MaandMoves: januari 2023

Net als de voorgaande jaren probeer ik om op de laatste dag van de maand een maandoverzicht te geven.

Januari

Januari begon vrij warm, daarna kwam de regen en toen werd het heel erg koud en bleek Oisterwijk zelfs in het epicentrum van de sneeuwval te liggen. En als ik iets haat dan is het wel sneeuw of erger nog aangevroren ijssneeuw. Alles is dan zo gevaarlijk glad en je kunt nergens fatsoenlijk rijden, fietsen of lopen. Daarnaast is het vaak heel somber en ijskoud weer. En dat was precies wat we een paar dagen lang kregen. Vanwege de net-boven-nul-temperaturen smolt de toelie maar heel langzaam weg. Daarna volgde nog meer ijskoud weer met een zeer lage gevoelstemperatuur, afwisselend met een winterzonnetje, maar meestal grauw en somber. Om te eindigen met harde windstoten. Ik noem januari niet voor niets de grauwe snauwmaand.

Ondanks het slechte weer had ik toch een stuk minder last van licht depressieve wintergevoelens dan vorig jaar rond deze tijd en dat komt vooral omdat ik nu ergens anders woon. Zoals ik al vaker heb geschreven was mijn vorige woning naast erg klein, ook erg gehorig en had ik zowel onder als naast mij bijzonder luidruchtige buren, die ook ’s nachts vaak niet rustig waren. Ik was daardoor niet graag thuis en voelde me door het grauwe winterweer opgesloten en aan huis gebonden. Vorig jaar rond deze tijd zaten we natuurlijk ook nog in lockdown, wat de “feestvreugde” nog eens extra verhoogde. Dat is nu heel anders; nu ben ik wel graag thuis. En gelukkig zitten we ook niet meer in een lockdown.

Evengoed ben ik blij met iedere minuut langer daglicht en verheug ik mij erg op de lente. Helaas moeten we ook februari nog door, zij het dat die maand drie dagen korter duurt dan januari.

Wandelen, geocaching en Munzee

Tja, wandelen heb ik niet zoveel gedaan deze maand. Ik begon goed op de eerste twee dagen van het jaar (mijn weekend), maar daarna werd het algauw koud en kwam die sneeuw en toen was het veel te glad om te wandelen. Dus alleen maar een soort van geoachingstadswandeling gemaakt in Arnhem.

Ook met geocaching begon ik lekker: op zowel de eerste als de tweede dag van het jaar deed ik zes labcaches. Daarna zakte de geocachingzin snel weg. Twee toevallige labcachefounds omdat ik tijd over had vanwege de treintijden. En uiteindelijk dan nog wat founds tijdens een dagje Arnhem; daar werden ook de eerste fysieke caches van dit jaar gevonden, want het waren dus vooral veel labcaches. Maar 29 founds zijn er toch 26 meer dan die 3 van december. Geocaching is gewoon leuker met droog en iets warmer weer. En in het sneeuwweekend was het zo goed als onmogelijk, dus die dagen vervielen al als mogelijke geocachingdagen. Gelukkig zijn alle data van januari al vervuld. Wel zette ik de datum 1 januari op 100 founds, wat mij inspireerde om eens over de 100+-found-data te schrijven, in plaats van altijd maar over de data met een laag aantal founds.

Met Munzee ging het dan weer wel goed. Mijn streak van elke dag een Munzee vangen is ondertussen over de 500 dagen heen. Ik haalde vrij gemakkelijk de doelen voor Level 3 voor de Clan Wars. Ook had ik een tijdelijke Munzee gewonnen die veel zeldzame soorten aantrok, waardoor ik veel unieke vangsten had. Helaas bleef die Munzee maar een week, huil huil. Wat betreft de miljoen punten om het volgende niveau te bereiken, zit ik nu over de 600.000 punten heen. Dus misschien gaat het dit jaar nog lukken, haha.

Spelletjes en puzzels

Qua spellen ben ik het jaar wel goed gestart. Er werden 62 potjes gespeeld van 34 verschillende spellen. Ik had vier verschillende tegenstanders. Normaal is zaterdag de vaste spelavond van mijn moeder en mij. Maar omdat we ook groot fan zijn van Wie is de Mol en dat op zaterdagavond wordt uitgezonden, proberen we nu elke week een inhaalspellenavond te houden. Dat lukt nog best aardig. Verder hebben we bijna een hele zondag spellen gespeeld tijdens de ijssneeuwdagen. Er kwamen vijf nieuwe spellen op tafel, te weten Mille Fiori, Genius, Knaster, Carcassonne Safari en Creature Comforts (ok, dat heb ik vorig jaar 1x ergens anders gespeeld). Daarnaast kwamen er een paar oude spellen op tafel die ik al lang niet gespeeld had; Puerto Rico, Point Salad en Blokus Duo. Point Salad is een snel spelletjes, waar je algauw meerdere potjes van speelt en daardoor werd het zelfs het meest gespeelde spel van de maand.

Een van mijn goede voornemens is om elke maand minstens één puzzel te leggen. Deze maand werd dat een Harry Potter puzzel van 1000 stukjes. Waar je normaal begint met de rand, was die bij deze puzzel duidelijk vervloekt en kostte die uiteindelijk de meeste tijd.

Kijken

Traditioneel begint Wie is de Mol? op de eerste zaterdag van het jaar. Na vier afleveringen denk ik dat of Jurre of Anke de Mol is. In ieder geval heb ik tot nu toe al mijn punten in de app weten te behouden. Omdat Ik Vertrek na WIDM komt en ik dat ook een leuk programma vind, heb ik dat tot nu toe ook elke keer gekeken. Ook kijk ik Op zoek naar Danny en Sandy terug op uitzending gemist, zodat ik de saaie stukken kan doorspoelen. Overigens ben ik niet van plan om naar de musical te gaan, want ik vind Grease niet zo’n geweldige musical en het niveau van de kandidaten is ook niet zo hoog als dat van eerdere zoektochten. Van mij mogen Magtel en Tristan winnen.

Ook heb ik de eerste drie aflevering van Wednesday gezien en de musicalverfilming van Matilda.

Dat is dus behoorlijk veel tv-tijd voor mijn doen ;>)

Musea

Sinds november vorig jaar heb ik weer een museumkaart. Mijn jaardoel is dan ook om elke maand minimaal één museum te bezoeken. In januari is dat gelukt, want ik bezocht zelfs twee musea. Als eerste het Natuurmuseum Brabant in Tilburg; dat is vlakbij en daar ben ik al vaker geweest. Ik ging nu vooral voor de Comedy Wildlife foto’s en zoals altijd even langs de mammoet in de IJstijd-tentoonstelling.

Vervolgens kreeg ik een nieuwsbrief van Museumkaart dat je voortaan met je museumkaart in de Eusebiuskerk in Arnhem mocht. En laat dat – vanwege de glazen lift – nu al heel lang op mijn verlanglijstje staan. Dus ging ik deze maand in gezelschap van mijn moeder een dagje naar Arnhem en bezochten we de Eusebiuskerk. Ik moest wel alleen naar boven. Ze ging wel mee de grafkelders in. En ik kan weer een kerktoren van mijn lijstje strepen.

Verder

  • Kocht ik een broodbakmachine en heb ik al diverse broden gebakken. Het is veel lekkerder dan brood uit de supermarkt, maar het kost iets meer moeite. Ik wil er over een tijdje een blog over schrijven.
  • Heb ik echt een vreselijke haat aan aangevroren ijssneeuw. Ik begrijp niet dat sommige mensen dat leuk vinden.
  • Organiseerde ik een postkaartenbingo om Blue Monday op te vrolijken met de kaarten van Blue Cat. Het was een groot succes.
  • Zijn de kerstspullen al lang opgeruimd, behalve dan de gnomes, want die zijn zo schattig…
  • Ben ik om diverse redenen toch weer lid geworden van de plaatselijke kanovereniging. Daardoor bezocht ik voor het eerst sinds drie jaar het plaatselijke zwembad. Ik kon nog zwemmen en kanoën en zelfs nog eskimoteren.
  • De isolatie die vorige maand is aangebracht werkt goed. Het is hier zelfs zonder verwarming vaak warm genoeg. Dus over mijn energiekosten maak ik mij voorlopig niet zo druk.

Geocachingavonturen uit het verleden: Rundje Nisseroi

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 26 januari 2020:

Ik ging weer op jacht vanwege het Geocaching Datum Project en ik ging naar Nistelrode.

Het avontuur:

26 januari was een 5-cache-datum. Die vijf caches werden verzameld in 2010 (1) en 2012 (4), dus acht jaar jaar later werd het onderhand eens tijd om deze datum voorgoed te saven. Ik had eerst plannen om naar Baarn te gaan, maar besloot dat toch te wijzigen in Oss, omdat dat dichterbij is. Er was één maar aan deze keuze: ik moest wel een OV-fiets te pakken kunnen krijgen. Want in december wilde ik deze fietstocht ook al gaan doen en toen waren er geen OV-fietsen meer te krijgen op station Oss. Gelukkig had ik toen nog een escape in de vorm van de Landerij van Tosse, maar die had ik nu niet meer. Onderweg naar Oss controleerde ik 3x of er nog OV-fietsen waren en zodra ik uit de trein stapte, zowat naar de fietsenstalling gerend. Gelukkig kon ik nu wel een OV-fiets huren. Buiten mijn route ingesteld en op de fiets gesprongen. In de ochtend was het nog best koud, dus ik had mijn handschoenen aan en mijn muts op. Tegen de tijd dat ik bij de eerste cache was aangekomen, kon de muts af en de rechterhandschoen uit. Die op links hield ik aan. Maar rechts is onhandig, omdat ik dan de touchscreen van de gps niet kan bedienen. 

Het hoofdprogramma van vandaag was het Rundje Nisseroi. Ik begon bij nummer 13, puur omdat die het dichtste bij was vanaf station Oss. Daar bleek het kaarttechnisch het handigste te zijn om in tegengestelde richting te gaan fietsen. Je moest de gegevens voor de bonuscache te weten komen door QR-codes te scannen die op enkele van de caches verstopt zaten. Nou ja, verstopt, ze waren behoorlijk groot, dus je kon er niet overheen kijken. En heerlijk dat ik nu eindelijk een telefoon heb die dat gewoon zonder problemen kan. Ik had eigenlijk gedacht dat het grootste gedeelte van de serie in de bewoonde wereld zou liggen en daar houd ik niet echt van, maar dat bleek reuze mee te vallen. De meesten lagen in het buitengebied en ik werd zelfs op mijn fietsje over zandpaden en bospaden gejaagd. Zeker in de omgeving van de aeroclub was het best een beetje verlaten. Ik sloeg de meeste andere caches onderweg over. De belangrijkste reden daarvoor was, dat ik geen zin had om om te fietsen voor voortuincaches. Als ik alleen ben voel ik me daar altijd heel ongemakkelijk bij. Op vakantie of als ik samen met iemand anders ben, vind ik het prettiger. Of als het om een minibieb gaat, omdat je dan weet waar je moet zoeken en minibiebs leuk zijn. Ook kon ik een andere cache simpelweg niet vinden, dat was er eentje van een serie over planeten, want er loopt hier ook een planetenpad in de omgeving.

De laatste paar caches lagen wel in de bewoonde wereld. Eentje zat er in een heel mooie minibieb verstopt, in een uitgehold boekje met Signal op de kaft. Nou ja, minibieb, het was een behoorlijk groot huisje. Zag er heel netjes uit. Ik nam zelfs nog een boek mee, van de Daalmark-serie. Ik heb dat boek wel, maar dan in een oudere editie en deze editie is die waarin ik de andere drie boeken ook heb. In het begin was er een QR-code kapot, dus die kon ik niet scannen. Ik hoopte maar dat het geen cruciaal getal zou zijn. Helaas was dat dus wel zo, het was de eerste van de laatste drie cijfers voor het bonus-coördinaat. Dus moest ik nog even gaan gokken, gelukkig vielen er al heel veel mogelijkheden af, omdat ze te dichtbij de snelweg lagen of in een niemandsland. Een coördinaat lag aan een weg en die was ook het meest logisch bereikbaar. Maar daarvoor moest ik wel eerst de fietstunnel bereiken. En dat bleek nog lastig, want er lagen heel veel straten in Nistelrode open, vanwege rioolwerkzaamheden. En dat waren dus allemaal zandbakken waar ik niet doorheen kon met mijn fiets. Ik was die fiets ook al behoorlijk beu, want het zadel was helemaal naar achter gezakt en dat kreeg ik niet recht zonder moersleutel. Dus dat fietste niet heel erg lekker. Uiteindelijk kwam ik uit bij een zeer hippe, knalgele kapel. Hier lag nog een traditional, dus die heb ik nog even meegepakt als extraatje. Er stond ook een gave picknicktafel voor de kapel, zij noemden het de gildetafel, omdat naast de kapel het clubgebouw van de gilden stond. Na de vondst van de cache nog even in de moderne kapel gekeken, zag er uit als een soort van theologisch design-appartement, hoewel wel erg klein.

Vanaf de kapel kon ik langs de snelweg naar de tunnel fietsen en hier kon ik eindelijk een paar Munzees vangen. Ik aasde al de hele dag op Munzees, maar ik was de hele tijd net niet dichtbij genoeg om ze te kunnen vangen. Dat is het nadeel als je virtuele Munzees wilt vangen die op de snelweg liggen en die dus eigenlijk niet bedoeld zijn om per fiets te vangen. Ik vond de locatie waar ik uitkwam een beetje vaag en het stikte er ook nog van de Dreuzels die onderweg weg waren naar een feestje bij de nabijgelegen sportclub. Toen ze allemaal voorbij waren, toch maar even aan de overkant van de weg gekeken, bij de oprit van een vaag sloopbedrijf. En jawel hoor: groot vogelhuis met cache. Was mijn gokwerk toch goed geweest. Hierna moest ik nog 1 cache van de serie, de nummer 14. Die wilde ik natuurlijk nog graag hebben om de boel compleet te hebben.

Maar ik had ook gezien dat ik nu nog maar ongeveer 1,5 kilometer af was van een earthcache op de Maashorst, die vooral goed bereikbaar was per fiets. Earthcaches hebben een speciale aantrekkingskracht op mij en het was al even geleden dat ik er eentje had gevonden. De beschrijving klonk ook interessant en er was nog tijd, dus ik ging erheen. Ik kon inderdaad op mijn fiets tot aan de informatieborden komen. Er lagen hier heel oude grafheuvels, waar je een goed zicht op had. En ook wel een interessant weetje: de Maashorst is vernoemd naar de rivier de Maas, die zo’n 125.000 jaar geleden door dit gebied stroomde, maar ondertussen meer naar beneden ligt, omdat de rivier is verschoven. Het was lastig om een selfie te maken met mijn telefoon, waar ik zelf, mijn gps en een grafheuvel opstonden, maar het is toch redelijk gelukt. Gelukkig is een foto niet meer echt verplicht bij een earthcache, maar ik vind het toch altijd wel leuk. Ik wil in de toekomst ook nog een keer gaan wandelen op de Maashorst. Ben er al wel eens geweest, maar dat is alweer even geleden. Er ligt een hele serie van mysteries in dit gebied, maar die moet ik dan eerst allemaal oplossen en dat zou nu veel te veel tijd opslurpen. Is wel een leuke voor een nieuw Day Zero Project: een hele serie mysteries oplossen.

Ik moest nu nog een cache van de serie loggen, de nummer 14. Die wilde ik nog wel hebben om de boel compleet te krijgen. Deze lag op het meest afgelegen plekje en was ook nog het lastigste te vinden. De petling was weggestopt in een gat in een boom op een bepaalde hoogte. Je zag alleen nog het groene dopje uitsteken. Ik vond hem dus wel. Nu moest ik nog terug zien te komen bij het station. Ik was zo stom om verder het bos in te fietsen, want ik dacht dat ik dan het fietspad wel kon bereiken. Ik had beter om kunnen draaien en terug kunnen fietsen, want nu heb ik een hele tijd over de meest vage paadjes door het bos gefietst – er waren trouwens wel wandelaars -, zelfs een stukje over een atb-route, met mijn lompe OV-fiets. Maar uiteindelijk bereikte ik nog wel het fietspad, dat vrij snel daarna weer onder de snelweg doorging. Hier wilde ik nog een Munzee vangen, maar ik kwam 50 meter te kort, dus ik van mijn fiets af het bos ingelopen en toen lukte het wel. Ik ben best een beetje raar. Daarna doorgefietst naar het station, via een heel andere weg dan hoe ik gekomen was. Ik kwam nog langs het Vorstengraf van Oss, een cache die ik lang geleden al eens logde met de familie van Anke. Op het station aangekomen bleek dat daar nog twee virtuele Munzee bij waren gekomen sinds de laatste keer dat ik daar was. Dus zo had ik er toch nog zes ofzo. Ik leverde mijn OV-fiets in en stapte op de trein naar huis.

Wat ik hier op 26 januari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Wha, ik geloof dat ik een klein beetje geocachingmoe was op deze dag. Maar toch wel mooi de datum gered. Overigens ben ik nog altijd niet toegekomen aan die serie op de Maashorst en is het idee ook niet opgenomen in mijn Day Zero Project 2.0.

Geocachingavonturen uit het verleden: Vandaag niks

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Tja, 19 januari is weer zo’n datum waar ik geen verslagen meer voor heb. Want er werd 1x aan geocaching gedaan door mijn mede-Heideroosjes Anke en Guy en daar was ik dus niet bij en heb ik geen verslag van. En de andere keer is het verslag dat in 2017 al hier verscheen. Dus dat kun je vandaag nog eens lezen.

Geocachingavonturen uit het verleden: Beatles op de Groote Heide

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 12 januari 2020:

Ik ging weer eens in de regen op pad voor het Geocaching Datum Project. Dit keer naar de Groote Heide bij Heeze.

Het avontuur:

12 januari was een 5-cache-datum en die vijf caches werden op maar liefst drie verschillende data in het verleden gevonden, te weten in 2012 (2), 2013 (1) en 2014 (2). Dat betekent dus dat er alweer zes jaar niet gecachet was op deze datum en dat het hoog tijd was om af te gaan rekenen met deze datum.

Het werd Heeze, ik had vorig jaar daar al een serie gezien, die op het lijstje was beland voor een datum-dag. Heeze is gewoon Noord-Brabant en de trein rijdt er vanaf Oisterwijk in 1x naartoe, wat best wel eens fijn is (om niet over te hoeven stappen). Het was op zich te lopen vanaf het station, maar ik hoopte stiekem dat er OV-fietsen zouden zijn, zodat ik naar het startpunt kon fietsen. Alle OV-fietsen bleken nog aanwezig te zijn. Een paar weken geleden was ik ook al in Heeze, als eindpunt van de NS-wandeling Strabrechtse Heide, die ik al meerdere keren gelopen heb. Maar nu ging ik eens de andere kant op, naar de Groote Heide. Die strekt zich uit tussen Heeze, Leende en Eindhoven en is blijkbaar een overblijfsel van een gigantisch groot heidegebied uit vroegere tijd. Het is nu nog het grootste aangesloten heidegebied van Nederland, maar het is ondertussen wel een stuk kleiner dan het ooit geweest is. Even goed houd ik erg van heidegebied. Tja, Heideroosjes horen op de heide, natuurlijk.

In april 2016 deed ik met mijn moeder de NS-wandeling Strabrechtse Heide en toen vonden we onderweg de meeste – vier – caches van de Heezer hertgang-serie, die allemaal bij waterlopen verstopt liggen. Er bleven er twee over en die heb ik allebei vandaag gevonden. Leuk dus, dat de serie er nog steeds ligt. En leuk dat ik de serie nu compleet heb, op de bonus na. Geen idee of we toen bonusgetallen op hebben geschreven en als we het al hebben gedaan heb ik geen flauw idee waar die cijfers dan zouden zijn. Dus de bonus zal het wel nooit meer worden. Een paar honderd meter van de eerste hertgang-cache lag een andere traditional-cache bij het Sint Jobsklokje. Dit is een oude bel die is overgebleven van de gelijknamige kapel. De kapel is afgebroken en de originele klok hangt nu bij Kasteel Heeze, maar er is een nieuwe klok gebouwd op de oude locatie. Helaas zag het er allemaal een beetje vervallen uit, dus volgens mij wordt de boel niet meer onderhouden. De cache was er nog wel. Ik kwam hier trouwens over een straat die het Kerkhof heette en er was ook nog een Lijkweg. Gezellige boel hoor, je zou er maar wonen…

Ik ging nu op weg naar het startpunt van de serie, maar daar vlakbij lag nog de voor mij laatste van de Herdgang-serie, de nummer twee. Deze werd ook heel snel gespot. Het fietspad slingerde nu de bossen in naar het startpunt van de JPGR-serie. Die letters staan voor de voornamen van de Beatles: John, Paul, George en Ringo. De maker van deze serie moet een ongelooflijke Beatle-fan zijn, want je wordt letterlijk doodgegooid met feitjes over de Beatles en hun muziek. Ik geloof niet dat er een band is waar ik zoveel over weet. Ik houd best van muziek van bepaalde bands, maar in welk jaar welk nummer is uitgekomen en op de hoeveelste plek en hoe lang dat in de top-40 stond? Geen idee.

Ik bond mijn OV-fiets vast aan een paaltje vlakbij de eerste cache en zag toen ineens een Munzee zitten. Er bleek er nog eentje in de buurt te zijn en ze deden het allebei nog. Kijk, dat is nog eens leuk. Ik had wel gezien dat er een paar Munzees hier in de buurt zaten, maar had niet verwacht dat ze precies op het startpunt zouden zitten. Eigenlijk had ik een heel bezoekerscentrum hier in de bossen verwacht, maar dat was niet zo, er was alleen een kleine parkeerplaats. Jammer, ik vind bezoekerscentra altijd wel leuk. De cache werd snel gespot, alle caches van deze serie waren stukken hout met een dop, die dan op een buis in de grond zat. De koker moest je er dan met behulp van een magneetstok uitvissen. Ik vond het wel een goed systeem, we zagen dit ooit eerder bij die serie in de Betuwe waar mijn moeder en ik de voeten onder ons lijf vandaan hebben gelopen. Het is ripproof natuurlijk, maar ook waterdicht. Bij de meeste caches heb ik de hint niet eens opgezocht, want die was toch overal hetzelfde: afgezaagd. Ook besloot ik om me niet bezig te gaan houden met de bonus. Die bestond uit ingewikkelde opzoekvragen over nummers van de Beatles en ik had daar bij voorbaat al geen zin in. Prima om dat thuis op de bank te moeten doen, maar ik had er buiten op dat kleine schermpje van mijn telefoon/gps geen zin in. Dan maar geen bonus. Ik zou toch wel genoeg caches voor de datum scoren.

Aangezien ik al drie caches onderweg had gescoord, had ik bij de tweede van de serie al genoeg caches gevonden om de datum op de gewenste tien founds te krijgen. Maar natuurlijk ging ik gewoon door. Bij de derde wilde ik wachten met de koker uit de grond trekken tot alle wandelaars gepasseerd waren. Bleek dat ene echtpaar waar ik op wachtte ook aan geocaching te doen. Na een praatje gingen we weer uit elkaar, want zij liepen in omgekeerde volgorde en waren dus al bijna klaar. Helaas begon het te regenen, dus trok ik mijn regenbroek aan. Dat was min of meer wel voorspeld, maar vanmorgen zeiden de weersites dat het tot 16 uur droog zou blijven en het was nu amper 12 uur. De bui duurde toch best wel een hele tijd. Ik vond wel alle caches en zelfs nog een extra cache op de route. De vennen stonden droog of er stond erg weinig water in. Ze waren er dus nog slechter aan toe dan die van Oisterwijk. De winter is tot nu toe meer herfst dan kou en het heeft dus vooral veel geregend. Daarom dacht ik dat het langzaamaan weer de goede kant op ging met de waterstand, maar hier was daar nog weinig van te merken. Ondanks het grauwe herfstwinterweer, vond ik het toch weer fijn om op de heide te zijn. Ik houd gewoon van die uitgestrekte ruimte, dat je zo ver kan kijken als de horizon en overal natuur ziet.

Echt stil was het niet, want je hoorde bijna overal het geluid van de nabijgelegen snelweg. Toch vond ik die snelweg ook wel interessant, want ik had gezien dat er een hele rij virtuele Munzee langs die snelweg te vangen waren. Dus na de zevende cache van de serie, besloot ik naar het fietspad langs de snelweg te lopen om wat van die virtuele Munzees te vangen. Het lastigste is dan tot hoe ver ga ik dan? Ik had gezien dat er in de verte weer een fietspad het gebied in ging, dus ik besloot om tot daar te gaan. Maar toen had ik weer zo’n feather-munzee en wilde ik zo’n veer hebben, dus ben ik toch nog een stukje verder gegaan en daarna weer terug naar de fietspoort. Ondertussen had ik ook al een paar paddo’s gescoord voor waymarking, dus ik had het er maar druk mee vandaag: geocaching, waymarking, munzee. En wat kan ik daar dan van genieten. Via het fietspad kwam ik weer terug op de route van de serie. Ik volgde nu een mooi pad tussen de halfdroge vennen door. Het stopte zowaar met regenen, dus mijn muts kon af en ik had het ook niet meer zo koud als toen ik in de ochtend gestart was. Later kwam ik nog een keertje heel dicht bij de snelweg, dus toen ben ik nog een keer een paar Munzees gaan vangen.

Daarna volgden de laatste caches van de serie. Ik kwam nog over een soort van dijkje waar vroeger blijkbaar een spoorlijntje heeft gelegen, zoals het Bels Lijntje. Ik denk dat ik hier al eerder ben geweest, voor een multicache en dat er toen nog wel rails lagen. Nu zijn alle rails weggehaald. Jammer eigenlijk, ik vind dat altijd wel mooi, zo’n stukje rails. Onderweg naar mijn OV-fiets keek ik nog uit naar de bonuscache, maar helaas heb ik die niet per toeval gevonden. Ik vond nog wel een Munzee. De trein gaat maar 1x per uur op zondag en ik had maar 10 minuten om die van 15.03 te halen. Dat vond ik wel heel krap, dus besloot ik nog maar wat Munzees te gaan vangen en voor de trein van 16.03 te gaan. Dus fietste ik rustig langs een aantal Munzees terug naar het station. De OV-fiets weer keurig ingeleverd en daarna met de trein weer naar huis. Met 19 caches, een stuk of zes paddo’s en een shitload aan Munzees had ik een goede dag gehad. De datum is in ieder geval gered.

Wat ik hier op 12 januari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Owh, als ik dit lees wil ik zo weer terug naar de Groote Heide. Wel met beter weer, want op de data van het Geocaching Datum Project rust wel heel vaak een regenvloek.

Mijn favoriete boeken van 2022

In 2022 las ik maar liefst 127 boeken. Volgens Hebban zijn dat ruim 43.000 gelezen pagina’s. Mijn dikste boek was Vertel het de bijen deel 2 van Diana Gabaldon (samen met deel 1 – dat heb ik natuurlijk ook gelezen – is het simpelweg te dik om het te drukken als 1 boek, daarom is het gesplitst) en het dunste Gezien de feiten van Griet Op de Beeck. Mijn beste leesmaand was februari, wat niet zo gek is, want toen had ik een week vakantie en kwam ik terug met corona, waardoor ik een week ziek was, daardoor in quarantaine zat en veel kon lezen. De slechtste maand was augustus, toen ik door mijn verhuizing en het bijbehorende kluswerk in een flinke leesdip zat.

Ik las de meeste boeken van Dinah Jefferies, Tracy Rees en Anna Woltz. Vooral die laatste is grappig, omdat ik daar dus nog nooit iets van gelezen had (op het kinderboekenweekgeschenk na), maar veel van haar boeken in de Grote Vriendelijke 100 staan.

Dan de genres. Waar ik als tiener vrijwel alleen fantasy las, kwam ik nu tot slechts 2 boeken in dit genre. Wat precies de (leeftijd)grens ligt tussen kinderboeken en young adult is mij niet helemaal duidelijk, maar ik las 13 + 20 boeken in deze genres. Dit heeft te maken met het lezen van de boeken van Grote Vriendelijke 100, maar ik lees sowieso graag een goed YA- of kinderboek tussen de volwassen romans door. 55 boeken vallen in het genre feelgood, wat ik ook niet helemaal een logische grens vind, want ik vind dat er nog wel een verschil is tussen historische romans en liefdesromannetjes. Dan las ik precies 2 thrillers, die ik ook zonder te kijken op kan noemen: Daar waar de rivierkreeften zingen en Camino. Ik houd niet echt van thrillers en al helemaal niet van horror, maar voor deze twee boeken maakten ik een uitzondering vanwege de onderwerpen natuurliefhebster en wandelen. En dan 42 boeken die onder het genre literatuur zouden vallen. Ook hier vraag ik mij af wanneer iets dan literatuur is en wanneer het dan afgedaan wordt als feelgood. Owh en nog 1 boek non-fictie, dat zal dan Lily’s Belofte zijn (of Landlijnen van Raynor Winn, dat valt onder de reisverhalen volgens de bibliotheek)

Zoveel genres, zoveel boeken. Het valt bijna niet met elkaar te vergelijken. Toch ga ik een poging doen om mijn vijf favorieten van het afgelopen jaar te kiezen.

Aan het einde van de wereld – Kristin Hannah

Van Kristin Hannah las ik eerder al de indrukwekkende boeken De Nachtegaal, De Wintertuin en De Vier Windstreken. En ook Aan het einde van de wereld is een heel mooi boek. In de jaren ’70 emigreert een gezin naar het primitieve hut in Alaska. Vader Ernt heeft psychische klachten nadat hij gevochten heeft in de Vietnam-oorlog en hij hoopt die in Alaska kwijt te raken. De moeder is bereid om haar man tot het einde van de wereld te volgen, ondanks dat hun huwelijk vaak stormachtig verloopt. De 13-jarige dochter Leni heeft niets te zeggen, die moet gewoon mee. Ze komen terecht in een zeer afgelegen dorpje en komen er al snel achter dat het leven in Alaska heel zwaar is; in de zomer draait alles om de voorbereidingen op de ijskoude en donkere winter. Zal het gezin deze omstandigheden overleven? Het verhaal wordt vooral bekeken vanuit de ogen van Leni, die om dit alles niet gevraagd heeft. Het is interessant om te lezen hoe mensen overleefden in dit afgelegen deel van de wereld. En dan zijn er nog de spanningen binnen het kleine gezin en Leni’s coming of age. Echt een mooi boek.

Allemaal willen we de hemel – Els Beerten

Els Beerten is een Vlaamse schrijfster en dit boek las ik ter ere van de Grote Vriendelijke 100. De kaft is niet heel aantrekkelijk en het verhaal is soms een beetje traag, maar ik vond het wel mooi hoe alle geheimen langzaam ontrafeld worden.

Het boek speelt zich af tijdens en na de tweede wereldoorlog in een niet nader bij naam genoemd Belgisch dorp. We zien het verhaal door de ogen van vier hoofdpersonages. Jef is de oudste zoon van het gezin, zijn zus Renée is iets jonger en dan is er nog nakomertje Remy. Ward is de beste vriend van Jef en is verliefd op Renée. Muziek speelt een vrij grote rol in het boek; ze bespelen allemaal een instrument en zijn lid van de plaatselijke harmonie.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld; er wordt juist heel veel op en neer gesprongen in de tijd. Dat wordt niet altijd duidelijk aangegeven. Verder duurt het soms een paar alinea’s voor je door hebt met welk oogpunt je te maken hebt. Het is een boek waar je wel je hoofd goed bij moet houden, ondanks dat het langzaam is opgebouwd en toewerkt naar de grote climax.

Centrale vraag in het boek is wanneer iemand een held is (en daarmee recht heeft op een plaats in de hemel). De personages zijn ook nog vrij gelovig, wat waarschijnlijk gebruikelijk was in die tijd, maar het is niet opdringerig ofzo. De kinderen zitten bijvoorbeeld nog op een school waar ze les krijgen van paters en nonnen. Uiteindelijk spelen enkele geestelijken wel een grote rol in het verspreiden van de propaganda waardoor Ward zich aanmeld als soldaat aan het oostfront (Rusland). En (de vermoedelijk homoseksuele) Jef eindigt zijn leven als missiepater in Afrika.

Dan is er nog de wie-heeft-het-gedaan verhaallijn over de moord (tijdens de oorlog) op verzetsstrijder en harmonielid Theo; oom van Ward en goede vriend van de vader van de andere drie. Ward lijkt de ideale hoofdverdachte. Deze ene moord op een familielid en dorpsgenoot wordt hem dan ook veel harder aangerekend dan alle ” naamloze vijanden” die hij heeft gedood aan het front. Maar gedurende het verhaal ga je er als lezer steeds harder aan twijfelen of Ward het wel heeft gedaan. En als hij het niet op zijn geweten heeft; wie dan wel?

Het boek stelt dus best veel psychologische levensvragen. Wat is goed en wat is slecht? Ben je trouw aan je land of aan je familie? Verdiend iemand die heel slechte dingen heeft gedaan een tweede kans? Sterk jeugdboek.

Landlijnen – Raynor Winn

Na Het Zoutpad en de Wilde Stilte het derde boek over het waargebeurde leven en in het bijzonder de wandeltochten van Raynor Winn en haar man Moth die een parkinson-achtige ziekte heeft. Het eerste deel is Het Zoutpad en daarna volgde De Wilde Stilte. Het eerste boek vond ik heel mooi, het tweede boek is meer een tussenboek dat minder over wandelen gaat. Dit derde boek is weer echt mooi; misschien wel mijn favoriet. Aan het begin van het boek gaat het zo slecht met Moth (de man) dat ik echt even dacht dat hij het niet zou redden en dat zij uit rouw ging wandelen. Maar hij gaat toch nog mee en ze gaan dit keer in Schotland wandelen. De wandeling gaat opnieuw langzaam en lang niet altijd over rozen. Je merkt wel dat hun financiële een stuk verbeterd is in dit boek (maar goed, ze heeft ondertussen twee bestsellers geschreven) en dat ze ineens geen moeite meer hebben om eten te betalen en ze kiezen ook veel vaker voor een nacht in een hotel of om nieuwe spullen te kopen.

Raynor Winn beschrijft vaak haar visie op de wereld en in grote lijnen is die gelijk aan die van mijzelf, dus dat schept een band. Wat ik wel wonderlijk vind (in alle drie de boeken) is dat ze zelden iets gezonds lijken te eten; ze beschrijft opvallend vaak dat ze een zak friet gaan eten. Je zou zeggen dat ze gezond proberen te eten als ze zulke sportieve prestaties proberen te leveren en ook vanwege zijn ziekte. Maar ze heeft het vrijwel nooit over groente of fruit.

Ook leuk is dat ze een instagram heeft waarop je foto’s kan zien van zaken uit het boek. Raynor Winn kan absoluut heel mooi schrijven; heel beeldend en ze verwerkt vaak (historische) feiten of weetjes in haar boeken (een trekje dat ik ook heb bij bijvoorbeeld mijn geocachingverslagen).

Dit boek heeft ook weer een prachtige omslag. Er schijnt nog een vierde boek te komen, dus dat wachten we dan maar af.

Daar waar de rivierkreeften zingen – Delia Owens

Let op: SPOILERS!!!

Ik had dus niet verwacht dat ik dit boek zou kiezen, maar ik las het al aan het begin van het jaar en het kwam toch de hele tijd bij mij terug. En dat terwijl ik dus helemaal niet van thrillers houd. Nu is dit boek niet alleen een thriller, maar ook een boek over de natuur en hoe een outsider in een afgelegen hut probeert te overleven. En dat vond ik misschien nog wel een interessanter gegeven dan de hele who dunnit in dit boek, hoewel ik moet toegeven dat die wel netjes in elkaar zit. Niet alles in dit boek is geloofwaardig: ik had moeite met de jonge leeftijd van Kya als ze alleen achterblijft in de hut (ze is dan nog een heel jong kind) en ook met hoe dat dan is gegaan met dat busreizen als ze nog nooit eerder met een bus had gereisd.

Delia Owens debuteerde pas op 69-jarige leeftijd met dit boek. Het is in de markt gezet als thriller en ik houd niet echt van thrillers, dus daarom heeft het lang geduurd voor ik het leende bij de bibliotheek. Er is een misdaad gepleegd: er is een man vermoord. Maar verder vond ik het boek niet heel thrillerachtig. Het gaat veel veel meer over hoe een eenzaam meisje overleefd in een hut in het moeras. Het meisje, Kya, heeft een grote kennis van de natuur, maar is nooit naar school geweest. Als de dode man wordt gevonden is Kya direct de hoofdverdachte. Dan blijkt ook maar weer hoe bekrompen een klein dorpje in de buurt van de wildernis kan zijn. En ja #metoo speelt hier ook een grote rol. En het Amerikaanse rechtssysteem is in mijn ogen ook maar vreemd, met zo’n jury. Eigenlijk vond ik het einde een beetje jammer (en een tikje ongeloofwaardig gezien haar onbekendheid met busreizen), maar ergens is dat natuurlijk ook de kracht van het boek. Tijdens de rechtszaak wordt eigenlijk precies verteld hoe het gegaan is, maar toch wordt ze vrijgesproken. De mooiste quote die ik in het boek las is van een Amerikaanse natuurkundige die echt heeft bestaan, ook al had ik nog nooit van de beste man gehoord, want Aldo Leopold stierf al in 1948: There are some who can live without wild things and some who cannot. Net als Kya kan ik absoluut niet zonder wilde dingen leven.

Ik wil ook nog graag de verfilming Where the crawdads sing zien, maar in de bioscoop kwamen de tijden niet goed uit. Hij staat nu op Netflix, dacht ik, dus dan kan ik alsnog kijken (helaas niet beschikbaar in Nederland – beh)

De leesclub aan het einde van de wereld – Sophie Green

Ik las alle drie de vertaalde boeken van Sophie Green. Naast deze zijn dat De zwemclub van Shelly Bay en De yogaclub van Orange Blossom House. Die spelen zich allemaal af in Australië en wisselen de verhaallijnen van drie of vier vrouwen af die samen een clubje vormen. In dit boek gaat het om een leesclub, in de andere boeken om een zwemclub en een yogagroepje. In die zin gebruikt Green wel in elk boek hetzelfde concept. De vrouwen hebben allemaal hun eigen problemen. In De leesclub aan het einde van de wereld wonen de vrouwen zover van elkaar af, dat ze maar 1 of 2x per jaar bij elkaar kunnen komen. Het boek speelt zich af aan het einde van de jaren ’70, dus nog geen internet/mobiele telefoons/moderne communicatie. Twee vrouwen wonen zelfs op een afgelegen boerderij die tijdens het regenseizoen helemaal afgesloten is van de wereld. Wat ik wel interessant vond is dat ze daar in die tijd al ondergrondse reservoirs hebben, waarin ze regenwater opvangen en bewaren voor de droge tijd. Zoiets zouden wij hier anno 2023 in Nederland ook moeten hebben.

In boeken over leesclubs gaat het vaak over de gelezen boeken en de invloed daarvan op het leven van de hoofdpersonages. Dat is hier minder, het gaat hier echt meer over het leven van de vrouwen zelf. Alleen de Doornvogels van Colleen McCullough komt wel vaak terug, maar dat heb ik zelf nog nooit gelezen, dus ik weet niet precies waar dat overgaat. Ik weet wel dat het zich ook afspeelt op een afgelegen ranch in Australië. Het verhaal is soms best wel heftig, zo werkt een van de vrouwen bij de Flying Doctors en die komen nogal vaak te laat, omdat de mensen te lang wachten met om hulp vragen. Dan zijn er natuurlijk nog de relatieproblemen en de problemen met de kinderen of ongewenste kinderloosheid. Alles bij elkaar leest het prettig weg en vind ik Australië absoluut een interessante locatie. Zelf zou ik er nooit willen wonen. Je zou maar zo ver van de bibliotheek en andere voorzieningen afwonen; mij niet gezien.

Andere aanraders:

Ik lees best vaak boeken waarin de eerste of nog vaker de tweede wereldoorlog een rol speelt. Geen boeken over de gevechten, maar vaak over het leven van gewone burgers. Ik begrijp wel waarom de oorlog vaak terug komt in boeken; het is de ideale periode voor verloren geliefden, verbroken verlovingen, vermissingen, buitenechtelijke relaties, ongeplande zwangerschappen en sowieso zijn alle oorlogen een bron van ellende. In deze categorie heb ik dit jaar ook zeker weer een paar mooie boeken gelezen:

Cliffhaven-serie van Ellie Dean

Deze serie telt maar liefst 18 delen, waarvan er nu 5 vertaald zijn. Ze spelen zich af tijdens de tweede wereldoorlog in het fictieve Engelse kustplaatsje Cliffhaven. Elk boek staat een andere gast in het pension van Peggy Reilly centraal en in alle boeken tot nu toe komen ook de gezinsleden van Peggy aan bod. Ondanks dat het oorlog is en het leven niet gemakkelijk is, vind ik het mooi om te lezen hoe gewone burgers zich er doorheen sloegen en dat er zeker ook nog mooie dingen gebeurden. Er zijn ook een heleboel op waarheid gebaseerde historische feiten in het boek verwerkt en Dean heeft ook ervaringen van bestaande mensen gebruikt. Daarnaast lezen de boeken gewoon prettig weg, als een soort van mix tussen historisch drama met een vleugje feelgood.

Andere oorlogsboeken die ik mooi vond:

Het meisje met de vlechtjes van Wilma Geldof is in de markt gezet als jeugdboek en staat ook in de Grote Vriendelijke 100, maar ik vond het best een heftig boek voor de jeugd. Het boek is op waarheid gebaseerd en gaat over de belevenissen van het meisje Freddie (aan het begin van de oorlog nog maar 15 jaar) die lid wordt van een verzetsgroep en behoorlijk heftige dingen moet doen.

Afscheid van Parijs van Ruth Druart en Een zomer lang geleden van Fiona Valpy hebben deels hetzelfde onderwerp: in beide boeken wordt er een stelletje verliefd vlak voor of tijdens de oorlog. Dan raken ze elkaar uit het oog, denken dat de ander tijdens de oorlog is overleden. En dan blijkt dat jaren later toch niet zo te zijn. En hoe ga je dan om met liefde als er ondertussen andere partners en/of kinderen in het het spel zijn? Veel boeken stoppen aan het einde van de oorlog; deze boeken laten zien dat het leven ook niet per se ineens gemakkelijk werd daarna.

De verwisseling van Maggie Brookes speelt wel tijdens de oorlog en gaat over een Tsjechisch meisje dat zo verliefd wordt op de op haar land ter werk gestelde Engelse krijgsgevangene, dat ze met hem trouwt en zich vermomt als jongeman om zo bij hem te kunnen blijven. Ook als dat betekent dat ze dan zelf ook krijgsgevangene wordt. Dit boek gaat over de ontberingen in een krijgsgevangenkamp en er wordt ook behoorlijk met de gevangenen heen en weer gesleept om ze te werk te stellen en ook met marsen aan het einde van de oorlog. Het schijnt op een waargebeurd verhaal te zijn gebaseerd.

De vrouwen van Rue Cardinale van Fiona Valpy gaat over drie vrouwen die werken als naaister en zich aansluiten bij het Franse verzet. Het loopt niet voor hen allemaal goed af.

De laatste boekwinkel van Londen van Madeline Martin gaat over boeken, lezen en de oorlog in Engeland, in het bijzonder tijdens de Blitzkrieg. In dit boek komen dan weer wel heel veel boektitels voorbij, vooral van Engelse klassiekers.

Het grachtenhuis van Rachel van Charante gaat over de oorlog in ons eigen Nederland. Hoewel ik de mannelijke hoofdpersoon ontzettend onsympathiek vond en niet alles heel geloofwaardig is, is het wel een spannende pageturner van een Nederlandse auteur.

Het huis in Parijs van Natasha Lester, heeft een klein beetje overlap met De vrouwen van Rue Cardinale, omdat ook dit boek gaat over mode en vrouwen die bij het Franse verzet gaan.

De postbezorgster van Parijs van Meg Waite Clayton; de titel vind ik ongelukkig gekozen, omdat een groot deel van het boek zich helemaal niet in Parijs afspeelt. Maar ook hier weer; Frankrijk, vrouwen in het verzet, ingewikkelde liefdesgeschiedenis. En in dit boek in het bijzonder aandacht voor het kamp waarin kunstenaars en andere intellectuelen werden opgesloten in Frankrijk.

Lily’s belofte van Lily Ebert & Dov Forman. Dit is geen roman, maar een waargebeurd verslag van het verblijf van de Hongaars Joodse Lily die als jong meisje in verschillende concentratiekampen heeft gezeten. Het gaat ook over het lot van haar familieleden en haar leven na de oorlog. Ze heeft jarenlang over haar oorlogservaringen gezwegen; pas op latere leeftijd besluit ze dat juist zoveel mogelijk mensen haar verhaal zouden moeten horen. Dit boek heeft ze als 90-plusser geschreven met behulp van haar kleinzoon Dov.

Jij kan me helpen van Kristin Harmel: gaat ook al over de oorlog in Frankrijk en een vrouw die het werk van haar omgekomen man in het verzet overneemt; ze helpt neergestorte piloten om terug te komen naar Engeland. Daarnaast verbergt ze haar Joodse buurmeisje in haar woning. Hoe lang gaat dit goed?

Zolang er sterren aan de hemel staan van Kristin Harmel; over een liefdesgeschiedenis tijdens de oorlog, maar de geliefden raken elkaar uit het oog. Zullen ze elkaar nog ooit bij leven ontmoeten?

Vrijheid van Imogen Kealey is ook op waarheid gebaseerd en gaat over een vrouwelijke verzetsstrijdster. Ook dit boek speelt zich grotendeels af in Frankrijk. Dit boek leest als een spannend James Bond verhaal en ik kreeg de indruk dat de hoofdrolspeelster de oorlog op bepaalde momenten zelfs wel leuk leek te vinden. In die zin is dit niet zo’n op emotie gericht boek. Meer een filmische pageturner. Het schijnt ook nog verfilmd te gaan worden, dus het boek vormt een soort van script voor die film, denk ik.

Dan nog de aanraders van de romans/feelgood afdeling:

Een huis aan de rivier van Liz Fenwick; ik vind eigenlijk al haar boeken mooi en dit is de nieuwste vertaling. Speelt ook weer in Cornwall en gaat over een familiegeschiedenis vol ingewikkelde verbanden die langzaam ontrafeld worden.

I love Sarah Lark en haar boeken die meestal in Nieuw-Zeeland spelen en een familiegeschiedenis omvatten. Dit jaar las ik Grote Dromen en het vervolg Goede Hoop.

Het brievenspoor van Tracy Rees; vind dit boek niet geheel geloofwaardig, maar het leest wel heel lekker weg en ook hier wordt een geheim langzaam opgelost. Ook de andere twee boeken die ik dit jaar van haar hand las zijn aanraders: De rozentuin (lekker feministich) en Mijn zomers aan zee (tragisch liefdesverhaal).

In deze categorie lees ik ook graag de boeken van Anne Jacobs/Marie Lamballe (is dezelfde auteur), Corina Bomann, Sarah Jio, Jenny Colgan, Dinah Jefferies en Maria Nikolai.

De jeugdboeken:

De tunnel en Honderd Uur Nacht van Anna Woltz. De eerste gaat ook al over de Blitzkrieg en de andere over een orkaan die New York trof een aantal jaar geleden.

Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk; een nog vrij recent boek, dat volgens mij in het genre magisch realisme valt. Leest lekker weg.

Briefjes voor Pelle van Marlies Slegers; mooi boek over rouw bij kinderen.

Sterrenzicht van Brandon Sanderson; science-fiction boek van een van mijn favoriete auteurs in dit genre.

Tot slot

Zo, veel goede boeken gelezen in het afgelopen jaar. Ik ben tegenwoordig selectiever en lees niet alles meer uit. Soms lees ik een boek wel uit, maar vond ik het toch wat minder. En er zijn ook wel boeken die mij gewoon niet zo goed zijn bijgebleven.

Geocachingavonturen uit het verleden: Taurossen in het Kempen-Broek

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 5 januari 2018

Normaal had ik op vrijdagen in dit jaar college van mijn deeltijdopleiding, maar het was nu kerstreces. Dus besloot ik om de 2-cache-datum dan maar te gaan redden. Het werden ook de eerste geocaches van 2018.

Het avontuur:

Probleem is alleen dat ik voor vervoer afhankelijk ben van de trein en dat de behapbare caches dichtbij huis zo’n beetje op zijn. En in de winter is het nou eenmaal vroeg donker enzo. Na heel lang zoeken kwam ik toch weer uit in Weert: een uurtje met de trein vanuit Oisterwijk, dus dan zou ik het redden om voor 16 uur weer in de trein te zitten. Daarom werd het Weert, voor de derde keer in korte tijd. Vanaf het station ging ik per OV-fiets naar het Kempen-Broek. Het was met een afstand van bijna 5 kilometer te ver om te lopen en het was ook een vrij saai stuk fietsen, dus het was een goede keuze om een OV-fiets te huren.

Het Kempen-Broek is een natuurgebied van ARK en dat betekend dat er niet overal paden zijn, maar dat je vrij mag struinen door het hele gebied. Bij het eerste stukje dacht ik nog dat het wel mee viel met de modder en de moerassigheid van het gebied. Het weer was ook nog beter dan verwacht: het bleef de hele dag droog en er stond zelfs een waterig zonnetje. Ik had al de drie benodigde caches (voor 5 op de datum) in the pocket, dus mij kon niets meer gebeuren. En toen kwam ik ook nog de taurossen tegen! Ik was vanwege het mooie gebied al blij dat ik toch was gaan geocachen, maar nu werd ik helemaal gelukkig. De cache “Das” lag bij een soort van wegwijzer op een paal en daar vlakbij stond een supergrote tauros! En die was helemaal niet bang, dus ik kon volop foto’s maken. De tauros was zo tam, dat ik hem (of haar?) bijna kon aaien. Zo gaaf! Ik heb nu al een paar keer taurossen ontmoet bij het geocachen. Ze worden gefokt bij Keent, daar ben ik ondertussen al 2x geweest: 1x om te geocachen met Anke en nog een keertje met mijn moeder tijdens de Walk of Wisdom. Het project loopt zo goed, dat de taurossen ook elders in het land zijn uitgezet. Zo grazen ze ook in het Herperduin en daar kwam ik ze vorig jaar tegen, toen ik daar ging geocachen. En nu kwam ik ze dus ook weer hier tegen. Supergaaf dat het project zo goed loopt, wie weet lukt het ooit nog om de oeros terug te fokken. Maar eigenlijk vind ik tauros ook wel een heel gave naam voor dit soort runderen.

Goed, terug naar het geocachen. Vanaf de cache die “Tauros” heette, begon het echte struinwerk. Dwars door zo’n helmgrasachtig gebied, wat behoorlijk moerassig bleek te zijn. Ik stapte midden in het water en haalde dus al een zeiknat onderbeen. Toch lukte het nog om de cache “Bont dikkopje” te bereiken. Ja, het was er zo waterrijk, dat er best dikkopjes hadden kunnen zwemmen, aldaar. “Kraanvogel” lukte ook nog, maar ik moest de “Exmoor-pony” laten zitten. Die lag letterlijk in het ven. Ik kon de petling wel zien zitten, aan een boomstam, op een mini-eilandje. Ik heb nog heel even overwogen om mijn schoenen en sokken uit te trekken, mijn broekspijpen op te rollen en de twee, drie meter door het water te waden. Maar ik kon niet goed zien hoe diep het water daar was. En het was maar 6 graden en ik weet hoe snel er onderkoeling op kan treden. Ik had ook geen handdoek bij, mijn schoenen en sokken waren al zeiknat en ik moest ook nog terug fietsen naar het station en terug met de trein. Dus besloten om het vanuit veiligheidsoverwegingen niet te doen.

De andere caches allemaal wel kunnen bereiken. Met een beetje gokwerk (ik miste dus een bonuscijfer en had een andere verkeerd overgeschreven) lukte het ook om de multi Kempen-Broek op te lossen. Die lag ook nog wel in een moeilijk te bereiken gebiedje, ook heel drassig. De taurossen en de Exmoor-pony’s stonden hier eensgezind te grazen. Koeien en paarden bijten elkaar niet en kunnen het blijkbaar prima met elkaar vinden. In de cache vond ik een geocaching-speldje, wat ik eigenlijk wel mooi vond, dus heb ik die mee naar huis genomen, in ruil voor twee travelbugs, die ik al veel te lang in mijn bezit had. En omdat Weert ook onder Limburg valt, zijn ze nog geen provincie verder gekomen. Tja, jammer, maar helaas. Ik moest nog de laatste traditional van de serie vinden, hiervoor moest ik een heel eind omlopen, vanwege de extreme drassigheid van het gebied, maar uiteindelijk heb ik hem wel kunnen bereiken. Nu kon ik ook de bonus-cache berekenen en die lag keurig op de terugweg naar mijn OV-fiets. Alles bij elkaar een mooie rondwandeling door het Kempen-Broek.

Ik had het ook ruimschoots binnen de tijd gedaan, want ik had zelfs nog een uurtje over. Daarom op de terugweg naar het station nog drie caches van de GP-serie gedaan. Lichtenberg lag bij een mooi, oud bruggetje, maar had een afwijking, dus ik moest even zoeken naar de leuk verstopte cache. De Sint-Theuniskapel (weer zo’n geval dat ik meer op een kleine kerk vond lijken, maar dat hoort hier zo in Limburg, blijkbaar) was sneller gevonden. De cache van de Kazernelaan was zo nat, dat het logrolletje een vieze, vastgekoekte prop was geworden, die ik niet uit het kleine kokertje kreeg gewurmd. Dus maar een foto gemaakt en een need maintenance logje geschreven. Ik was nog ruim op tijd terug voor de trein van iets voor 16 uur. Met dertien caches op de teller is het geocachingjaar 2018 begonnen en deze datum meteen goed gesaved.

Wat ik hier op 5 januari 2023 nog aan toe te voegen heb:

Dit was een mooi maar echt superdrassig gebied. Ik was tot aan mijn knieen totaal doorweekt. Wel heel gaaf om de taurossen te zien.

Geocaching: De 100-caches-data

Voor het Geocaching Datum Project gaat het altijd over de data met de laagste aantallen founds. Daarom leek het mij leuk om nu eens de andere zijde te belichten: de data met het hoogste aantal founds en dan wel 100 founds of nog meer. Ondanks dat wij al ruim 18 jaar aan geocaching doen, zijn er dat niet zo heel veel; namelijk pas negen data. Het betekent dus niet dat we al die founds op 1 dag hebben gevonden, het gaat om alle aantallen op die datum door de jaren heen bij elkaar opgeteld.

14 juli (151 founds)

Op plaats nummer 1 staat 14 juli met maar liefst 151 founds. De helft (76 stuks) van dit aantal stamt uit 2014. Op die dag vond ik maar liefst 50 caches, terwijl Anke en Guy op vakantie waren en er daar ook nog eens 26 vonden. Ja, dan telt het wel lekker door. Quatorze Juliet is om andere redenen niet bepaald mijn favoriete datum, maar op geocachinggebied is het een dikke topper, die ruim aan de leiding gaat.

22 augustus (127 founds)

22 augustus is de verjaardag van de Heideroosjes, want op 22 augustus 2004 vonden we onze allereerste cache. Als het even lukt probeer ik op deze datum altijd wel een cache te doen, om dat feestje te vieren. Vorig jaar lukte dat heel goed, want toen was ik een weekend weg met mijn moeder en vonden we maar liefst 56 caches op deze datum. Daarmee kwam hij op nummer 2 in de ranglijst.

28 juli (125 founds)

28 juli dankt deze hoge positie vooral aan 2017, toen ik maar liefst 60 caches vond tijdens een lange fietstocht op een OV-fiets. Het was wel mooi weer en lang licht, dus ik kon lekker lang doorgaan zonder haast. Derde plaats.

16 oktober (123 founds)

De vierde plek is voor 16 oktober, een datum die vaak in vakanties of weekendjes weg viel. En in 2022 bezocht ik op deze datum Rotterdam, waar extreem veel labcaches zijn, zodat deze datum over de 100 founds heen vloog.

21 maart (121 founds)

De vijfde plek is voor de enige datum in de geschiedenis van de Heideroosjes waarop ik in 2012 daadwerkelijk 101 caches vond. Het hoogste aantal caches dat we ooit op één dag gevonden hebben, tijdens de fietstrail De 100 van Someren en de carpoolcache op de parkeerplaats waar mijn toenmalige auto geparkeerd stond. Overigens gaat dat aantal nooit meer overtroffen worden, want ik vond zoveel caches helemaal niet leuk. Na een stuk of 25 had ik er al meer dan genoeg van. Daarna nog wel eens een trail van rond de 50 caches gedaan, maar dat is eigenlijk ook al meer dan genoeg. Maar je moet zoiets een keer geprobeerd hebben in je leven. En wel netjes gefietst en niet met de auto gedaan (kon ook niet).

2 mei (118 founds)

Ook deze datum dankt het hoge aantal founds aan dat hij vaak in vakanties of weekenden weg is gevallen. In 2021 vonden mijn moeder en ik maar liefst 46 caches op deze datum. Per OV-fiets op de Veluwe.

17 oktober (101 founds)

Ook deze datum viel vaak in vakanties of weekenden weg en was ooit een slagdag toen we 1000 founds in België wilden halen.

3 mei (100 founds)

En ook de nummer acht, 3 mei, doet het goed als vakantie-datum en sleepte zo veel founds binnen.

1 januari (100 founds)

De negende en laatste 100-of-meer-datum is 1 januari en dat is ook meteen de nieuwste in dit rijtje, want pas bereikt op 1 januari 2023. Traditioneel probeer ik de laatste jaren het nieuwe jaar te beginnen met een paar caches. Dit is ook vanwege het nieuwjaarsouvenir. Door de jaren heen telt het aantal dan dus aardig op. Dit is ook meteen de enige datum in de drie wintermaanden (dec-jan-febr) die dit hoge aantal heeft bereikt, maar voor een – met mijn werk – altijd vrije feestdag is dat ook weer niet zo’n verrassing.

Voor wie zal de tiende plaats worden?

De meeste kans maken 15 juli (94 founds) en 17 juli (93 founds). Ja, dat is in dezelfde week als de hoogste datum 14 juli. En juli is ook de maand met verreweg het hoogste aantal maandfounds. Verder zit er nog geen enkele datum boven de 90 founds. De derde plek gaat dan naar 2 augustus met 85 founds.

Grappig is dus wel dat er 2x een opvolgende datum in dit lijstje staat met 2 en 3 mei en 16 en 17 oktober. Maar ja, met vakantie en weekenden weg is dat ook wel weer logisch, omdat dat periodes zijn waarin vaak veel aan geocaching wordt gedaan.

A wish for you

Nieuwjaarswens

Ok, ok ik heb hem geleend van auteur Neil Gaiman, maar ik vind dit zo’n ontzettende mooie nieuwjaarswens.

Niet zo standaard en vooral origineel:

**************

May your coming year be filled with

Magic and Dreams and Good Madness

I hope you read some fine books

and kiss someone who thinks your wonderful

And don’t forget to make some art

write or draw or build or sing

or live as only you can

And I hope, somewhere in the next year:

You surprise yourself

******************

Jaardoelen

En op 1 januari – de eerste van 365 onbeschreven blanke dagen – komt dan standaard de vraag of je nog goede voornemens hebt.

Ik heb die zeker wel een paar, maar ik noem dat liever jaardoelen.

Omgekeerde adventkalender

Dit heb ik gezien op de social media. In plaats van 24 dingen krijgen, ga je 24 dingen wegdoen, weggeven, verkopen, naar de kringloop brengen. Ik wil hier meteen in de eerste week van januari mee beginnen, maar wil niet de druk van 24 dagen achter elkaar, dus ik ga er wel langer over doen. Laten we zeggen het hele eerste kwartaal van 2023.

Mijn boekencollectie uitzoeken

Tegenwoordig koop ik bijna nooit meer een boek en leen ik alles bij de bibliotheek (een van de beste beslissingen ooit, het bespaart zoveel geld en ruimte). Maar vroeger kocht ik alles wat los en vast zat. De boeken stonden nog bij mijn ouders, omdat ik er in mijn vorige woning geen plaats voor had. Een gedeelte is al over gehuisd, maar er staat nog steeds een gedeelte bij hen. Die boeken moeten uitgezocht worden en naar hier komen. Maar ik wil maximaal drie boekenkasten vol (op het hoogtepunt had ik bijna zes kasten vol, dat is al teruggebracht naar ongeveer vier kasten vol, maar daar moet dus nog wat van weg). Of verkopen of naar de kringloop of doneren aan de minibieb van mijn ouders.

Minder lezen

Dat klinkt nogal gek voor iemand die zo leesverslaafd is als ik. Al sinds ik kan lezen, lijd ik aan een ernstige vorm van bibliobibuli. In 2022 las ik 127 boeken. Maar al dat lezen gaat ten koste van andere hobbies. Dus ik wil proberen of ik in 2023 iets minder kan lezen en meer tijd kan besteden aan andere zaken zoals schrijven, puzzelen en kleuren.

Elke maand een puzzel

Ik heb dus best veel puzzels en vind puzzelen ook leuk, maar aan een puzzel beginnen vind ik altijd een ding ofzo. Als de eerste stukjes dan gelegd zijn, kan ik meestal niet meer stoppen. Dus daarom wil ik volgend jaar elke maand een puzzel gaan leggen. Gewoon op de eerste van de maand een doos openen en dan beginnen dus.

Het afvalprobleem oplossen

Afval is een terugkerend ding in mijn goede voornemens. Het gaat nu niet zozeer meer over het afval op tijd aan de straat zetten, daar heb ik tegenwoordig een app voor. Maar verhuizen en nieuwe spullen kopen levert een enorm kartoninfarct op. Dat is na vijf maanden nog niet opgelost, omdat de papiercontainer hier maar 1x per maand geleegd wordt. Je kunt het gratis naar de stort brengen, maar ja die openingstijden matchen niet zo lekker met mijn werktijden en dan moet ik ergens een auto lenen, omdat ik zelf geen auto heb. Verder heb ik ook nog allemaal afvalhout in de schuur liggen, dat moet ook nog weg, want hier mag je geen haard op het balkon (logisch ook natuurlijk). Dus iemand die nog gratis hout wil? Je moet het wel zelf van mijn schuur naar je auto sjouwen en mijn schuur ligt precies in het midden van de binnentuin, dus dat is 100 meter ofzo. Op mijn zolder bleek nog vrij veel troep van de vorige bewoner te liggen, daar is al veel van weg, maar ook dat past niet allemaal tegelijk in de container. Dus ook dat wil ik nog weggewerkt hebben.

Museumkaart

Sinds november heb ik weer een museumkaart. Ben al naar twee musea geweest (nou ja een museum en een kasteel) en wil dus ook minstens één museum per maand gaan bezoeken. Wat in ieder geval hoog op het verlanglijstje staat is een bezoek aan Forteiland Pampus. En de Jan van Haasteren tentoonstelling die vanaf mei in het Stadsmuseum Harderwijk te zien is. En hoe ik daar allemaal ga komen? Weekend Vrij Flex abonnement op de trein is mijn beste tip voor mensen zonder auto die in de buurt van een station wonen.

De geocachingdoelen

Geocaching is a way of life, dus zoals altijd heb ik ook weer een paar geocachingdoelen:

  • De vier laatste data van het Geocaching Datum Project oplossen. Het is zo erg dat ik ze ondertussen uit mijn hoofd ken.
  • Nog een derde maand over de 1000 maandfounds heen krijgen (is ook een doel voor Day Zero Project 2.0.). Dit zal waarschijnlijk september worden, want die staat er met 884 het beste voor. November (874) en juni (821) maken ook kans.
  • De 12.500 founds halen. We eindigden 2022 op 11.850 founds (mooi rond getal), dus 650 caches te gaan. We hebben in 2022 in totaal 1033 gevonden, dus 650 zou zeker haalbaar moeten zijn. Dit is ook meteen het aantal founds dat ik als doel in mijn Day Zero Project heb staan.
  • Meer multi’s doen (als mede-Heideroosjes Anke dit leest, gaat ze heel hard lachen) en ja, ook dat staat in mijn Day Zero Project.
  • En dan ook maar meteen het Munzee-doel: Level 120 bereiken. Daar moet ik nog zo’n 440.000 punten voor halen, dus dat duurt nog wel tot minstens halverwege het jaar.

Verder

  • Wil ik nog werken aan doelen van mijn Day Zero Project
  • Zijn er nog wat klusjes af te werken in huis
  • Hoop ik dat in januari mijn nieuwe huisgenoten in de vorm van twee konijnen kunnen komen
  • Moet ik nog een leuk wandeldoel bedenken

Heb een goed 2023!