Nu het weer te vroeg donker is om ’s avonds nog in het bos te gaan wandelen (want dat mag nou eenmaal niet na zonsondergang en is ook veel te duister) neemt mijn leesradius weer toe. Deze maand dan ook weer 11 boeken gelezen.
Louis & Louise – Julie Cohen
Een interessant en tegelijkertijd ook wel wel moeizaam boek. Het boek wisselt twee verhaallijnen af die in principe over dezelfde persoon gaan. De ouders zijn hetzelfde, de vrienden (de tweeling Benny en Ally die een zeer grote rol spelen in beide verhaallijnen) zijn hetzelfde, de omgeving is hetzelfde. Beiden zijn biseksueel en hebben relaties met zowel mannen als vrouwen gehad. Maar in de ene verhaallijn is Louis een jongen/man en in de andere verhaallijn is Louise een meisje/vrouw. En dat genderverschil maakt hun levens anders en toch ook hetzelfde. Omdat in beide verhaallijnen dus dezelfde bijpersonages voorkomen, is het soms even schakelen hoe het nou ook alweer zat. Zo heeft Louise een dochter, maar heeft Louis geen kinderen. Louis heeft een boek gepubliceerd over een onderwerp waar Louise ook een boek over zou willen schrijven. In beide verhaallijnen ligt hun moeder op sterven, maar in de ene verhaallijn is hun vader er nog, terwijl die in de andere verhaallijn is verdwenen. In de ene verhaallijn is een belangrijk bijpersonage overleden, in de andere verhaallijn is diezelfde persoon nog springlevend. Ook vond ik de tussenstukjes over het opgroeien van Louis/Louise die steeds enkele jaren samen vatten wat minder geschreven, alsof ze er later nog tussen gepropt waren op aanraden van een redacteur. Het idee van het boek is natuurlijk heel erg origineel en in het verhaal komen veel dingen over gender en seksualiteit voor die nu spelen, maar ook vroeger al. Helaas wordt het mij gedurende het boek niet duidelijk of dit verhaal nu positief of negatief bedoeld is. Uiteindelijk hield ik er vooral een negatief gevoel aan over. En ik vermoed dat dat eigenlijk niet de bedoeling is geweest van de schrijfster.
Twee zusjes – Kristin Hannah
Ook dit boek stond in de minibieb van mijn ouders. Na De Nachtegaal, De Wintertuin en De Vier Windstreken leek dit boek wel geschreven door een totaal andere schrijfster. Ik herkende er weinig tot niets in van haar latere werk. Twee zusjes gaat over twee halfzussen met een leeftijdsverschil van zeven jaar. Ze hebben dezelfde moeder, maar verschillende vaders. Ze hebben een moeilijke jeugd gehad en hebben nu een totaal ander leven en weinig contact. Meghann (wat een hoop overbodige letters in deze naam) is een rijke en succesvolle echtscheidingsadvocatie, Claire woont en werkt op een camping en heeft een dochtertje van vijf jaar oud. Claire besluit vrij halsoverkop om te trouwen en Meghann vindt dit heel onverstandig en probeert haar van dit huwelijk te weerhouden. Dit alles zou al genoeg zijn voor een prima feelgoodverhaallijn met wat drama van hun jeugd erin verwerkt. Maar halverwege het boek slaat de toon ineens om en wordt Claire ernstig ziek en zwabbert het verhaal ineens alle kanten op en neemt de ongeloofwaardigheid sterk toe. Vooral dit contrast tussen de twee verhaalhelften werkte niet voor mij. Het was te veel voor één boek. Ook heb ik mij erg geërgerd aan de loze stukken tussen Meghann en haar psychologe. Om de één of andere reden komen psychologen in boeken op mij altijd over als onbekwame geldkloppers. Zo ook hier.
De Maneschijn sonate – Corina Bomann
De schrijfstijl van Corina Bomann leest heerlijk weg en dat geldt ook voor dit boek met een verhaallijn in het heden en eentje in het verleden. Het boek speelt deels op Sumatra en ik vond het verrassend hoe open daar met relaties werd omgegaan. Ook gaat het boek over twee vioolspelende wonderkinderen die dezelfde viool in hun bezit hebben gehad; Rose en Helen. Wat is het verband tussen deze twee vrouwen en wat is er met hun gebeurd? Een eeuw later krijgt Lilly de viool op een mysterieuze manier in handen en ze probeert de geschiedenis van de viool en de twee wonderkinderen te achterhalen. Op zich interessant, maar de zoektocht hangt wel van heel veel toevallige ontmoetingen en vondsten aan elkaar. Ook wordt er meerdere keren gebruik gemaakt van rampen om bepaalde personages om het leven te laten komen. Daarnaast is de titel van het boek de naam van het muziekstuk wat bij de viool zit. Maar uiteindelijk wordt de componist van dit muziekstuk niet achterhaald. In dit zin had het boek beter iets met viool in de titel kunnen krijgen.
Welkom bij Hotel Flanagans – Asa Hellberg
De dochters van Hotel Flanagans – Asa Hellberg
Asa Hellberg is een Zweedse schrijfster en haar blog is helaas in het Zweeds, dus ik kan het niet lezen. Haar boeken zijn in het Nederlands vertaald en daardoor wel leesbaar voor ons. Het zijn feelgood-boeken en ze lezen lekker weg. In Hotel Flanagans is het net goede tijden, slechte tijden. Overlijdens, nieuwe eigenaren, geldproblemen, problemen met familieleden, relatieproblemen, arme mensen op zoek naar een beter leven, discriminatie vanwege huidskleur, buitenechtelijke kinderen, kinderen die niet aan de verwachtingen van hun ouders voldoen. Het zit allemaal in deze boeken, die zeer geschikt zijn voor de fans van Lucinda Riley en Corina Bomann.
Eindeloos dichtbij – Jenny Colgan
Deel 3 van de Schotland-serie van Jenny Colgan. De Schotland-serie spreekt mij meer aan dan de Bakkerij-serie. In dit boek ruilen de Londense Lissa en de nuchtere Schotse Cormac – beiden verpleegkundigen – van huis en baan. Per mail en later per app wisselen ze gegevens uit over hun patiënten en hun belevenissen. Ze hebben elkaar echter nooit ontmoet. Natuurlijk valt te voorspellen dat ze gevoelens voor elkaar krijgen. Maar dit boek gaat ook over posttraumatische stressstoornis. Ook bevat het situaties waarin de verpleegkundigen belanden met hun soms erg vreemde patiënten. Natuurlijk komen ook de personages uit de voorgaande delen nog een keer voorbij. Helaas zitten er weer een paar ongeloofwaardige stukjes in (daar is Colgan nogal goed in), maar overall vind ik deze serie toch wel een heel stuk beter dan de kleine bakkerij-serie.
De laatste brief – Sarah Blake
Om heel eerlijk te zijn vond ik dit een vrij saai boek. Het speelt aan het begin van de tweede wereldoorlog, als Amerika nog geen deel neemt aan de oorlog. Alleen de verhaallijn over radiojournaliste Frankie is echt interessant; zij geeft commentaar tijdens de Blitzkrieg en reist later in het boek per trein door Frankrijk om namen en verhalen van vluchtende mensen (vooral veel Joodse mensen) vast te leggen. Dat is dan ook de enige reden dat ik het boek heb uitgelezen. De andere personages wonen in een dorpje ergens aan de kust van Amerika. Met Emma en Wil had ik alleen maar medelijden: waarom kan niemand die arme Emma gewoon eerlijk vertellen wat er met haar man is gebeurd? Iris vond ik ook maar een aparte vrouw, haar baan als hoofd van het postkantoor lijkt me dan weer wel tof. Als ik in de jaren veertig had geleefd, had ik die baan wel willen hebben. Het boek eindigt eigenlijk voor niemand echt vrolijk en daardoor lijkt het verhaal ook niet echt af. En nee, de oorlog is ook nog niet voorbij aan het einde van het boek, maar nu is het net alsof je de eerste afleveringen van een serie hebt gekeken die door geldgebrek nooit afgemaakt is.
Tegen beter weten in – Charlotte de Monchy
Dit boek vond ik in de minibieb van mijn ouders. Het is een feelgoodboek van een Nederlandse schrijfster. Ik had nog nooit een boek van haar hand gelezen, maar de achterkant maakte mij nieuwsgierig. Het boek is inderdaad een typisch feelgoodboek; aan het begin kun je al voorspellen welke vrouw met welke man gaat eindigen. Wel leest het boek heerlijk weg en sprak de omgeving (een afgelegen dorpje in Canada) mij aan; zo gingen de personages bijvoorbeeld kajakken. Ook bevatte het boek dialogen met veel humor, iets wat ik wel eens mis in andere boeken. Bij dit boek toverden de dialogen regelmatig een glimlach op mijn gezicht, dus dat is een pluspunt tijdens het lezen. Het boek doorgegeven aan mijn moeder die naar eigen zeggen in een feelgood-lees-periode zit en daarna gaat het weer in de minibieb; op zoek naar nieuwe lezers.
Het huis in Kreis Pinneberg – Rhidian Brook
Let op: spoilers!
Dit is het boek waar de film The Aftermath op is gebaseerd die ik vorige maand heb gezien. De auteur – Rhidian Brook – schrijft normaal filmscenario’s en dit boek is dan ook geschreven met de wetenschap dat een verfilming in zicht was. Toch zijn er een paar opmerkelijke verschillen tussen het boek in de film. Zowel boek als film spelen zich af in Hamburg, net na de oorlog. De Britse kolonel Lewis is verantwoordelijk voor de wederopbouw van de stad en toont veel begrip voor de overgebleven, veelal dakloze Duitse inwoners van de stad. In 1946 komen zijn vrouw en zoon ook in Hamburg wonen en wordt er een huis gevorderd van de overwonnen Duitsers. Dit is echter een groot landhuis, dat bewoond wordt door de voormalig architect Lubeck en zijn dochter. Lewis neemt het besluit dat het huis groot genoeg is om te delen en laat de man en zijn dochter bij hen inwonen. Dit gegeven van een huis delen is gebaseerd op de ervaringen van Brooks grootvader, die met zijn gezin zo’n vijf jaar een huis heeft gedeeld met het Duitse gezin van wie het huis eigenlijk was. De situatie in het boek is waarschijnlijk wel een stuk dramatischer gemaakt. Zowel het Britse gezin als het Duitse gezin heeft een groot verlies geleden. De oudste zoon van Lewis en zijn vrouw Rachael is omgekomen tijdens een bombardement en dit verdriet (en Lewis jarenlange afwezigheid) werpt een grote schaduw over hun huwelijk. Lubeck is zijn vrouw verloren, eveneens bij een bombardement en heeft een zeer moeizame relatie met zijn tienerdochter Frieda. In de film hadden Lewis en Rachael slechts één kind; de omgekomen Michael. In het boek is er echter nog een jongere zoon – Edmund – die mee naar Duitsland komt. In het boek is er ook nog een verhaallijn over een groep weeskinderen (hun ouders zijn omgekomen tijdens de bombardementen op Hamburg, waarbij ook Lubecks vrouw is gestorven) die probeert te overleven in de puinhopen van het platgebombardeerde Hamburg. Ook deze weeskinderen komen niet voor in de film. In het boek sluit Edmund vriendschap met deze weeskinderen, dus vermoedelijk is hij daarom uit de film geschreven. De verhaallijn van Lubecks dochter Frieda is wel overeind gebleven: zij hangt eigenlijk nog steeds het naziregime aan (ze heeft ook nooit veel anders meegekregen en mist haar moeder) en weet niet goed wat ze met haar leven moet doen. Tja, Rachael mist Lewis, Lubeck mist zijn vrouw, dus wat er tussen hun gebeurt is vrij voorspelbaar.
Hoewel ik het boek niet heel prettig vond weglezen, is het wel interessant. Veel boeken over de oorlog stoppen op het moment van de bevrijding, maar toen ging alles natuurlijk niet meteen goed. Ik kon me zowel de reacties van de Britten als van de Duitsers best voorstellen. Uiteindelijk drukt het boek vooral de waanzin van oorlog uit en wat het doet met mensen aan welke kant ze ook stonden. Dat vond ik beter over gebracht in het boek, dan in de film. De film laat wel beelden zien van het platgebombardeerde Hamburg, maar focust toch vooral op de relaties tussen de mensen in het huis. Het boek heeft meer verhaallijnen en laat daardoor meer zien.
Dit leven is van jou – Tatiana de Rosnay
Tatiana de Rosnay is vooral bekend geworden door Haar naam was Sarah, wat ik een mooi en verdrietig boek vond. Toch heb ik nooit andere boeken van haar gelezen, tot deze. Om heel eerlijk te zijn vond ik een heel vreemd boek, met een deels heel ongeloofwaardige verhaallijn. Het is niet zo dik, dus ik heb het wel uitgelezen, maar ik had er iets anders van verwacht. Zo had ik meer willen weten over het leven van de dakloze vrouw Celestine, voor ze dakloos werd. Maar wat dat betreft laat De Rosnay haar lezers op hun honger zitten. We komen veel meer te weten over het andere hoofdpersonage, de 18-jarige Martin. Zijn vader is rijk maar ongeïnteresseerd, zijn moeder is overleden. Martin raakt bevriend met Celestine, maar vanaf het moment dat Celestine op sterven ligt en wensen gaat vervullen van Martin wordt het verhaal totaal ongeloofwaardig en ontspoord het ook in mijn ogen. Jammer, want er had meer uit dit concept gehaald kunnen worden in mijn ogen.
Winter in de kleine bakkerij – Jenny Colgan
Het laatste en eigenlijk onnodige derde deel van de kleine bakkerij-serie. Polly twijfelt en twijfelt en twijfelt over alles, vooral over haar relatie met Huck. Haar vriendin doet iets ongelooflijks stoms. Dan zijn er nog Polly’s treurige moeder en haar onbekende vader. Kortom, alles kabbelt weer voort, het leest best lekker weg, is hier en daar ongeloofwaardig en alles komt aan het einde goed, want feelgood. En toch nog even een kritische noot: Polly en Huck wonen in een vuurtoren. Nu heb ik op Texel de vuurtoren beklommen en die lijkt mij echt totaal ongeschikt voor bewoning. De verdiepingen zijn daarvoor echt te klein. En ik denk niet dat de vuurtoren in het boek veel groter zal zijn dan die van Texel. Het is een soort van extreem onhandig Tiny House.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...