis met cache. Was mijn gokwerk toch goed geweest. Hierna moest ik nog 1 cache van de serie, de nummer 14. Die wilde ik natuurlijk nog graag hebben om de boel compleet te hebben.

Maar ik had ook gezien dat ik nu nog maar ongeveer 1,5 kilometer af was van een earthcache op de Maashorst, die vooral goed bereikbaar was per fiets. Earthcaches hebben een speciale aantrekkingskracht op mij en het was al even geleden dat ik er eentje had gevonden. De beschrijving klonk ook interessant en er was nog tijd, dus ik ging erheen. Ik kon inderdaad op mijn fiets tot aan de informatieborden komen. Er lagen hier heel oude grafheuvels, waar je een goed zicht op had. En ook wel een interessant weetje: de Maashorst is vernoemd naar de rivier de Maas, die zo’n 125.000 jaar geleden door dit gebied stroomde, maar ondertussen meer naar beneden ligt, omdat de rivier is verschoven. Het was lastig om een selfie te maken met mijn telefoon, waar ik zelf, mijn gps en een grafheuvel opstonden, maar het is toch redelijk gelukt. Gelukkig is een foto niet meer echt verplicht bij een earthcache, maar ik vind het toch altijd wel leuk. Ik wil in de toekomst ook nog een keer gaan wandelen op de Maashorst. Ben er al wel eens geweest, maar dat is alweer even geleden. Er ligt een hele serie van mysteries in dit gebied, maar die moet ik dan eerst allemaal oplossen en dat zou nu veel te veel tijd opslurpen. Is wel een leuke voor een nieuw Day Zero Project: een hele serie mysteries oplossen.

Ik moest nu nog een cache van de serie loggen, de nummer 14. Die wilde ik nog wel hebben om de boel compleet te krijgen. Deze lag op het meest afgelegen plekje en was ook nog het lastigste te vinden. De petling was weggestopt in een gat in een boom op een bepaalde hoogte. Je zag alleen nog het groene dopje uitsteken. Ik vond hem dus wel. Nu moest ik nog terug zien te komen bij het station. Ik was zo stom om verder het bos in te fietsen, want ik dacht dat ik dan het fietspad wel kon bereiken. Ik had beter om kunnen draaien en terug kunnen fietsen, want nu heb ik een hele tijd over de meest vage paadjes door het bos gefietst – er waren trouwens wel wandelaars -, zelfs een stukje over een atb-route, met mijn lompe OV-fiets. Maar uiteindelijk bereikte ik nog wel het fietspad, dat vrij snel daarna weer onder de snelweg doorging. Hier wilde ik nog een Munzee vangen, maar ik kwam 50 meter te kort, dus ik van mijn fiets af het bos ingelopen en toen lukte het wel. Ik ben best een beetje raar. Daarna doorgefietst naar het station, via een heel andere weg dan hoe ik gekomen was. Ik kwam nog langs het Vorstengraf van Oss, een cache die ik lang geleden al eens logde met de familie van Anke. Op het station aangekomen bleek dat daar nog twee virtuele Munzee bij waren gekomen sinds de laatste keer dat ik daar was. Dus zo had ik er toch nog zes ofzo. Ik leverde mijn OV-fiets in en stapte op de trein naar huis.

Wat ik hier op 26 januari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Wha, ik geloof dat ik een klein beetje geocachingmoe was op deze dag. Maar toch wel mooi de datum gered. Overigens ben ik nog altijd niet toegekomen aan die serie op de Maashorst en is het idee ook niet opgenomen in mijn Day Zero Project 2.0.