In februari las ik vrij veel boeken (17 stuks), dat komt vooral omdat ik corona kreeg en vijf dagen mijn huis niet uit mocht (dat was in de stormweek en ik was best wel ziek, dus het kostte mij niet zoveel moeite om binnen te blijven). Ik heb toen veel boeken gelezen.
Alleen op de wereld – Hector Malot
Dit is natuurlijk een klassieker, de originele editie stamt al uit 1870. Ik heb besloten (toen het eind vorig jaar een mooie aanbieding was) om de geïllustreerde editie (illustraties door Charlotte Dematons) uit 2016 aan te schaffen. Om de een of andere reden had ik dit boek nog nooit gelezen en dat is best apart, want ik heb als kind toch echt wel een groot gedeelte van de jeugdbibliotheek verslonden. Ik was een beetje bang dat ik de schrijfstijl niet prettig zou vinden (dat vind ik vaak bij klassiekers), maar het is herschreven, dus dat is prima. Wel vind ik dat je heel erg merkt dat het oorspronkelijk een feuilleton-verhaal was, sommige hoofdstukken lijken een beetje abrupt afgebroken te zijn en ook het einde vond ik een beetje afgeraffeld. Het verhaal doet ook wel een beetje denken aan het Nederlandse Kruimeltje, maar dat is van latere datum, dus waarschijnlijk haalde Chris van Abkoude zijn inspiratie deels bij Hector Malot. In ieder geval maakt de vondeling Rémi behoorlijk veel mee op zijn zwerftochten door Frankrijk, maar uiteindelijk blijkt hij natuurlijk – ietwat cliché – bij een rijke familie te horen en komt alles goed.
Zolang er sterren aan de hemel staan – Kristin Harmel
Waar ik Hier ben je veilig op sommige punten nogal ongeloofwaardig vond, vond ik dit boek wel weer heel mooi. Ook dit boek gaat over de oorlog. De bejaarde Rose is dementerend en doet ineens uitspraken over mensen waar haar kleindochter Hope nog nooit van gehoord heeft. Rose blijkt van Joodse afkomst te zijn en is in de oorlog gevlucht naar Amerika. Maar ze is er nooit achter gekomen wat er met haar familie en haar geliefde is gebeurt. Kleindochter Hope probeert hier achter te komen en dan blijkt dat Rose een behoorlijk heftige oorlogsgeschiedenis heeft. Ook mooi zijn de traditionele recepten van de familiebakkerij die door het boek verweven zijn en die invloeden hebben uit verschillende richtingen. En net als in Het meisje uit de trein wordt hier meer gehamerd op de overeenkomsten tussen godsdiensten, dan op de verschillen. En dat vind ik heel goed.
De zonde waard – Simone van der Vlugt
Hij stond in de bibliotheek bij de bestsellers, dus ik besloot nog maar eens een thriller te proberen. Door de korte hoofdstukken leest het boek vlot weg en het heeft zeker een spanningsboog, maar ik vond het een zeer ongeloofwaardig verhaal met veel te veel lijken. Gek is dat, dat de historische boeken van deze schrijfster mij wel aanspreken en dat ik de thrillers echt vreselijk vind.
De belofte van het weesmeisje – Anne Jacobs
Deel 5 in de serie van het weesmeisje. De titels vind ik een beetje ongelukkig gekozen, want Marie was in deel 1 eigenlijk al geen weesmeisje meer. Omdat het verhaal om diverse leden van de familie Melzer draait, hadden de titels beter anders kunnen zijn. Ondanks dat de spanningen in het Duitsland tussen de twee wereldoorlogen behoorlijk toenemen (en bepaalde regels ook zwaar absurd zijn; zo krijgt Paul het advies om te scheiden van de zijn Joodse vrouw Marie…), leest het boek wel weer heerlijk weg. Ik gok dat er minstens nog een boek gaat komen in deze serie, misschien zelfs nog wel twee. Ik ben ook best benieuwd hoe het verder gaat met de diverse personages en dan vooral met Dodo, dus ik heb geen bezwaar tegen het verlengen van deze serie.
Een hart zo vurig – Brigid Kemmerer
Het vervolg op Een vloek zo eenzaam, de Belle en het Beest-bewerking die ik vorige maand las. Tja, het leest op zich wel lekker weg, maar ik heb niet echt het idee dat ze tot een oplossing komen. Dit boek heeft Grey, de lijfwacht uit deel 1, die toch iets anders blijkt te zijn, als hoofdpersoon en Lia Mara, de min of meer afgezette prinses van een vijandelijk buurland van Sinteldaal. Er is ook nog een deel 3 en die ga ik ook nog lezen, maar ik vind het allemaal vrij chaotisch en zeker niet de beste boeken die ik ooit gelezen heb.
Achtste-groepers huilen niet – Jacques Vriens
Dit is een klassieker (hoewel pas in 1999 verschenen) en toch had ik het boek nog nooit gelezen. Maar het staat in de Grote Vriendelijke Top-100 en het stond in de MiniBieb van mijn ouders, dus twee redenen om het eindelijk eens te lezen. Ook was ik vorig jaar in Helmond en daar heeft schrijver Jacques Vriens gewoond, dus was er een labcache over hem te doen. Het is natuurlijk een heel zielig boek, een beetje The Fault in Our Stars, maar dan met jongere kinderen (groep 8) en in Nederland. Ondanks dat het heel verdrietig is dat het stoere meisje Akkie ongeneeslijke leukemie blijkt te hebben, zitten er ook mooie dingen in en het is herkenbaar voor iedereen die ooit in groep 8 heeft gezeten, want natuurlijk heeft ook deze groep 8 een musical, een kamp en is er een cito-toets. Het is ook verfilmd, dus stiekem wil ik die film nu ook zien. Hij staat zowaar op Netflix.
Momo en de Tijdspaarders – Michael Ende
Ook Momo en de Tijdspaarders staat in de Grote Vriendelijke Top-100 en was een boek dat ik nog niet eerder gelezen had. De schrijver, Michael Ende, is vooral bekend van Het Oneindige Verhaal/The Neverending Story en dat heb ik wel gelezen. Momo is een soort van modern sprookje, waarin het meisje Momo helemaal alleen (a la Pluk van de Petteflet) in een vervallen amfitheater woont. De mensen uit de nabijgelegen stad komen naar haar toe om raad en de kinderen voor haar eindeloze fantasie. Tot op een dag de Tijdspaarders komen die alle volwassenen willen dwingen om tijd op te sparen. Momo is als een van de weinigen niet bevattelijk voor de Tijdspaarders en moet het probleem oplossen. Het verhaal is mij op sommige punten een beetje te vaag of te langdradig. Wel leuk dat er afbeeldingen in staan. Toch geef ik de voorkeur aan Het Oneindige Verhaal.
Het meisje uit de trein – Irma Joubert
De 6-jarige Gretl overleeft als enige een treinramp waarbij de rest van haar familie om het leven komt. Het gaat om een trein die op weg was naar een concentratiekamp. Ze komt in huis bij de jonge, Poolse verzetsstrijder Jakob en zijn familie en hoewel ze best wel verwaarloosd wordt door dit gezin, overleeft ze op deze manier wel de oorlog. Na de oorlog wil de familie eigenlijk van haar af en wordt ze met een Duits adoptie-programma naar Zuid-Afrika gestuurd. Vind ze hier dan eindelijk het geluk? Het idee achter het boek vind ik wel interessant, maar het las niet overal heel lekker weg. Het is soms langdradig en op andere punten weer iets te snel. Verder vond ik het ook wel heel erg leunen op het geloof. Gretl worstelt ook wel met al die verschillende geloven waar ze mee te maken krijgt, zo erg dat je bijna zou verwachten dat ze atheïst wordt, maar dat gebeurt toch niet. Dat had ik misschien mooier gevonden, nu leunde het allemaal toch te veel op: geloof maakt alles goed. En daar sta ik als atheïst niet achter. Het boek is het eerste van een trilogie, maar ik weet nog niet zeker of ik de overige boeken nog wil gaan lezen.
Hier ben je veilig – Kristin Harmel
Ook dit boek gaat over de oorlog. Van de ene kant vond ik het heel interessant, het is namelijk op waarheid gebaseerd: in de uitgestrekte Poolse bossen overleefden grote groepen Joodse mensen de oorlog door zich te verstoppen in holen onder de grond en zich vaak te verplaatsen. Dit gedeelte van het verhaal was dan ook prima in orde. Maar Harmel koos met haar hoofdpersoon Yona voor een nogal vreemde invalshoek. Yona is de dochter van een man die later in de oorlog een hoge nazi wordt, maar ze wordt op 2-jarige leeftijd gestolen door een vreemde vrouw die al jaren in de bossen leeft. Ze verkiest Yona min of meer als haar opvolgster. Dit hele gedeelte is vaag en een beetje bovennatuurlijk en ook wel ongeloofwaardig. Als de vrouw is overleden blijft Yona alleen over en komt ze dus terecht bij zo’n groep verstopte Joden. Het meest ongeloofwaardige gedeelte in het boek is echter als Yona haar biologische vader weer ontmoet. Het hele gegeven van dit boek was in mijn boek beter uit de verf gekomen als gekozen was voor een andere soort hoofdpersoon. Nu zat ik echt vaak met opgetrokken wenkbrauwen van de ongeloofwaardigheid en werd mijn aandacht afgeleid van waar het eigenlijk echt om ging. Dus beetje gemengde gevoelens over dit boek, terwijl ik bijvoorbeeld Het boek van verloren namen van dezelfde schrijfster wel heel mooi vond.
Een recept voor geluk – Veronica Henry
Dit is het derde boek dat ik van Veronica Henry heb gelezen en helaas ook het slechtste. Het boek komt heel langzaam op gang. Pas als de historische verhaallijn begint – die speelt tijdens de bombardementen op Bath (Engeland) in de tweede wereldoorlog – wordt het echt interessant. Die historische verhaallijn is dan ook de reden dat ik het boek heb uitgelezen, want de verhaallijn in het heden is hoofdzakelijk een eindeloze herhaling van diverse problemen van de hoofdpersoon. Wel mooi is dat het huis zowel in de historische verhaallijn als de hedendaagse verhaallijn een grote rol speelt in het opvangen van mensen.
Honderd uur nacht – Anna Woltz
Dit boek las ik ook ter ere van de Grote Vriendelijke Top-100 en het was na het kinderboekenweekgeschenk Haaientanden pas mijn tweede Anna Woltz. Het is een jeugdboek, maar wel een heerlijk weglezend jeugdboek. Terwijl storm Eunice over Nederland raasde las ik over de orkaan die New York in 2012 trof en hoe dat werd beleefd door een uit Nederland gevluchte tiener en haar brandnieuwe Amerikaanse vrienden. Natuurlijk zijn er de nodige problemen op te lossen, maar de de door de orkaan veroorzaakte ongemakken (de elektriciteit valt uit) brengen de tieners snel nader tot elkaar. Goed boek. Ik hoop dat de jeugd van tegenwoordig dit mag lezen voor hun literatuurlijst, want dit is veel interessanter dan al die verouderde, saaie literatuur.
De stad van de tsaar – Martina Sahler
Een historische roman over de (in mijn ogen) zeer narcistische tsaar Peter de Grote die een stad gaat bouwen die Sint Petersburg zal gaan heten. We volgen de bouw van de stad door de ogen van enkele inwoners van het eerste uur. Het doktersgezin had daarbij mijn grootste sympathie, naast de lijfeigenen en de Zweedse krijgsgevangene. De tsaar zelf vond ik maar een arrogante klootzak met grootheidswaanzin, hoewel hij af en toe ook wel iets goeds deed. En ook de adellijke dame vond ik een zeer irritant personage. Het boek las wel lekker weg, maar het haalt het niet bij de boeken bij Ken Follett die een vergelijkbaar onderwerp hebben, hoewel die zich afspelen in Engeland.
Het familiegeheim van Florence Grace – Tracy Rees
Vorig jaar las ik van dezelfde schrijfster Het geheim van Silvermoor en dat vond ik een leuke kruising tussen een historische roman en een feelgoodboek. Helaas haalt Florence Grace het niet bij Silvermoor. Misschien omdat het verhaal uiteindelijk nergens echt toe leidt. Florence groeit op in een arm dorpje op de heide bij haar grootmoeder. Als zij sterft blijkt Florence bij de rijke familie Grace te horen en wordt ze opgehaald om verder opgevoed te worden in de familievilla in de grote stad. Een totaal ander leven dan Florence gewend is en niet alle familieleden zijn haar goed gezind. De grootvader speelt iedereen tegen elkaar uit met als inzet de erfenis. Houdt Florence dit vol of gaat ze terug naar de heide? En dan is er nog de liefdesrelatie met een totaal ongeschikte man (in mijn ogen dan he en dat ligt aan zijn karakter, niet aan de familieband). Het leest wel vlot weg, maar vond het geen hoogvlieger binnen het genre.
Het stof dat van dromen valt – Louis de Bernieres
Mooie titel, maar pfft wat heb ik lang over dit boek gedaan. Ik begon er al in januari mee, maar heb het een paar keer weggelegd voor een ander boek. Uiteindelijk dan toch uitgelezen. Het boek gaat over een aantal Engelse buurkinderen die in hun jeugd bevriend raken. Dan breekt de eerste wereldoorlog uit en die beleven ze allemaal anders. Ze overleven ook niet allemaal. Vervolgens komen de jaren na de oorlog die ook niet makkelijk zijn. De schrijfstijl van het boek is heel vermoeiend. Soms in dagboekvorm. Soms in briefvorm. Te veel hoofdpersonages. Op veel punten te langdradig. Er zitten een paar tegenstrijdigheden in het boek. Rosie is een bloedirritant personage met al haar heiligheid. Haar ouders zijn ook raar. Daniel vind ik best wel aardig, maar de schrijver vervalt heel vaak in eindeloze technische verhandelingen over gevechtsvliegtuigen die mij niet echt interesseren. Kortom, een moeizaam boek om door te komen. Er is nog een vervolg, maar ik betwijfel of ik dat nog ga lezen.
De boekbinder – Bridget Collins
Dit boek kreeg de meest prachtige recensies, maar om heel eerlijk te zijn vond ik het tegenvallen. Het eerste deel is interessant, dat roept veel vragen op en maakt je nieuwsgierig naar het ambt van boekbinden. Maar dan volgt er een deel wat meer een boeketreeksroman is, zij het dan dat het om een regenboogliefde gaat en in die zin dan nog origineel is. En in het laatste deel zou alles samen moeten komen, maar dat is vooral heel chaotisch en laat mij als lezer met veel vragen achter. Bijvoorbeeld de vraag wat Emmett nou met zijn gave gaat doen? Kan hij die gewoonweg niet gebruiken of krijgt hij dan problemen? En vinden Emmett en Lucian in deze middeleeuws aandoende wereld ergens een plek waar ze wel samen mogen zijn? En zo zijn er nog wel wat dingen. Er wordt nu te veel open gelaten.
Eva’s dochters – Lynn Austin
Het boek gaat over vier generaties vrouwen (overgrootmoeder, grootmoeder, dochter, kleindochter) en hoe die hun relatie/huwelijk en de rol van de vrouw daarin beleven. Dan is er het grote familieraadsel wie nu de vader is van Grace. Helaas wel met een erg godsdienstige inslag, want om de haverklap wordt er geciteerd uit de bijbel. Het geloof speelt in deze familie dan ook een erg grote rol. Daar had ik als atheïst enige moeite mee. Maar tussen dat gelovige door zat nog wel een aardige familiegeschiedenis verscholen en daarvoor heb ik het boek uitgelezen. Toch ga ik verder geen boeken van deze schrijfster meer lezen. Ik zag later ook pas dat er aanbevelingen in stonden van de EO en het Reformatisch Dagblad. Wel nog leuk; ik haalde dit boek uit de MiniBieb van mijn moeder, las het op vakantie en liet het vervolgens achter in een MiniBieb daar.
Het afscheid van de tropen – Dinah Jefferies
De saffierweduwe – Dinah Jefferies
Het ene boek las ik eigenlijk al in januari, maar had ik nog niet meegenomen in mijn recensies. Deze twee boeken lijken ook ergens op elkaar; in beiden wordt een vrij naïeve vrouw ernstig bedrogen door haar echtgenoot. De roots van beide vrouwen liggen in Engeland, maar het ene boek speelt in Ceylon in de jaren ’30 en het andere in Maleisië in de jaren ’50. De vrouwen wonen daar voor het werk van hun mannen. Ik vind het vooral interessant hoe mensen daar toen leefden zonder de moderne communicatie- en vervoersmiddelen van nu. Wel wordt er behoorlijk neergekeken op de plaatselijke bevolking, want het zijn Engelse kolonies en dat volk is superieur (zo wordt het niet letterlijk geschreven, maar dat is het gevoel). In beide boeken zit ook nog een lichte thrillerachtige verhaallijn. Alles bij elkaar boeiend genoeg om de boeken uit te lezen, maar ik vond eerdere boeken – Dochters van de Dordogne en De dochter van de zijdekoopman – die ik van Dinah Jefferies heb gelezen beter.