MaandMoves: oktober 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

Oktober

Het weer in oktober was heel erg wisselvallig: het ging van dagen vol herfststormen en regen naar heerlijk zonnige herfstdagen. In de laatste week van oktober had ik 1,5 week vakantie en daarvan bracht ik een week door op Texel, wat heerlijk was.

Wandelen

Ik had een complete Texel Bucket List opgesteld en daar stond op dat ik heel graag de tweedaagse NS-wandeling op Texel wilde doen. Die wandelingen staan ook op mijn Wandel Bucket List en vormen daarmee ook een doel voor mijn Day Zero Project 2.0. Overigens is het vrij hilarisch dat het NS-wandeling heet, want op Texel is geen spoorlijn en dus ook geen station. Wel heel mooie wandelingen, waarvan in november verslagen zullen verschijnen op dit blog.

Verder wandelde ik hoofdzakelijk in Oisterwijk zelf en maakte ik ter ere van International Earthcache Day een wandeling over de Stratumse Heide tussen Eindhoven en Heeze.

Geocaching, Munzee en Waymarking

In oktober vond ik 45 caches, waarvan 43 op Texel al dan niet in gezelschap van team HaJaMaToJo. Die twee overige caches vond ik ter ere van International Geocaching Day, dat was op 9 en 10 oktober (het is tegenwoordig een heel weekend, maar heet nog steeds day). Het was het zesde jaar op een rij dat het mij is gelukt om een earthcache te loggen op deze dag. Er zijn in verhouding niet zoveel earthcaches, dus het is altijd even zoeken naar een bereikbaar exemplaar. Dit jaar was dat dus de earthcache Stratumse Hei in combinatie met de multi-wandeling De Schat van Gijzenrooi. Dat leverde dus een souvenir op en verder scoorde ik ook de twee bergsouvenirs van de maand oktober.

Op Texel eindelijk de frustratie-multi-cache de Mythe van Texel kunnen loggen (ik denk dat ik daar nog een apart blog over ga schrijven) en ook de labcache Mooi Texel kostte de nodige moeite, omdat de punten over het hele eiland verspreid lagen. Verder vond ik de multiwandeling Oude Land van Tessel ook de moeite waard. Ook is het altijd fijn om de mysteries in het veld te vinden, die je thuis hebt opgelost, dat waren er in dit geval drie en ik heb ze gelukkig allemaal kunnen vinden. Op vier caches (er was een cache geript, een hengelcache waar ik geen hengel voor bij had en twee strandpalenmulti’s die lastig zijn omdat ze niet in een ronde lopen) na is het eiland nu weer helemaal leeggecachet.

Met de Munzees ging het ook heel lekker. Ik ging van level 111 naar level 114. Tja, ik hoefde niet te rijden en kon dus tijdens de heen- en terugrit naar Texel een heleboel Munzees pakken. Ook op Texel zelf waren er een heleboel Munzees te cappen, opvallend veel fysieke Munzee-stickers die nog in goede staat waren. Zelfs nog een paar nieuwe soorten kunnen vangen.

Op Texel stikt het van de fietspaddestoelen en ik hoef nog maar vijf waymarks voor een virtuele medaille. Ik hoop dus dat er nog vijf objecten voor mij bijzitten. Ik ben nog niet aan het loggen van mijn waymarks toegekomen, dus het antwoord op deze vraag kan ik nog niet geven.

In ieder geval heb ik het heerlijk druk gehad met het combineren van deze drie hobby’s op Texel.

Spelletjes

Natuurlijk was er een berg spelletjes mee naar Texel en is er elke avond gespeeld. Ook in Oisterwijk werd er minstens een avond per week gespeeld. Helaas kon ik deze maand niet naar de spelavond van de Spelcarrousel, omdat ik toen dus op Texel zat. Verder verkocht ik een aantal spellen die ik nauwelijks speelde om ruimte te maken in de spellenkast. En ik zit met smart te wachten op de Nederlandse vertaling van de uitbreiding voor Everdell: Spirecrest. Die ik dus gekocht heb van de opbrengst van de verkochte spellen.

Kijken

Qua tv af en toe een aflevering van Beste Zangers, Dit was het nieuws en Ik vertrek. Slechts twee films gekeken: The last letter from your lover, de verfilming van het boek De laatste liefdesbrief van Jojo Moyes. Ik heb het boek ooit gelezen, maar kon mij niet meer alles herinneren. Het is wel echt een vrouwenfilm, schat ik zo in. De tweede film was The Greatest Showman; die heb ik al eens eerder gezien, maar mijn moeder nog niet, dus keken we hem nadat ze een lied uit deze film deden bij de duet-aflevering van Beste Zangers. Een typische musicalfilm.

Over musicals gesproken: voor het eerst in jaren (corona enzo) naar een musical geweest en dat was Amélie. De film nog nooit gezien (staat niet op Netflix of Disney+ helaas) en ik vond de musical dan ook apart. Niet goed, niet slecht, iets ertussenin. Wel leuk om weer eens in een theater te zijn (Theaters Tilburg, lekker dichtbij) en het werd betaald met gekregen theaterbonnen, dus was bijna gratis.

Verder

Deed ik mee aan iets teveel kaartenbingo’s; het is een verslaving, maar de postzegels zijn helaas zo ontzettend duur. Ik organiseerde ook zelf een kaartenbingo met het thema Halloween. Maar liefst drie (van de zes) hadden bingo, een absoluut record. Beetje jammer dat ik zelf geen bingo had, maar helaas. Bij mijn vorige eigen bingo, de Huisdierenbingo had ik trouwens wel bingo. Wat huisdieren betreft was het 4 oktober natuurlijk Dierendag en schreef ik een blog over cavia’s. Mijn eigen cavia’s kregen een eetbare tunnel en daar hebben ze al een flinke hap uit genomen. Een week later – op 11 oktober – werd mijn oudste cavia Fenno 2 jaar oud. Toen ik op Texel zat, bleven de cavia’s thuis en had ik een compleet Cavia Verzorging Team aangesteld die hen bij toerbeurt kwamen verzorgen. De laatste handeling die ik verrichte voor ik vertrok was hun hok verschonen en dat mocht ik bij thuiskomst ook meteen weer doen. Ik ben van mening dat als je voor huisdieren kiest je er ook goed voor moet zorgen. En ja, dan regel je dus goede oppassers als je op vakantie gaat, want ze kunnen niet een week zonder eten en drinken. Er moeten genoeg lekker groentehapjes in huis zijn. Sleep ik grootverpakkingen bodembedekking en hooi de trap op, omdat die goedkoper zijn. En daar hoort ook bij dat ik elke week van mijn leven (sinds ik op 8-jarige leeftijd mijn eerste cavia kreeg) minstens één caviahok verschoond heb. In het begin zal mijn moeder daar nog bij geholpen hebben, maar ik deed dat ook als jong kind al zelfstandig. En mag ik de komende maand zorgen voor een jaarvoorraad caviakorrels. Maar het zijn zo’n gezellige huisgenoten en ik ben een #crazyguineapiglady voor altijd.

Geocachingverhalen uit het verleden: Harry Potter en het Geocaching Datum Project

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 28 oktober 2018

Het was weer een datum voor het Geocaching Datum Project en in Best lag een hele nieuwe serie over Harry Potter. Als Potter-fan moest ik die natuurlijk snel gaan loggen.

Het verhaal:

28 oktober was nog een 4-cache-datum, dus ik ging weer eens op pad voor het Geocaching Datum Project. Ik ging met de trein naar Best en heb vanaf het station gelopen. Dit heb ik ondertussen al best vaak gedaan met caches rondom Best. Het is goed te doen als je een beetje van wandelen houdt. De eerste cache lag op ongeveer 2,6 kilometer afstand van het station. Dat was nummertje 5 van de Harry Potter-serie. Hier kon ik meteen al zien dat het een keurig verzorgde trail zou zijn met de meest mooie creaties. Een feest van herkenning voor een voormalig (nog steeds wel een beetje fan, maar lang niet meer zo obsessief als toen ik een tiener was) Harry Potter fan. Ik kreeg meteen weer zin om al die boeken te herlezen en de films te kijken. Dat is een mooi doel voor een volgend Day Zero Project. (doel 26).

Na 5 besloot ik naar nummer 4 te gaan, want daar zou je een liter water voor nodig hebben en ik sjouwde dus 1,5 liter mee op mijn rug, die ik ondertussen wel voelde. Ik kraakte de code doormiddel van een drakenpuzzel en met het water lukte het ook. Maar de sleutel zat in een potje met zo’n kindersluiting en ik krijg dat nooit open, ondanks dat ik al lang volwassen ben. Ik raakte er behoorlijk gefrustreerd van. Uiteindelijk kwam er een ander team aan, een echtpaar. De man was van het type “ik weet alles beter” en werkte meteen ontzettend op mijn zenuwen. Vooral omdat hij dat rotpotje binnen een seconde open had…

Ik kreeg een kans om wraak te nemen, omdat je de logrol met een magneet uit het doolhof moest halen. En zij waren hun magneet vergeten. Helaas was de magneet in mijn magneetstok niet sterk genoeg en de magneetklauw al helemaal niet. Dus lukte het nog niet met die cache, waar ik nu al bijna een half uur mee bezig was. Verdomme.

Het betweterechtpaar ging de kant op, die ik eigenlijk ook op wilde, maar ik had geen zin om de hele tijd achter hun aan te lopen, dus ging ik maar de andere kant op. Daarmee kwam ik eerst langs de andere cache in dit bos: De laatste rustplaats voor je pen. Was wel grappig bedoelt: als rustplaats voor je trouwe logpen. Nou ben ik kampioen pennen verliezen, dus bij mij raken ze zelden leeg. Voor die tijd ben ik ze over het algemeen al lang verloren…

De rest van de Harry Potters bleek makkelijker te scoren en ik genoot van de mooie creaties. Vooral de Relieken van de Dood was erg mooi gedaan. Omdat ik in het midden begonnen was, had ik na nummer 7 nog niet genoeg informatie voor de bonus. Dan nog maar 1, 2 en 3 gaan loggen. Natuurlijk kwam ik die betweters nog een keertje tegen, want die moesten dus 7, 6 en 5 nog gaan doen. 1, 2 en 3 lagen echter dichter bij elkaar, dus ik gokte er maar op dat ik ruim voor hen bij de bonus zou zijn. Die was ook erg mooi gemaakt, met een complete Zweinsteinexpres die je tevoorschijn kon trekken, met daarop de logrol. Hulde aan de maker hoor. Gelukkig ben ik de betweters niet meer tegen gekomen.

Een dag eerder had ik ook nog een andere mysterie in dit gebied opgelost, die over de bevrijding van Best ging. De cache zou op het terrein liggen bij museum Bevrijdende Vleugels. Het museum was gesloten, maar het hek stond gewoon open. Het bleek zelfs een heel park te zijn, waar niet alleen het museum was gevestigd, maar ook nog allemaal andere kleine ondernemingen. De cache was er wel. Het was een mooie kist van buiten, maar van binnen vond ik het het dan niet netjes afgewerkt. Maar goed, zelf een mysterie opgelost, de checker keurde hem in 1x goed en een dag later al gelogd. Het wordt nog eens wat met mij en de puzzelcaches.

Ik wandelde via de Nieuwe Heide terug naar het station. Dit is een veel mooier gebied dan het bos waar de Harry Potter-serie ligt. Ik ben er al vaker geweest. De bossen waren in prachtige herfstkleuren. Ik kon hier nog twee caches van de KLF-serie loggen, na bijna twee jaar en drie etappes heb ik ze nu alle zes compleet. Eerst vond ik de Big Box, die eigenlijk niet zo groot bleek te zijn. Gelukkig had ik al mijn meegenomen ruilmateriaal al in de grote Harry Potter-caches achtergelaten. En niets nieuws mee naar huis genomen. Best goed, al zeg ik het zelf (ik had een opruimmaand).

Daarna wandelde ik door naar de Puzzle Box. Dit leek een heel ingewikkeld ding te zijn, maar op een bepaald moment kreeg ik door dat de co je gewoon om de tuin probeerde te leiden, door allerlei overbodige tooltjes aan te bieden die in de gaatjes in de box pastte. Uiteindelijk was het heel simpel en kreeg ik het logboek te pakken.

Zo had ik toch mooi 11 caches gelogd. Beetje jammer van die Vuurbeker-cache, maar wellicht komt die een volgende keer weer aan de beurt. Thuis meteen naar krachtige magneten gekeken en die magneten zijn best betaalbaar, maar ze verzenden die vanwege de magnetische kracht alleen als pakketpost en dat is dus bijna net zo duur als het magneetje zelf. Ik ben nu dus weer aan het twijfelen. Op de ontmoeting met het betweterechtpaar na was het een fijne cachedag. En omdat Best niet zo ver weg is (kwartier met de trein), was ik ook weer lekker op tijd thuis.

Wat ik hier op 28 oktober 2021 nog aan toe te voegen heb:

Die Harry Potter serie was echt heel mooi gemaakt. Helaas zijn de caches alweer gearchiveerd. Het herlezen van de boeken en het nog eens kijken van de films is inderdaad een doel geworden op de lijst van mijn tweede Day Zero Project.

Geocachingverhalen uit het verleden: de ontdekking van Gilze-Rijen per fiets

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 21 oktober 2009

Anke, Stephanie en ik gingen Gilze-Rijen ontdekken per fiets.

Het verhaal:

De multi-fietstocht door Gilze-Rijen stond al een tijdje op het programma.

Na wat gedoe met fietsen en auto’s (er kunnen maar twee fietsen op de fietsendrager, dus moesten we met twee auto’s) stonden we aan de start. Het was mooi en droog weer.

De route was steeds tussenpunt-cache-tussenpunt-cache. Offset-multi’s dus.

De fietstocht volgde min of meer de route van de auto-cache Rondje Vliegveld, die ondertussen gearchiveerd is. Die heb ik alleen gedaan, dus voor mij waren er veel bekende plaatsen. Voor Anke en Stephanie was het nog wel nieuw.

Wel was er een team voor ons geweest die veel trackables hadden achter gelaten, dus Stephanie en ik hebben het een en ander geruild (Anke geeft niets om trackables).

Alles bij elkaar hadden we de tocht vrij snel gefietst. Het was vooral gezellig, de route was niet superbijzonder.

Wat ik hier op 21 oktober 2021 nog aan toe te voegen heb:

Vermoedelijk zou ik nu een OV-fiets huren op het station van Gilze-Rijen omdat gedoe met fietsenvervoer te omzeilen. Maar ik weet niet of er in 2009 al OV-fietsen bestonden.

Boekentip #4: Kingsbridge-boeken van Ken Follett

Als je naar mijn Boekenplank vol gelezen boeken kijkt, dan valt je waarschijnlijk op dat ik hoofdzakelijk boeken lees die geschreven zijn door vrouwen.

Toch is de boekentip van deze maand van een mannelijke auteur en wel Ken Follett. Hij schreef vier dikke historische romans (700-1100 pagina’s per boek) over de fictieve Engelse plaats Kingsbridge.

Ken Follett

Ken Follett (1949) is een Britse schrijver. Van zijn werk zijn over de hele wereld meer dan 100 miljoen exemplaren verkocht. Hij schreef een hele rits thrillers voor hij zich aan zijn eerste historische roman waagde. The Pillars of the Earth kwam uit in 1989. De Nederlandse vertaling kwam in 1990 en kreeg als titel De Kathedraal. Vanaf 2007 – na het verschijnen van het tweede deel) kreeg het eerste deel een titel die meer bij de oorspronkelijke titel paste, namelijk Pilaren van de aarde. Hetzelfde boek dus, maar met een andere titel. Het boek is ondanks de omvang van zo’n 1000 pagina’s enorm geliefd en beide titels verschenen in 2018 in de eerste editie van de Hebban Top 1000 van de online boekencommunity Hebban. Foutje natuurlijk, maar het geeft wel aan hoe populair dit boek is. In 2010 verscheen er ook een tv-serie.

Ik vond deze boeken zo goed, dat ik ze zelf heb gekocht. Deel 1 en deel 2 heb ik zelfs al twee keer gelezen en daar zal ooit nog wel een derde keer bij komen.

Kingsbridge

Door de jaren heen schreef Follett vier boeken over Kingsbridge:

Pilaren van de aarde

The Pillars of the Earth (1989) – De Kathedraal (1990)/Pilaren van de Aarde (2007)

Brug naar de hemel

World without end (2007) – Brug naar de hemel (2007)

Het eeuwige vuur

A column of fire (2017) – Het eeuwige vuur (2017)

De schemering en de dageraad

The Evening and the Morning (2020) – De schemering en de dageraad (2020)

Hoewel deel 4 pas het laatste verscheen, is dit qua tijdlijn het eerste verhaal in de serie. Daarna volgen historisch gezien deel 1-2-3 in volgorde.

Deel 4 speelt zich af rondom het jaar 1000 en gaat over het ontstaan van het plaatsje Kingsbridge.

Deel 1 speelt zich af in de twaalfde eeuw en gaat over de bouw van de kathedraal van Kingsbridge.

Deel 2 maakt een sprong van twee eeuwen verder en gaat over de veertiende eeuw, waarin Kingsbridge zich verder uitbreidt, maar ook geteisterd wordt door middeleeuwse rampen als de pest.

Deel 3 gaat opnieuw twee eeuwen verder in de tijd, naar de zestiende eeuw. Dit boek speelt zich het minste af in Kingsbridge zelf.

Alle boeken hebben drie of vier hoofdpersonages die we afwisselend gedurende een gedeelte van hun leven volgen. Natuurlijk kruisen de levens van de verschillende personages elkaar op diverse manieren. Dit is in alle boeken iemand uit de geestelijkheid, een edele en een of twee mensen uit de gewone bevolking. Deze laatste hebben dan vaak wel een bijzonder talent. Het talent voor het bouwen (architectuur) komt in zo’n beetje elk boek terug. Er wordt ook wel de suggestie gewekt dat de mensen in de boeken steeds afstammelingen van elkaar zijn, in ieder geval de bouwers Edgar (deel 4), Jack (deel 1), Merthin (deel 2) en Ned (deel 3).

Goed of slecht

Een punt van kritiek dat vaak in recensies is te lezen is dat bepaalde karakters wel heel goed zijn en andere wel heel slecht. Er zijn weinig grijze personages. Ook worden vrouwen wel vaak als lustobject afgeschilderd, maar ik vrees dat dat ook wel vaak zo was in die tijd. Dan zijn er nog de grove scenes over martelingen, die van mij niet zo gedetailleerd hadden gehoeven. Gelukkig zijn er dat niet zo heel veel, dus je kunt ze overslaan.

Wat overblijft zijn prettige historische romans, die ondanks hun dikte lekker doorlezen. Hoewel niet waargebeurd zitten er in elk boek wel echte historische gebeurtenissen. Ook de hele maatschappij van Kingsbridge is op waarheid gebaseerd. Maar natuurlijk is de hele boel wel geromantiseerd, om er een lopend verhaal van te kunnen maken.

Er zijn ook mensen die zeggen dat hij deel 4 beter niet had kunnen schrijven, omdat de opbouw van het verhaal sterk lijkt op die van de andere boeken. Maar ik vond dat ook een prima boek; het is een andere tijd, je leest over het ontstaan van Kingsbridge en juist die opbouw zorgt ook weer voor een verbinding tussen de boeken.

Andere boeken van Ken Follett

Van alle thrillers van de hand van Follett heb ik er precies nul gelezen, omdat ik niet zo van thrillers houd.

Wel heb ik de Century-trilogie gelezen, ook dikke pillen die leden van bepaalde families in Europa volgen, maar dan rondom de grote oorlogen van de twintigste eeuw: eerste wereldoorlog, tweede wereldoorlog en de koude oorlog. Dit zijn de boeken Val der titanen (deel 1), Nacht van het kwaad (deel 2) en Kou uit het oosten (deel 3). Qua verhaalopbouw en schrijfstijl lijken deze drie boeken wel erg op de Kingsbridge-boeken, maar de historische tijd en achtergrond is natuurlijk heel anders.

De tv-serie The Pillars of the Earth heb ik ook nog nooit gezien, lijkt mij eigenlijk wel interessant. Er doet ook een pak bekende acteurs in mee. Helaas schijnt geen enkele streamingdienst de serie nog te vertonen. Jammer.

Geocachingverhalen uit het verleden: HeideRoosduinen?

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 14 oktober 2013

Anke en ik waren een week op vakantie op Ameland en probeerden alle geocaches van het eiland te vinden. Dat viel nog niet mee. Verder wilden we de naamgeving van een natuurgebied aanpassen…

Het verhaal:

Het idee voor vandaag was om toch nog een keer een cache van de maker Waddeneiland te gaan proberen. We hadden nogal wat problemen met de caches van deze maker. Dat werd de Ballumerduinen, een multi nabij het plaatsje Ballum, een kilometer of vier van ons vakantie-adres af. Een gedeelte van de Ballumerduinen heette de Roosduinen en natuurlijk doopten wij dat meteen om tot de Heideroosduinen. Daarmee was de trend voor de rest van de route was gezet.

Heideroosduinen

Tot aan waypoint 8 verliep de route redelijk voorspoedig. Af en toe werden we in de war gebracht door de vreemde route, Waddeneiland liet ons rustig alle wegen van een bepaalde kruising uitproberen voor de route daadwerkelijk verder liep. Maar toen hadden we de Soay-schapen, een sterk schapenras dat meer aan geiten doet denken, al gezien en ook een aantal koeien. Bij waypoint 8 hield de tekst in de GPS op en hadden we geen verdere informatie. Ook de vraagstelling hier was erg vreemd, het ging over lichaamsdelen, maar op het bordje stond (met een grote afwijking) een ruiter op een paard, dus nogal veel lichaamsdelen. We begonnen wat dingetjes te gokken, maar moesten over het fietspad gaan lopen en dat was niet Waddeneiland eigen, vonden wij. Er was dus nog maar één andere mogelijkheid en dat was een koeienhek/wandelpoort terug het natuurgebied in. Wij waren de gelukkigste geocachers van Ameland toen we het plaatje op het hek vonden.

Duinvennetje

Daarna volgden nog een heleboel plaatjes, het is best onzeker als je van te voren niet weet hoeveel waypoints een cache heeft. Op het laatste waypoint werden we nog een keer ernstig in verwarring gebracht, er stond wel een coördinaat, maar het was maar half en met vraagtekens. Na wat vertwijfeld rond te lopen, met de handen in ons haar, ontdekten we nog meer plaatjes op boomstronken er om heen. Ze bevatten allemaal een stukje van het eind-coördinaat. En daarmee vonden we dan eindelijk ons eerste Waddeneiland-cache! We waren best wel een beetje trots op ons zelf en de rest van de dag zeiden we dan ook regelmatig tegen elkaar: “We hebben een Waddeneiland-cache gevonden!”

Soay-schapen

We gingen nog wat andere caches doen aan deze kant van het eiland. Als eerste was Noorderwind aan de beurt, een cache die niets te maken had met wind, maar op een verlaten trapveldje lag. Naast het trapveldje lag Amelands buitenzwemparadijs, maar dat zag er in de herfst maar verlaten en onaantrekkelijk uit. Dan is zelfs het slecht onderhouden Staalbergven (het buitenzwembad van Oisterwijk) nog mooier. Wij gingen naar het kleine vliegveld van Ameland om de cache Landingsbaan te loggen. Er was geen vliegtuig te zien, maar de cache was er gelukkig wel.

Koeien

Tijd voor een earthcache en het verhaal achter de Zandhaak van Ballum was best interessant, er ligt hier een zandbank in de zee, waardoor er tussen de zandbank en het strand een natuurgebied is ontstaan, een soort van Slufter (natuurgebied op Texel), maar dan kleiner. Er lagen hier zelfs zoetwaterpoelen.

Strandovergang

Ik had op internet gevonden dat de meeste geocachers Historisch Hollum maar een vage cache vonden, maar dat de cache bij de walviskaken in het museum lag. Nou, daar konden Anke en ik dan ook nog wel eens gaan kijken. Zo gezegd, zo gedaan en zo vonden we alsnog deze cache. Weer een frustratie opgelost.

Verwaaide boom

Onze laatste cache van de dag werd de Galgesloot, een cache langs een fietspad. Vroeger werden hier de Amelandse misdadigers opgehangen, nu is het een vredig fietspad. Ik keek finaal over de cache heen, maar Anke vond hem gelukkig snel. We waren nu al onderweg naar huis, dus zijn we rustig terug gefietst, omdat ik om de haverklap van mijn fiets af moest springen om een fietspaddestoel te waymarken of een koe te fotograferen.

Wat ik hier op 14 oktober 2021 nog aan toe te voegen heb:

Ja, de frustratie-caches van maker Waddeneiland. Later die week vonden we er alsnog een paar, dus we werden er steeds beter in. Maar alle caches van het eiland vinden is niet gelukt, ook al scheelde het niet veel.

Vegetarisch recept: Bloemkoolrijst met Oosterse wokgroenten

Bloemkoolrijst met oosterse wokgroenten

Ook vegetarisch koken kan snel en makkelijk zijn. Dit gerecht voor twee personen staat binnen een kwartier op tafel.

Ingrediënten

  • zakje bloemkoolrijst (400 gram)
  • zakje Oosterse wokgroenten (450 gram)
  • klein blikje kikkererwten
  • wokstukjes (ik gebruikte die van het merk Vivera, er zijn ook andere merken of je gebruikt tofustukjes of quorn; het kan allemaal)
  • chilisaus (of sojasaus)
  • eventueel nog wat kruiden; ik gebruikte kerrie, knoflookpoeder en paprikapoeder
  • olie om in te bakken

Bereiden

  • roerbak de bloemkoolrijst ongeveer 2 minuten in de olie
  • voeg de oosterse wokgroenten* toe en roerbak mee
  • bak ondertussen de wokstukjes in een andere pan
  • voeg de saus (hoeveelheid naar smaak) en eventueel de kruiden toe aan de pan met groenten en bloemkoolrijst
  • als de groenten zo’n beetje gaar zijn voeg je de kikkererwten toe
  • roerbak nog even door tot de kikkerwten warm zijn
  • voeg de wokstukjes toe
  • roer alles door elkaar

Eet smakelijk!

*Een zakje oosterse roerbakgroente van de Jumbo bevat: rode ui, paksoi, prei, rode prei, witte kool en sojabonen.

Geocachingverhalen uit het verleden: Blaatschaapjes

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 7 oktober 2017

In het bezit van een Dal Vrij abonnement (in het weekend de hele dag geldig) op de trein, besloot ik de 2-cache-datum te gaan redden met de Blaatschaapjestrail bij Sittard.

Het verhaal:

Oktober is de recordhouder qua 2-cache-data: maar liefst 4 data moeten hier nog opgevuld worden. Drie daarvan vielen op zondag, dus dat kwam goed uit, maar eentje viel op een zaterdag. Deze dus. Ik moet op zaterdag werken, maar omdat ik nog veel vrije uren had staan, nam ik deze dag vrij om te gaan geocachen. Helaas was de weersvoorspelling niet al te best.

Op zaterdagochtend leek het nog mee te vallen met het weer. Ik was vorige week ook al in Limburg geweest om te geocachen (Dal Vrij is een geweldig treinabonnement), in Ohé en Laak, voor nummertje #8000 en bij het loggen had ik gezien dat er in de buurt nog een andere trail lag: de Blaatschaapjestrail. Met 28 caches, dus ruim voldoende om de 2-cache-datum naar volle tevredenheid te vervullen. Technisch gezien zou station Susteren dichterbij zijn (en daar ben ik nog nooit geweest, dus ook leuker voor mijn stationsborden collectie), maar daar verhuren ze geen OV-fietsen. Dus besloot ik toch maar vanaf Sittard te gaan fietsen, daar hebben ze wel OV-fietsen en ook voldoende. Zeker op zo’n regenachtige zaterdag is die zekerheid wel zo prettig.

De treinreis verliep voorspoedig, ik stond binnen de 1,5 uur op Sittard. Ik wilde uiterlijk ook weer om 16 uur in de trein zitten, omdat ik ’s avonds nog naar een verjaardag moest. Dus ik had een lichte tijdsdruk. In de fietsenstalling van station Sittard stonden nog plenty off OV-fietsen, maar het was een onbemande stalling en het was een heel gedoe met het scannen van OV-chipkaarten en de fietssleutel om alle hekken open te krijgen. Ik mocht er dus niet uit en moest om hulp “bellen” met een knop. Toen werd het hek op afstand open gemaakt en kon ik op pad. Het was ongeveer vijf kilometer fietsen naar de start van de trail. Er liggen hier wel overal fietspaden, dus het fietste lekker door.

Ik besloot voor de verandering gewoon eens bij het begin te beginnen (ik doe trails vaak in omgekeerde volgorde, raar trekje). Dat had niet per se gehoeven, want er was geen bonus. Omdat de trail ook een stuk door het bos liep en ik eigenlijk heel veel zin had in een wandeling, besloot ik om de trail voor het grootste gedeelte te gaan lopen. Alleen de eerste drie of vier ging ik per fiets doen, omdat dat een soort uitsteeksel van de route was. Ook zag ik dat er nog twee trads in de buurt lagen. Eentje was een voortuincache in de tuin van de makers van de trail, die dus officieus de start van de trail was. Ik vond dat ik die dus ook moest hebben, om het plaatje compleet te krijgen. Het huis was hermetisch afgesloten met rolluiken, dus ik denk dat ze niet thuis waren. De cache was gelukkig gemakkelijk te vinden, ik blijf toch altijd een opgelaten gevoel hebben, bij voortuincaches, zeker als ik alleen ben. Vervolgens deed ik nog een andere cache met het thema schapen. Hier was in een vogelhuis een compleet schapenorkest gebouwd, dat begon te blaten zodra je het deurtje open deed. Het toverde een glimlach op mijn gezicht. Ik vind het altijd leuk als mensen echt hun best doen om iets moois te bouwen.

Zo’n trail is leuk voor de puntjes en in dit geval ook voor de wandeling in een andere omgeving, maar de beste caches zijn toch de echt mooie creaties of de wandelingen door een extreem mooie omgeving. Ik startte met nummer 1 t/m 3 van de trail en plaatste vervolgens mijn OV-fiets tegen een boom, om verder te gaan lopen. Nummertje 4 zou de moeilijkst vindbare zijn van de hele trail en ook ik kon hem aanvankelijk niet vinden. Na 10 minuten zoeken, besloot ik dat het te veel tijd ging kosten en liep ik door. De wandeling ging voor een groot deel over fietspaden, wel bosrijke fietspaden. Het mooiste stuk was echter het stuk dat echt door het bos liep. Dit was een fantasy-achtig bos met veel paddenstoelen en smalle, kronkelige paadjes.

Aan het begin van de route waren veel mensen uit de naastgelegen wijk (waar de voortuincache van de makers ook lag) hun hond uit aan het laten. Maar in dit bos was het zowat uitgestorven. Later op de route was het een heel stuk drukker, omdat het open dag was bij de Dierenopvang. Er stonden overal auto’s geparkeerd waar het niet mocht en overal mensen. Stiekem was ik blij toen ik hieraan voorbij was.

Op driekwart van de route begon het te regenen. Dat was wel voorspeld, dus ik had mijn regenbroek meegenomen (ik had al een regenjas aan). Omdat het niet op hield en ik niet zeiknat wilde worden, heb ik hem ook echt aangetrokken. Beetje ironisch, de regenbroek is onderdeel van mijn werkkleding en nu liep ik dus op mijn vrije dag nog met dat logo op mijn broek.

Alle caches waren goed vindbaar, soms met dank aan de hint, vaak zag ik ze al van verre zitten. Eén cache leek verdwenen te zijn, er hing nog wel een houdertje in de boom, maar de petling was weg. Helaas dus. Voor mijn dagdoel maakte het niet meer uit: ik had de gewenste 8 founds toen al lang en breed binnen.

Sneller dan verwacht stond ik weer bij mijn OV-fiets. Er was nog een kleine wens voor deze dag. Het was namelijk ook nog International Earthcache Weekend. Als je in dat weekend een earthcache logt, krijg je een souvenir. Eerst was het altijd maar een dag, maar dit jaar voor het eerst een heel weekend. Ik vind het altijd leuk om zo’n souvenir proberen te scoren. En het loggen van earthcaches maakt deel uit van mijn Day Zero Project. Ik had al wel gezien dat er een earthcache in de buurt lag, maar het was zo’n slecht weer – het was steeds harder gaan regenen – dat mijn lust om er ver voor om te fietsen over was. Mijn cachezin was door de regen nogal verdreven. Tot mijn grote verbazing zag ik dat ik al over de earthcache heen was gefietst, hij lag precies op de route tussen het station en de trail. Dus ik hoefde er helemaal niet voor om te fietsen. Ook fietste ik sowieso nog langs de niet gevonden nummertje 4. Dus besloot ik nog heel even daar te zoeken, omdat ik nu tijd overhad, omdat ik niet om hoefde te fietsen voor de earthcache. En tada! Nu vond ik de cache vrijwel meteen. Toch leuk.

Aangekomen bij de steen + informatiebord van de earthcache in kwestie, bleek al gauw waarom ik die op de heenweg helemaal had gemist, ze stonden op een viaduct, aan deze kant en vanaf de andere kant was het moeilijker te zien en ook lastiger bij te komen. Mijn keuze om pas op de terugweg deze cache te doen, was dus eigenlijk onverwacht een slimme. Gelukkig waren de vragen niet al te moeilijk, want de regen kwam nog steeds met bakken uit de lucht. Op de foto – die niet eens verplicht is, maar ik doe dat altijd wel – zie ik eruit als een verzopen kat. De earthcache heette Feldbissbreuk en ging over het ontstaan van het heuvelachtige landschap van Limburg in de IJstijd. Ik vond het eigenlijk wel interessant (duh IJstijd! Mammoets!), dus heb het hele bord gefotografeerd om het thuis nog eens op mijn gemak door te kunnen nemen.

Het inleveren van mijn OV-fiets verliep iets vlotter dan het meenemen en ik haalde ook nog de trein. In de trein mijn regenbroek afgestroopt. Pfft, wat een zeikweer zeg. Maar ik was wel tevreden met het resultaat: 30 caches, waaronder de felbegeerde earthcache. En ook nog ruim voor 16 uur in de trein (15.15). In de trein was het trouwens bloedheet, dus ik kreeg een beetje een temperatuurshock en viel door de hitte bijna in slaap. Gelukkig werd ik nog op tijd wakker voor station Eindhoven, waar ik over moest stappen.

Na een douche verscheen ik ook nog fris en fruitig op de verjaardag.

Wat ik hier op 7 oktober 2021 nog aan toe te voegen heb:

Tja, mijn obsessie voor het Geocaching Datum Project heeft mij al heel wat dagen geocachen in de regen opgeleverd. En toch blijft het mij bezig houden. Dat Dal Vrij abonnement was best wel duur, maar ik haalde dat er eind 2017 wel dik uit, omdat ik stage liep in Arnhem, naar school moest in Amsterdam en op zondag vaak per trein ging geocachen.

Day Zero Project 2.0.: Update 3

Bij mijn eerste Day Zero Project gaf ik niet zo vaak een overzicht van hoe het er mee stond. Dit keer wil ik dat anders aan gaan pakken en een maandelijkse update geven.

Ik startte met mijn tweede DZP op 5 juli 2021 en in september heb ik de volgende doelen vervuld:

4. Alle data van het Geocaching Datum Project vervullen (2/35)

Gezien het feit alle data van de maanden juli en augustus al vervuld zijn, was september de eerste maand waarin ik data kon oplossen. September telde nog vier datumdagen: twee 8-cache-data en twee 9-cache-data. Ik vervulde een 8-cache-datum en een 9-cache-datum, toch de helft van het aantal in september. De andere twee data lukten niet omdat ze op een doordeweekse werkdag vielen, waarop ook in de avond al iets te doen was. Hopelijk lukken ze volgend jaar wel.

28. Tien keer een kaartenbingo organiseren op instagram (3/10)

Ter ere van Dierendag – 4 oktober – organiseerde ik een huisdierenbingo op instagram. Er deden maar liefst drie groepjes mee, een record voor mij, de andere twee keren had ik maar twee groepjes. Het idee was natuurlijk dat je iets moest schrijven over je eigen huisdieren. Ik stuurde dan ook caviakaarten van Stichting Cavia en schreef die vol met weetjes over mijn cavia’s Fenno en Frido. En het allerleukste? Ik had eindelijk bingo! Voor de allereerste keer sinds ik aan de kaartenbingo’s meedoe en extra leuk dat het ook nog bij mijn eigen bingo is.

86. Lid worden van een spellenvereniging of misschien er zelf eentje oprichten

Deze maand bezocht ik voor het eerst fysiek de spellenavond van spellenclub de Spelcarrousel in Tilburg. Tijdens de lockdown heb ik al wel een paar keer meegedaan aan een online activiteit van deze vereniging, nu mocht er voor het eerst sinds de coronacrisis uitbrak weer een echte spellenavond georganiseerd worden. Ik nam een kijkje in gezelschap van Stephanie en nog twee kennissen. We speelden twee – voor ons – nieuwe spellen: Orleans en Azul: ramen van Sintra. Van Azul kenden we al wel de eerdere versies. Het was erg gezellig, dus waarschijnlijk zal ik vaker naar deze spellenavonden gaan. Het is 1x per maand. Er is geen echt lidmaatschap, je betaalt een kleine bijdrage per avond dat je komt voor de huur van het zaaltje en voor nieuwe spellen. Helaas vindt die van oktober net plaats als ik op Texel zit, dus hopelijk gaat november wel weer lukken.

Verder

Eigenlijk dus maar 1 doel echt vervuld deze maand en twee gedeeltelijk, naast de langlopende doelen zoals boeken lezen. Maar dit is wel een erg leuk doel, omdat ik mij eigenlijk al voor de coronocrisis uitbrak bij een spellenvereniging wilde aansluiten. Dus leuk dat het nu dan eindelijk kan.

Dierendag: 10 weetjes over mijn cavia’s

Vandaag is het 4 oktober en dat betekent dat het Dierendag is. Daarom leek het mij leuk om vandaag 10 random feitjes te vertellen over mijn cavia’s. Op dit moment heb ik twee cavia’s. Ze heten Fenno en Frido. Fenno is 2 jaar oud (nou ja eigenlijk pas 11 oktober) en Frido is 7 maanden oud.

Kan een afbeelding zijn van binnen
Fenno (links) en Frido

Weetje 1: Varkentjes?

In het Engels heten cavia’s guineapigs. Onze huiscavia’s stammen af van de wilde Zuid-Amerikaanse variant, die door ontdekkingsreizigers mee naar Europa werd gebracht. De naamgever vond blijkbaar dat de beestjes op varkens leken en dus werd het Guinees biggetje… Ook in de Middeleeuwen werden cavia’s al als huisdier gehouden door (rijke) mensen. In Nederland wordt de benaming cavia gebruikt, wat een afkorting is van de Latijnse soortnaam: cavia porcellus. De varkensbenaming komt nog wel terug om het geslacht aan te geven. Beertjes zijn mannetjes en zeugjes zijn vrouwtjes. Net als bij varkens dus. Fenno en Frido zijn beertjes.

Weetje 2: Crazyguineapiglady

Veel bloggers zijn crazycatladys en lopen over van de liefde voor hun kat. Ik besloot dus om als tegengeluid voortaan de hashtag #crazyguineapiglady te gebruiken op mijn social media, maar die bleek al te bestaan. Wereldwijd is de cavia best een populair huisdier en als je een beetje zoekt stikt het op de social media van de schattige caviafoto’s en -filmpjes. Zelf kreeg ik mijn eerste cavia toen ik acht jaar oud was. Dat was Pluis. Samen met Pluus en Vlekje was dat de eerste ronde cavia’s. Daarna had ik even hamsters tot ik voor mijn zestiende verjaardag weer een cavia kreeg (Willie) en sindsdien heb ik non-stop cavia’s gehad op een kleine maand in 2017 na toen twee cavia’s (Fabin en Fluff) in dezelfde week overleden en de opvolgers (Freek en Frinn) nog niet weg mochten bij hun moeder. Ik weet nog van alle cavia’s die ik heb gehad de naam, hoe ze eruit zagen, hun karaktertrekken en hoe oud ze zijn geworden. Ik kan het dus niet nalaten om hier even alle namen op te noemen: Pluis, Pluus, Vlekje, Willie, Ivy, Fleur, Harry, Frodo, Tijger, Frank, Flint, Figo, Farah, Finne, Fidro, Fabin, Fluff, Frinn, Fjord, Freek. Fenno en Frido zijn dus cavia nummer 21 en 22 in mijn leven.

Weetje 3: F-namen

Zoals je hierboven al kan lezen krijgen mijn cavia’s vanaf een bepaald tijdstip altijd een naam die begint met de letter F (en meestal ook nog vijf letters, maar dat is dan weer niet bewust). Dat is ooit als grapje begonnen, maar tegenwoordig is het uitkiezen van een F-naam serious business. De meeste van mijn vrienden en familieleden weten hiervan, dus als ik dan een nieuwe cavia heb is de vraag vaak: En hoe heet de nieuwe F? Je hebt ook mensen die mijn cavia’s standaard aanduiden als F&F, dan zitten ze nooit verkeerd. Nog een grappig extra weetje: Ik koos Fabin (oorspronkelijk Fabian, maar dat vond ik te kakkerig klinken) en Fluff destijds uit in de opvang vanwege de F-namen… (ok, ze waren ook een bloedmooi stel).

Weetje 4: Vegetariër

Cavia’s zijn vegetariër, net als ikzelf dus. We delen vaak dezelfde groente: zij de restjes. Ik noem ze vaak mijn levende groencontainers. Hun favoriete groenten zijn andijvie, paprika (ook de witte stukken en de zaadjes, die je anders weg zou gooien), wortel, komkommer, witlof en de stronk van de broccoli (nooit teveel tegelijk geven, omdat het kool is!) Door hen heb ik van de ene kant minder groenafval, omdat ze zoveel groenterestjes eten. Maar door de bodembedekking uit hun hok zorgen ze meteen ook weer voor heel veel groenafval. Verder eten ze heel erg veel hooi (nee, dat lust ik niet). Het is verbazingwekkend wat voor hoeveelheden hooi ze naar binnen kunnen knabbelen op een dag. Ze krijgen ook nog caviabrokjes, maar dat is niet hun hoofdvoeding. Dat zijn hooi en groenten. Ook krijgen ze soms een stukje hard geworden brood, dat is dan bedoeld als lekkernij.

Weetje 5: Vitamine C

Cavia’s zijn niet voor niets dol op groenten. Ze hebben ze ook dagelijks nodig, omdat ze als een van de weinige diersoorten zelf geen vitamine C aan kunnen maken. Ik ken ook wel mensen die vitamine C druppels in het drinkwater doen of die hun cavia’s vitamine C tabletjes geven, maar ik ben voorstander van groenten voeren. Wel zit er in de ene soort groente meer vitamine C, dan in de andere soort. Dus dat is altijd even opzoeken en vooral afwisselen.

Weetje 6: Cavia’s slapen nooit

Wat veel mensen niet weten, is dat cavia’s niet echt slapen. Ze slapen nooit uren achter elkaar door, zoals wij mensen en veel andere zoogdieren. In plaats daarvan houden cavia’s een soort van rustpauzes van ongeveer 10 minuten per uur. Dan liggen ze erbij als een soort van theemuts, maar vaak hebben ze wel hun ogen open; ik zie mijn cavia’s zelden tot nooit met hun ogen dicht. Dat ze altijd wakker zijn is ook wel eens maf; dan moet ik ’s nachts naar het toilet en lopen zij vrolijk door hun hok. Of ik kom heel laat thuis en dan vinden zij dat het tijd is voor een middernachtelijk hapje.

Weetje 7: Fluiten

Er is nog iets wat veel mensen niet weten: cavia’s maken geluid. Officieel heet het fluiten; het is een soort gepiep op verschillende toonhoogten. Als kind vond ik het klinken alsof ze wiet, wiet, wiet riepen, dus daarom wordt het bij mij in de familie nog steeds wieten genoemd. Fenno en Frido brabbelen ook tegen elkaar met zachte piepgeluidjes. Het echt luide piepen laten ze vooral horen als ze honger hebben en soms ook als de koelkast open gaat (want daar zitten de groentehapjes in) of als er een zak knispert. Naast het piepen maken ze ook vaak een brommend prr-geluid tegen elkaar, wat ik helicopteren noem. Beertjes maken dit geluid wel veel meer dan zeugjes, want ze doen dat brommen ook als ze ruzie maken. Beertjes maken vaker ruzie dan zeugjes, want af en toe moet de macht even bepaald worden. De mijne maken ook nog een kort prr-geluid als ze iets niet prettig vinden, zo hebben ze een hekel aan het geklik van pennen.

Weetje 8: Cavia-opvang

Eigenlijk ben ik voorstander van dieren uit een opvang/asiel halen. In Amerika gebruiken ze hier de term adopt, don’t shop voor. In het verleden heb ik dan ook een aantal cavia’s uit de opvang gehad. Fenno en Frido komen echter van Marktplaats. Eigenlijk ben ik heel erg tegen dieren van Marktplaats halen, omdat er zoveel zielige beestjes op staan. Maar ja, als je voor beertjes kiest heb je een probleem: als er eentje doodgaat, kun je het overgebleven volwassen beertje alleen maar koppelen met een babybeertje. Twee volwassen beren zijn vrijwel nooit te koppelen: dat wordt vechten. Met volwassen zeugjes lukt het vaak wel.

Fenno en Frido zijn dus beide noodgevallen die met spoed moesten komen om de eenzaamheid van een overgebleven volwassen mannetje op te lossen. Fenno kwam als vriendje voor Freek (die in zeven weken tijd maar liefst twee vriendjes verloor) en Frido kwam dan weer als vriendje voor Fenno (nadat Freek dood ging).

Vanwege het leeftijdsverschil van 1,5 jaar tussen mijn cavia’s zit ik nu waarschijnlijk dus voor altijd met dit probleem. Goed, in de opvang zitten over het algemeen geen babybeertjes en die van oeps-nestjes worden uitgeplaatst via een wachtlijst. Ook fokkers van rascavia’s werken met wachtlijsten en het is natuurlijk niet te voorspellen wanneer er een cavia dood zal gaan. Dus dan blijft Marktplaats over en is het een zoektocht naar een babybeertje in de buurt wat weg mag bij de moeder, en die er gezond en een beetje leuk (het oog wil ook wat) uitziet en waarvan de aanbieder betrouwbaar overkomt.

Met Fenno had ik geluk: die zag ik ’s morgens op Marktplaats en ’s middags was hij al in huis. De zoektocht naar Frido was een stuk problematischer en uiteindelijk heb ik best ver gereden om hem op te halen. Als je zoveel moeite doet om een babybeertje te verkrijgen, dan ben je wel zo blij als ze blijven leven. Zo ging Fjord al na drie weken dood, dus was ik met zowel Fenno als Frido daar ook heel bang voor. Gelukkig zijn zij wel blijven leven en hopelijk nog heel lang.

Een goede cavia-opvang hier in de buurt (Dongen) is Caviaplein. Ze verkopen ook voer en andere caviabenodigdheden. Ik heb nu ook voer van hen. Mijn cavia’s-of-the-past Fabin en Fluff kwamen van deze opvang.

Weetje 9: Leeftijd

Om heel eerlijk te zijn vind ik de leeftijd van cavia’s totaal onvoorspelbaar. Volgens de boekjes zouden ze 4 tot 7 jaar oud moeten worden, maar dat is met drie jaar nogal een flinke marge. Mijn oudste cavia ooit was Frank, die stierf letterlijk een week na zijn 7e verjaardag. Omdat hij ook bij mij geboren was, weet ik zeker dat hij zo oud is geworden. Zijn (half)zusje Rodney (die bij een vriendin van mij woonde) werd met 7 jaar en 3 maanden nog net iets ouder en is daarmee de oudste cavia die ik gekend heb. Op internet gaan wel verhalen rond over cavia’s die 8 of zelfs 9 jaar oud zijn geworden, maar of dat echt waar is, is de vraag. De meeste van mijn cavia’s zijn 4 of 5 jaar oud geworden. Dan zijn er een paar uitschieters naar boven, maar helaas ook een aantal cavia’s die de 4 jaar niet eens gehaald hebben.

Cavia’s zijn eigenlijk prooidieren en bevattelijk voor allerlei ziektes. Een cavia zal niet gauw laten merken dat hij/zij ziek is. Vaak is het als je erachter komt al te laat.

Met goed voer, en veel groenten en hooi en op tijd een schoon hok hoop ik ze gezond te houden. Maar ja, je kunt er niet inkijken en ze kunnen niet zelf vertellen wat er aan de hand is. En er zijn helaas maar weinig dierenartsen gespecialiseerd in cavia’s.

Weetje 10: De vachtstructuur en de kleurtjes

Ik heb cavia’s in alle kleuren van de cavia-regenboog gehad. De kleuren zijn zwart, wit en alle tinten bruin en grijs. Ook heb je nog agouti-tinten, dan hebben de haren twee kleuren.

Qua vacht kan er ook nog van alles. Je hebt gladharige cavia’s en ruwharige cavia’s. In ruwhaar heb je nog allerlei benamingen, zoals teddy, rex, coronet, sheltie, gekruind of met verschillende soorten borstels. Bij rascavia’s die meedoen aan shows (ik vind dat eigenlijk heel zielig) zijn de beharing en de kleurverdeling heel belangrijk.

Mijn cavia’s zijn gewone huis-tuin-en-keukencavia’s. Ze zijn allebei driekleurig en het is de eerste keer dat ik twee driekleurige cavia’s tegelijkertijd heb. Wit en zwart is natuurlijk hetzelfde, maar de bruintint is verschillend: Frido heeft een veel lichtere bruintint dan Fenno. Op hun kont is hun kleurverdeling bijna hetzelfde, maar de koppen zijn heel verschillend. Fenno heeft een zwarte kop met een witte streep tussen zijn ogen en over zijn neus (ik heb een enorme zwak voor cavia’s met zo’n streep). Frido heeft een lichtbuine kop en het is net of hij een ooglapje op heeft, omdat hij een zwart vlekje rond zijn ene oog heeft. Zijn bijnaam is dan ook de Piraatcavia.

Frido is gladharig, maar Fenno is ruwharig. Hij heeft niet echt heel ruige borstels, maar zijn haarstructuur is wel een beetje gegolfd. Ook heeft hij een soort van weerborstel bij zijn kont, die ik af en toe bij moeten knippen, omdat zijn haar blijft groeien. Frido’s haar groeit niet (of tenminste niet zichtbaar, ze ruien wel een klein beetje bij de overgang van winter naar lente).

Ze zijn dus verschillend genoeg om ze makkelijk uit elkaar te houden, nog los van de karakters, haha (Fenno is een watje, terwijl Frido stoerder is en vooral heel nieuwsgierig).

Gelezen boeken in september 2021

Het boek van verloren namen – Kristin Harmel

Dit boek gaat over de oorlog en qua onderwerp leek het een beetje op Noem geen namen van Astrid Sy, wat ik eerder dit jaar las. Alleen speelt dit boek in Frankrijk en niet in Nederland. Maar in beide boeken gaat het over de redding van joodse kinderen. De joodse Eva vlucht met haar moeder vanuit Parijs naar een dorpje in Zuid-Frankrijk (vrije zone) waar ze terecht komt bij een verzetsgroep. Eva blijkt een groot talent te hebben voor het maken van vervalste persoonsbewijzen en dit doet ze voornamelijk voor joodse kinderen, maar ook voor neergestorte piloten en anderen. Zij gaan allemaal naar het neutrale Zwitserland. Ondertussen heeft Eva vaak ruzie met haar (nogal eenzijdig denkende) moeder, is haar vader afgevoerd naar een onbekende bestemming en wordt ze verliefd op een niet-joodse man. Ook maakt ze zich zorgen over de verloren identiteit van de kinderen en daarom bedenkt ze een code om de namen te bewaren in een boek – vandaar dus de titel van het boek. Fijn geschreven boek.

Het boek van gevonden voorwerpen – Lucy Foley

Oeps, ik denk dat ik dit boek al 2x verlengd had voor ik eindelijk eens ging lezen en toen las ik het zo’n beetje in 1x uit. Het boek leest prettig weg en kent een grote spanningsboog: waarom werd Jane als baby afgestaan door haar biologische moeder? Haar dochter Kate zoekt het antwoord op deze vraag na de onverwachte dood van Jane. Het verhaal gaat langs twee wereldoorlogen en verder spelen diverse kunstvormen een grote rol. Omdat het boek in de jaren 80 speelt, gaat de communicatie nog per brief en telefoon. Het gaat ook over kinderen die niet aan de verwachtingen van hun ouders voldoen. Mooi boek.

  • De vier windstreken – Kristin Hannah

De vier windstreken is het nieuwste boek van Kristin Hannah, van wie ik eerder dit jaar al De Wintertuin en De Nachtegaal las, beide heel goede boeken. Waar ik bij die twee boeken meteen werd meegezogen in het verhaal, duurde dat hier wat langer. Het boek speelt in de jaren dertig van de vorige eeuw in Texas tijdens de Dust Bowl, een langdurige periode van extreme droogte in enkele Amerikaanse staten. Elsa leeft met haar kinderen, man en schoonouders op een boerderij, maar door de aanhoudende droogte mislukken de oogsten, sterven de dieren, zijn er steeds stofstormen en is er voortdurend geldgebrek en honger. Veel mensen trekken naar de naastgelegen staat Californië, op zoek naar werk en een beter leven. De schoonfamilie van Elsa wil echter hun eigen stuk grond niet opgeven. Uiteindelijk vertrekken alleen Elsa en haar twee kinderen naar Californië, maar deze staat wordt overspoeld door vluchtelingen die op allerlei manieren uitgebuit worden. Lukt het Elsa om haar kinderen te beschermen en een beter bestaan op te bouwen?

Eigenlijk heersen er in dit boek, bijna een eeuw geleden dus ook al klimaatproblemen, zoals extreme weersomstandigheden. Daarnaast ontstaan de stofstormen, doordat de bovenlaag van de grond compleet kapot is geploegd door de hardwerkende boeren. En ook nu hebben we nog steeds te maken met stromen vluchtelingen overal ter wereld. Het is dus eigenlijk triest dat er bijna 100 jaar later nog maar weinig dingen verbeterd zijn…

  • Zomer in de kleine bakkerij – Jenny Colgan

Dit boek is het vervolg op de De kleine bakkerij aan het strand en de gebeurtenissen op het getijdeneiland kabbelen voort. De oude eigenaresse van de bakkerij overlijdt en haar erfgenaam wil de boel eens even flink komen veranderen, wat ten koste gaat van wat Polly heeft opgebouwd. Tja, ook dit boek leest wel lekker weg, maar toch heeft deze serie het niet voor mij. Ik vind veel dingen te ongeloofwaardig overkomen.

  • Obsidian – Jennifer Armentrout

Mwah, ik vond dit niet echt een heel geweldig boek. Het is een young adult-boek en het eerste deel van een maar liefst vijfdelige serie. Het leest op zich wel vlot weg, maar het boeide mij allemaal niet zo erg. Te veel high school-gezeur en die leeftijd ben ik toch wel ontgroeid. De hoofdpersoon verhuisd naar een dorpje waar buitenaardse wezens blijken te wonen die zich vermommen als gewone mensen. Natuurlijk wordt ze verliefd op zo’n wezen. Het boek was langdradig en deels ook wel voorspelbaar. Ik heb het een beetje scannend uitgelezen, maar heb geen behoefte om de vier vervolgdelen te lezen.

  • Storm rond het landhuis – Anne Jacobs

Na Het Landhuis het tweede boek in de serie over het Duitse landgoed Dranitz van Anne Jacobs (die bekend werd door de Weesmeisje-serie). De gebeurtenissen kabbelen voort in dit boek. Er wordt veel geruzied over de stukken grond rondom het landhuis. En dan zijn er alle familieperikelen en de liefdesrelaties. Het leest allemaal lekker weg en ondertussen kom je ook wat te weten over het leven in de voormalige DDR. In het eerste boek had je ook nog een historische verhaallijn die het boek extra interessant maakte, maar dat verhaal was af en daardoor heeft dit boek dit niet meer. Die historische verhaallijn maakte deel 1 wel spannend en die spanning mis ik dus in deel 2. Ik verwacht dat er ook nog een derde deel zal komen en die wil ik dan zeker nog wel lezen.

  • De aardbeiendief – Joanne Harris

De aardbeiendief is na Chocolat, Rode Schoenen en De zoetheid van perziken het vierde boek wat Joanne Harris schreef over Vianne Rocher en haar twee dochters Anouk en Rosette. Om heel eerlijk te zijn vind ik dit het zwakste boek van het viertal. Er gebeurd eigenlijk niet zoveel in dit boek; alleen het dagboek van de overleden Narcisse zorgt nog voor een beetje spanning. Verder is er veel herhaling en is het allemaal nogal traag. Misschien had Harris het bij drie boeken moeten laten, maar de echte fans zullen dit boek vast ook wel waarderen.

  • Om nooit te vergeten – Sarah Jio

Kailey staat op het punt om te trouwen, maar haar aanstaande echtgenoot is eigenlijk niet de liefde van haar leven. Deze man – Cade – is verdwenen. Tot hij op een dag voor haar neus staat. Hij blijkt als dakloze op straat te leven, ziet eruit als een zwerver en lijdt aan geheugenverlies. Kan Kailey hem nog redden? En wat dat betekent dat voor haar nieuwe relatie en haar aanstaande huwelijk?

Sarah Jio heeft met dit boek een achtergrondverhaal willen schrijven voor de vele daklozen in Amerika. Het boek roept natuurlijk een bepaalde spanningsboog op: wat is er mis gegaan in het leven van Cade? Maar het leunt ook wel erg op uitvergrote emoties. Kailey pikt wel heel erg veel van Cade, zowel in het verleden als in het heden. Daarnaast komt haar nieuwe relatie er maar bekaaid af en wordt er wel erg veel schuld afgewenteld op de voormalige zakenpartner van Cade.

Ondanks de vaak zware onderwerpen lezen de boeken van Sarah Jio wel altijd lekker weg en dat geldt zeker ook voor dit exemplaar.

Val en Verlossing – Leigh Bardugo

Dreiging en Duisternis – Leigh Bardugo

Na het eerste deel Schim en Schaduw, zijn dit het tweede en derde boek van de Grisha-trilogie van Leigh Bardugo. Van het eerste boek – het is wel gemixt met de boeken van de Kraaien van dezelfde auteur – draait nu de serie Shadow & Bone op Netflix. De Grisha-trilogie is fantasy voor young adults van de bovenste plank. Als tiener heb ik heel veel fantasy gelezen, later ebde mijn belangstelling voor dit genre steeds meer weg. Maar dit is zeker het beste wat ik sinds jaren op het fantasy-vlak heb gelezen. Ik ga verder niet spoilen, ga het maar lekker zelf lezen. Of de serie kijken. Beiden de moeite waard.