Sinterklaas is alweer bijna een week geleden en alles om mij heen lijkt al helemaal in kerstsfeer te zijn. Toch wilde ik nog even terug naar vorige week. Ik vierde Sinterklaas met mijn ouders, mijn twee broertjes en hun vriendinnen. De vorm van het gedicht was vrij, je mocht ook een tekst schrijven of een toneelstukje doen ofzoiets. Dit jaar stond op mijn lootje de naam van mijn jongste broertje: Joost. Hij vroeg als cadeau het boek van 10 jaar De Speld, de satirische nieuwssite. Dus besloot ik in plaats van een gedicht zelf een speldachtig nieuwsbericht te schrijven over mijn broertje, die zo graag een goudvis wil, maar die vissen houden het om de een of andere reden nooit lang bij hem uit…
“Die! Ja, die vis moet ik echt hebben!” We zijn in Dierenspeciaalzaak De Dobberende Dodo en Goudvis Groupie Joost wijst vol enthousiasme een op z’n kant zwemmende goudvis met een dubbele staart, een verdikte kop, uitpuilende blaasogen en een ongezond ogend wit vlekkenpatroon aan. Niet bepaald het koopje van de week, maar volgens Joost zijn dit semi-letale eigenschappen, goed voor een gegarandeerde snelle dood.
“Deze noem ik Dmitriy, want ik zie aan zijn verlengde neusbuisjes, dat hij Russische roots moet hebben.” Hij laat de vis door het meisje van de dierenspeciaalzaak in een plastic zakje met water scheppen en rukt haar nog net niet het groene schepnetje uit handen om het zelf te kunnen doen. “Ik moet hem wel levend in mijn vissenkom thuis zien te krijgen,” mompelt de jongeman, het zakje met Dmitriy en een slap groen sliertje waterplant, voorzichtig in zijn beide handen de winkel uitdragend.
Want dat zijn de regels van het spel. Het gaat erom dat je goudvis zo snel mogelijk dood gaat, maar hij moet wel levend je vissenkom thuis op je IKEA-kast bereiken, anders telt het niet. En Joost is bijzonder goed in dit spel, hij mag zichzelf Nederlands Kampioen op het gebied van snelle goudvissterfte noemen en heeft met 33 dode vissen in 2017 een absoluut record gevestigd en een grote bijdrage geleverd aan de uitroeiing van de gehele populatie Carassius auratus auratus.
“Het is een emotioneel zware hobby,” vertelt Joost, terwijl hij zijn nieuwste aanwinst – ondertussen levend in de vissenkom thuis – van alle kanten fotografeert. “Je hecht je snel aan zo’n beestje. Ze krijgen allemaal een naam met een D, mijn laatste exemplaren heetten Daenerys en Diederik.” En nu dus Dmitriy. Op de koelkast hangt een lijst met D-namen, met een magneet in de vorm van een vissengraat.
“Het kost ook veel geld. Voor iedere gestorven vis weer een overlijdensadvertentie in de Blub Bode (het magazine van de Goudvis Groupies, red.), iedere keer weer een loodgieter moeten bellen, omdat mijn toilet steeds verstopt raakt na het doorspoelen van de stoffelijke overschotten. Sessies bij de psycholoog, omdat ik het zo moeilijk vind om steeds opnieuw een maatje te moeten verliezen…”
Ondertussen drijft Dmitriy op zijn rug aan de oppervlakte van het water. “Ach, ik begon hem net aardig te vinden.” Met tranen in zijn ogen bevestigt Joost dat hij een nieuw record heeft gevestigd. Покойся с миром, Dmitriy.
Een gouden vondst! Haha!
LikeLike