MaandMoves: november 2022

Net als vorig jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven.

November

Het weer ging behoorlijk op en neer deze maand. Van zonnige dagen tot heel grauwe, bewolkte dagen. En zelfs al een paar echte winterkoude dagen, terwijl het nog drie weken herfst is. Werk werd naar het einde van de maand toe steeds drukker, maar dat is wel normaal in dit jaargetijde. Ben geen fan van het vroege donker en de meest donkere weken van het jaar gaan nu nog komen.

Wandelen, geocaching en Munzee

Er werden deze maand slechts 50 caches gevonden. November had nog twee probleemdata open staan voor het Geocaching Datum Project, toevallig twee dagen achter elkaar. Omdat ik nog veel vrije uren had staan, had ik deze twee dagen vrij genomen. Hoewel het de ene dag echt heel slecht weer was (storm en regen) is het gelukt om beide data weg te werken. De tweede dag ging ik zelfs samen met mede-Heideroosje Anke op pad. Daardoor is nu ook heel november “gesaved” en hebben alle data 10 of meer founds. In totaal zijn er nu nog maar 4 probleemdata over. Ook vonden Anke en ik op die dag onze 1000ste cache van 2022. Het is pas de tweede keer in het 18-jarig bestaan van de Heideroosjes dat we over de 1000 jaarfounds heen zijn gegaan. Met de vele labcaches van dit jaar (die leveren meer punten op dan gewone multicaches) is dat minder bijzonder dan in 2017, toen het om meer dan 1000 fysieke caches ging en ik ook nog stage liep, een deeltijdstudie volgde en moest werken. Of er in december nog veel aan geocaching zal worden gedaan is de vraag. Er staat nog 1 probleemdatum in die maand, maar dat is een zaterdag waarop gewerkt moet worden, dus een lastige. Zeker ook omdat de datum dan in 2023 op zondag zou vallen, wat veel makkelijker is.

Er werd maar weinig gewandeld. Eigenlijk alleen gerelateerd aan geocaching. Zo maakte ik een stadswandeling door Leiden langs allerlei labcachepunten die bij bezienswaardigheden lagen. Een regenachtige wandeling door het Beerzedal in het buitengebied tussen Oisterwijk en Boxtel. Een dorpswandeling door Dongen. En een ijskoude wandeling rondom Kasteel De Haar in Haarzuilens met allemaal echte caches (mysteries zelfs, waar ik een hele avond voor heb zitten puzzelen). Verder wandelde ik met mijn moeder de GLOW-route in Eindhoven langs alle lichtkunstwerken.

Met de Munzees ging het wel lekker, vooral op de dag in Leiden werden er heel veel gecapt, in de trein onderweg en in Leiden zelf. Met mijn clan haalden we level 3 en dat was ook het doel, dus mooi dat het gelukt is. Ook ben ik ondertussen over de helft van de miljoen punten heen, die ik nodig heb om op het volgende niveau te komen. Die miljoen ga ik dit jaar niet meer halen, maar het is een leuke voor 2023.

Spelletjes

Voor mijn doen maar vrij weinig spelletjes gespeeld deze maand: 38 potjes om precies te zijn. Wel met vier verschillende tegenspelers op drie verschillende locaties. Dat dan weer wel. De meeste gespeelde spelletjes zijn Keer op Keer 2 (de favoriet van mijn moeder) en Kobito, het regenboogspelletje van Jolly Dutch. Maar ik vond het vooral leuk om eindelijk weer eens Catan te spelen met steden & ridders, ook al verloor ik dik… Ook Ticket to Ride was al maanden geleden. Komt omdat we meestal maar met twee personen spelen en dit spellen zijn voor minstens 3 personen. Ticket to Ride kan wel met twee personen, maar vinden wij dan niet zo leuk. Ik kocht geen nieuwe spellen, maar er staan wel spellen op mijn verlanglijstje voor sinterklaas. Ik hoop vooral heel erg op de uitbreiding van Meadow, omdat we dat spel heel vaak spelen. Verder hebben zowel 999Games als White Goblin een adventkalender in december, dus ik sluit niet uit dat ik in december nog een spel zal gaan kopen.

Kijken

Weer niks. Ook nog steeds geen nieuw tv-toestel aangeschaft.

Verder

  • Besloot ik om toch weer een museumkaart aan te schaffen. Ik heb die jarenlang gehad, maar tijdens corona even niet. De toegangsprijzen voor musea zijn explosief duurder geworden, dus na drie a vier museumbezoeken heb je hem er al uit. Ondertussen al naar Naturalis en Kasteel De Haar geweest. Hopelijk dus geen lockdowns meer. En het is ook nog wel afhankelijk van of de NS treinen blijft rijden op zondag. Voor nu mijn Weekend Vrij even uitgezet, vanwege het enorm slechte weer en andere activiteiten op zondag.
  • Werkte ik al mijn geocachingverslagen van 2022 bij: ik liep nogal achter en het kostte dus best wat avonden werk, maar nu ben ik helemaal bij.
  • Capte ik een special Munzee die maar liefst 1000 punten opleverde: het hoogste puntenaantal dat ik ooit voor 1 Munzee heb behaald.
  • Heb ik eindelijk de groene gnome van Ikea bemachtigd; zal maar niet zeggen waar ik moest gaan halen. Laten we zeggen dat het maar goed is dat ik Weekend Vrij heb…
  • Ik heb zelf een rolgordijn opgehangen, vond mezelf toen best een klusheldin, haha. Kreeg vanwege mijn enorme bestedingen bij de P.raxis dit jaar (verhuizen en klussen) gratis kerstsokken met gereedschap erop. Ze zijn grappig en lekker warm; heb ze nu zelfs aan terwijl ik deze blog schrijf.
  • Tijdens de Winter Wonder avond bij het plaatselijke tuincentrum (eigenlijk bedoeld om kerstspullen te shoppen) werd ik totaal verliefd op een kamerplant uit de kneusjeshoek. Dus die woont nu bij mij. Denk dat ik er kerstballen in ga hangen.
  • Bezocht ik het lichtfestival GLOW in Eindhoven voor het eerst sinds drie jaar. Vooral de vlinders waren erg mooi.
  • Kocht ik veel dingen voor de komst van mijn konijnenkoppel. Ook al rondgekeken in de diverse konijnenopvangen in de buurt, maar vrees dat ze pas in 2023 komen, omdat ik simpelweg zes dagen per week moet werken tot het einde van het jaar en geen tijd heb om ze op te gaan halen.
  • Nam ik de oude oven van mijn broertje en zijn vriendin over (zij zijn verhuisd en hebben een nieuwe keuken), dus kan ik nu eindelijk zelf pizza, cake en ovenschotels maken. De eerste ovenschotel is al verorberd.
  • Maakte ik de traditionele sinterklaasfoto met schoen met de cavia’s. Ik doe dat al sinds 2013 met wisselende cavia’s en schoenen natuurlijk ;>) Gelukkig nu al voor de tweede keer met Fenno en Frido. Voor Fenno zelfs al zijn derde keer; de eerste keer was hij nog een babycavia en was het nog met zijn vorige vriendje Freek.

Geocachingavonturen uit het verleden: Market Garden rondom Kasteel Heeswijk

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 24 november 2019:

24 november was nog een 5-cache-datum, maar we hadden nogal een vol dagprogramma, dus zouden we genoeg caches kunnen vinden om de datum te redden?

Het avontuur:

In augustus 2015 liep ik al een multi-cache rondom Kasteel Heeswijk en ik had me altijd voorgenomen om nog eens terug te gaan om in het kasteel te kijken. Toen ik lid werd van Brabants Landschap bleek ik met mijn pasje zelfs gratis het kasteel te mogen bezichtigen. En met mijn museumkaart mag het ook, dus ik mag zelfs dubbel erin. In het tijdschrift van Brabants Landschap las ik iets over een gratis excursie rondom Kasteel Heeswijk, waarbij er iets verteld zou worden over de natuur op het landgoed. Dat leek mij wel interessant, dus ik probeerde mijn moeder mee te lokken en die hapte gelukkig. Want ja, het nadeel aan Heeswijk-Dinther is dat het lastig bereikbaar is met het openbaar vervoer, dus een auto is wel zo handig, dan is het slechts een klein half uurtje rijden.

Toen kwam ik erachter dat 24 november ook nog een 5-cache-datum is. Op zich moest dat niet zo’n heel groot probleem zijn, want er ligt een serie van zo’n 25 caches op de landgoederen rondom het kasteel; de Market Garden-serie, met een oorlogsthema. Maar ja, het is al diep in de herfst, het is vroeg donker, dus zou heel mijn programma gaan lukken? De excursie, het kasteel bezoeken, lunchen bij het kasteel en minstens vijf caches vinden? Uiteindelijk bleek dat er een nieuwe brasserie bij het kasteel zou komen en dat die pas in december geopend zou worden. Dus de lunch werd vervangen door meegenomen broodjes. En er bleek een evenement op het kasteel te zijn: Sint op het Kasteel. Zag er heel leuk en gezellig uit, maar het betekende dat er geen regulier publiek binnen mocht die dag. Dus bezoek aan het kasteel viel ook al af.

Na de interessante excursie tussen de grijze hoofden (ik was by far de jongste deelnemer) gingen mijn moeder en ik dus geocachen. We dachten eerst maar de helft van de serie te kunnen doen, maar het ging erg voorspoedig, dus uiteindelijk hebben we heel de serie gedaan. Het was supermooi zonnig herfstweer. Met 9 graden ook helemaal niet koud, zelfs niet om 10 uur in de ochtend. De serie heette dus Market Garden en was in het soldatenthema. Dat had de maker heel mooi uitgevoerd, er zaten echt leuke creaties tussen. Nummer 17 was helaas gesneuveld, maar er bleven nog 26 andere caches over om te vinden. De bossen waren we doorheen liepen, hoorden ooit allemaal bij Kasteel Heeswijk. Moet een rijk bezit zijn geweest. En ook hier gold weer: hoe verder we van het kasteel af kwamen, hoe rustiger het was. We kwamen niet veel mensen tegen. Hoewel een echtpaar met hond wel een beetje verbaasd keek, toen wij ineens uit een droge sloot kwamen geklommen, haha. Ze durfden niets te zeggen.

Ook grappig was de cache van de Lelijkste Soldaat, daar zat een spiegeltje in een soort van vogelkastje, zodat je dus jezelf zag. Wij waren om de een of andere reden verkeerd om aan het lopen, maar dat maakte niet uit, omdat er geen bonus was. Halverwege was er wel een ongenummerde mysterie, die ik de avond van te voren nog opgelost had. Blijkbaar ligt er in de Ardennen ook een serie met een oorlogsthema en daar had de maker het idee vandaan. Je moest de mysterie dus oplossen aan de hand van de namen en nummers van die serie in de Ardennen. Dat was niet zo ingewikkeld, helemaal mijn puzzelniveau. Ook deze cache werd dus gevonden.

Het laatste stukje van de route liep langs de AA, ik denk dat ik hier ook al heb gelopen tijdens de multi in 2015. Het was hier best wel modderig en we kwamen een geocachegezinnetje tegen die hun kind met buggy en al door die modder hadden gesleurd. Maar wel goed dat ze naar buiten gaan met hun kinderen. Er was nog een ongenummerde extra cache waar je 250 meter voor moest omlopen. Mijn moeder wilde die eerst niet doen, maar ik vond dat het wel kon. Ze liet zich toch vrij makkelijk overhalen. Daarna wilde ik ook nog heel graag de Munzee bij het kasteel vangen, die ik tijdens de excursie een beetje vergeten was. Die Munzee was namelijk een hotel en als je bij de eerste tien loggers hoort, dan krijg je een kamer in dat hotel. Aangezien de Munzee gloedjenieuw was en pas twee weken geleden deployed was door een groepje Munzee’ers, zou ik de vijfde kamer kunnen scoren. We zagen de Munzee al van een afstandje zitten.

Tenslotte wilde ik nog in de uitkijktoren. Daar waren we ook al langs gekomen tijdens de excursie, maar toen ging niemand erin, dus durfde ik dat ook niet. Maar uitkijktorens hebben nou eenmaal een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij. De Heeskijk is in de vorm van een motteburcht gebouwd, dus past goed bij het kasteel. De toren staat er nog niet zo heel lang en is niet zo heel erg hoog. Zelfs mijn moeder met hoogtevrees durfde mee naar boven. Ook het uitzicht is niet supergeweldig; ik had verwacht dat je het kasteel zou kunnen zien, maar de bomen zijn te hoog. De Heeskijk is vooral leuk vanwege de vorm. Na het maken van wat foto’s liepen we tevreden terug naar de auto. We hadden ons 16 uur als deadline gesteld en dat haalden we precies. Je zou 2 euro voor de parkeerplaats moeten betalen, maar de mannetjes waren net aan het opruimen, dus konden wij gratis eraf rijden.

Ons dagprogramma ging nog verder met een etentje en een bezoek aan de bioscoop. Dit in gezelschap van mijn twee broeders en hun vriendinnen. En we gingen met zes volwassenen naar een Disneyfilm, te weten Frozen 2 ;>)

Wat ik hier op 24 november 2022 nog aan toe te voegen heb:

Dit was een prima dag. Het duurde nog tot Koningsdag 2022 voor ik dan eindelijk IN Kasteel Heeswijk ben geweest.

OV-stapper Maas- en Swalmdal

Ik loop nogal achter met het plaatsen van mijn wandelingen hier. Terwijl 10 wandelingen toch wel een doel vormen van mijn Day Zero Project 2.0 (doel 37 t/m 46). Dus ik ga voorzichtig beginnen met het plaatsen van de wandelingen van 2022. Te beginnen met de OV-stapper Maas- en Swalmdal, een 17 kilometer lange wandeling van station Reuver naar station Swalmen. Omdat ik die week – in februari 2022 – op een vakantiepark in Reuver zat, besloot ik om hem andersom te lopen, zodat ik terug liep naar mijn tijdelijke “huis”. Het treinritje van Reuver naar Swalmen met een Arriva-trein duurt slechts een paar minuten. Ook maakte ik de wandeling nog wat langer, omdat ik onderweg aardig wat geocaches heb opgepikt.

Swalmen en Rijckel

De wandeling boog bij het station eigenlijk al meteen af naar het buitengebied en liep door een soort van parkje langs een ruïne en over brede zandpaden langs prachtige boerderijen. Ook zag ik een ree oversteken, maar die rende te snel weg om er een foto van te kunnen maken. Het is altijd mooi om zo’n dier in het wild te zien. In het gehucht Rijckel stond een kraampje met vergeten groenten. Er lagen o.a. pastinaken en aardperen. Als ik hier in de buurt had gewoond was ik er zeker een keertje langs gegaan om vergeten groenten te kopen. Nu ik in een vakantiehuisje verbleef met een minikeukentje leek het mij niet zo praktisch. Ook niet om kilo’s groenten mee te gaan sjouwen op de rest van mijn wandeling, trouwens.

Buitengebied tussen Swalmen en Rijckel

Drakendorp Beesel

Voor mijn gevoel was ik nog maar net aan het lopen toen ik al in Beesel aankwam; toch had ik er toen al een aantal kilometer opzitten. Ik had mij die ochtend voorgenomen om de labcache van Beesel te doen als ik daar nog zin in had tegen de tijd dat ik bij Beesel aankwam. Nou, dat had ik wel. Enige nadeel was dat er een verplichte volgorde inzat en daardoor heb ik het stuk tussen molen de Grauwe Beer en Beesel vandaag 3x gelopen. Beetje jammer. Ik heb altijd een hekel aan die verplichte volgorde bij labcaches, vooral als de punten ver uit elkaar liggen. Als ze allemaal op een hoop liggen maakt het niet zoveel uit, maar hier ging het om grotere afstanden. Beesel is dus het Drakendorp. Ik ben er al eerder geweest, in november 2017 een paar keer en in september 2019 toen ik de Beeselse Drakenronde liep via geocaching. Toen vond ik een paar caches niet, maar vandaag kon ik alsnog twee not-founds van toen meepakken.

In Beesel zag ik een heleboel bekende draken, maar ook nog een paar die ik nooit eerder had gezien. Ik vind het echt een geweldig dorpje, want overal zijn draken. Verder lag ik helemaal dubbel toen ik het bordje op het oude raadshuis las; het gebouw had ook dienst gedaan als opslag voor de brandspuit. Ja, om al dat drakenvuur te blussen natuurlijk, muhaha! Het enige waar ze eens wat aan moeten doen is de merchandise. Je zou verwachten dat de VVV alhier een complete lijn van drakenmerchandise heeft, maar op een drakenbiertje na is er werkelijk niets te verkrijgen. Geen magneet, geen ansichtkaarten, gewoon helemaal niets. Ik vind dat een gemiste kans.

De drakenbank in Beesel

Er was ook nog een vreemde cache (van de Drakentrail) waarvan de maker zei dat het bankje verplaatst was, maar dat hij de coördinaten nog moest aanpassen (een half jaar geleden). Dus ik eerst bij het bankje verderop gezocht, maar het ding lag uiteindelijk gewoon bij de picknicktafel op het 0-punt. Wees dan een beetje duidelijk. Volgens mij was de co niet echt meer actief, maar dat vind ik dan jammer. Je moet zoiets wel bijhouden of anders archiveren.

Met mijn voeten in de Maas

Na de ronde door Beesel pakte ik de oorspronkelijke route weer op. Die liep nu een heel stuk hetzelfde als de route van de wherigo (geocachingroute) die ik twee dagen eerder had gelopen, over de brede zandpaden langs de Maas. Met het verschil dat het nu niet regende en waaide en ik het zelfs een beetje warm kreeg met winterjas en muts op. Ook kwam ik nu echt langs imkerij de Drakenbijen, maar daar was nu in de winter niet veel te zien. Geweldige naam, anyway.

Min of meer in de Maas

Ik kwam nu langs het punt waar je een foto moest maken voor de virtuele cache Voeten in de Maas. Het idee was dat je met je blote voeten in de Maas ging staan en een selfie van jezelf maakte waar je helemaal opstond. Leuk in de zomer, maar ik had nu twee problemen. Een; het was hartje winter en ondanks dat een graad of 8 best warm aanvoelde na twee koelere dagen had ik toch nog niet zo de behoefte om met mijn blote voeten in de Maas te gaan staan. En ook niet om mijn wandelschoenen en sokken doorweekt te laten worden. Verder is het onmogelijk om een selfie te maken waar je helemaal op staat met je voeten duidelijk in beeld en de Maas op de achtergrond. Dus heb ik twee foto’s gemaakt. Eentje van mijn bovenlijf met gps en de Maas op de achtergrond. En eentje waarbij ik aan het randje van de Maas sta in een heel klein laagje water. Meer geocachers voor mij hebben het zo gedaan, dus we zullen zien of het goedgekeurd word. Op de foto zie ik er uiterst charmant uit met een coronakapsel van vele maanden, een prachtige muts met sluikreclame voor mijn werk (nee dat zie je net niet op de foto) en mijn versleten winterjas (ondertussen heb ik een nieuwe en is deze gedegradeerd tot reservejas).

Min of meer in de Maas

Belfeld en Reuver

Ik wandelde verder en moest op een bepaald moment de weg tussen Reuver en Belfeld oversteken. Hier kon ik zowaar een virtuele Munzee vangen. De Munzees zijn maar dun gezaaid in deze streek, dus ik moest elke dag wel even moeite doen om er minstens eentje te vangen, zodat ik mijn streak kon behouden (dat is gelukt). Nu kwam ik in het licht heuvelachtige gebiedje tussen Reuver en Belfeld met allemaal modderige zandpaden en kleine stukjes bos rondom het riviertje de Swalm. In 2017 heb ik hier ook al gefietst en wat caches gedaan met Anke. Maar nu lagen er allemaal nieuwe caches en daarvan lagen er een heleboel precies op de track van de wandelroute. Het bleken ook nog allemaal ludieke, leuke caches te zijn. Dus heb ik over het laatste stuk van de wandelroute heel erg lang gedaan, omdat ik al die caches nog mee wilde pakken. De mooiste was toch wel die op een verhoging waarbij je vanaf de cache tussen de bomen neerkeek op het dal waar de Swalm stroomde. Mensen met hoogtevrees kunnen deze beter overslaan… In de cachebehuizing was een rustgevend muziekje ingebouwd, ik werd er bijna zen van, haha.

Cache op hoogte

Ik kwam ook nog langs Ronckenstein, een soort van villa en door een gehuchtje met allemaal historische gebouwen en een cache bij de vijver. Ik had het geluk dat ik alle caches vrij snel gevonden had. Alleen die waar je heel erg veel water in een buis moest gooien heb ik laten zitten. Je moest de hele tijd een meter of 20 naar de Swalm lopen, de oevers waren heel modderig en die fles vullen duurde een eeuw. Ik had het idee dat het water net zo hard onderuit de buis liep als dat ik het erin gooide en berekende dat ik minstens 10 flessen nodig zou hebben voor die cache eruit zou komen. Daar had ik na 2 flessen al geen zin meer in, dus jammer dan. Je zou eigenlijk een gieter van flink wat liters moeten hebben, zodat je maar 1x hoeft te vullen. Maar ik had natuurlijk geen gieter in mijn rugzak zitten. Evengoed vond ik meer dan genoeg caches deze dag.

Aan het einde begon ik mijn voeten wel te voelen, ik heb waarschijnlijk meer dan 20 kilometer gelopen vandaag met dank aan alle cache-uitstapjes. Ik was dus oprecht blij toen het station in zicht kwam, want daar stond mijn fiets. Vlak voor het station pakte ik nog wel de cache bij de spoorwegovergang mee, die zat verstopt in een sleutelkastje met cijferslot. Best wel ripproof bedacht, eigenlijk. Alles bij elkaar een prima wandeling, vooral als je veel van de combinatie met geocaching houd of gek bent van draken.

Welke boeken las ik de laatste tijd?

Nu het weer vroeg donker is, lees ik weer extra veel. Mijn reserveringslijst bij de bibliotheek is eindeloos en dan heb ik het nog niet over mijn eigen boeken die langzaam naar mijn nieuwe woning verhuizen (ze stonden nog bij mijn ouders vanwege ruimtegebrek in de vorige woning) en die ik nog wel eens zou willen herlezen…

Het boek van vergeten woorden – Pip Williams

Dit boek krijgt van veel mensen (vrouwen) heel goede recensies, maar ik vond het moeizaam om er doorheen te komen. Ik heb het een paar keer weggelegd voor een ander boek, maar uiteindelijk toch uitgelezen. De schrijfstijl is nogal afstandelijk en ik kreeg niet echt een klik met hoofdpersoon Esme. De moeder van Esme – het hele boek uitsluitend aangeduid met haar voornaam Iris – is overleden tijdens de bevalling en daarom wordt Esme opgevoed door haar vader. Hij werkt onder hoofdredacteur Murray aan de samenstelling van de Oxford English Dictionary, een proces dat vele jaren in beslag neemt. Esme is vaak te vinden in het scriptorium en steelt soms briefjes met woorden. Als ze oud genoeg is, gaat ze zelf ook werken in het scriptorium. Ze is er dan al achter dat vrouwen (eind 19e, begin 20e eeuw) weinig rechten hebben en altijd minderwaardig zullen zijn aan mannen. Langzaam begint Esme steeds meer belangstelling te krijgen voor vrouwenrechten. Dan blijkt ook nog dat het woord “broodslavin” (bondsmaid) ontbreekt in het woordenboek. Is dit een van de woorden die Esme als kind gestolen heeft?

Op zich dus best een interessant gegeven voor een boek. Maar ik vond de schrijfstijl dus heel vervelend. Daarnaast is Esme een extreem naief en best wel raar meisje. Zelfs als ze volwassen is, gedraagt ze zich in vele opzichten nog steeds als een kind. Of dit nu aan haar opvoeding ligt, het tijdperk of dat er iets mis is met haar verstand is mij gedurende het boek niet helemaal duidelijk geworden. Maar ik had liever Edith of een Murray-dochter als hoofdpersoon gehad, ook omdat die echt bestaan hebben. Waarschijnlijk heeft Williams daar niet voor gekozen, omdat ze zich dan geen vrijheden kon veroorloven.

Afscheid van Parijs – Ruth Druart

Net als haar debuut, Terwijl Parijs sliep, een boek over de tweede oorlog in Parijs en vooral over de nasleep van die oorlog die voor een dilemma zorgt. In dit geval komt het Franse meisje Elise in contact met de Duitse Sebastian (vertaler voor het leger). Ze worden verliefd, maar raken elkaar tijdens de bevrijding van Parijs uit het oog. Elise is echter zwanger en een alleenstaande moeder met een kind van een boche wordt door haar omgeving niet getolereerd. Dus wordt ze naar Bretagne gestuurd, waar ze in huis wordt genomen door een oudere, verbitterde vrouw – Soizic – die in de oorlog zowel haar man als haar enige kind is verloren.

Jaren later komt de dochter van Elise – Josephine – er achter dat ze een Duitse vader heeft. En dan blijkt dat Sebastian nog leeft; maar hij heeft ondertussen een ander gezin. Kan het nog goedkomen tussen de twee geliefden? Of heeft het leven hun ingehaald?

Het boek gaat heel erg over wat goed is en wat slecht. En over moeilijke keuzes; ook ver na de oorlog. Uiteindelijk vind ik wel dat Elise het slechtste af is. Ze heeft een heel moeilijk leven gehad en lijkt nooit echt gelukkig te zijn geworden.

Altijd in mijn hart – Ellie Dean

Ook Altijd in mijn hart speelt in de oorlog, maar dan in Engeland in het (fictieve? – ik kan het nergens vinden op een kaart) kustplaatsje Cliffehaven. Het is alweer het vijfde vertaalde boek uit de Cliffehaven-serie, die maar liefst 18 delen telt. Het boek begint met de (vrij verwend opgevoede) zusjes Sarah en Jane, die met hun ouders op een plantage in Malaya leven. Dan breekt ook daar de oorlog uit en hun vader besluit hen op de boot naar Engeland (de zusjes zijn daar nog nooit geweest) te zetten, omdat hij denkt dat ze daar veiliger zijn. Ze hebben het adres van twee oudtantes, maar het is niet bekend of die nog wel in leven zijn. Een van deze oudtantes blijkt mevrouw Finch te zijn, de oude dame die een vaste bewoonster is van het pensioen van Peggy Reilly. Na veel omzwervingen komen de twee zusjes in het pension terecht. Ondertussen krijgen we ook nog de belevenissen van de familie Reilly mee. Het leuke aan deze serie vind ik dat het hoofdzakelijk over gewone mensen (burgers) gaat en dat het niet voortdurend over gevechtshandelingen gaat. Natuurlijk is de oorlog de aanleiding voor deze serie en vallen er nog regelmatig bommen, maar het gaat vooral over hoe de familie en hun gasten overleven tijdens de oorlog. Hoe komen ze aan eten? Wat doen ze voor (vrijwilligers)werk? Het verhaal van de zusjes is nog niet afgerond, dus ik denk dat ze in de volgende boeken ook nog mee zullen doen. Van mij mogen ze doorgaan met betalen, want ik vind dit een erg fijne historische serie die ondanks alle oorlogsellende ook vleugjes feelgood bevat.

Gouden jaren – Maria Nikolai

Gouden jaren is het tweede deel van de Chocoladevilla-serie en we zijn een kleine 20 jaar verder in de tijd, in de jaren ’20, Stuttgart, Duitsland. Judith en Victor hebben de leiding over de chocoladefabriek, de vader van Judith is ondertussen overleden. Dan sterft ook de vader van Victor en komt zijn veel jongere halfzusje Serafina in de villa wonen. Zij trekt meteen de aandacht van Judiths tweelingbroers Karl en Anton; de ondeugende tweeling uit het eerste boek is ook volwassen geworden. Anton heeft zich teruggetrokken uit de chocoladefabriek en bouwt piano’s. Maar Karl heeft er moeite mee dat zijn zus Judith boven hem is uitverkoren om leiding te geven aan de fabriek. Beide broers zijn nog altijd niet getrouwd. Serafina blijkt een moeilijk verleden te hebben en heeft een nare ervaring gehad in de zoektocht naar haar verdwenen moeder, waarvoor ze nu bedreigd wordt. Dan is er ook nog Victoria, de 10-jarige dochter van Judith en Victor, die de rol van ondeugend kind heeft overgenomen van de tweeling. Het boek gaat ook nog licht in op de grote klassenverschillen in die tijd en op de nasleep van de eerste wereldoorlog. Hoewel alle hoofdpersonages uit het boek verzonnen zijn, had Stuttgart daadwerkelijk een bloeiende chocolade-industrie in die tijd en werden er ook veel piano’s gebouwd. Verder leest deze serie gewoon lekker weg als een prettige feelgoodroman met een historisch tintje. Dus kom maar door met deel 3.

Het sleutelkruid – Paul Biegel

Een sprookjesboek van Paul Biegel, waarbij er ook weer sprookjes in het sprookje zitten. Door deze grote hoeveelheid aan verhalen en personages (veel dieren) heeft het verhaal niet heel veel diepgang. Alle personages zijn behoorlijk stereotype. Het is met 150 pagina’s en veel tekeningen (dat vind ik dan wel weer leuk) maar een dun boekje. Toch ben ik geen superfan van dit soort sprookjes. Het spreekt mij gewoon niet zo heel erg aan. Ik las dit boek dan ook vooral vanwege de Vriendelijke 100.

Films die nergens draaien – Yorick Goldewijk

Dit is dan wel weer een toppertje onder de jeugdboeken. Ook deze las ik vanwege de Vriendelijke 100. Het is pas in het najaar van 2021 verschenen, dus nog een vrij nieuw boek. Dat is heel erg leuk, want veel goede Nederlandse jeugdboeken zijn al behoorlijk oud. Cato’s moeder is overleden tijdens haar geboorte en ze leeft alleen met haar afwezige vader, een bemoeizuchtige huishoudster en een konijn. Cato is twaalf en heel erg op zoek naar vreemde avonturen en uitvindingen en ergens ook naar herinneringen aan de moeder die ze nooit gekend heeft. Verder is ze geobsedeerd door vechtfilms en games. Op school vinden ze haar maar een vreemd meisje. Op een dag komt ze langs de verlaten bioscoop in haar woonplaats en blijkt die weer open te gaan. Cato komt in dienst bij mevrouw Kano die wel heel vreemde films vertoond in haar bioscoop. Durft Cato ook haar film binnen te gaan? En wie is mevrouw Kano eigenlijk? Uiteindelijk heeft het boek heel veel van wat volgens mij magisch realisme heet. Er zit ook iets van Alice in Wonderland in. Ik weet niet of het komt omdat ik een volwassene ben die een jeugdboek las, maar ik had de clou al wel vrij snel door over wie mevrouw Kano was en wie Dikkie dan zou moeten zijn. Maar absoluut een goed jeugdboek. Jammer alleen dat het vanwege het fantastische tintje weer eens niet op de literatuurlijst zal mogen…

De verloren ring – Kristy Manning

Dit boek gaat over de geschiedenis van een ring die hoort bij de Cheapside-juwelen, een verzameling sieraden die in 1912 is opgegraven door arme arbeiders bij bouwwerkzaamheden en die van onschatbare waarde blijkt te zijn. De Amerikaanse historica Kate doet onderzoek naar deze juwelen, in het bijzonder de ring. Tussen het verhaal van Kate door (wat zoals wel vaker in dit soort boeken met meerdere verhaallijnen de minste boeiende lijn is) krijg je de geschiedenis van de ring en het juweel dat in de ring is vastgezet. Dit begint al eeuwen terug, als deze steen wordt gedolven in een mijn. Helaas blijken de meeste mensen die de ring door de eeuwen heen in hun bezit hebben gehad niet al te gelukkig te eindigen. De ring heeft veel dood en verderf veroorzaakt, maar soms ook geluk gebracht. Het langste wordt stilgestaan bij de verhaallijn van Essie, een arme Ierse immigrante die leefde ten tijde van de opgraving. Heeft de ring haar geluk of ongeluk gebracht?

Ik vond de invalshoek van dit boek vrij origineel; de ring als “hoofdpersoon”. Het is alleen wel jammer dat je van de meeste van de bezitters slechts een glimp te zien krijgt. Daardoor krijg je ook geen band met al deze personages. Die krijg je uiteindelijk wel met Essie, meer nog dan met Kate zelf. Alles bij elkaar een prima weglezende historische roman.

Een tijdloze liefde – Sante Montefiore

Tja, Sante Montefiore. Sommige van haar boeken vind ik verschrikkelijk, andere vind ik wel aardig. Haar schrijfstijl leest in ieder geval prettig weg. Dit boek bevat aardig wat historie over Italie vlak voor, tijdens en na de tweede wereldoorlog. Dat vond ik interessant, omdat ik niet veel weet over deze periode in dat land. Het gaat ook over een verloren liefde. Of is die weer terug gevonden? Deze vraag wordt hier in ieder geval anders beantwoord dan in Afscheid van Parijs.

Ten slotte

Al deze boeken werden geleend bij Bibliotheek Midden-Brabant. Gelukkig dat de bibliotheek bestaat, want anders was mijn portemonnee leeg en mijn huis dicht geslibd met boeken die ik vaak toch maar 1x lees.

Geocachingavonturen uit het verleden: De Noenes

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 17 november 2007:

Een kort verslagje van een multicache over De Noenes, een bungalowpark in de bossen bij Haaren dat min of meer permanent bewoond wordt.

Het avontuur:

Er was een nieuwe cache op fietsafstand. Maar ja, ik moest eerst werken, dus het was al vrij laat in de middag toen ik kon gaan.

De route over de Noenes verliep niet zo geweldig. De route liep over een bungalowpark, dat permanent bewoond werd. Je mocht niet over privé-paden lopen, maar het was vaak onduidelijk wat nu openbaar was en wat niet. Tussen twee van de eerste waypoints liep ik mezelf twee keer vast op een verkeerd pad. Uiteindelijk moest je over een vaag padje wat verborgen lag achter een heg. Vervolgens kon ik een bepaald nummer niet vinden. Waar het nou heeft gezeten, echt geen idee. Gelukkig kan ik goed gokken. Zo kwam ik toch uit bij de cache. Die zat in een brievenbus, wat ik wel een originele behuizing vond. Eerst moest je een sleuteltje vinden en dan kon je die behuizing openen.

Na het loggen moest ik nog hard fietsen om voor het donker thuis te zijn.

Wat ik hier op 17 november 2022 nog aan toe te voegen heb:

De Noenes bestaat nog steeds en is sinds de gemeente Haaren zich opgesplitst heeft, per 1 januari 2021 zelfs onderdeel van de gemeente Oisterwijk. De cache bestaat 15 jaar later ook nog steeds en dat is best bijzonder! Voor de liefhebbers, de cachecode is GC1727N.

Geocachingavonturen uit het verleden: Moord bij het hunebed…

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 10 november 2014:

Anke en ik vertrokken op deze dag voor een weekje vakantie in Borger, Drenthe. In deze plaats is ook het Hunebedcentrum gevestigd.

Het avontuur:

De heenreis ging voorspoedig en we waren veel te vroeg in Borger, want we mochten pas om 15 uur in de gehuurde stacaravan. Dus bekeken we een paar winkels (niet veel bijzonders en veel gesloten op maandag) en gingen we wat caches doen. De eerste was Terrasduiker en zoals de naam al aangeeft, lag die dus op het terras van een restaurant. Stiekem was ik blij dat het november was en dat het restaurant daarom gesloten was. In de zomer had ik deze cache echt niet durven loggen, met een heel terras vol starende Dreuzels. De cache lag namelijk in de teil die dienst deed als vijver, aan de rand van het terras. Je moest hem er uit vissen, dus ik offerde me op voor deze taak. Ik vond het bakje er niet heel waterproof uitzien, maar toch was het logboek kurkdroog. Het terug leggen van de cache ging moeilijker, het was een zwarte teil en het water was heel donker, dus je zag niet goed wat je deed. Het bakje schoot de hele tijd terug naar boven, dus er moest een baksteen op. Uiteindelijk bleef hij min of meer liggen.

We wandelden door naar tussen oud & nieuw, die naam had niets te maken met de jaarwisseling, maar met de nieuwe oprit naar de snelweg. Daar hebben we de rest van de week nog veel lol om gehad, dankzij de navigatie, die dit niet wist en ons steeds een viaduct op wilde laten vliegen wat dus niet meer bestond. De stem van de navigatie sloeg dan steeds op tilt.

In de zomer had Anke al een paar dagen met Guy gekampeerd in Gasselternijveen en dat is hier vlakbij. Ze hadden deze cache blijkbaar al geprobeerd, maar niet gevonden. Nu haalde ik hem binnen een minuut uit een struik. Soms heb je geluk en soms lukt het gewoon niet.

Nadat we boodschappen hadden gedaan bij de supermarkt in Borger, was het tijd om in te checken. Dat ging best vlot. We zaten in een caravan, vrij achteraan op het park. Nadat we wat gegeten hadden en een beetje waren ingericht, ging de gps natuurlijk weer aan. Toen bleken er een paar caches op loopafstand te liggen, in het natuurgebied (onderdeel van de Hondsrug) achter het park. Volgens de kaart van het park was er een achteruitgang voor wandelaars en fietsers naar het bos toe en die bleek open te zijn. We hebben er deze week best vaak gebruik van gemaakt. De eerste cache in dit bos werd meteen een not-found. Het is altijd lastig zoeken in een dichtbegroeid bos naar een micro met afwijking. En we hadden zo’n druk programma, dat we niet meer terug zijn geweest. Wel een apart bos hier, met hele kromgegroeide bomen, begroeid met mos.

We wandelden verder naar de pingo-ruïne, een soort van kuil midden in het bos, die een overblijfsel is van een heuvel uit de ijstijd. Dit natuurverschijnsel is hier dus al duizenden jaren te zien. Best wel heel cool, eigenlijk. Dit was een earthcache en de foto was zo gemaakt, maar toen we eindelijk het infobordje hadden gevonden, bleken we vlak bij een traditional te zijn. Dit was er eentje van de Moord bij het hunebed-serie, daar hebben we er verschillende van gevonden deze week. Het begon nu alweer te schemeren (nog mooie zonsondergangfoto’s gemaakt), dus we wandelden rustig terug naar onze caravan. We zijn toen nog gaan zwemmen in het zwembad, wat we helemaal voor ons alleen hadden.

Wat ik hier op 10 november 2022 nog aan toe te voegen heb:

We wilden tijdens deze vakantie zoveel doen dat we die avond nog een complete vakantie-agenda hebben opgesteld voor de rest van de week. We hebben ook nog echt zo’n beetje alles uitgevoerd ook, het was een heel actieve (veel geocaching, wandelen en fietsen) en culturele (drie musea) verantwoorde week, haha.

Gelezen boeken van de laatste tijd

De tunnel – Anna Woltz

Alweer het derde boek dat ik dit jaar van deze schrijfster lees. Allemaal ter ere van de Grote Vriendelijke 100. En het vierde boek ooit. Ook dit boek leest weer makkelijk weg, maar toch vond ik Honderd uur nacht indrukwekkender, terwijl de gebeurtenissen in dit boek veel heftiger en ook wel geloofwaardiger zijn. Dit boek speelt aan het begin van de tweede wereldoorlog, tijdens de Blitzkrieg in Londen. Vier tieners schuilen elke nacht in dezelfde tunnel van een metrostation en langzaam kom je hun geschiedenissen te weten. Het gaat ook over het verschil tussen arm en rijk en tussen mannen en vrouwen. Over een ziekte die nu nauwelijks nog voorkomt in dit land. En ondertussen vallen er elke nacht nieuwe bommen.

Briefjes voor Pelle – Marlies Slegers

Ook dit boek staat in de Grote Vriendelijke 100 en ik zag het ook al een paar keer voorbij komen op de social media van bookstagrammers. Ik had nog nooit eerder iets gelezen van Marlies Slegers. Pelle is een 12-jarige hoogbegaafde jongen. Een jaar na de dood van zijn vader krijgt hij van zijn moeder een doos met briefjes, die nog door de vader geschreven zijn. Op de briefjes staan opdrachten die hij uit moet voeren. Dit brengt hem soms in lastige situaties, maar het brengt hem ook in contact met nieuwe mensen. Het boek is doordrenkt met allerlei feitjes, want Pelle legt in zijn hoofd allerlei links tussen zaken. Daarnaast is hij ook gewoon een tiener die meisjes interessant begint te vinden en soms ook wel heel domme tienerdingen doet. Het boek is bij vlagen verdrietig, maar ook hoopvol. En sommige dingen vond ik mooier omschreven dan in boeken over rouw voor volwassenen.

Een zomer lang geleden – Fiona Valpy

Mijn derde boek van Fiona Valpy en volgens mij ook de laatste, want de rest is (nog) niet verschenen in Nederlandse vertaling. In alle drie de boeken speelt de tweede wereldoorlog een rol, maar dit boek gaat ook over de jaren voor de oorlog en de jaren erna. Het gaat vooral ook over (verloren) liefde. En over kinderen die niet aan de verwachtingen van hun ouders voldoen, omdat ze andere dromen en verlangens hebben. Net als de andere twee ook weer een mooi boek, een heel klein beetje minder zwaar op de hand.

Het Rupsenhuis – Jeanine de Vries

Ik vind de kaft van dit boek mooi en het is een historische roman. Maar om heel eerlijk te zijn vond ik het verhaal nogal tegenvallen. Helaas vond ik de hoofdpersoon Jael heel erg onsympathiek en haar man was zo mogelijk nog erger. Het boek is vernoemd naar het Rupsenhuis van Maria Sibylla Merian, een vrouw die echt bestaan heeft en die een botanisch atelier had in Amsterdam. Maar het verhaal speelt zich helemaal niet af in dit Rupsenhuis. Vermoedelijk had ik het interessanter gevonden (en de flaptekst suggereert dat eigenlijk ook een beetje en schept daarmee valse verwachtingen) als het boek vanuit de ogen van Merian was geschreven. Nu moesten we het doen met Jael en vingen we alleen af en toe een glimp op van het leven van Merian. Jael wil o.a. heel halsstarrig vasthouden aan de leefregels van het Joodse geloof en wil zich niet aanpassen aan haar nieuwe woonplaats Franeker. Van de andere kant heeft ze wel een sterke vrijheidsdrang die ik dan weer wel bewonder, maar als vrouw had je begin achttiende eeuw nauwelijks rechten. Ik ben blij dat ik niet in die tijd leef.

Sira – Maria Duenas

Sira is het vervolg op Het geluid van de nacht, de grote doorbraak van Duenas. Tijdens de tweede wereldoorlog werkt Sira als een spion voor het Britse rijk. Het was al even geleden dat ik dit eerste boek had gelezen en ik wist niet alle details meer. Sira gaat verder na de oorlog. Sira kan eindelijk trouwen met haar grote liefde Marcus. Maar waar Marcus in Jeruzalem een nieuwe baan voor de geheime dienst krijgt, is de rol van vrouwen uitgespeeld; Sira wordt gedegradeerd tot een leven als huisvrouw. Dit hele boek is dan ook een zoektocht van haar naar een nieuwe invulling van haar leven. Dat ze als een van de weinigen Spaans spreekt in Jeruzalem zou haar hierbij kunnen helpen. Dit brengt haar in diverse landen en er komen ook weer oude bekenden uit het eerste boek terug in het tweede boek. Verder speelt de Spaanse (Europese) tournee van Evita Peron een vrij grote rol in dit boek. Ik wil verder niet teveel spoilen, maar ik vond het weer een mooi boek.

De verwisseling – Maggie Brookes

Dit boek kwam ik tegen in de bibliotheek en het leek mij wel een mooi boek (dat is het ook). Het is een historische roman over de tweede wereldoorlog, gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Izabela is een boerendochter die in Tsjechoslowakije de boerderij draaiende probeert te houden met haar moeder. Haar vader en een oudere broer zijn vertrokken om te vechten met de partizanen. Dan worden er Britse krijgsgevangenen te werk gesteld op de boerderij en Izabela wordt halsoverkop verliefd op Bill. Ze wil zo graag met hem samen zijn, dat ze besluit om zich te vermommen als man om met hem te kunnen vluchten. Hun ontsnapping duurt slechts een paar dagen, want in een wereld vol oorlog vallen ze veel te veel op. Dus laten ze zich weer gevangen nemen en de rest van de oorlog zit Izabela vermomd als man uit in een krijgsgevangenkamp. Bill en zij sluiten hier vriendschap met enkele andere mannen, die ze deelgenoot maken van Izabela’s geheim. Er zijn natuurlijk allerlei ontberingen: de kou, de honger, de tewerkstelling in een steengroeve met zeer zwaar werk, het grote gebrek aan hygiene en uiteindelijk een dodenmars. Het is allemaal heftig en ik heb het ook al eerder voorbij zien komen in andere oorlogsboeken. Waar ik een beetje moeite mee had is het feit dat Izabela halsoverkop kiest voor dit leven, terwijl ze Bill pas heel kort kent en ze ook op de boerderij van haar moeder het einde van de oorlog af had kunnen wachten en Bill dan weer op had kunnen zoeken. Je kunt dit romantisch vinden, maar misschien is het ook wel gewoon dom van haar. Of ze kon de gevolgen van haar keuze op dat moment niet overzien, ze is ook nog wel heel jong. Verder vond ik het jammer dat we eigenlijk niets te weten komen over het partizanenleven van haar vader en broer; dat had ik ook een interessante verhaallijn gevonden. En het einde is vrij abrupt. Ik had van diverse personages nog graag willen weten hoe het met hun verder zou gaan. Een epiloog een paar jaar later was wel mooi geweest.

Het huis aan de Herengracht – Jessie Burton

Het vervolg op Het huis aan de gouden bocht. We zijn achttien jaar verder en de baby die aan het einde van het boek wordt geboren, Thea, is nu volwassen. Ze woont in het huis uit het eerste boek, samen met haar vader Otto en haar “tante” Nella en de huishoudster. Otto is de erfgenaam van het huis, maar vanwege zijn donkere huidskleur heeft hij het moeilijk in Amsterdam. De familie heeft grote financiele problemen en moeite om de schijn op te houden en het grote herenhuis te onderhouden. Nella denkt hun geldproblemen op te kunnen lossen door Thea uit te huwelijken aan een rijke man. Maar welke rijke man wil er een halfbloed vrouw trouwen? En Thea heeft zo haar eigen ideeën over “echte” liefde. En dan worden er ineens weer miniaturen bezorgd, terwijl Nella ervan overtuigd was dat de miniatuurmaakster verdwenen was.

Het eerste boek vond ik een beetje moeizaam lezen. Dit boek las beter weg, misschien omdat ik nu al meer wist over de personages. De geheimzinnige miniatuurmaakster heeft een minder grote rol dan in het eerste boek. Verder blijf ik Nella een beetje een moeizaam karakter vinden, dat vond ik in het eerste boek ook al. Ze heeft een compleet huis van haar ouders geërfd, maar wil er nog niet eens een kijkje gaan nemen? Ze heeft haar jongere zusje en broertje gewoon in de steek gelaten? Ze klampt zich enorm vast aan haar leven in de grote stad, maar eigenlijk is ze daar helemaal niet gelukkig. Thea is makkelijker te begrijpen, maar ze is wel heel erg jong en naïef.

Alles bij elkaar wel weer een aardige historische roman, hoewel er natuurlijk een bovennatuurlijk tintje overheen ligt. En ik blijf het apart vinden dat een buitenlandse schrijfster kiest om te schrijven over Nederland. Andersom gebeurt het natuurlijk ook, maar toch.

Gallant – V.E. Schwabb

Gallant is meer een novelle dan een roman en heeft een zeer duistere, bijna horrorachtige sfeer. De 14-jarige Olivia kan niet spreken en zit op een strenge meisjeskostschool waar ze doodongelukkig is. Haar moeder is overleden en heeft haar alleen een geheimzinnig dagboek nagelaten waarin staat dat ze nooit naar Gallant mag gaan. En dan krijgt Olivia een brief dat ze uitgenodigd wordt door haar vermeende oom op het familielandgoed; Gallant dus. Olivia besluit om toch te gaan. Gallant blijkt vervloekt en ze is er niet heel erg welkom. Maar ze blijft, omdat ze hier meer vrijheid heeft dan op de kostschool en ze hoopt meer over haar moeder en haar erfenis te ontdekken… Ik houd eigenlijk helemaal niet van horror, maar omdat het een Schwab is (ik heb ook haar andere boeken gelezen, zoals De kleuren van Magie en het Onzichtbare leven van Addie LaRue), wilde ik het toch een kans geven. Het zal niet mijn favoriete genre worden, maar het boek heeft ongetwijfeld een dikke vette spanningsboog waardoor je steeds door wil lezen. En omdat het een dun boek is, heb je het in een paar uurtjes uit. De kaft is wel heel mooi en de zijkanten van de pagina’s zijn ook bedrukt.

De vrouwen van Rue Cardinale – Fiona Valpy

Het tweede boek van Fiona Valpy dat ik heb gelezen. Net als Elianes Belofte speelt ook dit boek in de tweede wereldoorlog. Het gaat over drie jonge vrouwen die als naaister werken bij een modehuis in Parijs en die steeds meer betrokken raken bij het verzet. Sommige elementen deden mij sterk denken aan die uit Het huis in Parijs van Natasha Lester, dat ik eerder dit jaar las. Dat gaat namelijk ook over een modehuis tijdens de oorlog, net als dit boek.

Naast de historische verhaallijn heeft dit boek ook nog een verhaallijn in het heden. Die gaat over Harriet, de kleindochter van Claire uit de oorlogsverhaallijn. Zoals wel vaker in dit soort boeken met een dubbele verhaallijn, vond ik die in het heden minder boeiend dan die in het verleden. Het boek gaat o.a. over het feit of een trauma kan overerven van moeder op kind. Harriet vermoedt namelijk dat haar moeder – de dochter van Claire dus – zelfmoord heeft gepleegd, omdat ze het trauma van Claire heeft overgenomen.

Alles bij elkaar ook weer een verdrietig maar tegelijkertijd mooi boek.

Mijn zomers aan zee – Tracy Rees

Dit boek heeft een heel andere stijl en uitstraling dan de andere boeken van Tracy Rees: Het geheim van Silvermoor, Het familiegeheim van Florence Grace en De Rozentuin. Ik twijfelde zelfs of het wel om dezelfde schrijfster ging, maar dat schijnt tocht wel zo te zijn. Dit is in ieder geval veel meer een “feelgood” roman dan de andere boeken, die meer historische romans zijn. Ik vermoed dat dit haar eerste boek is en dat de andere boeken van latere datum zijn. Chloe logeert in de jaren ’50 elke zomer een paar weken bij het gezin van haar tante aan zee. Ze raakt bevriend met een jongen uit het dorpje en door de jaren heen zou deze vriendschap langzaam in liefde veranderen. Maar hij is jonger dan haar en wordt vreemd gevonden, omdat hij door zijn alleenstaande vader wordt opgevoed en zijn moeder hun in de steek heeft gelaten. En er zijn ook nog andere kapers op de kust.

De andere verhaallijn gaat over Nora, de dochter van Chloe die een soort van sabbatical neemt in het dorpje waar haar moeder Chloe vroeger elke zomer kwam, maar nu al jarenlang niet is geweest. En wat is er gebeurd met haar jeugdvriendje? Want het wordt al vrij snel duidelijk in het boek dat Nora een andere vader heeft.

Het boek heeft een behoorlijke spanningsboog. Wel vond ik wederom de stukken over Chloe interessanter dan die over Nora; die komen soms een beetje geforceerd over. Wel is het moeilijk om de vrijgevochten oudere Chloe te koppelen aan het brave meisje uit de jaren ’50. Naarmate de verhaallijn in het verleden vordert begin je het als lezer steeds meer te begrijpen.

Ik vond het een mooi boek, maar het is wel echt heel anders dan het overige werk van Rees.

De laatste boekwinkel van Londen – Madeline Martin

Vlak voor de tweede wereldoorlog uitbreekt, verlaat Grace het platteland om een baantje te zoeken in de grote stad Londen. Samen met een vriendin trekt ze in bij haar tante en neef. Haar tante vindt een baantje voor Grace in een boekwinkel bij een oude, norse man. Als Grace het volhoudt om een half jaar voor hem te werken, zal hij een aanbevelingsbrief voor haar schrijven, zodat ze ergens anders aan de slag kan, bijvoorbeeld bij Harrod’s. Grace heeft het niet gemakkelijk met de oude man, maar ze raakt langzaam wel steeds meer verliefd op de boeken en op lezen en op de klanten. Dan breekt de oorlog uit en Londen wordt geteisterd door de Blitzkrieg (ik heb dit jaar opvallend veel boeken gelezen over deze periode). De neef wordt opgeroepen als soldaat, de tante gaat als vrijwilliger werken, de vriendin meldt zich aan voor het vrouwenonderdeel van het leger. En Grace blijft uiteindelijk in de boekwinkel werken en gaat als een van de weinige vrouwen werken als buurtwacht. Steeds meer andere boekwinkels gaan ten onder door de bombardementen of de branden die daardoor uitbreken. Maar de kleine boekhandel van Grace blijft gespaard en daardoor komen er steeds meer mensen hun heil in de boeken zoeken. In het boek komen dan ook heel veel boektitels voor van andere boeken, vooral klassiekers. Ook weer een mooi boek over de liefde voor boeken en de waanzin van oorlog (en de Blitzkrieg in het bijzonder).

Het Verwende Nest – Liza van Sambeek

Dit boek vond ik tijdens een wandeling in een Minibieb en ik besloot het mee te nemen om te lezen tijdens de treinreis terug naar huis. Het bleek het vervolg te zijn op Zadelpijn en ander damesleed, een vrij bekend boek dat ik nooit gelezen heb en waar ook een tv-serie van is gemaakt. Waarschijnlijk omdat ik nog net niet in de leeftijdscategorie van deze dames val. Ook zonder voorkennis is dit boek wel goed te lezen. Een aantal dames in de leeftijdscategorie 50/60 jaar – ze zijn al vele jaren vriendinnen – besluiten om samen te gaan wonen in een huis dat ze zelf gaan verbouwen en dan verdelen in vier appartementen. Het boek is opgedeeld in zeven delen en elk deel is geschreven vanuit het oogpunt van een van de zeven vrouwen. Eigenlijk is zeven net iets teveel, ik had het bij drie of vier gelaten. Zeker ook omdat elke vrouw weer kinderen heeft, een man of een minnaar of een partner of meerdere. Dat levert een heleboel personages op, wat verwarrend kan zijn. Pas halverwege het boek kwam ik erachter dat er achterin het boek een lijst stond van de families van de vrouwen. Opvallend aan het boek is dat de meeste van de vriendinnen best wel decadent rijk zijn en een leven hebben waarin ze kunnen smijten met geld. Zeg maar Gooise vrouwen. Dat spreekt mij als niet zo’n rijke vrouw minder aan. Sommige van de vrouwen vond ik ook helemaal niet sympathiek overkomen. Het stuk waarin ze gezellig met z’n (bijna) allen plastische chirurgie ondergaan vond ik nogal over de top en ook weer heel erg “Gooise vrouwen”. Daarnaast hebben ze bijna allemaal een of meerdere minnaars gehad. Dat vind ik ook niet heel geloofwaardig, ik geloof niet dat elke vrouw met elke man die ze tegenkomt het bed in duikt. Alle perikelen rondom de verbouwing vond ik dan wel weer grappig in het verhaal verwerkt, net als de housewarming. Pas helemaal aan het einde gaan ze dan toch nog een keer fietsen, wat het hoofdonderwerp is van het eerste boek. En er zit ook nog wel een verdrietig gedeelte in met de vriendin die borstkanker heeft. Liza van Sambeek schijnt uit twee auteurs te bestaan. Ik weet niet of de een dan de helft van de vrouwen heeft beschreven en de andere de andere helft of dat het echt samen is geschreven. De schrijfstijl leek wel redelijk gelijk over de hele linie. Ondanks mijn gemengde gevoelens over dit boek, wil ik toch dat eerste boek ook nog eens gaan lezen.

De eerste vrouw – Muna Shehadi

Muna Shehadi is bekend van de trilogie over de drie zussen Olivia, Rosalind en Eve, die er na de dood van hun moeder achterkomen dat zij nooit hun biologische moeder kan zijn geweest. Ik vond dat een mooie serie, in ieder geval een stuk geloofwaardiger dan de Zeven Zussen (die heb ik ook met veel plezier gelezen, maar die zijn nogal ongeloofwaardig). De eerste vrouw is een stand-alone. Holly bezoekt de begrafenis van haar ex-man en ontmoet daar zijn tweede en derde vrouw. Hoewel zij weet dat hij nog twee keer hertrouwd is, blijken die twee vrouwen niet van haar bestaan te weten. En is Lyle eigenlijk wel overleden? En hoe dan? Daarnaast is al in het eerste hoofdstuk duidelijk dat Holly hersenletsel heeft, maar het duurt lang voor je als lezer te weten komt hoe dat zo gekomen is. En dan is er nog de knappe broer van Lyle die alles in goede banen probeert te leiden. Genoeg spanningsbogen dus en ook weer een mooi boek van Shehadi.

De dochter van de boekhandelaar – Sylvie Schenk

Dit dunne boekje – meer een novelle – haalde ik uit de Minibieb van mijn moeder en las ik uit tijdens een treinreis. Bij de titel had ik er meer van verwacht, maar ik kreeg een zeer saai verhaal, dat ik alleen maar uitgelezen heb omdat ik lang genoeg in de trein zat. Geen aanrader. Boekje ging tijdens de opvolgende wandeling meteen de eerste de beste Minibieb die ik onderweg tegen kwam in.

De kleuren van de liefde – Cristina Caboni

Stella is Italiaanse en heeft een gevoel voor kleuren. Als ze terugkeert naar het huis van haar oudtante ontdekt ze een koffer vol tekeningen die te maken hebben met de oorlog. Op zich een interessant stukje oorlogsgeschiedenis over een dorp dat een groep kinderen probeert te redden. Maar ik vond de schrijfstijl heel moeizaam en vaak een beetje vaag. De historische stukken en de stukken in het heden liepen niet vloeiend in elkaar over. Stella is zelf ook een heel moeizaam karakter; ik begreep haar niet zo goed. Het boek begint ook heel erg vaag met een rare scene op een vreemd station. Kortom, ik denk niet dat ik meer boeken van Caboni ga lezen.

Het landhuis aan het front – Steven Conte

Een oorlogsboek over een Duitse legerarts, Paul, die met zijn legeronderdeel gestationeerd wordt op het Russische landgoed waar de auteur Leo Tolstoj heeft gewoond. Het personeel van het landgoed, onder leiding van de Russische Katerina is niet heel blij met de komst van de Duitsers. Toch ontstaat er dankzij hun voorliefde voor boeken – in het bijzonder Oorlog en Vrede – een bijzondere band tussen Paul en Katerina. Het is een nogal somber boek met veel medische termen, veel ernstige verwondingen en ook veel mannen die het niet redden. Dit tegen de achtergrond van een ijskoude winter. De waanzin van oorlog wordt in dit boek weer eens bevestigd. Ook wordt er veel geciteerd uit Oorlog en Vrede, een Russische klassieker die ik nooit gelezen heb, dus ik heb vast niet alle verwijzingen opgemerkt. Verder wordt de situatie in de oorlog soms heel abrupt afgewisseld met stukken uit de tijd na de oorlog. Dit vaak in briefvorm. Ik vond deze overschakelingen nogal plotseling en niet heel logisch. Een chronologische volgorde was in het geval van dit boek beter geweest.

Grote dromen – Sarah Lark

Sarah Lark stelt nooit teleur en ook Grote Dromen was weer een heerlijk boek. Een historische roman en feelgood in een. Ik had eigenlijk een vervolg op Alle sterren aan de hemel verwacht, maar dit boek is de start van een nieuw serie (hoewel er helemaal aan het einde wel een personage uit Alle sterren aan de hemel opduikt). Het boek start voor de verandering niet in Larks geliefde Nieuw-Zeeland, maar in België. Het is 1912 en Nellie wil dolgraag dierenarts worden. Deze studie is in die tijd echter nog niet toegankelijk voor vrouwen. Haar beste vriend is de zoon van de plaatselijke dierenarts en moet zijn vader opvolgen, maar hij wil liever musicus worden. Dan breekt de eerste wereldoorlog uit en komt alles op losse schroeven te staan. Nellie is absoluut een doorzetter die alles doet om haar droom om dierenarts te worden te bereiken. Ondanks dat ze van alle kanten wordt tegengewerkt en ze ook nog een heleboel relatieproblemen heeft.

Het is ook het verhaal van de Duitse Maria. Zij mag wel als een van de eerste vrouwen in Duitsland diergeneeskunde studeren, maar zij heeft weer sociale problemen omdat ze een vorm van autisme heeft. Lukt het Nellie en Maria om een praktijk op te zetten in Berlijn middenin de economische crisis tussen de twee wereldoorlogen in?

Lark mixt altijd waargebeurde feiten en historische gebeurtenissen in haar verhalen, wat het extra interessant maakt. Daarnaast houd ik erg van dieren, dus het dierenarts-element in dit boek sprak mij extra aan. Het gebrek aan vrouwenrechten aan het begin van de vorige eeuw kan mij ook nu nog erg kwaad maken.

Day Zero Project 2.0.: Update 9

In de zomer stond mijn Day Zero Project op een laag pitje. Dit omdat al mijn tijd in beslag werd genomen door klussen en verhuizen. Daarnaast had ik geen vakantie in de zomer en moest er dus ook nog gewerkt worden. Maar ja, een andere woning was wel een serieus doel op de lijst.

4. Alle data van het Geocaching Datum Project vervullen (28/34)

Aan dit doel heb ik dit jaar enorm hard gewerkt. Ook in september werden de beide overgebleven data opgelost, waardoor september nu ook geen data meer over heeft. Er zijn nog maar 6 data over. Drie komen er nog dit jaar voorbij, waarvan 2 in november en eentje in december. Die in december gaat heel lastig worden, want dat is een werkdag en het is dan vroeg donker. Die van november zijn twee dagen achter elkaar en die gaan misschien nog wel lukken, afhankelijk van het weer. De overige drie data zijn eerder dit jaar niet gelukt en komen dus pas volgend jaar weer voorbij. Eentje in februari, die niet lukte omdat ik toen in quarantaine zat vanwege corona (en ik voelde mij toen ook echt te beroerd om te gaan geocachen), eentje in maart waarop ik dit jaar wel caches heb gevonden, maar niet genoeg om de datum te redden; gelukkig valt deze datum in 2023 op een zondag. En dan nog eentje in april, die al twee jaar achter elkaar te kampen heeft met extreem slecht weer, waardoor ik geen zin meer had om na mijn werk nog op pad te gaan.

6. 50 multicaches en/of wherigo’s vinden (24/50)

In overleg met mijn mede-Heideroosje Anke besloten om wherigo’s ook toe te voegen aan dit doel. Voor de gemiddelde wherigo moet je namelijk evenveel of zelfs meer doen, dan voor een gemiddelde multi. Om over de problemen met het programma (het heeft de neiging om snel vast te lopen en als je dan tussendoor niets opgeslagen hebt, kun je opnieuw beginnen) nog maar te zwijgen. Van deze 24 caches zijn er dus 21 multi’s en 3 wherigo’s. En eerlijk is eerlijk: bij minstens 8 van deze multi’s was ik zelf niet bij, omdat ze gevonden zijn door Anke. Maar in oktober heb ik maar liefst vier multi’s en 1 wherigo gevonden, dus dat is een behoorlijke verbetering ten opzichte van de rest van het jaar.

15. 10x met mijn mede-Heideroosje gaan geocachen (7/10)

Mijn mede-Heideroosje is dus Anke. Als je al langer op deze blog meeleest, dan mag dat ondertussen wel duidelijk zijn, haha. Natuurlijk weet Anke van dit doel om weer vaker samen te gaan geocachen. Ondertussen zijn we 7x samen op pad geweest en met nog bijna 1,5 jaar DZP-looptijd te gaan, moet nog 3x toch zeker wel gaan lukken.


16. 12.500 geocachingfounds bereiken (11.000 is bereikt op 9 februari 2022, 11.500 is bereikt op 21 augustus 2022)

De 12.500 hebben we voorlopig nog niet gehaald. Op 21 augustus 2022 werd tijdens een weekendje weg wel de 11.500ste gevonden. Ondertussen zijn we bijna bij de 11.800, dus ik verwacht dat die overige 700 founds ook nog wel lukken in die bijna 1,5 jaar tijd. Dit wel met veel dank aan de snelle telling van de labcaches.

23. Drie bibliotheken bezoeken van het lijstje de mooiste bibliotheken van Nederland (1/3)

Tijdens mijn poging om de NS-stadsrondwandeling door Rotterdam te doen (het lukte slechts voor de helft, omdat ik te veel afleiding had in de vorm van Munzees, labcaches en gewone caches) bezocht ik de hoofdvestiging van de Bibliotheek Rotterdam. Een grote, mooie bibliotheek met zes (of zeven?) verdiepingen. Dit omdat ik hier een antwoord moest zoeken voor een virtuele cache in de tentoonstelling over Erasmus. Ook moest ik met een favoriet boek op de foto. Ik koos voor een Harry Potter, dit omdat ik deze het eerste tegen kwam. Leuk om zoveel hobby’s en doelen te kunnen combineren. Wat ik wel jammer vind aan andere bibliotheken is dat ik dan zoveel boeken zie die ik nog wil lezen, maar die ik dan niet kan lenen, omdat ik er geen lid ben. Maar ja, het is ook niet heel praktisch om lid te zijn van de Bibliotheek Rotterdam, als je in Oisterwijk woont. Gelukkig heeft de Bibliotheek Midden-Brabant heel veel vestigingen en daarmee ook een groot bestand aan boeken.

35. De Hoge Veluwe wandeling in oktober

Ik wilde het al jaren, maar logistiek gezien is het onmogelijk om met het openbaar vervoer om 9 uur ’s ochtends in het centrum van het park aan de start te verschijnen. Dus voor dit jaar haalde ik mijn moeder over om een weekendje naar de Veluwe te gaan. En ze heeft ook gezellig meegedaan met de wandeling, natuurlijk. Logistiek gezien bleek het nog een lastige te zijn. Want het hotel bleek nog vijf kilometer van de ingang Hoenderloo af te liggen. En dan moest je ook nog binnen het park een aantal kilometer fietsen. We waren dus zo’n beetje de eersten in de ontbijtzaal van het hotel, haha. Daarna volgde de fietstocht van bijna 10 kilometer op OV-fietsen. We waren overigens netjes op tijd en deden de wandeling van 15 kilometer. Je kon ook nog voor 20 kilometer gaan, maar dan had je nog vroeger moeten starten en we wilden nog energie overhouden voor de fietstocht en andere activiteiten. Het was een mooie wandeling door de diverse landschappen van het park. Ik vond het leuk dat het ook over smalle paadjes ging en zelfs over de wat hogere wallen, maar mijn moeder vond dat wat minder met haar hoogtevrees. Onderweg stonden verschillende stands met mensen die wat uitlegden over zaken in het park. Over de dieren die in het park leefden, maar je kon ook ontwerptekeningen bekijken van het Grote Museum, dat uiteindelijk nooit helemaal gebouwd is. Het gaafste was dat we onderweg herten hebben gezien. Helaas net te ver voor een goede foto, maar er renden drie herten in de verte voorbij. Omdat het bronsttijd was, misschien wel een hertenbok die achter de hindes aanzat? Ook hingen er op een bepaald punt bordjes dat het pad was omgewoeld door de zwijnen, maar die lieten zich niet zien met al die wandelaars in hun habitat. Het is trouwens geen wandeling waar je in colonnes achter elkaar aanloopt. Natuurlijk onderweg genoeg mensen gezien, maar er waren ook een paar paden waar wij alleen leken te lopen. Eigenlijk precies goed. Na de wandeling kregen we zelfs nog een medaille, dat wist ik niet, dus was wel grappig. Niet dat ik het nu zo’n grootste prestatie vind om 15 kilometer te lopen, want dat doe ik regelmatig. Maar het is een leuke herinnering.

Wij namen nog een kijkje in het Museonder. Voor mij was het al mijn vierde bezoek aan het Nationale Park en ik was dan ook al 2x eerder in het museum geweest. Mijn moeder was er voor de tweede keer, maar de vorige keer was het Museonder gesloten vanwege corona. We aten een hapje in het Parkrestaurant, want na die wandeling en ons vroege ontbijt lusten we wel weer iets. Ze hebben ook verschillende vegetarische gerechten op de kaart staan, gelukkig. Daarna maakten we nog een fietstocht en toen was het laat in de middag en besloten we het park te verlaten. Onderweg naar het hotel pikten we nog twee caches op en een heleboel Munzees.

37 t/m 46 Tien wandelingen van de Wandel Bucket List (3/10)

Ik heb ondertussen diverse wandelingen gedaan die aan deze eis voldoen, dus dat moet ik binnenkort eens uit gaan zoeken en de verslagen plaatsen voor dit doel.

48. Het Ouwehands Dierenpark bezoeken om de panda’s te zien

Er kwam een kortingsactie via de supermarkt en de “babypanda” Fan Xing gaat waarschijnlijk dit jaar nog terug naar China, dus dat was een goede reden om eindelijk de panda’s eens te gaan bekijken. Het was mijn tweede bezoek aan het Ouwehands Dierenpark, maar de vorige keer was al in 2013, dus toen waren de panda’s er nog niet. Mannetje Xing Ya en vrouwtje Wu Wen kwamen in 2017 naar Nederland en mogen 15 jaar blijven. Speciaal voor hen is een gigantisch paleis in Chinese stijl opgetrokken, genaamd Pandasia. Want de panda’s verblijven niet samen, ze hebben allebei hun eigen ruimte. Alleen om te paren komen ze samen. En die paringen waren uiteindelijk succesvol, want op 1 mei 2020 werd Fan Xing geboren, de eerste in Nederland geboren reuzenpanda. Ondertussen is hij dus alweer ruim 2 jaar oud. Ik vond het leuk om eindelijk eens reuzenpanda’s in het echt te zien. Hoewel ze absoluut niet aaibaar zijn, zien ze er wel heel schattig uit. Ze zijn wel heel lui, vooral Xing Ya deed niet veel meer dan in een boom hangen. Wu Wen zat vooral bamboe te eten. Fan Xing is natuurlijk nog heel jong en vermoedelijk daarom actiever; hij ging bijvoorbeeld een rondje buiten lopen en in een hangmat zitten. Dat was wel heel schattig.

Het is wel bijzonder hoeveel geld dit allemaal kost. De dierentuin moet jaarlijks een miljoen dollar aan “huurkosten” voor de panda’s betalen. Voor de geboorte van Fan Xing nog eens extra kosten. Alle jongen vervallen weer aan China en ook de volwassen panda’s moeten in 2032 terug. Dit is nog los van de bouwkosten van Pandasia, de opleiding van het personeel dat de beren verzorgd en de kosten van de enorme hoeveelheden bamboe die ze dagelijks wegvreten. Ze hopen dit terug te verdienen met extra bezoekers en panda-merchandise. In Pandasia is dan ook een grote souvenirwinkel met alleen maar pandaspullen. En ja, ik ben bezweken voor de pandasokken…

Natuurlijk heb ik ook naar de andere dieren gekeken. Baby-olifantje Bumi (toen ik in juni de dierentuin bezocht was hij nog net geen jaar oud) scoorde ook heel hoog op de schattigheidsfactor. Het was ook leuk om weer eens een paar giraffen in het echt te zien. En natuurlijk de rode panda’s, die het moeten doen met de “tuin” van Pandasia, want niet zo belangrijk als de reuzenpanda’s. Helaas waren ze heel lui en ondanks dat ik 3x terug ben gegaan, zat er geen vorm van beweging in.

Het Ouwehands heeft ook het Berenbos. De vorige keer dat ik hier was, regende het steeds en hebben we geen enkele beer gespot. Dat was nu heel anders, nu heb ik een stuk of zeven verschillende beren gezien. Het verhaal van de beren in dit bos is heel wat schrijnender dan dat van hun keizerlijke zwartwit gevlekte verwende medeberen. In het Berenbos leven bruine beren die een leven van verwaarlozing of uitbuiting achter de rug hebben en die gered zijn. Er zitten bijvoorbeeld beren die in een circus kunstjes moesten opvoeren of beren die als “huisdier” werden gehouden en sterk verwaarloosd of mishandeld werden. Het zijn wel imposante beesten en ook geen lieverdjes. De panda’s zien er absoluut liever uit.

En tja, afgelopen maand kwam het bericht dat er koala’s naar het Ouwehands Dierenpark komen in de loop van 2023. En als die panda’s nou nog een tweede dure pandababy krijgen… Dan heb je grote kans dat ik in 2024 nog eens terug ga naar Rhenen.

67. Naar Mondo Verde in Landgraaf

71. Een keer een ander fantasy-evenement bezoeken dan Elfia (bijv. een El Mundo Fantasia of een Mittelalter Phantasium Spektakelum in Duitsland)

Begin juli bezocht ik het evenement El Mundo Fantasia in Mondo Verde in Landgraaf. Daarmee tikte ik twee doelen in 1x af. Namelijk het park bezoeken en een andere fantasy-evenement dan Elfia. Mondo Verde is een kruising tussen een dierenpark, aangelegde wereldtuinen en een soort van pretparkgedeelte met kermisachtige attracties. Verder heb je in dit park het concept all you can eat; bijna al het eten en drinken is gratis. Op zich leuk, maar het was deze dag extreem druk, de rijen waren echt ontzettend lang. Daarnaast zijn de porties vrij klein. Vanuit verspilling gezien, begrijp ik dat nog wel. Maar als je drie kwartier in de rij hebt gestaan en honger hebt, is het wel heel karig. Verder was de keuze op vegetarisch gebied vrij beperkt. De tuinen vond ik mooi en ook netjes onderhouden. Vooral het bos met de folly’s (beelden en nepruines) sprak mij erg aan. De dieren zijn vooral kleinere diersoorten en heel veel vogels. Er waren ook wel enkele roofdieren. In de tropische hal vliegen sommige vogels zelfs los. Het kermisgedeelte vond ik het minste van het park. Hier was het ook heel erg druk, dus hier ben ik maar kort geweest.

El Mundo Fantasia is niet te vergelijken met Elfia. Veel minder verklede mensen. Er was wel een grote markt met kraampjes, die stonden niet allemaal bij elkaar, maar verspreid door het hele park. Dus het was een beetje lastig om te bepalen of je nu alles had gehad en ook om kraampjes terug te vinden. Er waren wel veel leuke dingen te koop, dus het een en ander verkocht (een dag later kreeg ik te horen dat ik een ander (huur)woning zou krijgen, dus die spullen zijn ingepakt en wel een verhuisdoos ingegaan). Ook waren er wat rondlopende acts, waarvan ik de steampunkers het leukste vond. Van de muziek weinig gezien of gehoord. Dat is op Elfia wel een stuk groter en ook met meer bekende namen. Het evenement trok wel veel mensen, want het was er heel druk met dagjesmensen. Ook veel mensen uit Duitsland, maar Landgraaf ligt niet heel ver van de grens af. Ik kreeg wel de indruk dat de meeste mensen niet zozeer voor het evenement kwamen, maar voor het gratis eten of omdat ze een goedkoop ticket hadden kunnen krijgen. De entree was dan ook heel chaotisch, omdat er verschillende scanapparaten bleken te zijn voor verschillende ticketaanbieders. Uiteindelijk heb ik best een prima dag gehad en vond ik het leuk om eens in Mondo Verde te zijn geweest (ik was er al een paar keer voorbij gewandeld, maar nog nooit binnen geweest). Maar ik weet niet of ik nog eens terug zou gaan. Misschien over een paar jaar nog eens.

69. Naar SeaLife in Scheveningen

Ik ben al ik weet niet hoe vaak over die boulevard van Scheveningen langs dit aquarium gelopen, maar ik was er nog nooit binnen geweest. Uiteindelijk kwam er ergens een kortingsactie voorbij, dus toch maar eens gegaan. Het was groter dan ik verwacht had, dus ben er nog best lang binnen geweest. Verder wist ik niet dat SeaLife een wereldwijde organisatie is en dat er dus ook vestigingen in het buitenland zijn. Ze werken samen om het leven in de zee te beschermen. Zo keek ik een stukje van een documentaire over een tropische zeeschildpad die was aangespoeld op het strand van Katwijk. Deze schildpad is verzorgd in SeaLife Scheveningen en uiteindelijk teruggebracht om uitgezet te worden in de Golf van Mexico.

Ik dacht even dat ik in 2007 bij SeaLife Frankrijk ben geweest, maar dat bleek het Grand Aquarium van Saint Malo te zijn geweest. Toch deed SeaLife mij daar nog het meeste aan denken; veel dezelfde soorten vissen, wat op zich niet zo raar is, want allebei Noordzee natuurlijk. SeaLife heeft een onderwatertunnel, net als in Blijdorp Rotterdam. Ze hebben heel veel finding Nemo’s ofwel clownsvissen. De zeepaardjes vond ik ook leuk om te zien, omdat die hier heel goed zichtbaar waren. De kwallen hadden hun eigen onderwaterdisco met wisselend licht. Ook murene’s (een soort van slangachtige lange vissen die zich in allerlei dingen opfrommelen) vind ik intrigerende vissen. Er waren hoofdzakelijk vissen natuurlijk. Maar ook een hele grote zeeschildpad. En buiten zit een kleine pinguinsoort en otters. Hoewel die otters niet te zien waren, omdat er eentje ziek was en ze daardoor binnen zaten.

Ook vind ik het altijd lastig om goede foto’s te maken in aquaria, vanwege het spiegelende glas. Alles bij elkaar leuk om dit eindelijk eens van binnen gezien te hebben. En de rest van de dag heb ik mij nog prima vermaakt met geocaching op de boulevard van Scheveningen en in de binnenstad van Den Haag.

85. Een andere woning

Ondertussen woon ik alweer 2,5 maand in een andere huurwoning, die in alle opzichten een vooruitgang is. Bijna dubbel zo groot, een veel hoger energielabel, betere isolatie, betere buurt, verder van de spoorlijn af en het allerbeste: ik hoor de buren niet. Eindelijk af van Harrie Herrie, mijn vreselijk luidruchtige ex-onderbuurman. Eindelijk af van de antikrakers in de woningen naast de mijne (die ’s nachts gillend door het huis renden en die om 2 uur ’s nachts joints gingen roken op het dakterras). Mijn oude huurwoning wordt op termijn gesloopt en daarom moest ik eruit en kreeg ik voorrang op de ellenlange wachtlijst van de huurstichting. Anders had ik misschien nog wel tien jaar moeten wachten op een andere huurwoning. In die zin heb ik geluk gehad. Ook kreeg ik een flinke verhuisvergoeding, waar ik al mijn klusmateriaal van kon betalen, inclusief de nieuwe vloer (vloeren zijn echt tyfusduur!). Maar vijf jaar in het Krot heeft mij ook veel ellende opgeleverd. Ik ben in ieder geval heel erg blij met deze andere huurwoning. Die wel nog in Oisterwijk is, maar dan ongeveer 1,5 kilometer verderop.

90. Een ontrommelmaand (methode nog te bepalen)

Tijdens het verhuizen heb ik heel veel dingen weggedaan, weggegeven of verkocht. Van kastjes die ik niet meer wilde verhuizen, tot zakken vol met kleding. Ook verkocht ik een hele stapel spellen, die we nooit speelden. En heel veel dingen die kapot waren of erg versleten nu eindelijk eens weggegooid. Evengoed blijk je dan nog heel veel spullen te hebben. Zelfs mijn cavia’s hadden een hele verhuisdoos vol spullen (extra flessen, voerbakken, speelgoed, nagelschaartje); nog los van voer, hooi, hennepvezel en de onderdelen van de buitenren. En hun grote kooi.

Ook nu kom ik nog dingen tegen die alsnog best weg mogen. Zo is mijn hele collectie houten giraffen (die nog op de zolder van mijn oude huis bleken te staan) ondertussen verkocht. Dus de komende tijd blijf ik nog lekker door ontrommelen. Ik heb hier wel een grote zolder, maar ik wil niet dat dat een rommelzolder wordt met spullen die ik toch nooit meer neer ga zetten of gebruiken. Dan kan ik er beter meteen afstand van doen.

101. De 100 boeken lezen van De Grote Vriendelijke 100 (14/45)

Ik moest dus nog 45 van deze 100 boeken lezen. In de zomer heb ik er even niet zo’n aandacht aan gegeven, maar nu heb ik het weer opgepakt en diverse boeken gelezen en gereserveerd bij de bibliotheek. Ondertussen 14 van de 45 boeken gelezen en er ligt er nog eentje klaar. Welke boeken ik nog moet lezen (groen) en welke ik ondertussen gelezen heb (paars) zie je HIER.

Verder

  • Moet ik veel doelen nog bewijzen met blogs, haha
  • Schrijven, schrijven, schrijven
  • Heb ik die 150 boeken al lang gelezen met nog bijna 1,5 jaar op de teller. Bibliobibuli ten top.

Geocachingavonturen uit het verleden: Stadspark Groningen

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 3 november 2010:

Anke en ik waren een week op vakantie in Drenthe, maar we zaten vrij dicht bij de stad Groningen, dus besloten we om daar een dagje heen te gaan. In 2010 was het een geocachingdoel om caches te vinden in alle provincies van Nederland en Drenthe, Friesland en Groningen ontbraken nog in die rij. Daarom moesten we dus ook een paar caches scoren in Groningen en in het Stadspark bleken er een heleboel te liggen, dus was onze eerste stop daar.

Het avontuur:

Omdat we ook nog geen founds in de provincie Groningen hadden en we het ook altijd wel leuk vinden om een dagje te winkelen, hadden we besloten om dat in Groningen te gaan doen. Ik had er ook een complete cache-serie gevonden, waarvan het ons allebei wel leuk leek om een aantal caches te doen. We begonnen ons bezoek aan de stad daarom in het Groninger Stadspark, een heel groot park met van alles en nog wat, waaronder een vijver, een kruidentuin, heel veel kunst en een kinderboerderij. Langs de kunstwerken in het park liep een multi-cache en daarmee passeerden we maar liefst 6 traditionals, dus dat sprak ons wel aan. De trads waren allemaal goed te vinden. Helaas kwamen we er na een waypoint of 6 van de multi achter, dat de cachebeschrijving niet helemaal ingeladen was. We hadden geen idee hoe lang hij was en omdat het allemaal ellenlange beschrijvingen waren, konden we ook niemand bellen voor hulp; dat zou een duur gesprek zijn geworden. Het was ook een gewone, doordeweekse dag, dus onze gezinsleden waren allemaal aan het werk of op school. Op deze manier leerden we dus dat te lange cachebeschrijvingen nooit volledig worden ingeladen door de Oregons. Er is een limiet aan opslag per cache blijkbaar.

Als troost zijn we toen maar de korte multi in de kruidentuin gaan doen. De kruidentuin was een door onkruid overwoekerd, chaotisch geheel. Er was een tuinman hard aan het werk, maar Anke en ik dachten dat hij nog jarenlang werk zou hebben om hier nog iets fatsoenlijks van te maken. De cache was er gelukkig nog wel.

De cache van de Gasunie lag vlakbij het park en we probeerden hem te voet vanaf de parkeerplaats te bereiken, maar er was een congres bij de Gasunie en het was er vreselijk druk met aan- en afrijdende auto’s, pendelbussen en heel veel keurig geklede mensen. Liepen Anke en ik daar in onze outdoor-kleding en rugzakken door de bosjes. Dit was dus een beetje een genante cache om te loggen. Ook de Concourslaan was niet helemaal zoals het hoorde. Eigenlijk mocht je daar niet in rijden met de auto, maar wij hadden geen zin om te lopen, dus deden we net of we het bordje niet gezien hadden. Ik keerde de auto, terwijl Anke vlug de cache ging loggen. Nadat ze dat gedaan had, sprong ze vlug op de bijrijdersstoel en reden we door naar het centrum.

We kozen een willekeurige parkeergarage, met een hele enge helling waar ik hartkloppingen van kreeg. Ik haat hellingen. Het was gelukkig wel vlak bij het centrum dat o.a. bestond uit de Monopoly-straten Heerestraat en Grote Markt (Het A-kerkhof niet gezien). Een mooi, ruim opgezet-centrum. Tijdens het winkelen kwamen we langs twee kerken en bij allebei lag nog een cache. De nano bij de oude, grijze kerk was echt lastig zoeken, omdat er superveel Dreuzels rondliepen en iedereen naar ons keek. We wilden al bijna opgeven, maar gelukkig vond Anke, de nano-expert, hem toen nog. Waarschijnlijk lagen er nog wel meer caches in het centrum, maar ik heb er voor gekozen om op een bepaald moment te stoppen met caches laden, om ook nog winkeltijd over te houden.

Omdat er niet echt speciale winkels bij waren, hebben we uiteindelijk alle caches in het Noorderplantsoen ook nog te voet gedaan. Sommige zaten moeilijk verstopt, vooral die ene bij de gracht, waarbij je over het randje moest lopen en bijna in het water viel. We hebben ze wel allemaal gevonden.

Daarna liepen we terug naar de parkeergarage. Nadat ik de helling in de parkeergarage had overwonnen kwamen we veilig uit Groningen. We moesten nog een cache die een stukje buiten het stadspark lag om de stadspark-serie compleet te krijgen, dus die hebben we in het donker op de terugweg nog gedaan. Hij lag bij een brug, alleen kon je er niet goed bij. Anke is onder de brug gekropen en heeft hem eruit gekregen. Daarvoor moest ze wel een soort turnhouding aannemen.

Achteraf bleek dat de serie ook nog een travelbughotel telde, maar dat had ik over het hoofd gezien. Nou ja, pech gehad, je kunt nou eenmaal niet alles hebben. Met 14 founds hadden we al veel meer caches gedaan, dan ik van tevoren had ingepland voor deze dag.

Wat ik hier op 3 november 2022 nog aan toe te voegen heb:

Dat winkelen combineren met geocaching is iets wat ik nu nog steeds doe. Zelfs Anke combineert haar stadsbezoeken op vakantie nog steeds met geocaching. Tegenwoordig zijn dat wel vaak labcaches, want die zijn virtueel en daardoor makkelijker te onderhouden in een stad. In Groningen ben ik nog een paar keer terug geweest, 1x zelfs weer samen met Anke. Ook in het Stadspark Groningen ben ik nog een paar keer geweest, omdat daar het Zomerfolk festival van de band Rapalje (de meeste leden van deze band wonen in de stad Groningen) wordt gehouden.