Ik heb mezelf maar liefst 20 NS-wandelingen die ik nog niet eerder heb gedaan ten doel gesteld in mijn Day Zero Project-lijst…what the hell was I thinking when I wrote that…? Vandaar dus het cijfer achter de titel van deze blog. En hier is het dan: het verslag van NS-wandeling nummertje 20. Gelopen in augustus 2018. Daarmee is het doel dus vervuld, maar daar zal ik nog een aparte blog over schrijven.
Meinweg, dag 1
Grensoverschrijdende wandeling van ongeveer 20 kilometer van bushalte Meinweg in Herkenbosch (Nederland) naar het hotel in Niederkrüchten (Duitsland). De NS raadt overigens een ander hotel aan, in Brüggen zelf, maar dat zat al vol, dus heb ik een ander hotel uitgezocht. Dat bleek ook zowat op de route te zijn, dus prima.
Al zo lang als ik weet van het bestaan van de grensoverschrijdende tweedaagse NS-wandeling Meinweg, staat het heel hoog op mijn verlanglijstje om die te gaan lopen. Na een vakantie in deze omgeving, in november 2017, werd ik helemaal verliefd op Nationaal Park de Meinweg en wilde dus heel graag terug voor die NS-wandeling. Maar omdat er een hotelovernachting bij zit, in Duitsland, wilde ik niet alleen. Gelukkig was mijn moeder wel bereid om mee te gaan.

Het zou een bijzonder uitstapje worden, want ik hoopte twee van mijn lievelingsdoelen van mijn DZP-lijst te gaan vervullen. Namelijk de 20ste NS-wandeling en de 250ste Duitse cache. Vorig jaar, tijdens de vakantie in Limburg kwam ik namelijk 1 cache te kort voor die 250 caches bij de Oosterburen en dat vond ik toch een teleurstelling, omdat ik er tijdens die vakantieweek heel veel moeite voor had gedaan om dat getal te bereiken. Ik zou er precies genoeg hebben, maar de antwoorden op de vragen van een Duitse earthcache werden afgekeurd: mijn aardkundige Duits bleek niet zo goed te zijn, helaas.
We zaten al vroeg in de trein naar Roermond. Het weer was toen nog niet zo heel denderend, zelfs een beetje kil, dus de warme dranken, die we op station Eindhoven hadden gekocht, waren lekker. De American cookies, die we erbij kregen (het was een actie) bewaarden we voor later op de dag. In Roermond moesten we bijna een half uur wachten op de bus, dat was dus niet zo’n fijne aansluiting, maar je kunt niet alles hebben. De bus bracht ons naar bezoekerscentrum Meinweg in Herkenbosch.

Hier was ik vorig jaar ook al geweest (tijdens die vakantie), om de Herkenbosch-trail te lopen. Toen kwam ik op de fiets vanuit Reuver, wat een heel ander aanzicht was. Ik was toen ook niet in het bezoekerscentrum geweest. Helaas hadden we ons hier iets te veel van voorgesteld, met het mooie bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer op de Sallandse Heuvelrug in gedachten. Dit was een restaurant met een rekje met foldertjes en verkleurde ansichtkaarten. Ik had zelfs instant medelijden met de vrijwilliger die hier de hele dag moest staan voor en handjevol mensen die foldertjes uit het rek rukten. Mijn moeder kon nog wel een cache van de Herkenbosch-trail loggen, die ik dus al had. Helaas voor haar liep de route verder de andere kant op.

De route liep dwars door de Meinweg. Sommige stukken herkende ik (de uitkijktoren), maar andere plekken weer niet. Ook zag alles er toch heel anders uit in het zonnetje, dan in het sombere herfstweer van november. De temperatuur liep zelfs nog op tot 28 graden, dat hadden we ’s morgens in de trein niet verwacht. In de Meinweg zijn veel heidegebieden, maar helaas is de periode van bijna zes weken aaneengesloten tropische temperaturen met vrijwel geen regen funest geweest voor de heide. De voorspelling is dat de heide niet in bloei komt dit jaar. Veel heideplanten en ook andere begroeiing zagen er ronduit verbrand uit. Jammer hoor, het was vast nog mooier geweest als de heide in bloei had gestaan. Niet dat het nu niet mooi was, maar zulke extreme temperaturen horen niet zo lang aan te houden in Nederland.

Na een tijdje kwamen we de haarbalkoeien tegen. Je kon niet om ze heen, want ze stonden midden op het pad. Ze waren niet alleen, want ze liepen samen met enkele Galloways. Die vind ik ook leuk, maar Schotse Hooglanders zijn toch mijn favoriet. Ik ben dan ook een beetje jaloers op mijn broertje Joost en zijn vriendin, die net terug waren uit Schotland: zij zijn bij de roots van mijn lievelingskoeien geweest. Eén van de hooglanders had echt indrukwekkend grote horens. Ze bleven ook gewillig poseren voor foto’s.
Na een tijdje moesten we toch verder wandelen. We kwamen toen op bekend terrein uit: het “plateaupad” waar we in november gewandeld hadden voor de Grenslandtrail. Van de ene kant dus jammer dat we al die caches toen al gevonden hadden. Van de andere kant hadden we dan nu de helft van de trail gemist. En het was geen straf om hier nog eens terug te komen. We hielden even pauze om onze cookies op te eten. Helaas was er nergens een bankje, dus gingen we op een boomstronk zitten. Ook goed.

Daarna kwamen we dus in Duitsland uit. Op dit stuk van de route waren we nog nooit geweest. Duitsland ziet er toch anders uit dan Nederland. Meer verwaarloosd, een beetje zoals België, maar dan heuvelachtiger. En toch heeft het ook wel weer iets. Na een stukje door het boerenbuitengebied van Niederkrüchten en Elmpt, kwamen we uit in een bos. Hier was het veel groener dan op de rest van de route, het voelde aan alsof het hier nog wel recent geregend had.

En in dit bos zou een Duitse cache liggen, genaamd Fagus. Volgens de logjes moest je echter de boom in, dus het was nog maar de vraag of de boom beklimbaar zou zijn voor mij. Want mijn moeder gaat no way een boom in. Het pad naar de cache toe was al spannend en fantasy-achtig, een kronkelend, half overwoekerd pad het bos in. En daar was dan de Fagus. De cache bleek niet al te hoog te hangen en de boom was zelfs volgens de maatstaven van mijn moeder beklimbaar. Dus zo kon ik dan de boom in voor de 250ste Duitse cache van de Heideroosjes en kon ik eindelijk dat log schrijven. Mijn moeder legde het vast op foto. Daarna mocht ze mijn voet bevrijden, want die stond in een smalle spie tussen twee takken en mijn wandelschoen was helemaal klem komen te zitten. Dan is het toch wel fijn om met z’n tweeën te zijn, want ik weet niet hoe ik in mijn eentje mijn schoen/voet los had moeten krijgen… Ondanks dat, was ik helemaal happy met de 250ste Duitser voor de Heideroosjes.

We moesten nu kiezen of we eerst naar het hotel zouden lopen en daar gingen eten of dat we door zouden lopen naar het plaatsje Brüggen om daar wat te eten. Het werd het laatste. Brüggen kende ik ondertussen van foto’s, maar ik was er nog nooit geweest. Het bleek een leuk dorpje om doorheen te lopen. Veel oude gebouwen, een kasteel, een klooster. De winkels bleken zowaar open te zijn. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht, op een zondag in dit best wel gelovige deel van Duitsland. Maar ja, die ruiken natuurlijk ook het geld van de toeristen.
We probeerden nog een stadsmulti in Brüggen te doen, die ons keurig langs alle highlights leidde, maar helaas hebben we de cache zelf niet gevonden en het lukte ons niet om onze fout te achterhalen. Dat was een beetje balen. We aten bij een Italiaans restaurant. Pizza. Erg lekkere pizza.

Daarna volgde dus de not-found van de multi en moesten we op weg naar het hotel, want we moesten voor 20 uur daar zijn. Onderweg probeerden we nog een traditional bij een boom. Het was maar een klein, smal boompje en veel verstopmogelijkheden waren er niet. Toch lukte het ons opnieuw niet om de cache te vinden. De takken van de boom bleken geniepige stekels te hebben. En aan de voet van de boom groeide een soort van stekelige, brandnetelachtige plant, waar ik accuut een allergische reactie van kreeg. De uitslag op mijn been sloeg vuurrood uit. Het jeukte behoorlijk.

Dus gaven we maar op en liepen verder naar het hotel, door een stadspark. Dit bleek ook gewoon de route van de NS-wandeling te zijn, dus dat scheelde alvast een paar kilometer voor de volgende dag. We hadden namelijk het plan opgevat om dan om te gaan lopen voor extra Duitse founds. Dat leek nu echt te gaan lukken.
Het hotel was niet zo groot en van een Duitse familie. De kamer was verder prima en we hadden zelfs een balkon waar we op konden zitten. Mijn moeder ging daar tevreden zitten, maar het was net 20 uur en ik was onrustig. Er lag nog een cache op ongeveer een kilometer afstand. Mijn voeten waren nog niet moe, dus ik wilde die nog gaan loggen. Mijn moeder wilde niet meer mee, maar vond het best als ik ging. De cache zou bij een kapel liggen. Ik liep er naartoe via een bos. Helaas voor mij bleek de plaatselijke jeugd daar een bijeenkomst te hebben met drank, chips en snoep. Ze zagen er niet bepaald uit alsof ze snel naar huis zouden gaan. Dus ik kon niet zoeken. Ik moest deze cache helaas laten gaan. Ik liep terug over het zandpad tussen de weilanden door en keek nog een paar keer achterom of ik die jeugd al zeg vertrekken, maar helaas. Jammer de bammer.

De rest van de avond brachten we door op het balkon. Het was heel rustig hier, in deze omgeving.
Alle foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt.
Lees volgende week hoe het verder gaat in het verslag van Meinweg, dag 2.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...