Gelezen boeken in februari

Oosterschelde windkracht 10 – Jan Terlouw

Dit boek las ik al eens eerder toen ik in de bovenbouw van de basisschool zat; dat is dus behoorlijk lang geleden. Begin februari was de watersnoodramp van 1953 in Zeeland 70 jaar geleden en daarom besloot ik het nog eens te lezen. Als kind maakte het boek meer indruk dan bij herlezing. Het is dan ook een jeugdboek.

De eerste helft van het boek gaat over de watersnoodramp, hoewel het uiteindelijk zo’n 70 pagina’s nodig heeft om de situatie van de hoofdpersoon Anne te schetsen en de ramp zelf dan in ongeveer 30 pagina’s afgeraffeld wordt. Ik had eigenlijk nog wel wat meer willen lezen over hoe de hulp op gang kwam en waar de mensen bijvoorbeeld hebben gewoond terwijl hun huizen weer werden opgebouwd.

De tweede helft van het boek speelt zo’n 20 jaar later, in 1973 dus (het boek verscheen in 1976) en gaat erover hoe de leden van het gezin van Anne lijnrecht tegenover elkaar komen te staan als het over de toekomst van de Oosterschelde gaat. De ouders (vooral de vader die bij Rijkswaterstaat werkt) willen het liefst complete afsluiting door middel van een dam, want zij hebben de ramp zelf meegemaakt. De zonen (20 jaar – geboren vlak na de ramp – en 17 jaar oud) willen liever dat de dijken opgehoogd worden en dat de Oosterschelde open blijft voor de natuur en de mosselvisserij. Het boek eindigt dan met de beslissing van de regering voor een open blokkendam, de uiteindelijke Oosterscheldekering.

Vooral in de tweede helft van het boek merk je heel erg dat Terlouw zelf politicus is (geweest) en achterin staat zelfs zijn mening over de kwestie (hij is voor dijken ophogen, vooral omdat het goedkoper is dan een dam in wat voor vorm dan ook).

Het boek bevat ook veel uitleg; technische uitleg, maar ook over de mosselvisserij.

Uiteindelijk vind ik dit niet het beste boek van Terlouw, omdat het een mengeling is van afgeraffelde stukken met juist iets te uitleggerige, langdradige stukken.

Een ander boek over de watersnoodramp dat ik ooit gelezen heb – 1953, de storm van Rik Launspach – vond ik ook niet geweldig, hij schrijft wel veel langer en met veel details over de ramp zelf, maar het hele verhaal eromheen is nogal ongeloofwaardig.

Het Walvistheater – Joanna Quinn

Dit boek nam ik mee van de bibliotheek, omdat ik de kaft mooi vind. Er is geen flaptekst, maar alleen lovende zinnen uit recensies, dus ik had geen idee waar het over zou gaan. Het is het debuut van Joanna Quinn en het boek wordt zo’n beetje de hemel ingeprezen. Persoonlijk vond ik het best een aardig boek, maar zeker niet het beste boek dat ik ooit gelezen heb en ik zal het ook nooit gaan herlezen. Quinn heeft zo’n 100 pagina’s nodig om de opbouw van de familie uit de doeken te doen. De Seagraves zijn Engelse landadel en hebben een landhuis aan de kust. Het is de periode tussen de twee wereldoorlogen in. Er zijn drie kinderen: Cristabel, Florence en Digby, waarbij de eerste twee dezelfde vader hebben en de laatste twee dezelfde moeder en de vaders zijn dan weer broers. De kinderen worden nogal verwaarloosd en krijgen thuis onderwijs van een gouvernante.

In het tweede gedeelte, dat ook zo’n 100 pagina’s beslaat gaat het over de tienerjaren van Cristabel. Er spoelt een dode walvis aan op het strand bij hun huis en er strijkt een familie van kunstenaars neer in het dorpje. Cristabel heeft een grote fantasie en wil graag theatervoorstellingen opvoeren waarin alle gezinsleden en de bedienden verplicht mee moeten spelen. Uiteindelijk bouwt een van de kunstenaars van de botten van de walvis een theater en worden er jarenlang opvoeringen gegeven onder regie van Cristabel en is de hoofdrol meestal voor de erfgenaam Digby.

Dan gaat het boek vervolgens nog ruim 300 pagina’s over de belevenissen van de drie Seagraves – ondertussen volwassen – tijdens de tweede wereldoorlog. Digby moet het leger in, Cristabel komt uiteindelijk bij de SOE, Florence probeert het landhuis te beheren en wordt een Land Girl.

Het boek eindigt dan vlak na de oorlog en er is nog een soort van epiloog een paar jaar later. Toch vond ik het einde een beetje afgeraffeld. Ik kreeg niet echt de indruk dat de hoofdpersonen en dan vooral Cristabel uiteindelijk gelukkig zouden worden. Niet ieder boek heeft een happy end natuurlijk, maar na ruim 500 pagina’s had ik toch een beter einde verwacht ofzo.

Ook vond ik het apart dat de zoon een erfenis kan verdelen, terwijl zijn vader – de rechtmatige eigenaar van het landhuis – nog in leven is.

Het Ministerie van Oplossingen en het veel te volle huis – Sanne Rooseboom

Dit kinderboek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. Ik kwam er pas halverwege achter dat dit boek onderdeel is van een serie en dat ik dus niet het eerste deel te pakken had, maar deel 3 (?). Ik kon het boek uitlezen tijdens mijn treinreis, anders had ik dat waarschijnlijk niet gedaan. Het is echt een kinderboek en het boeide mij allemaal niet zo erg. Vast een heel leuk boek voor kinderen rond de 10 jaar, maar voor de gemiddelde volwassene echt te kinderachtig. Wel een leuke afbeelding op de kaft en het probleem van een dwangmatige verzamelaar vond ik een originele ingang. En dat hele Ministerie van Oplossing deed mij sterk denken aan een jeugdserie die vroeger op tv kwam; Mission Top Secret. Wellicht heeft Sanne Rooseboom hier haar inspiratie vandaan gehaald.

Wie noemt zijn kind nou Chardonnay? – Maarten van der Meer

Dit is een non-fictie boek dat in mijn “verborgen” lijstje op Hebban stond. Het gaat over namen en bevat dus veel lijstjes, feiten en weetjes over namen en opsommingen. Ik heb (voor)namen altijd al interessant gevonden. Tot een paar jaar geleden de privacywet werd aangescherpt publiceerde de Sociale Verzekerings Bank in januari altijd een lijst met alle namen die in het voorgaande jaar aan baby’s waren gegeven en ik vond dat altijd reuze-interessant en kon uren in die lijsten zitten lezen. Helaas worden nu alleen nog de top-zoveels vrijgegeven. En juist al die zeldzame namen zijn het leukste. Dit boek is opgedeeld in korte hoofdstukjes en die zijn weer gebaseerd op columns of blogs die Maarten van der Meer voor zijn website heeft geschreven. Het boekje stamt al uit 2013, dus ondertussen zouden er weer nieuwe hoofstukken aan toegevoegd kunnen worden. Ik vond het wel een grappig boekje om eens door te lezen. Overigens was het ook heel toevallig dat ik het in de trein las, nadat ik naar de Prinsenhof in Delft was geweest. En laat er nou net een stukje gaan over de naamgeving van de dochters van Willem van Oranje (hij vernoemde ze naar landstreken; Flandrina, Belgica, Brabantina, Antwerpiana), over wie ik net in dat museum van alles gelezen had.

Ik heb zelf geen kinderen en zou het echt heel moeilijk vinden om een passende, originele en ook nog goed uitspreekbare naam te vinden. Mijn huidige huisdieren hebben allemaal Duits-Friese namen die beginnen met een F, te weten Fenno, Frido, Fimme en Ferre.

IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem

Ook dit jeugdboek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. Het historische verhaal vond ik interessant; Vlaams meisje gaat verkleed als jongen als huurling bij het leger van Napoleon om haar huwelijk met een veel oudere man te ontvluchten. Deze huurlingen worden vanwege hun helmen “ijzerkoppen” genoemd. Hoewel ik een vermoeden had, krijg je pas halverwege de echte reden van deze keuze van Stans te horen. Ondertussen is haar familie in rep en roer en wordt haar jongere (en ietwat verwende) broertje Pier achter haar aangestuurd om haar terug te halen. Dan is er ook nog de ietwat vreemde vader van het tweetal die claimt een uitvinder te zijn, maar die ondertussen geen cent verdient om zijn gezin te onderhouden.

De schrijfstijl vond ik wat minder; het verhaal las niet heel vlot weg, wat bij een jeugdboek eigenlijk wel zou moeten. Ook wordt zo’n beetje in elke hoofdstuk het woord “kak” veelvuldig gebruikt en op een bepaald mocht dacht ik; ken je geen andere scheldwoorden of kan het wat minder? Van de andere kant zal het er in het leger niet heel zachtzinnig aan toe zijn gegaan. Uiteindelijk vind ik het vooral mooi dat Stans als jonge vrouw in een tijd dat dat niet gebruikelijk was haar eigen keuzes maakt en kiest voor een leven waar ze zelf gelukkig van wordt.

Verder

Heb ik mijzelf als uitdaging gesteld om dit jaar een klassieker te lezen en dat is naar aanleiding van het liedje Wuthering Heights van Kate Bush dus Woeste Hoogten van Emily Brontë geworden. Maar ik vind het een heel geploeter om er doorheen te komen, dus dat gaat nog wel even duren voor ik die uit heb (als ik het al uit ga lezen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s