MaandMoves: februari 2021

Dit jaar ga ik proberen om elke maand op de laatste dag een soort van maandoverzicht te geven. Ik heb dit eerder geprobeerd met weekoverzichten, maar dat heb ik algauw opgegeven; te veel moeite. Een maand is een wat langere periode en ik hoef dan ook wat minder gedetailleerd op zaken in te gaan.

Februari

Februari is de kortste maand van het jaar en ik vind het vooral een tussenmaand; het is nog steeds winter en vroeg donker, maar eigenlijk verlang ik al naar de lente en kan die niet snel genoeg beginnen. Deze maand gingen we van winter naar lente binnen een week. De maand begon met veel regen en daarna kwam natuurlijk de beruchte #koudegolf2021. Ik ben zo iemand die sneeuw haat. Ok, in de bossen is het best wel mooi, dus als het alleen in de natuur zou vallen, zou ik het prima vinden. Met natuurijs waarop geschaatst kan worden (ik durf het helaas niet meer) heb ik ook geen moeite, zelfs niet met de vrieskou.

Maar ik heb echt een hekel aan al die aangekoekte, spekgladde ijssneeuwlagen in de woonwijken; de plekken waar niet gestrooid wordt. En waar ik dus een week lang mijn volgeladen postfiets doorheen mocht slepen. Die werkweek was echt een hel; elke dag werd het gladder. Waar ik normaal gesproken fysiek gezien niet echt moeite heb met het werk, kwam ik nu thuis met spierpijn en werd ik er doodmoe van. Helaas huldigt het bedrijf de mening dat postbezorging uitermate belangrijk is en geldt het volgende motto: “het is geen code rood, dus jullie gaan er niet aan dood.” Kortom, de dooi en zelfs de bijbehorende regen werden door mij met gejuich begroet.

Tja en nog geen vijf dagen nadat de laatste ijssneeuwklomp was weggesmolten was het ineens 18 graden boven 0. Van winterjas naar zomerjas binnen een week. 25 graden verschil in temperatuur. Bizar. “Four seasons in one week…”

Wandelen en geocaching

Door de slechte weersomstandigheden werd er in de eerste helft van de maand vooral gewandeld in de buurt: korte ommetjes. Op de lentezondag liepen mijn moeder en ik een wandelmulti-geocache aan de rand van de Loonse- en Drunense Duinen in de bossen van Plantloon en het Galgewiel (bij Waalwijk). Mijn geocachingskills werden aardig op de proef gesteld: allerlei soorten grid, projecties, navigatietechnieken. Maar ik kon het allemaal nog en de geocache werd gevonden. Nu de 10.000ste cache gevonden is en de punten minder belangrijk zijn, vind ik het leuk om meer multicaches te gaan doen.

Februari was met nog negen probleemdata de ergste maand voor het Geocaching Datum Project. Omdat er van die negen data maar liefst zes in de koudegolf vielen, kwam er van oplossen niets terecht. Uiteindelijk heb ik maar één datum opgelost. Volgend jaar hopelijk beter, maar er ligt echt een vloek over deze data, vooral over de twee laatste 3-cache-data, op twee dagen na elkaar: vorig jaar monsterstorm Ciara en nu de gevolgen van de sneeuwstorm.

Puzzels en spelletjes

Van spelletjes kwam weinig terecht; de hoofdschuldigen zijn de avondklok en Wie is de Mol? Ik speelde wel een paar keer online (op Bordspelarena) tegen S., maar hoewel de puntentelling automatisch gaat en wel makkelijk is, is het natuurlijk een stuk minder gezellig om niet samen aan een tafel in dezelfde ruimte te zitten.

Verder was de koudegolf uitermate geschikt om eens een paar puzzels uit de doos te halen. Er werden twee puzzels van 1000 stukjes gelegd. Eentje deed ik thuis, alleen. De andere deed ik samen met mijn moeder en zij deed het meeste. De puzzels zijn zo mooi dat ik ze best in zou willen lijsten, maar puzzellijsten zijn echt afschuwelijk duur en daar komt nog bij dat ik niet zoveel ruimte heb in mijn huurwoning (en hier heel graag weg zou willen, maar lange wachtlijst), dus uiteindelijk gingen de puzzels toch weer opgeruimd in hun dozen.

Lezen

Ik las tien boeken deze maand, grappig detail is dat alle boeken die ik tot nu toe in 2021 heb gelezen zijn geschreven door vrouwen. Verder ga ik steeds minder fantasy lezen, vroeger was dat mijn favoriete genre, maar ik lees op dit moment het liefste (historische) romans. Ik deed mee met een boekenswap, maar DHL wist mijn pakketje kwijt te raken, dus dat verpestte de boel behoorlijk (het is nog steeds niet opgelost).

En verder?

Tja, de coronamaatregelen komen mijn neusgaten aardig uit. En dan vooral de avondklok, die echt zorgt voor eenzaamheid. Wat mij betreft gaan we gewoon weer normaal doen of tenminste zoals het afgelopen zomer ging. Dus mondkapjes ok, afstand houden prima, maar wel gewoon winkels, horeca en de culturele sector (deels) open.

We zullen zien wat maart ons gaat brengen. Hopelijk meer lenteweer, in ieder geval verkiezingen en op de laatste dag van de maand mijn verjaardag.

Onze 10.000ste geocache

Het doel stond al op de lijst van mijn Day Zero Project en daarna op de 20 van 2020 lijst. Dit omdat het bereiken van de 10.000 gevonden caches altijd een droomdoel is geweest. Uiteindelijk vonden Anke en ik de 10.000ste cache van de Heideroosjes op 4 januari 2021.

Grauwe januaridag

Ik had nooit verwacht dat we ons jarenlang gekoesterde droomdoel ooit zouden bereiken op een grauwe dag in januari, midden in een lockdown. In mijn gedachten had het moeten gebeuren in het hoogtepuntenjaar 2020. Tja, 2020 voldeed in vele opzichten niet aan de verwachtingen en kende meer dieptepunten dan de geplande hoogtepunten. Dat die 10.000 niet meer gehaald zou worden, wist ik eigenlijk al tijdens de eerste lockdown in maart. Toch kwamen we in december nog heel erg dichtbij en dat was te danken aan twee dingen: de hoge puntentelling van de labcaches (een punt per “waypoint” i.p.v. een punt per cache) en dat Anke door de lockdown weer een stuk fanatieker ging geocachen.

Dus werd op 20 december 2020 (de dag dat we over de 9950 heen gingen) besloten dat we er op 4 januari voor zouden gaan, want deze datum hadden we al in de agenda staan, omdat we dan allebei vrij waren. Uiteindelijk kwam ik één cache te kort, maar dat kon opgelost worden door onderweg even iets op te pikken in Diessen, voor we aan de wandeling zouden beginnen.

Weersvoorspelling

De weersvoorspelling was niet al te best: koud (2 graden), miezerregen, wind en grauw, bewolkt weer. Maar ja, het is natuurlijk hartje winter en verder zijn wij slechte weersomstandigheden bij milestones wel gewend. De 7000ste cache vonden we in de stromende regen tussen de kabouters in België en bij de 9000ste cache (alweer twee jaar geleden) was ik door de aanhoudende stortregen nat tot op mijn onderbroek. Omdat we anders twee weken hadden moeten wachten en dat zonde is van de data voor het Geocaching Datum Project die daarin zouden vallen, besloten we toch maar vandaag te gaan. Tenslotte kan het over twee weken nog zo’n dramatisch weer zijn.

Staycation Diessen

Onderweg stopten we in Diessen voor een cache in een of andere klein parkje. Zonder geocaching zouden we daar nooit geweest zijn. Smaug (mijn gps) was het spoor helemaal bijster en zijn kompas draaide eindeloos rondjes. We hebben dus alle hoeken van het park gezien voor we bij het goede nulpunt waren en daar was een heel magnetisch hek. Uiteindelijk rukte ik een dop van een paal en daar zat de cache in. Deze moeizame eerste found van de dag beloofde niet al te veel goeds voor de rest. We reden naar de parkeerplaats bij het Landalpark, waar we drie weken geleden ook al geparkeerd hadden. Ook deze Staycation 4 startte vanaf dat punt. Drie weken geleden deden we al route 1 en route 2. We gingen nu voor route 4, omdat daar meer subcaches op de route lagen, dan bij route 3. Ook leek dit op papier een mooiere route.

Kan een afbeelding zijn van buitenkleding, weg en boom
Op weg naar de 10.000ste cache!

Waar zijn we aan begonnen?

We liepen een zandpad tussen de weilanden op en op dat moment waaide er een superkoude wind en miezerde het en hadden we even zoiets van: “Waar zijn we aan begonnen? Wat zijn we eigenlijk een stel gekken dat we dit iedere keer gaan doen in de meest maffe weersomstandigheden.” Even later ging de wind wat liggen en werd het droog en vonden we de eerste bonuscache op de route. De route boog ook af het bos in en daar is het beter lopen als het waait en regent. Tegen de tijd dat we bij de cache bij het wankele bruggetje aankwamen, hadden we het warm, op de uitstekende delen na dan. Bij het bruggetje hebben we heel lang naar de cache gezocht en we wilden het al bijna opgeven toen Anke hem toch nog vond. Opluchting, want we konden het ons eigenlijk niet veroorloven om caches te missen. De brug was zo wankel dat we er niet tegelijkertijd op durfden te gaan staan.

Wankele bruggetjes

Het pad slingerde zich verder door een bos en verderop lag nog zo’n wankel bruggetje. Als er nog massa’s geocachers gaan komen is onderhoud wel gewenst. De volgende bonuscache was een stuk makkelijker te vinden, die zagen we al van verre in de bosjes liggen, omdat hij gecamoufleerd was met een nepplant. De volgende bonus was een offsetmulti bij een oorlogsmonument. Er stond ook een kapel. De offsetcache werd een stukje verder gevonden, we werden er bekeken door schapen. Ik had besloten om van onze queeste naar de 10.000 een “live” verslag te doen op instagramstories, dus ik postte af en toe een foto. Ik was begonnen met de vraag of het ons wel of niet zou lukken vandaag en iedereen had het volste vertrouwen in ons: want het was 100% ja.

Heideroosjes op de heide

We waren nu op de helft van de route en tot dan ging het eigenlijk best voorspoedig. Nu kwamen we bij het mooiste stuk van de route: de Neterselse Heide. Heideroosjes horen natuurlijk op de heide, ik kan het nooit nalaten om dat te zeggen. Ik was al wel vaker op de Neterselse Heide geweest, maar dat was alweer even geleden. Het voordeel van geocaching op een doordeweekse dag met slecht weer is dat het heel rustig was. We kwamen echt heel weinig andere mensen tegen, heel anders dan de geocachingzondagen van de afgelopen tijd, waar je bijna over de koppen kan lopen in een gemiddeld natuurgebied. Onderweg haalden we natuurlijk herinneringen op aan geocaching. We zijn ermee begonnen in 2004 (de eerste cache op het account van de Heideroosjes werd gevonden op 22 augustus 2004) en zijn nu dus 16,5 jaar verder. Dat is bijna de helft van ons leven. We hebben zoveel gekke, maffe caches gedaan, zoveel herinneringen. Goed, ik heb dus alle jaren cacheverslagen bijgehouden en daar is – zoals bekend – er elke donderdag eentje van terug te lezen op deze blog.

Te weinig caches?

Aan de rand van de heide kwamen we een beetje in de problemen. We bleken namelijk een cache tekort te komen. Dit kwam door de onduidelijk naamgeving van de bonuscaches. Het begon met 4A t/m 4E. Maar daarna ging het pas weer verder met 4H, 4I, 4J en 4K. Er waren geen 4F en en geen 4G. Later – tijdens het loggen – kwam ik erachter dat die gearchiveerd zijn, omdat de co geen toestemming zou hebben gevraagd om caches weg te leggen in dit gebied. Of dit waar is weet ik verder niet, maar in ieder geval zijn die twee caches zonder duidelijke opgaaf van reden gearchiveerd. En dat betekende dus dat we een cache tekort kwamen voor de 10.000. Dat zou toch wel een disaster zijn. Ook bleek de beoogde 10.000ste cache, de basismulti van Staycation 4 al op driekwart van de route te liggen. Op zich maakte dat niet heel veel uit, omdat we heel deze wandeling als de 10.000 wandeling zagen, maar we moesten dan natuurlijk wel echt bij dat getal uitkomen.

Not founds…

Na het loggen van de basismulti besloten we om dan maar een stukje terug te lopen naar de offset-multi 3C, dus eigenlijk een subcache van Staycation route 3. We berekenden aldaar de cache en gingen op jacht naar de eindcache. Aan twee kanten van het “ravijn” (eigenlijk een diepe sloot, maar ik heb een grote fantasie) naar de cache gezocht, maar niet kunnen vinden. Omdat we het ook een onwaarschijnlijke plek vonden in vergelijking tot de andere verstopplekken, denk ik dat ik een getal verkeerd heb overgeschreven. Wel balen, want nu hadden we nog geen reserve-cache. Dan maar verder lopen naar een traditional van route 3. Daar aangekomen vonden we wel een sleutelhangerring die met een tieripe aan een tak vastzat, maar geen cachecontainer meer. Er waren dan ook een stuk of vijf not-foundslogjes, maar nog geen reactie van de co. Tja, dat waren dus twee not-founds achter elkaar.

Kan een afbeelding zijn van buitenshuis
Proost! Op cache 9998 ofzoiets…

De strijd tegen het donker en te vroeg proosten

Ondertussen begon de tijd te dringen, want we moesten voor het donker het bos uit zijn. En om de feestvreugde te verhogen begon het ook weer te regenen. We besloten om dan maar de laatste caches van route 4 te gaan doen en dan met de auto nog een cache in Diessen op te pakken. Onderweg naar die laatste route 4 caches bleven we maar tellen of we wel genoeg caches hadden gevonden. De laatste twee caches van route 4 werden wel gevonden en we maakten de door Anke meegenomen champagne (een miniflesje) vast open. Stonden we daar op een zandpad in de wind en de miezer te proosten op een cache die we eigenlijk nog niet gevonden hadden, haha. Het was wel lekker.

Geocachinghoogtepunt!

Uiteindelijk kwam de redding in de vorm van cache 3A, die ik had aangezien voor een cache van route 4. We kwamen daar zo’n beetje langs onderweg naar de auto, dus we hoefden er amper voor om te lopen. Dit werd dus op papier de 10.000ste, maar voor ons voelden gewoon de hele tocht ineen als de grote 10.000-tocht. We waren blij dat het toch nog tijdens de wandeling was gelukt; nog een cache met de auto loggen was een beetje een anticlimax geweest. En we waren natuurlijk ook wel trots op onszelf. We did it! Het geocachinghoogtepunt bereiken op de vierde dag van het jaar! Daar gaan we dit jaar vast niet meer overheen, maar dat is ook dikke prima. Het allerbelangrijkste is dat we plezier hebben in geocaching. En ook leuk dat we deze milestone samen hebben gevonden, want zo vaak gaan de Heideroosjes niet meer samen op pad.

Geen fotobeschrijving beschikbaar.
Het bewijs

De statistieken

Dan nog even een beschouwend stukje. Vanaf nu wordt er dus met een vijfcijferig getal gelogd. Ik ben erg blij dat we de 10.000 caches nu eindelijk bereikt hebben. Natuurlijk is het altijd het droomdoel geweest, maar het is niet dat we nu gaan stoppen met geocachen. Ik verwacht dat we nu meer multi’s gaan doen, omdat de punten minder belangrijk worden. Wel blijft er nog een bepaalde druk voor het Geocaching Datum Project en voor het behalen van souvenirs. Maar het is natuurlijk ook wel leuk om nog iets van een doel te hebben.

En waar bestaan die 10.000 founds uit? 7657 traditionals, verreweg het meest voorkomende cachetype, 1174 multi’s, 727 mysteries, 149 earthcaches, 101 labcaches, 64 events, 62 letterboxen, 49 virtuals, 10 wherigo’s en 7 webcamcaches.

We vonden caches in 17 landen, de meeste natuurlijk in Nederland (7596), maar we zijn ook Kilocacher (1000 gevonden caches) in België (1357). Het andere buurland Duitsland (278) staat op de derde plek. Ook in Frankrijk (160) en Denemarken (119) vonden we meer dan 100 caches. Verder vonden we nog caches in Zweden (95), Luxemburg (87), Portugal (62), Griekenland (47), Engeland (38), Polen (24), Italië (9), Spanje (6), Slovenië (4), Turkije (1), Oostenrijk (1) en de VS (1). De meeste landen hebben we trouwens aan Anke te danken, want ik ben nog nooit in Portugal, Griekenland, Polen, Spanje en Turkije geweest. Slovenië en Oostenrijk zijn dan weer wel aan mij te danken. In alle andere landen zijn we wel allebei geweest, behalve dan in de VS, want die found hebben we te danken aan mijn broertje.

Geocachingverhalen uit het verleden: mijn moeizame loopbaan als smokkelaar

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 25 februari 2012

De dag dat ik eindelijk een klein succesje boekte in mijn moeizame loopbaan als smokkelaar van boter, kaas en eieren.

3683. Smokkel(w)aar

3684. Bonus Smokkel(w)aar

Maker: Vanbeersjes

Type: Multi + bonus-mysterie

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 februari 2012

Plaats: Hooge Mierde

Pfft, nou het jaar is nog geen twee maanden oud, maar ik weet nu al dat deze cache gaat eindigen in de top-5 van meest frustrerende geocaches van dit jaar. Het heeft mij maar liefst vier takes gekost om hem te vinden.

Take One

Take One vond plaats in de week nadat de cache online was gekomen. Dat was ergens in januari. Hij was nog door niemand gevonden en het was mooi, helder vriesweer. Net de week ervoor had ik mijn andere frustratie in dit gebied afgerond, dat was Zwartven. Dus ik kende het gebied al behoorlijk goed. Op de route waren nog andere caches te vinden en ik moest op die datum nog founds voor het Geocaching Datum Project, dus ik had er helemaal zin in. In de beschrijving stond dat het een vrij moeilijke cache zou zijn, maar na Zwartven had ik het idee dat wel aan te kunnen.

En eigenlijk ging alles ook prima tot aan waypoint 12. Smokkel(w)aar deed weer net een ander stuk van het gebied aan dan Zwartven. De waypoints waren keurig verzorgd met een heel verhaal over een smokkelaar en op de meeste waypoints hele kunstwerken. Ik vroeg me wel af wat ik in hemelsnaam moest doen met het blokje boter-kaas-en-eieren in mijn tas, dat had ik gevonden op waypoint 3 en het zei me helemaal niets. Net als Hein, de smokkelaar uit het cache-verhaal moest ik al cacher deze boter-kaas-en-eieren mee smokkelen. Op de route vond ik nog een Belgische paddo, midden in de bossen, dus ik werd helemaal blij. Maar juist deze, in de facking middle of nowhere was al wel geclaimed, dus ik kon hem alleen maar visitten.

Ergens aan het begin van de route vond ik de eerste bonuscache van de route, dat was Niets is wat het lekt, een cache die in de kop van een paaltje verstopt zat. Ik vond hem best opvallen, maar bij Take Three kon ik hem niet meer terug vinden, dus blijkbaar let je als gewone wandelaar helemaal niet op de vorm van afzettingspaaltjes tussen het zandpad en het fietspad.

In de caches op de route moest je cijfers verzamelen voor het coördinaat van de bonus-cache. Ook moest je op twee plaatsen een aanwijzing zoeken. De eerste aanwijzing kon ik met de beste wil van de wereld niet vinden, ik had geen flauw idee wat de maker bedoelde. Ik besloot na een minuut of 10 maar om verder te lopen. Verderop vond ik toen die paddo, dus dat was een schrale troost. Op die plek heb ik wel een hele tijd naar waypoint 5 gezocht, die echt enorm geniepig verstopt zat, een tag aan een draadje achter een informatiebordje op een houten paal. Daarna deed ik iets verkeerd, er moest een projectie gemaakt worden. Ik vond dat die raar uitkwam, want ik zou terug moeten lopen. Dus maakte ik hem zelfs nog omgekeerd (wat dus eigenlijk moest). Toch ging ik terug lopen. Natuurlijk vond ik daar niets.

Op weg naar de omgekeerde projectie begon ik koude voeten te krijgen. Mijn officiële wandelsokken zaten allemaal in de was en ik had twee paar gewone sokken over elkaar aangetrokken, maar dat was niet voldoende voor deze temperatuur rondom het 0-punt. Met flink wat gestamp kreeg ik ze wat warmer. Mijn gevoelstemperatuur stijgt ook altijd enorm als het goed verloopt tijdens het cachen, maar dat was nu dus niet echt. Op het punt van de omgekeerde projectie vond ik weer een aanwijzing en die kon ik heel goed begrijpen, dus kon ik verder en steeg mijn temperatuur weer (gevoelsmatig dan, hè). Op waypoint 10 heb ik me ook een breuk gezocht, die zat ook moeilijk verstopt, maar ik vond hem toch nog na een minuut of 10.

In de tekst werd gesproken over de BeNe-grens. Hiermee werd natuurlijk de Belgisch – Nederlandse grens bedoeld, maar voor de bonus-cache van Smokkel(w)aar was het ook nodig om een mysterie op te lossen, genaamd BeNe. Die mysterie stond in de nearbiest-lijst en ik had er al een paar keer naar gekeken, maar ik begreep geen jota van het puzzeltje, je moest iets zien in een hoop letters. Daarom hoopte ik dat ik de cache toevallig zou vinden op de route. Omdat ik de afkorting BeNe in de tekst als een hint beschouwde lette ik extra goed op boomschijven (de hint voor de mysterie) tussen waypoint 10 en waypoint 11. Dit keer had ik wel geluk, want zonder al te veel moeite vond ik BeNe. Dat was dan de grote meevaller tijdens Take One, het zomaar vinden van deze voor mij onoplosbare mysterie uit de nearbiest-lijst.

De tocht ging verder over een lang fietspad, midden in het zicht. Hier vond ik nog de traditional Grensbewaker, die zat verstopt in een heel schattig vogeltjesbeeldje met een muts op. Bij waypoint 12 ging het mis. Ik begreep de opdracht niet, je moest een projectie uitvoeren, maar moest zelf de afstand en de graden bepalen. Die afstand kon ik nog wel ongeveer beoordelen, maar ik had geen flauw idee hoe ik de graden moest bepalen. Daarnaast kwam ik erachter dat ik de trail tussen wp 12 en wp13 niet had ingeladen, ik was er vanuit gegaan dat die automatisch was geladen in de additional waypoints, maar het bleek een apart te downloaden track te zijn. Nou wist ik nog wel hoe ik langs het Zwartven moest lopen, vanwege de gelijknamige cache die ik vorige week afgerond had, dus liep ik op de gok die trail (ik had hem achteraf helemaal goed) en loste de tweede vraag voor de bonus-cache op. Die was makkelijker. Ondertussen probeerde ik iets te zien in het houten bke-blokje. Mijn eerste idee was het om het in de zon te houden, omdat er in de tekst iets stond over “tegen het licht houden”. Maar ik zag er niets in en gaf dat idee al vrij snel op. Heel erg stom van mij, want het was de juiste methode, achteraf bezien.

Nu ging het helemaal mis. Ik heb nog een uur door de bossen gedwaald op zoek naar waypoint 13, waarvan ik alleen maar wist dat die in de buurt van de uitgang van het Zwartven zou zitten en op een bepaalde hoogte zou zijn. Ik kwam nog een andere vertwijfelde geocacher tegen, die er ook niets van begreep, dus we konden elkaar niet helpen. Helaas kon ik niets vinden, dus moest ik naar huis terugkeren. Als troost had ik dan toch nog drie dagfounds voor de datum. Ik kwam alleen tot de vervelende conclusie dat ik de hint van de Grensbewaker niet had opgeschreven. Shit, daar zou ik dus ook nog naar terug moeten.

’s Avonds bleek dat er verschillende cachers op pad waren geweest voor Smokkel(w)aar en allemaal waren ze gestrand op waypoint 12. Reno (mijn auto) was zelfs 2x gediscovered. Niemand had de cache gevonden. Ik kreeg een mailtje van de maker van de cache; Of de cache soms te moeilijk was en of ik een hint nodig had? Ik mailde terug dat ik de opdracht op waypoint 12 niet helemaal begreep en wat ik in hemelsnaam moest doen met het houten bke-blokje. Ik kreeg bijna meteen weer een mailtje terug met dat ik het goede idee had voor de opdracht bij waypoint 12, maar dat het heel precies moest. Over het bke-blokje bleef hij heel vaag, ik moest er iets in zien, maar het zou moeilijk zijn. De rest van de avond heb ik een hele tijd besteed aan een studie naar hoe ik de graden en afstand tussen bepaalde waypoints moest bepalen, dus eigenlijk hoe ik een projectie zonder graden op moest zetten. Aan het einde van de avond was ik daar achter, na een hoop gezoek en gelees op fora.

Take Two

Take Two vond plaats in de stromende regen. Ik had me in mijn regenbroek gehesen en liep met mijn capuchon over mijn hoofd door de regen naar mijn thuis berekende waypoint 13. Ik heb opnieuw een uur ofzo door het bos gedwaald, maar ik kon het niet vinden. Ik ben ook nog zo’n bke-blokje gaan halen, maar ook daar kwam ik niet verder mee. Alles bij elkaar was deze Take Two de ergste van allemaal, want ik kwam helemaal geen stap verder. Ik besloot de cache een paar weken te laten rusten en te kijken of de geocache-toppers hem wel zouden vinden. De beschrijving werd aangepast, waardoor waypoint 12 gemakkelijker werd en daar ging het eremetaal er dus uit.

Take Three

Een paar weken later was de cache al regelmatig gevonden en besloot ik ook nog maar eens een poging te wagen. Ik besloot eerst de aanwijzing in Grensbewaker op te gaan halen en daarna via de nieuwe beschrijving op waypoint 12 terug te keren naar het stukje bos waar de finale moest plaats vinden. Eerst haalde ik een bke-blokje op uit het ondertussen vaak door mij bezochte waypoint 3. Daarna wandelde ik naar het punt waar je het getal voor de bonus-cache moest vinden. Daar zocht ik weer een hele tijd, maar ik kon niets vinden. Tot ik ineens boven het muurtje bestaande uit houten paaltjes ging hangen en mijn blik op een vreemd patroon van punaises viel. Juist ja, dat waren punaises in de vorm van een getal. Dat bleek de aanwijzing te zijn. Geniaal bedacht als je het eenmaal weet, een vreselijke zoektocht zonder aanwijzingen als je het niet weet. Maar goed, die hindernis had ik overwonnen. Daarna doorgelopen naar Grensbewaker om daar ook het getal over te schrijven. Zo had ik vijf van de zes getallen voor de bonus in mijn bezit. Helaas leken die volkomen willekeurig gekozen te zijn, er was dus geen sprake van dat ik de zesde zou kunnen gokken. De enige oplossing daarvoor was Smokkel(w)aar te vinden.

De beschrijving van waypoint 12 bleek niet heel veel anders te zijn, het werd nu alleen iets beter uitgelegd hoe hij het bedoelde. Ik maakte nog een keer de projectie en kwam opnieuw uit op het door mij die eerste avond al berekende punt. Dus liep ik nog maar een keer de trail (ik had hem nu wel gedownload, maar in de praktijk maakte dat niets uit) langs het Zwartven, ondertussen turend naar het bke-blokje. Toch maar weer eens tegen het licht aan gehouden en na een hoop getuur zag ik er wel wat in. In de hokjes van het bke-spel waren cijfers te zien. Ze waren vrij onduidelijk, maar na een hele tijd turen dacht ik ze allemaal ontcijferd te hebben. Dus kon het blokje terug naar de kist op waypoint 3. Er ontbraken nog 2 blokjes, dus er waren ondertussen nog meer geocachers op weg.

Ik liep naar mijn gewraakte waypoint 13. Het was heel zuur dat die dus keurig op het door mij berekende punt bleek te zijn. Alleen had de maker nu een aanwijzing op de boom aangebracht en die viel veel meer op dan het doorzichtige draadje aan de andere kant van de boom. Ook scheelde het misschien dat nu de zon scheen en dat het toen keihard regende, maar ik weet zeker dat ik toen ook om deze boom heb heen gelopen. Het draadje vormde een hijsconstructie waarmee een petling kon worden opgehesen. Daarin stond dus wat je moest doen met het bke-blokje, maar dat had ik nu zelf al ontrafeld, dus eigenlijk was het hele waypoint 13 niet meer nodig. Hij repte ook nog over een dode boom met de code voor het cijferslot een stukje verderop aan het pad, maar die aanwijzing heb ik niet gevonden. Als die aanwijzing net zo geniepig verstopt zou moeten zijn als bijvoorbeeld waypoint 5 en waypoint 10, dan is die welhaast onvindbaar.

Ik wilde de cache ondertussen zo graag vinden dat ik bereid was om het cijferslot te forceren. Helaas voor mij lag er niets op het door mij geziene eindcoördinaat. Ik rommelde met de cijfers en heb nog urenlang door het bos gelopen op zoek naar andere eind-punten. Dit alles zonder resultaat. Daarom heb ik het uiteindelijk opgegeven. Ik baalde er stevig van, de dag was zo goed gestart met het vinden van al die getallen en het gewraakte waypoint 13. What the hell miste ik in dat bke-blokje?

Take Four

Dit keer ging ik heel fanatiek op de fiets. Ik had de route ondertussen zo vaak gereden met Reno dat ik Eragon niet nodig had, ik kwam zonder te zoeken aan bij het startpunt. Er stonden geen andere auto’s, dus ik was de enige cacher. Ik liep blindelings naar waypoint 3, ik weet ondertussen echt goed de weg in deze bossen, misschien ga ik ze nog wel missen. Ik koos dit keer een ander blokje uit de kist en hield hem ter plekke tegen het zonlicht. In mijn bovenste drie cijfers kon ik geen wijziging vinden. Maar in dit blokje was het middelste van de onderste cijfers duidelijk een 0 en niet de 9 die ik er de vorige week in had gezien. Dat betekende een verschil van bijna 100 meter. Voor de zekerheid bekeek ik nog een ander bke-blokje en die bevestige mijn informatie. Ik ruimde waypoint 3 voor de zoveelste keer op en voerde mijn nieuwe coordinaat in. Onderweg nog naar de dode boom gezocht, maar opnieuw niet gevonden. Het slot zou geforceerd moeten worden. Tot mijn grote opluchting vond ik dit keer de cache wel, op een plek waar ik nog niet eerder geweest was. Hij zat in een juten zak, die van boven dicht werd gehouden door haken waar het cijferslot aan hing. Ik hoefde niet te forceren, want mijn hand kon makkelijk door de gaten tussen de haken door. Hierdoor kon ik het deksel van het plastic cachebakje open maken en het logboek uit de zak wringen. Ik logde en viste de geocoin eruit als beloning. Pfft, ik was hier wel erg blij mee, eindelijk gevonden. En eigenlijk ook helemaal zelfstandig, want ik heb uiteindelijk niet meer hints van de maker gehad, dan de uiteindelijke cache-informatie. Ik frotte het logboekje weer terug tussen de haken door en de deksel ging weer op het bakje.

Ik kon nu ook de bonus berekenen, die lag een paar paden verderop. Ook die werd gelogd en zo kon ik eindelijk een dikke, vette streep zetten onder het smokkel-avontuur. Wat een frustraties heeft dat gekost zeg.

Wat ik hier op 25 februari 2021 nog aan toe te voegen heb:

Haha, dit is wel een heel uitgebreid verslag. Of het interessant is voor niet-geocachers is nog maar de vraag. De cache is gearchiveerd, dus de spoilers maken niet meer uit. Dit was wel echt een superfrustratie-cache. In de tijd dat ik in Hilvarenbeek woonde deed ik heel vaak van dit soort moeilijke multi’s. Later – toen ik geen auto meer had om meerdere keren op en neer te rijden – kreeg ik toch een voorkeur voor caches die in 1x te vinden waren.

De 20 van 2020: Wandelen in de Kaapse Bossen

Aan het begin van 2020, toen ik nog dacht dat het jaar vol hoogtepunten zou worden, stelde ik twintig doelen voor mezelf op die ik dat jaar wilde bereiken. Dankzij de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen en beperkingen vielen de meeste doelen in het water. Toch zijn er vijf doelen geslaagd en daar wil ik toch even aandacht aan besteden.

De Kaapse Bossen

Doel 14 was om eindelijk eens de wandeling door de Kaapse Bossen bij Doorn te gaan lopen. Dit is een wandeling van Natuurmonumenten die al heel lang op mijn verlanglijstje staat. Het lastigste aan deze wandeling was om de startlocatie te bereiken, want Doorn heeft geen station. Maar in augustus 2020 logeerden mijn moeder ik drie dagen in een hotel bij Soesterberg en vanaf daar was het ongeveer 15 kilometer fietsen naar de Kaapse Bossen. Dit was wel tijdens de hittegolf, en voor zo’n hete dag hebben wij echt een extreem actieve dag gehad.

Fietspaddestoel voor waymarking

De fietstocht

We werden deze ochtend al vroeg wakker in het hotel, omdat het zo heet was. Helaas mochten we pas vrij laat ontbijten (er was een personenlimiet voor de eetzaal vanwege corona), dus las ik al een half boek uit. Het ontbijt was wel de moeite waard. Daarna gingen we op pad. Ondanks de hitte had ik een vrij heftig dagprogramma opgesteld. We gingen op de fiets naar de Kaapse Bossen bij Doorn. Dat was ongeveer 15 kilometer fietsen. We hadden een boekje met routes gekregen en ik had hier een gedeelte van een fietsroute via knooppunten uitgehaald, die we op de heenweg zouden gaan fietsen. De heenweg viel eigenlijk nog wel mee; het was toen nog niet op z’n heetst, we waren nog fris, de route liep voor een groot deel door de bossen (dus schaduw) en we konden vaak stoppen voor een fietspaddestoel (vanwege waymarking). Overigens was het wel heel druk in de bossen met andere fietsers en wandelaars.

Kaapse Bossen

De Kluizenaar van Doorn

Pas in Doorn sloeg de hitte weer toe, maar hier was wel een cache te loggen. De Kluizenaar van Doorn is een beeld van de schrijver Simon Vestdijk. Het beeld zit aan een bureau naast de kerk. De cache zit in de lade van het bureau. We konden hem eerst niet vinden, maar het bleek dat we onze arm niet ver genoeg in de lade staken. Nadat ik er met een zaklampje in had gekeken wist ik waar ik moest grijpen, dus ineens was mijn arm wel lang genoeg, haha. Vestdijk had blijkbaar veel last van depressies en was een beetje afstandelijk, waardoor hij de bijnaam de kluizenaar van Doorn kreeg.

Bomenlaan

Hoogtepuntenwandeling

We waren nu bijna bij de Kaapse Bossen. Een wandeling door deze bossen staat al jarenlang op mijn verlanglijstje, maar het komt er maar nooit van. 1,5 jaar geleden was ik er heel dichtbij, maar toen bleek je op station Zeist geen OV-fietsen te kunnen huren en wandelde ik in plaats daarvan naar Huize Doorn. Daar kwamen we nu ook nog langs. We lieten onze fietsen achter op de parkeerplaats en kozen voor de langste wandeling, die de Hoogtepuntenwandeling werd genoemd en 9 kilometer lang zou zijn (volgens de folder zelfs 12 kilometer, maar wij denken dat 9 of 10 kilometer wel klopt). We moesten even wennen aan de routepaaltjes, die anders zijn dan bij ons in Oisterwijk. Ik dacht dat je in de richting van het wandelaartje moest lopen, maar er bleken dus ook pijltjes onder te staan en zo niet, dan moest je gewoon rechtdoor.

Geschiedenis van de Kaapse Bossen

De Kaapse Bossen maken deel uit van de Utrechtse Heuvelrug en waren oorspronkelijk een productiebos, aangelegd op heide en zandverstuivingen. Tijdens de wandeling kom je inderdaad nog een klein stukje heide en een heel klein stukje zandverstuiving tegen. De naam van het bos is te danken aan de eerste eigenaars: de familie Swellengrebel. Zij woonden jarenlang in de Zuid-Afrikaanse Kaapprovincie. Rond 1750 keerden zij terug naar Nederland en kochten het gebied aan, dat ze vernoemden naar de streek waar ze vroeger gewoond hadden. Een eeuw later kwam het gebied in handen van de familie Van der Lee; zij legden lanen en kronkelige paden aan om een wandelbos te maken. Weer een eeuw later, in 1953, kocht Natuurmonumenten het gebied aan en sindsdien mag de natuur hier haar (grotendeels) haar gang gaan.

Uitkijktoren De Kaap

Het was heel raar dat je eerst de weg over moest steken voor een lusje aan de overkant van de weg. Dit gedeelte heet Sandenburg en is in beheer bij Utrechts Landschap. Maar toen we daar eenmaal waren bleek het er heel rustig te zijn met mooie bomenlanen, die vroeger onderdeel waren van Landgoed Sandenburg. De hitte was hier in het bos nog wel om uit te houden. Terug aan de overkant van de weg begon er hoogte in de wandeling te komen en dat viel dus wel een beetje tegen met deze hitte. We kwamen langs de dagrecreatie en liepen heel lang door de bossen. Er waren vooral heel veel statige bomenlanen. We passeerden Landgoed de Ruiterberg. Blijkbaar staat dit bekend om de bijzondere terrassentuinen, maar die hebben wij overgeslagen.

Ik verheugde me vooral op het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de route: uitkijktoren de Kaap. De grote vraag was echter of de toren geopend zou zijn voor beklimming. Tijdens corona was hij dicht geweest en mijn vraag op twitter aan Natuurmonumenten of hij alweer open was, werd nooit beantwoord. Onderweg waren we een hardloopster tegen gekomen die zei dat de toren dicht was. Dus mijn opwinding was al een beetje afgenomen. Maar ik had heel erg veel geluk: de toren bleek open te zijn! Dus ik kon er eindelijk op klimmen. Mijn moeder heeft hoogtevrees en die besloot op aanwijzing van een ouder echtpaar dat op een bankje vlakbij de toren zat te rusten door te lopen naar het restaurant. Koffie drinken op een terras is meer haar idee van een hoogtepunt ;>)

Ik ben nergens zonder Smaug

Ik klom naar boven, maar bovenaan zit een plateau wat verder niet ondersteund wordt en daar kreeg ik ook weer een beetje de bibbers. Niet zo erg als twee weken eerder op de Boudewijntoren, maar ik durfde niet over de reling te gaan hangen. Gelukkig kon je vanaf het midden van het platform ook prima foto’s maken. Na mij kwam een heel gezin naar boven en de stoer uitziende jongen was nog veel banger dan mij. Na een tijdje besloot ik weer naar beneden te gaan, ik kon onderaan de toren nog een Munzee scannen. Nu moest ik ook naar het restaurant, maar ik nam het verkeerde pad en omdat mijn moeder mijn rugzak met daarin Smaug (mijn gps) meegenomen had, zat er voor mij niets anders op dan gewoon de route te volgen.

Heide bij Chalet Helenaheuvel

Chalet Helenaheuvel

Ik vond het best lang duren voor ik bij het restaurant was, dat kwam vooral omdat ik ondertussen vol adrenaline zat van de torenbeklimming, het nu het heetste moment van de dag was en ik dorst had. Gelukkig was het een erg leuk terras, het leek qua sfeer een beetje op Groot Speijck (in de Oisterwijkse bossen), zelfs de kaart had sterke overeenkomsten. Dus we aten een hapje en dronken vooral heel veel. We mochten ook onze waterflessen vullen.

Kaapse Bossen

Er waren ook nog geocaches

Opgepept vervolgden we de wandeling weer. Eerst een klein stukje over de heide, maar die stond nog niet echt in bloei, ondanks dat augustus toch wel de bloeimaand is. Ik was vergeten om Smaug aan te zetten, tot mijn moeder vroeg of er nog caches waren. Toen bleek dat we vlakbij een cache waren en dat we ook net over een cache heen waren gelopen. Dus deden we eerst Eikenhakhout, dit was een mooie cache, die verstopt zat in een blok eikenhout en al uit 2013 stamde. Daarna wandelden we terug naar Rand van het bos. Deze cache zat onder een prullenbak. In zo’n mooie omgeving begrijp je eigenlijk niet waarom mensen voor zo’n locatie kiezen, maar het zal iets te maken hebben met toestemming. Wij ploeterden het pad omhoog nog een keer op en maakten de wandeling af.

Zonlicht in de Kaapse Bossen

De Pyramide van Austerlitz

Ik had besloten dat we een andere route naar het hotel gingen fietsen dan op de heenweg, ik hoopte eigenlijk dat dat korter zou zijn. Mijn moeder is niet zo’n kaartlezer en laat het navigeren altijd aan mij over. Maar ik had er niet aan gedacht dat we dan een flinke heuvelrug over zouden moeten. Dat was wel even pittig, zeker op een OV-fiets zonder versnellingen. Naar beneden racen was dan weer wel heel tof. In Maarn logden we nog een cache in een klein stukje bos. We besloten om nog een pit-stop te maken bij de Pyramide van Austerlitz, omdat we alweer dorst hadden. Ik ben hier drie jaar geleden (bijna op dezelfde datum, het scheelt maar vier dagen) al eens geweest, toen ben ik ook op de pyramide geweest. Dat was tijdens een NS-wandeling van Zeist naar Maarn. Maar mijn moeder had de hele pyramide nog nooit gezien en was er wel nieuwsgierig naar. Omdat er ondertussen ook een virtuele cache te doen was, die er toen nog niet was, vond ik het prima. Eerst een drankje op het terras van het totaal verlopen restaurant.

De Pyramide van Austerlitz

Munzee Garden

Hier kwam ik erachter dat er een Munzee Garden in de vorm van een piramide lag…dus ineens had ik het heel erg druk: met Munzees vangen, met de virtuele cache, met het oplikken van mijn ice-tea-green ijsje (ik ben echt een groot fan van de ice-tea-green ijsjes, vooral tijdens een hittegolf!). We wandelden al Munzee vangend in de richting van de pyramide. Die was al gesloten, blijkbaar al vanaf halverwege de middag omdat de stalen trap te heet werd in de brandende zon. Gelukkig was ik er al op geweest in augustus 2017 en mijn moeder heeft daar toch geen behoefte aan, omdat ze hoogtevrees heeft. We maakten foto’s van elkaar voor de piramide voor de virtuele cache en wandelden een rondje om het fenomeen, om de kijkgaten te tellen en Munzees te vangen. Daarna hebben we nog een hele tijd Munzees gevangen van de Munzee Garden Pyramide. Er zaten er een paar in van types die ik nog niet eerder had gevangen, dus het was erg leuk en we vergaten de tijd een beetje. En ja: mijn moeder doet ook aan Munzee; ik heb haar aangestoken.

Bomenlaan in Kaapse Bossen

Terug naar het hotel

Uiteindelijk moesten we toch naar het hotel gaan fietsen, vanwege de tijd. Onderweg nog een keer gestopt voor een cache die op een ATB-route lag, bijna naast het fietspad. Het was nog een grote, mooie cache ook. Onze OV-fietsen zonder versnellingen, zouden het niet aankunnen, zo’n mountainbikeroute. We fietsten het laatste stukje naar het hotel – dat was hetzelfde als in de ochtend – en kwamen helemaal bezweet en onder het zand aan. Toen waren we wel kapot. Ik had wel een geweldige dag gehad, want veel van mijn hobby’s gecombineerd: wandelen, geocaching, waymarking en Munzee.

Pad langs dagrecreatie Kaapse Bossen

Day Zero Project: Done: Bezoeken van het Drielandenpunt

Natuurlijk is mijn Day Zero Project allang verlopen (het liep van 1 januari 2017 tot en met 29 september 2019), maar toch heb ik in 2020 nog een doel van de lijst vervuld en wel eentje uit de categorie “Vakantieprikkels”, de categorie waarvan ik geen enkel doel vervulde…

Maar nu is doel 76 dan toch nog gelukt; het bezoeken van het Drielandenpunt in Vaals. Op dit punt komen de grenslijnen van Nederland, Duitsland en België samen.

In juli 2020 verbleven mijn moeder en ik drie dagen in Kerkrade en toen zaten we vlakbij het Drielandenpunt, dus maakten we een wandeling met flink wat hoogteverschillen door drie landen, waarbij we halverwege het Drielandenpunt passeerden. Dit is vanwege corona meteen de enige keer dat ik in 2020 in het buitenland ben geweest.

Wandeling nummer 416

Om de een of andere reden leek het mij altijd interessant om het Drielandenpunt eens te bezoeken en daarom kwam het ook als doel in mijn Day Zero Project terecht. Tijdens de looptijd van het DZP kwam het er echter nooit van. 1,5 jaar geleden zaten we in Valkenburg heel dichtbij, maar toen waren we daar met de trein en met het openbaar vervoer is het bijna ondoenlijk. Dit keer zaten we echter in Kerkrade en dat is nog een stuk dichter bij Vaals, het zou zelfs te fietsen zijn. Maar wandelen vind ik een interessantere optie (ik ben veel meer een wandelaar dan een fietser), dus ging ik op zoek naar een wandeling rondom en over het Drielandenpunt. Die zijn er verschillende en ik koos uiteindelijk voor een wandeling van 12 kilometer met de saaie naam “nummer 416”. Ik vond deze wandeling op een website over Zuid-Limburg, maar hij komt blijkbaar uit een (oude) wandelgids. In ieder geval is hij nu gewoon te downloaden als gpx-file voor in de gps. Deze rondwandeling gaat dus door de drie landen Nederland, Duitsland en België en start officieel op het Drielandenpunt. Het leek ons echter leuker om vanuit Vaals te gaan wandelen, zodat het Drielandenpunt ongeveer halverwege de route zou liggen. Dus reden we met de auto naar Vaals en zochten een parkeerplaats. In tegenstelling tot Kerkrade moest je hier wel betalen, maar 5 euro voor een hele dag is op zich nog goedkoop als je het vergelijkt met parkeren in de grote steden.

Vaalser Quartier

Grensgebied

De caches voor vandaag had ik wel in mijn gps staan (er was een grote storing bij Garmin, waardoor ik maar een gedeelte van mijn query met caches in had kunnen laden in mijn gps) en dat werkt in het veld toch wel een stuk fijner: als je de caches op de kaart van je gps meteen op je route ziet liggen. We gingen op pad, de straat steeg meteen en al na een klein stukje door Vaals gingen we het heuvelland in en de grens naar Duitsland over. Daar konden we meteen een cache loggen, die Vaalser Quartier heette en dat was meteen ons eerste blik vanuit de hoogte over het Nederlandse Vaals en het Duitse Aachen. We konden nog lang genieten van dit uitzicht, terwijl we door het bos over de heuvels liepen. We vonden nog een paar caches op Duits grondgebied in dit thema.

Weg zum Dreiländerpunkt

Eentje met de naam Gute Aussicht en eentje met de zeer toepasselijke naam Weg zum Dreiländerpunkt. Ook leuk was dat er twee (bronstige?) herten (of zijn dit ook reeën?) het pad overstaken, ze zaten elkaar achterna en we konden ze nog een tijdje nakijken voor ze in de bossen op de hoger gelegen helling verdwenen. Helaas waren ze te snel voor een foto, maar wel heel leuk om gezien te hebben.

Klimmen en dalen

Het was een pittige wandeling met veel klimmen en dalen. Hier waren we in de wandelbeschrijving al voor gewaarschuwd. In de bossen was het niet heel erg druk, een enkele andere wandelaar en een paar mountainbikers die de mountainbikeroute deden. We liepen een klein stukje door een Duits dorpje en hier waren wel wat mensen, maar wij gingen al snel weer de bossen in, nadat we via een spoorbrug de Montzenlinie overgestoken waren, een spoorlijn.

Montzenlinie

Vanaf de spoorbrug kon je een tunneltje inkijken, het leek ons leuk om de trein hieruit te zien komen, maar helaas was er op dat moment geen trein te zien. Wel vonden we hier nog een cache, die ook Montzenlinie heette. Via een holle weg gingen we weer een nieuwe heuvel op. Vroeger was dit een smokkelaarsroute en dat konden we ons wel indenken, want het was maar een heel smal en verborgen paadje. Wij smokkelden er alleen nog een puntje op een cache. Daarna kwam de pittigste klim uit de route: een heel steil paadje de heuvel op. Onderweg kwamen we twee oudere Duitse vrouwtjes tegen, die het pad juist afdaalden. Wij vonden dat wel stoer, dat ze dat op die leeftijd nog deden. Ik hoop echt dat ik ook nog kan wandelen als ik 80+ ben.

Boudewijntoren

Drielandenpunt

Het steile pad eindigde bij het beroemde Drielandenpunt. Mijn moeder was er ooit eens geweest, toen ze nog een kind was, dus die had nog vage herinneringen. Ik was er nog nooit geweest. Corona of niet: Het was er enorm druk met mensen uit alle drie de landen, het is een behoorlijk commerciële attractie geworden. Het ging mij niet zozeer om de grenssteen zelf, je moest er in de rij voor een foto en daar hadden wij geen zin in. Ik werd vooral aangetrokken door de twee uitkijktorens die op het terrein stonden; de Boudewijntoren op Belgisch grondgebied en de concurrerende Wilhelminatoren op Nederlands grondgebied. Beiden genoemd naar de toenmalige monarchen.

Boudewijntoren

De Boudewijntoren

De Boudewijntoren stond nu voor onze neus, dus ik ging meteen in de rij staan om er op te mogen. Mijn moeder bleef beneden, want die heeft hoogtevrees. De toren stamt uit 1993 en is 50 meter hoog. Vanwege corona mocht je alleen met de lift omhoog. Je mocht wel via de trap omlaag. Ik vond dit echter de engste uitkijktoren waar ik ooit op geweest ben. Alle trappen bestaan namelijk uit open roosters en ik trilde als een rietje. Vanaf de lift moet je zo’n open roostertrapje op, om op het bovenste uitkijkplateau te komen – wat dus bovenop de liftschaft ligt – en ik moest echt even moed verzamelen voor ik dat durfde. Het plateau is wel dicht en toen ging het wel weer. Het uitzicht is de moeite waard, je kunt heel ver kijken over drie landen. In de verte zag je ook de andere uitkijktoren staan. Na wat foto’s en genieten van het uitzicht daalde ik weer af naar de liftruimte. Ik dacht dat ik nu wel langs de open roostertrap naar beneden durfde te gaan en begon moedig aan het eerst trapje. En nu moet ik bekennen dat ik na het eerste trapje weer ben omgedraaid. Ik vond het echt doodeng en stond helemaal te trillen. Dus ging ik met de lift weer naar beneden. Ik was helemaal misselijk van deze toren, zo’n gevoel heb ik ook wel eens gehad na een achtbaan. Mijn moeder verklaarde mij voor gek dat ik überhaupt die toren op was gegaan.

Uitzicht vanaf de Boudewijntoren

Letterbox

Zij had ondertussen het grootste gedeelte van de letterbox-cache opgelost, maar ze wist niet meer hoe ze moest projecteren. Voor de projectie gingen we even een hapje eten bij Taveerne de Grenssteen. Ook liepen we nog even door de uiterst commerciële souvenirwinkel, waar je miniatuur-drielandenpunt-grenssteentjes (leuk woord voor galgje) kon kopen. Ik kocht niets, maar mijn moeder spaart lelijke magneten van de plaatsen waar ze is geweest, dus die ging voor een magneet. Na het eten gingen we de earthcache over het hoogste punt van Nederland oplossen. Dit is amper 50 meter van de drielandengrenssteen af, maar hier was het minder druk, dus konden we rustig de vragen beantwoorden en een foto maken. Daarna maakten we de letterbox af, de cache hiervan lag dan weer op Belgisch grondgebied, maar toch werd hij geteld als Nederlandse cache. Beetje jammer wel, want ik dacht dus caches in drie landen op deze dag te hebben gevonden en later bleken dat er dus maar twee te zijn.

Hoogste punt van Nederland

Moresnet

Van 1839 tot 1919 was het zelfs het Vierlandenpunt, want toen lag hier ook nog het kleine staatje Neutraal Moresnet waar een waardevolle zinkgroeve lag die alle drie de omliggende landen interessant vonden. Daarom werd het gebied rondom de groeve tot neutraal minilandje benoemd. Na de eerste wereldoorlog ging Moresnet op in België.

Wilhelminatoren

Geflipte Munzees en de Wilhelminatoren

We probeerden ook nog Munzees te vangen, maar onze telefoons flipten helemaal in dit grensgebied en wisten van gekkigheid niet meer van welke provider ze gebruik moesten maken en kregen daardoor internetproblemen. Ik moest later op de dag de Munzee-app zelfs verwijderen en opnieuw installeren, omdat hij vastgelopen was. Het ging beter toen we Nederland inliepen, op weg naar de Wilhelminatoren. Want ja, nu ik hier toch was wilde ik ook in die toren. Waar de Boudewijntoren een beetje pauper aan doet, hij is oud en vies en komt onaangenaam over vanwege het prikkeldraad aan de buitenzijde, is de Wilhelminatoren netter en schoner. Deze toren is in 2011 dan ook herbouwd. Ik vond deze toren lang niet zo eng. De trap rondom is dicht, dus ik ging nu wel naar boven en naar beneden via de trap. Helemaal boven is een plateau van glas en dat heb ik even geskipt, want ik begon weer te trillen. Toch een beetje hoogtevrees van mijn moeder geërfd, denk ik. Het uitzicht is natuurlijk niet heel veel anders dan dat vanuit de andere toren, ik denk dat ze maar een kilometer van elkaar af staan. Overigens is de Belgische toren wel 15 meter hoger, want de Nederlandse toren is maar 35 meter hoog. Maar mocht ik nog eens terug komen op het Drielandenpunt, dan wil ik nog wel een keertje in de Wilhelminatoren, maar sla ik de Boudewijntoren over.

Uitzicht vanaf de Wilhelminatoren

Uitgestorven België

Terug op de grond, was het tijd om de wandelroute weer op te pakken. We konden toch nog een paar Munzees meepakken en gingen via een bospad België in. Bijzonder dat we amper een paar honderd meter van het Drielandenpunt af waren en het alweer heel rustig was. We kwamen vrijwel geen mensen meer tegen. Ook het kleine Belgische dorpje Gemmenich leek compleet uitgestorven. Wel nog een paar andere grenspalen gezien, dus maakten we een foto van onszelf bij een andere grenspaal. We zagen weer een ree, deze was minder druk dan het tweetal van die ochtend, maar het dier was ook weer te snel weg voor een foto. De route steeg en daalde flink, wel hadden we nog mooie uitzichten. Ook was het af en toe onduidelijk waar we heen moesten, omdat we een paar keer dwars door een weiland moesten lopen, dus soms een klein stukje verkeerd gelopen. De kaart in de gps kende niet alle paden. Er waren veel draaihekjes die op heel vreemde plekken stonden. Toch zagen de routepalen er pas geverfd uit, dus misschien dat die draaihekjes nog bij oude doorgangen horen ofzo. Ik vond het ook jammer dat we geen Belgische cache meer tegen kwamen, maar er was alleen nog een lange multi en dat paste niet meer in het programma. Het was ondertussen al laat in de middag en we hadden ook geen fut meer voor extra kilometers.

België

Schattige kalfjes

Tegen de tijd dat we de Nederlandse grens weer overgingen, begon de vermoeidheid toe te slaan. Het was ondertussen ook behoorlijk warm geworden. We werden nog afgeleid door een kleine kudde koeien met heel schattige kalfjes. Daarna begonnen de kilometers echt te tellen. Toch maakten we ook nog het extra lusje bij Vaals, we hebben heel even overwogen om het af te snijden. Dit ging tussen beukhagen door tussen de boomgaarden. Daarna volgde nog het laatste stuk van de route, dwars door Vaals heen. Het einde was een heel lange, stijgende straat. Er stonden nog wel een paar mooie gebouwen, maar echt veel oog hadden we daar niet meer voor. We waren best blij toen we terug waren bij de auto. Het is een prachtige wandeling en heel gaaf dat die door drie landen gaat. Met het bezoek aan het Drielandenpunt en de beklimming van twee uitkijktorens kan ik enkele doelen afstrepen. En stiekem waren we allebei blij dat we nu niet nog terug hoefden te fietsen naar Kerkrade, wat het oorspronkelijke plan was geweest.

Mini haarbalkalfjes

Geocachingverhalen uit het verleden: winterwonderland Luxemburg

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 18 februari 2010:

Anke, Stephanie en ik waren een weekje op vakantie in Luxemburg, waar het nogal winters weer was. Na een mislukt bezoek aan het gesloten kasteel van Vianden, gingen we maar weer op geocachingjacht.

Het kasteel van Vianden

We zouden vandaag naar Vianden gaan. Volgens enkele van onze ouders was dit plaatsje het bezoeken waard. Op de heenweg reden we langs de Ourtal-caches, dus die konden we dan meteen mee oppikken. De ene vonden we vrij snel, maar de andere was onvindbaar en had een afwijking, ook volgens de laatste logjes. Dus toen hield het op en konden we meteen ook de bonus niet meer doen. Pech gehad.

De enige cache die in Vianden online was, lag bij de waterenergie-centrale. Dat was wel interessant om te zien, we zijn na het vinden van de cache nog door de gratis museum-hal gelopen. De hele berg was gewoon ondermijnd, best wel spectaculair. Helaas kon je de machine zelf niet zien.

Wij hadden eigenlijk maar van Vianden verwacht, (souvenir)winkels enzo, maar het was er erg uitgestorven en er was bijna niets open (het was een doordeweekse dag). We zijn naar het kasteel geklommen en hebben er omheen gewandeld, maar je mocht niet in het kasteel. Toen hadden het wel gezien en zijn we maar weer gaan geocachen. Anke was de chauffeur, ik de navigator en Stephanie de zoeker.

Duitsland

De eerste was een cache met een volledig Nederlandstalige cache-beschrijving in Duitsland. Was best een vage locatie, na een wandeling door een akker bovenop een berg kwam je aan bij een stukje bos waar de cache lag. De volgend cache was nog vager. Ook bovenop een berg, bij een beetje een vreemd gebouwtje met een groot hek eromheen. Je moest door een laag sneeuw ploeteren om aan de achterkant van het hek te komen. Onder het hek lagen een paar vastgevroren stenen en daaronder lag de cache, die dus ook vastgevroren was. Het duurde een poosje voor we de cache uit zijn benarde positie hadden bevrijd, want we moesten hem dus zo’n beetje ontdooien, wat lastig gaat als het maar net iets boven 0 is.

739 bouten

De volgende cache was ook een ramp. Eerst hadden we een steile helling vol ijzel waarop de auto dienst weigerde. Dus gingen Stephanie en ik duwen en zo kregen we de auto toch de helling op. Daar kwamen we aan bij een tunneltje dat vol zat met ijzeren bouten. Volgens de cache-beschrijving was een van die 739 bouten de cache. Owh ja, leuk!!! We dachten dat we de auto voor niets de helling op hadden geduwd, maar na bestudering van andere logs zijn we er toch uitgekomen. Er werd over een “prettig kerstfeest” gesproken en opeens zag Anke een kerstboom van graffiti. Ik vond toen dat een bout er vreemd uitzag en die is er toen uitgedraaid door Anke, die het langste van ons drieën is. Het bleek inderdaad de cache te zijn. Wel een van de vreemdste cache-locaties ooit.

Wegkruizen-experts

De volgende cache werd aangeprezen als moeilijk. Nadat we een volgende berghelling hadden getrotseerd kwamen we bij een wegkruis aan. Anke en ik zijn na ons weekendje Limburg (waar we o.a. een serie langs wegkruizen deden) wegkruizen-expert. Ik vond de schroef in het informatiebordje bij het wegkruis erg verdacht en draaide hem los en jawel hoor: de cache.

Helaas konden we de volgende van de wegkruizen niet bereiken wegens ijzel op de weg. Dat was vandaag toch weer het belangrijkste obstakel, ondanks dat de zon zowaar scheen en de gevoelstemperatuur best goed was.

De volgende cache lag bij een vreemde watermolen. T.T. (de navigatie) en Eragon (mijn gps) waren het absoluut niet met elkaar eens, dus bereikten we de cache met een omweggetje. Daarna volgde de Katzeloch, ook al zo’n apart verstopplekje in een boom langs een weg. Alleen waren het twee wegen die in een zigzag onder elkaar lagen en wij stonden natuurlijk aan de verkeerde weg geparkeerd, de bovenste weg. Terwijl we over het steile stukje afdaalden naar de onderste weg, werd ik aangevallen door een boom met stekelige takken en haalde ik mijn been open (door mijn spijkerbroek heen). Gelukkig lette Stephanie beter op en vond die de cache.

Pond-cacher

De twee volgende cachers, de Bӓӓtinger-caches, waren nog de beste van de dag. De ene op een oud wandelpad in een stenen muurtje (dat we pas bereikten na omhoog te zijn geklommen over steile weggetjes) en de andere bij een kleine ruïne met uitzicht over de omgeving. Stephanie (die een eigen geocachingteam heeft) moest er nog eentje om de 500 founds te bereiken. Dus we moesten echt nog 1 cache doen, want dat is wel een mooie milestone. Dat werd Knab, een cache die volgens de beschrijving niet veel voorstelde. Het zou een nano zijn. Over een weggetje dat eigenlijk voor bestemmingsverkeer was (maar wij zijn “domme Hollanders”) bereikten we de cache. Ik had hem in no-time gevonden en zo had Snuffel 007 haar 500ste cache gevonden en is ze officiëel een Pond-Cacher geworden. Op naar de 1000! (Mocht je nieuwsgierig zijn, de Heideroosjes zaten toen rond de 1750 founds).

Wat ik hier op 18 februari 2021 nog aan toe te voegen heb:

Pfft, ja, wij waren met een superklein autootje en moesten allemaal sneeuw en ijs trotseren. De grotere wegen waren wel gestrooid, maar al die gekke geocachingweggetjes niet. Ik denk dat ik dat nu niet meer zou durven om dan zomaar op de gps rond te gaan rijden in het buitenland, maar toen waren we nog jong en wild en deden we regelmatig van dat soort rare dingen.

De 20 van 2020: Het Geocaching Datum Project

Aan het begin van 2020, toen ik nog dacht dat het jaar vol hoogtepunten zou worden, stelde ik twintig doelen voor mezelf op die ik dat jaar wilde bereiken. Dankzij de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen en beperkingen vielen de meeste doelen in het water. Toch zijn er ondertussen zeven doelen geslaagd en daar wil ik toch even aandacht aan besteden. De overgebleven doelen zullen opgaan in het Day Zero Project 2.0., waar ik in de loop van het jaar mee wil gaan starten.

Wat is het Geocaching Datum Project?

In 2012 begon ik met het GDP, het heette toen nog het Kalenderplan. Doel was om alle lege data van het jaar te voorzien van minstens 1 found. Hoewel het om meer dan 40 data ging, is dat toen met enige moeite gelukt. Daarna was ik er 2013 wel even klaar mee, maar in de loop van 2014 begon het weer te kriebelen voor een nieuwe doel: alle data op minstens 2 founds krijgen. En zo ging het door de jaren heen verder en kwam er steeds een found bij. 5 founds per datum is lang het droomdoel geweest, maar sinds 2020 is dat eigenlijk 10 founds per datum geworden.

Probleemdata

Natuurlijk is de ene datum makkelijker op te lossen (of te saven, zoals ik het vaak noem) dan de andere. Vooral in de wintermaanden is het erg lastig: vroeg donker, kou en andere belemmerende weersomstandigheden. Het grootste gedeelte van de overgebleven probleemdata valt dan ook in de wintermaanden januari, februari en maart. Een datum moet eigenlijk al op een vrije (zon)dag vallen om opgelost te kunnen worden. Want op werkdagen blijven er simpelweg geen of te weinig uren met daglicht over om nog op pad te gaan. Op dit moment komen daar natuurlijk nog de avondklok en het advies om niet voor de fun te reizen met het openbaar vervoer bij. Als je dan geen auto hebt – zoals ik – wordt het heel erg lastig.

Het doel: Minimaal 10 data oplossen voor het Geocaching Datum Project

Zo zag het schema er uit op 31 december 2019:

2019-12-31 (2)

En dit is het schema op 4 januari 2021; de dag dat we onze 10.000ste cache vonden:

Je ziet dus dat er ruim 10 data zijn opgelost, maar om er toch nog even een paar op te noemen:

  • 3 januari (van 3 naar 31 founds)
  • 12 januari (van 5 naar 24 founds)
  • 25 januari (van 3 naar 14 founds)
  • 26 januari (van 5 naar 22 founds)
  • 1 juni (van 5 naar 18 founds)
  • 29 juni (van 6 naar 11 founds)
  • 30 augustus (van 5 naar 21 founds)
  • 22 oktober (van 5 naar 39 founds)
  • 27 december (van 5 naar 15 founds)

Dit zijn de opgeloste 3, 5 en 6-cache data. Daarnaast zijn er nog een aantal 7,8 en 9-cache data opgelost. Juli was al jarenlang helemaal gesaved, met augustus en oktober is dit in 2020 gelukt. Daarmee zijn er dus drie maanden waarvan alle data opgelost zijn.

2021 en verder

Goed, in 2020 werden er dus meer dan 10 data opgelost. Toch zijn er nog 42 probleemdata over:

  • Twee 3-cache-data
  • Veertien 5-cache-data
  • Acht 6-cache-data
  • Vier 7-cache-data
  • Zeven 8-cache-data
  • Zeven 9-cache-data

De helft van deze probleemdata (23 stuks dus) vallen in het eerste kwartaal van het jaar: januari, februari of maart. Daarmee weet ik dus al dat het in 2021 nog lang niet gaat lukken om alles op te lossen. Wel zou het leuk zijn om nog een maand helemaal opgelost te krijgen. April – met nog maar een probleemdatum – is haalbaar. Mei, november en december hebben allemaal nog drie probleemdata.

Kortom, het Geocaching Datum Project zal mij nog regelmatig bezig gaan houden.

Geocachingverhalen uit het verleden: earthcachen per veerboot

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 11 februari 2013:

Over een roadtrip per OV naar Terschelling, mijn obsessie voor ontdekkingsreiziger Willem Barentszoon en earthcachen vanaf een veerboot.

4329. Vuurtoren van Harlingen

Maker: Dr. Honeydew + nixe205

Type: Traditional

4330. De Griend – Friesland

Maker: Jut & Jul

Type: Earthcache

Heideroosjes: Maartje

HaJaMaToJo: Hannie

Gevonden op: 11 februari 2013

Plaats: Harlingen/Waddenzee/Terschelling

Waddeneilanden

Nog voor ik ook maar ooit van het Day Zero Project had gehoord had ik ook al een bucketlist en een van de doelen die daarop stond was het bezoeken van alle vijf de (bewoonde) Waddeneilanden van Nederland. Op Texel ben ik regelmatig geweest, omdat een oom en tante daar een caravan hadden, dus het ging vooral om de andere vier waddeneilanden. Tijdens die bezoeken moest ik ook minimaal één cache loggen en het liefste ook nog minstens één fietspaddestoel claimen voor waymarking.

In de zomer van 2009 ben ik met Anke en Stephanie een dagje naar Vlieland geweest en in de beperkte uren die we tot onze beschikking hadden lukte het ons om drie caches te vinden en claimde ik ook nog een heleboel paddo’s. In november 2010 ben ik met Anke een dagje naar Schiermonnikoog geweest, waar we een dagvullende wandeling maakten, een stuk of zeven caches logden en heel erg veel paddo’s konden claimen.

Dus moest ik nog naar Terschelling en Ameland. De keuze viel op Terschelling, dat leek mij op dat moment een interessanter eiland dan Ameland.

Willem Barentszoon

Natuurlijk had ik ook gekeken of er nog caches in de haven van Harlingen zouden liggen. Dat was ook nog zo, er lag sowieso een traditional bij de vuurtoren. En dan was er nog een puzzel over Willem Barentsz. In 4-havo heb ik een werkstuk gemaakt over deze Nederlandse ontdekkingsreiziger – die bekend is vanwege de overwintering op Nova Zembla – en daar kreeg ik maar liefst een 9.8 voor; het hoogste cijfer wat ik ooit op de middelbare school gehaald heb. Willem Barentsz. werd geboren op Terschelling (rond 1550) en daardoor is het eiland onlosmakend verbonden met deze bekende Nederlander. Ook vertrokken de schepen van de expeditie vanaf dit eiland. In de haven van Harlingen zijn vrijwilligers het schip waarmee Willem Barentsz. de noordoostelijke doorvaart ging onderzoeken aan het nabouwen. Hier was ik onmiddellijk door geïntrigeerd. Ik loste de puzzel op, maar er zat helaas geen checker op, dus ik wist niet of ik het goed gedaan had.

We vertrokken op tijd richting Harlingen, maar je zit toch zo’n vier uur in de trein. Ik kreeg ook nog een sms’je dat de boot pas een half uur later vertrok. We kwamen rond 14 uur aan in Harlingen. Omdat de supermarkten op Terschelling maar tot 18 uur open zijn en het onduidelijk was of nog tijd zouden hebben om boodschappen te doen op het eiland, gingen we naar de AH van Harlingen, die was tegenover het station. Daar kochten we wat voorraad, maar helaas was die door de pakken drinken nogal zwaar en kon ik mijn tas amper nog normaal tillen.

De vuurtoren van Harlingen

De vuurtoren van Harlingen was maar een klein torentje en stond gewoon tussen de huizen in, op de parkeerplaats van de AH. Dus die hebben we na het boodschappen doen even gelogd. Ik had de cache al gevonden, nog voor de gps’sen satellieten hadden gevangen. We liepen verder naar het gebouw van Rederij Doeksen, in de hoop onze bagage alvast te kunnen lozen. Maar dat lukte niet echt. Mijn moeder was nog half ziek (die had griep gehad in de week daarvoor) en die had het een beetje gehad na de lange treinreis, dus die heb ik toen in het restaurant achtergelaten met alle tassen. Zelf ging ik nog op zoek naar het schip van Willem Barentsz. en ook naar de bijbehorende cache. Ik liep eerst de verkeerde kant op, want ik wist niet waar ik het moest zoeken. Het bleek de andere kant op te zijn. Maar ik had door het tunneltje onder de spoorbrug door moeten lopen naar de werf en dat had ik niet gedaan. Dus bleef het bij een glimp van het schip, want ik moest terug om in te gaan schepen.

Earthcache de Griend

De overtocht naar Terschelling duurt maar liefst twee uur. Dat is best wel lang, zeker vergeleken met de overtocht naar de overige waddeneilanden. Maar ik had ontdekt dat er onderweg een earthcache te loggen was, door een foto te maken vanaf de boot, met op de achtergrond het vogeleiland Griend. Natuurlijk wilde ik dit graag doen. Ik had een hele tijd terug al eens iets over de cache van Griend gelezen op de geocachingwebsite, dus dan is het leuk als je zoiets eindelijk echt kan gaan loggen. We zaten dus binnen (het was best wel koud buiten) aan een tafeltje vlak bij de deur en hielden de kaarten op de GPS’sen nauwlettend in de gaten of we al in de buurt van Griend kwamen. Toen we bijna bij het eiland waren, zijn we naar buiten gegaan en hebben we foto’s van elkaar gemaakt met Griend op de achtergrond. Superleuke manier om een cache te kunnen loggen. En het was nu nog helder weer (op de terugreis zou het erg mistig zijn).

Later ging de zon onder en ben ik nog een keer naar buiten gegaan voor zonsondergangfoto’s, terwijl mijn moeder binnen bleef.

We kwamen pas om kwart voor zes aan op Terschelling – het was dus al donker – en het bleek nog heel lastig te zijn om ons huisje te bereiken. Dat is uiteindelijk nog wel gelukt.

Wat ik hier op 11 februari 2021 nog aan toe te voegen heb:

Tja, Terschelling, we zaten er in een ijskoude winterweek met sneeuw en ijs, dus we grapten de hele tijd dat we op Nova Zembla zaten. Het is een wonder dat we toch nog een aantal geocaches gevonden hebben en ook met de fietspaddestoelen kwam het nog goed. Dit is vooralsnog mijn enige bezoek aan Terschelling en ik ben eigenlijk best benieuwd hoe het er zonder sneeuw uitziet. Mede-Heideroosjes Anke is wel heel vaak op Terschelling geweest, dus die weet dat wel.

Geocachingverhalen uit het verleden: de Esbeekse Bokkenrijders

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 4 februari 2014

Ik ging op jacht naar de Bokkenrijders in de bossen vlakbij mijn oude woonplaats Hilvarenbeek.

4758. De schat van de Bokkeryers

Maker: Meatball

Type: Multi

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 4 februari 2014

Plaats: Esbeek

Het zou vandaag mooi weer worden, dus besloot ik om te gaan geocachen vlakbij mijn oude woonplaats Hilvarenbeek. Het gebied rondom herberg In den Bockenreyder om precies te zijn. Dat is nog een flink aantal kilometers fietsen vanaf Oisterwijk en dat merkte ik op de heenweg goed, want ik had tegenwind.

Toen ik eindelijk op de plaats van bestemming was, bleek de cache heel vaag te zijn. Ik moest eerst een stukje naar waypoint 1 lopen. Prima, een bos met een watertje erdoorheen en er waren bomen begroeid met klimop en ik vond het heel sprookjesachtig aan doen.

Maar op ground zero was niets te vinden. Ik moest een huisnummer hebben, maar in de verste verte geen huis te bekennen, zelfs geen vogelhuisje. Tja, dan maar op jacht naar de andere waypoints. Nummertje 2 was bij de Flaestoren, dit was wel een duidelijk vraag met een duidelijk antwoord.  Bij nummer 3 moest je iets zoeken in het bos, maar wat precies, was erg vaag en er stond dat je goed moest zoeken. Op het 0-punt zat een Dreuzel (iemand die niet aan geocaching doet, de benaming is door de geocachers gejat uit Harry Potter) op een bankje en die zag er niet naar uit dat hij spoedig op zou stappen, dus besloot ik maar te gaan gokken met het cijferslotje, het eindpunt was gegeven en ik had de cache al zien hangen. Nou zijn er in principe 10×10 = 100 combinaties over als je 1 cijfertje wel goed hebt, dus ik zag mezelf al uren prutsen. Het viel mee, ik denk dat ik een minuut of 10 bezig ben geweest en toen ging hij open. Keurig nette cache en een mooi gebied, jammer dat de cachebeschrijving zo vaag is.

Ik fietste terug over Hilvarenbeek. Het gebouw waar ik vroeger in woonde is dan toch plat gegooid. Ik moest toch even slikken toen ik de lege plek zag en heb er een foto van gemaakt. Ben benieuwd wat er nu gaat komen. Het is toch wel raar om op de plek waar eerst mijn bed stond, nu een geparkeerde auto te zien. Een heel stuk uit mijn leven weggevaagd.

De fietstocht naar huis ging een stuk vlotter dan de heenweg, omdat de wind was gaan liggen.

Wat ik hier op 4 februari 2021 nog aan toe te voegen heb:

Deze een beetje vreemde cache zit ondertussen al lang in het archief, maar de herberg en de uitkijktoren bestaan nog wel. Vorige week was ik sinds lange tijd weer eens in Hilvarenbeek (jawel, om de geocachen en ook weer op de fiets) en heb ik gezien wat er op de plaats van mijn oude (huur)woning is gebouwd: de aanbouw van het gemeentehuis van Hilvarenbeek.