Kennis Update Event

Vanmiddag woonde ik het Kennis Update Event van KEI-ip bij. Als een soort van hulpstudent/gastvrouw. KEI-ip staat voor Kennis en Imago van de Informatieprofessional. En hoe kwam ik daar dan weer terecht? Nou, een docent van mijn school – de Hogeschool van Amsterdam – zit in deze stuurgroep. Eigenlijk zou dit event al in april plaats vinden en de docent had toen aan onze klas gevraagd of er studenten waren die wilden helpen bij het event. Omdat ik iets moest doen voor Werkervaring en het evenement in Den Bosch zou plaats vinden, leek me dat wel wat. Een klasgenoot van mij meldde zich ook aan.

Goed, het event ging toen in april niet door en ik beloofde toen min of meer dat ik in augustus ook nog zou komen helpen. Daarna kwam heel de Werkevarings-ellende en omdat de betreffende docent daar wel een grote rol in heeft gespeeld, vond ik wel dat ik iets goed te maken had. Dus nam ik vrij van mijn werk en ging ik naar Den Bosch. Het event vond plaats bij Ricoh. Dat is een vrij markant gebouw met een uitstekend glazen balkon waar een grote plant op staat. Ik had het al vaak zien liggen vanuit de trein, nu ging ik er naar binnen.

Klasgenoot en ik waren gastvrouw, dus we ontvingen alle mensen en deelden naamkaartjes en programmaboekjes uit. Voor de catering werd vanuit Ricoh gezorgd. Na een welkomstwoord waren er zes masterclasses, steeds twee tegelijk, dus je kon er drie volgen. Klasgenoot en ik mochten hier ook aan deelnemen. Zaten we daar tussen de informatieprofessionals, waaronder diverse directeuren. Dan voel ik me toch wel een onwetend studentje, hoor.

DSC06327

Ik koos als eerste voor de masterclass Big Data. Dit verhaal was eigenlijk grotendeels al wel bekend van de colleges van het afgelopen schooljaar. Internet of things kwam bijvoorbeeld weer terug. De spreker had wel een paar grappige termen in zijn sheets staan, zoals e-waisting-time, de tijd die mensen verspillen aan o.a. hun telefoon.

DSC06330

De tweede masterclass die ik bijwoonde was Van Informatiespecialist naar Informatieprofessional met als ondertitel: Hoe word je een informatieheld? Dit was een spreker die het erg leuk bracht, met een programma’tje met vragen, die je ter plekke in kon vullen en de antwoorden verschenen dan meteen in een wordle. Verder was dit vooral een peptalk dat je je als informatieprofessional vooral niet moet laten onderschatten en dat het heel waardevol werk is. Nou, dat onthoud ik dan maar voor de dag dat ik zelf ooit een baan in dit wereldje heb.

DSC06332

De derde masterclass voor mij was Informatiemanagement. Hierin werden vooral problemen aan de kaak gesteld, waaronder ook weer die onderschatting van het beroep, maar er kwamen  geen concrete oplossingen naar voren. Ook werd het steeds warmer in de zaal, waardoor de meeste mensen er niet meer zo’n zin in hadden, denk ik.

De masterclasses die ik niet heb bijgewoond waren:

  • Informatiebeveiliging voor niet ICT-ers
  • Informatie op uw netwerkschijf onder controle krijgen
  • Datavisualisatie

De bovenste twee leken mij meer iets voor mensen die echt al in dit werkveld werken en hiermee te maken hebben. Hoewel mijn eigen laptop ook best een chaotische bende is van documenten… En Datavisualisatie werd gegeven door een docent van mijn school en dat vak heb ik vanaf volgende week een heel blok lang, dus vandaar dat ik het nu overgeslagen heb. Het lijkt me wel interessant.

Na de masterclasses was er nog een gastspreker uit het werkveld die een soort van lezing gaf die ook weer over het belang van goede informatieprofessionals ging.

En na de afsluitende borrel was het tijd om weer met de trein naar huis te gaan.

Uit mezelf zou ik hier niet naartoe durven te gaan, omdat ik me dan niet ervaren genoeg voel tussen al dat soort mensen. Maar eigenlijk zijn het gewoon als masterclasses verpakte colleges. Een goede voorbereiding op het schooljaar dat volgende week weer begint.

Foto’s bij dit verslag zijn door mijzelf gemaakt. En vanwege de privacy van mensen, noem ik verder geen persoonsnamen in deze blog.

Boekenplank: wat las ik deze zomer? (1)

Het allerbeste aan groep 3 vond ik dat je er leerde lezen. Schrijven vond ik ook leuk. De rest boeide me wat minder. Tijdens mijn periode op de basisschool las ik de halve jeugdbibliotheek uit en als 10-jarige wilde ik al aan de 12+ boeken beginnen, maar die mocht ik niet lenen van de dame achter de balie, wat mij erg boos maakte. In de week nadat ik 12 ben geworden, ben ik al die “verboden” boeken onmiddellijk gaan lenen.

Vroeger las ik echt alle genres door elkaar, als tiener ging mijn smaak steeds meer richting de fantasy, afgewisseld met historische romans. Beide genres lees ik nog steeds graag, maar ik wissel het ook wel eens af met een vrouwenroman, een bestseller of een thriller. Ik lees ook nog steeds vaak Young Adult, de boeken die eigenlijk voor tieners bedoeld zijn. Al die series die in een dystopische wereld spelen, ik vind ze heerlijk weglezen.

 

Ik heb zelf boeken, ben lid van de bibliotheek en leen ook nog boeken van familie en vrienden. Het is maar net waar ik zin in heb. Vroeger kocht ik heel veel boeken, na drie verhuizingen besloot ik mijn collectie toch maar eens te gaan sorteren. Dus nu verkoop ik meer boeken en ben ik heel selectief in wat ik wel koop.

Dit jaar doe ik een Challenge bij boekenwebsite Hebban. Ik heb mezelf uitgedaagd om dit jaar 75 boeken te lezen. Ik zit nu aan de 54 boeken, dus met nog vier maanden te gaan, zou het moeten lukken. Ik heb eigenlijk zelfs al 55 boeken gelezen, maar het Engelse boek – Under Heaven van Guy Gavriel Kay – zit niet in de database. Soms lees ik dus Engels, maar bij voorkeur gewoon in het Nederlands. Helaas is fantasy niet zo’n populair genre en stopt de vertaling soms halverwege een serie.

Het idee is om elke maand een update te gaan doen over wat ik heb gelezen. Deze zomer las ik heel veel boeken, dus we doen juli en augustus in 1x.

Goed wat las ik zoal deze zomer?

binferno.gif.jpg

Dan Brown – Inferno

Het duurde heel lang voor ik de nieuwste Dan Brown ging lezen. Ik vond het vorige boek over hoogleraar Robert Langdon, Het verloren symbool, niet zo geweldig. Robert Langdon is een soort van mislukte James Bond in mijn ogen, daarnaast is hij een onuitstaanbare betweter en een vervelende rokkenjager, want in elk boek een andere vrouw. Natuurlijk is het leuk als er enkele wetenswaardigheden in de boeken worden verweven, maar soms gaat hij daarin te ver. Goed, hoewel ik de avonturen van Robert Langdon en zijn nieuwste semi-verovering in dit boek verder niet zo bijzonder boeiend vond (waar ik de Da Vinci Code nog een pageturner vond, kon ik dit boek heel goed wegleggen), is het probleem van een te snel groeiende wereldbevolking, wat in dit boek geschetst wordt, wel een serieus probleem. En dat probleem wordt inderdaad onderschat door eigenlijk iedereen. Nee, het lijkt me niet zo’n geslaagd idee om een dodelijk virus op de wereldbevolking los te laten, maar we zouden met z’n allen toch wel meer hiermee bezig moeten zijn en minder kinderen moeten krijgen.

untitled

Diana Gabaldon – Sneeuw en as

Deel 6 van de beruchte Reizigers-cyclus. 1000+ pagina’s en ik heb er dan ook een eeuw over gedaan. Soms zijn de belevenissen van Claire en Jamie heel langdradig (in de eerste drie delen was ze minder gedetailleerd). Ik word vaak moe van de eindeloze medische uiteenzettingen van Claire. Een andere keer is het weer boeiend, hoe ze het leven in die eeuw weet te beschrijven. Gabaldon slaagt er toch steeds weer in om op het juiste moment een cliffhanger erin te stoppen. Tja en dat is dus de reden dat ik deel 7 en 8 ook nog wil lezen. Ik beleef nu al 6 boeken lang, lief en leed met die karakters, dus ik wil nu ook weten hoe het met hun afloopt.

bpapertowns

John Green – Papertowns

Het eerste boek van John Green dat ik las na The fault in our stars. Dat vond ik een heel goed en ontroerend boek. Helaas kan ik dat niet zeggen van Papertowns. Het is leuk om een keer gelezen te hebben, het was bij vlagen best amusant. Het is een young adult boek en als ik het vergelijk met de boeken van Carry Slee, is het wel weer origineler. Het gaat natuurlijk ook wel over Amerikaanse tieners, in plaats van Nederlandse tieners. Maar het probleem wordt eigenlijk niet echt opgelost. Waar ik Q. nog best een sympathiek karakter vond, vond ik Margot Roth Spiegelman uiteindelijk heel erg tegen vallen. In mijn ogen is Quentin uiteindelijk de sterkste persoonlijkheid en niet Margot. Of dat door de schrijver ook zo bedoelt is, betwijfel ik.

Opmaak 1

Stefan Hertmans – Oorlog en terpentijn

Dit boek is vooral bij de zuiderburen een bestseller, Hertmans is dan ook een Belgische schrijver en het boek speelt zich ook af in België. Het gaat over het leven van Hertmans’ grootvader Urbain. De lange proloog en de iets minder lange epiloog zijn niet echt in verhaalvorm, het is meer een verslag van het leven van Urbain, doorspekt met herinneringen van de kleinzoon aan zijn grootvader. Ik vond het niet echt lekker lezen, maar het boeide net genoeg om door te gaan (en ik zat in de trein en had niets anders bij). Het middenstuk is wel in romanvorm en dat is een verslag van de ervaringen van Urbain als soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een oorlog die in België de Grote Oorlog wordt genoemd. In tegenstelling tot Nederland, dat neutraal was tijdens WO I en waar WO II dikgedrukt in de geschiedenisboeken staat, was dat in België andersom. Het verslag van Urbain is rauw en wreed: zoveel doden (10 miljoen Europese mannen vonden de dood tijdens WO I). Hij beschrijft de loopgravenoorlog minutieus. Op een bepaald moment zit hij in Engeland om te herstellen van een ernstige verwonding en dan vraagt de vrouw bij wie hij in huis zit of er nog wel jongemannen op het Europese vasteland in leven zijn…heftig. Het is dus een zwaar op de hand liggend verhaal, met een beetje een depressieve ondertoon. Dat het echt gebeurt is, maakt het nog schrijnender.

bsneeuwdorp

Niels ’t Hooft – Sneeuwdorp

Een boek van mijn game-minnende broertje. Dat verklaart ook waar dit boek over gaat: een tienerjongen die van school is getrapt en als grootste hobby gamen heeft. Blijkbaar is het autobiografisch voor het leven van de schrijver zelf. Om in de trant van de eerder genoemde Carry Slee te blijven: in die zin vond ik dit boek wel verfrissend in het genre. Voor gamers zit er waarschijnlijk nog meer herkenning in. Ik ben zelf geen gamer, dus die links heb ik vast gemist. Maar op zich vond ik dit best een lekker weglezend boek.

bdeverdwijners

Niels ’t Hooft – De verdwijners

Na Sneeuwdorp en, veel langer geleden, Toiletten leende ik ook het derde boek van deze schrijver uit de boekenkast van mijn broertje. Nou, dit boek vond ik echt een dikke tegenvaller. De verdwijners is een thriller over een stel zeer seksbeluste mensen (als je van seksscènes houdt, lees dit boek) die een organisatie leiden die zelfmoorden aanbiedt. De manier waarop ze dat doen vond ik zowel luguber als ook wel weer lachwekkend – een soort van verdiende loon voor al het dierenleed dat mensen de wereld aandoen. Ik had het hele gebeuren ook al sneller door dan de hoofdpersoon. Het is maar een dun boekje, dus ik heb het wel uitgelezen, maar een volgende thriller van deze schrijver laat ik lekker aan me voorbijgaan.

bdromerspoel

Juliet Marillier – Dromerspoel (Meidoorn en Grim, deel 1)

Ik heb ze geteld en er staan 18 boeken van Juliet Marillier in mijn boekenkast. Zelf noem ik het altijd een kruising tussen een boeketreeksroman en historische fantasy. Dit vond ik overigens niet haar beste boek. Wat wel leuk is, is dat ze voor het eerst (volgens mij) een oudere hoofdpersoon heeft, in plaats van een jonge, knappe vrouw uit een adellijke familie. Het verhaal wordt ook bekeken vanuit meerdere oogpunten. Het grootste minpunt is dat ze eenzelfde soort vervloeking gebruikt als in een ander boek van haar hand, Vlam van Zeven Wateren. Daardoor had ik al lang door hoe het allemaal zat en werden sommige stukken wat langdradig. Omdat het geheim van Grim nog niet onthuld wordt in dit boek en ook Meidoorn haar lotsbestemming nog niet vervuld heeft, wil ik deel 2 nog wel graag lezen.

Alle afbeeldingen komen van internet. Ook de boekenkast.

 

 

Meatless Monday: ovenschotel met rösti, groenten en wokreepjes

remy

Dit gerecht is gebaseerd op een recept dat ik uit de Allerhande, het gratis tijdschrift van de Albert Heijn scheurde. Ik heb het wel behoorlijk veranderd, want het oorspronkelijke recept was met vlees. Het idee om een laag rösti te gebruiken als “dak” voor een ovenschotel vond ik echter wel heel erg geslaagd, dus daar ben ik mee aan het knutselen gegaan. In het weekend maakte ik dit gerecht voor 6 personen, in een behoorlijk grote ovenschaal (het was trouwens veel te veel, we hebben er de volgende dag nog met 4 personen van gegeten). Als je het voor minder mensen maakt, zou ik de hoeveelheden door de helft doen ;>)

DSC06312

Ingrediënten:

  • 1 rode ui
  • 2 teentjes knoflook
  • 3 paprika’s: rood, groen, geel
  • 2 preien
  • 1 courgette
  • 1 pak diepvrieserwtjes (450 gram)
  • 1 pak diepvriessperziebonen (450 gram)
  • 2 blikjes tomatenblokjes
  • 2 pakjes wokreepjes (Vivera)
  • 2 zakken rösti original
  • 2 bolletjes mozzarella

Kruiden:

  • Cajunkruiden
  • Groene kruiden naar keuze (ik gebruikte Italiaanse)

DSC06314

Hoe maak je het?

  • Neem een grote wokpan op een laag vuur met een beetje olie
  • Snijdt alle groenten in stukjes en voeg die toe aan de pan, in de volgorde ui, prei, knoflook, paprika, courgette
  • Voeg ook de wokreepjes toe
  • Roerbak dit alles enkele minuten op een middelhoog vuur
  • Voeg de diepvrieserwtjes- en sperziebonen toe en meng goed met de rest
  • Voeg nu ook de tomatenblokjes toe en (groene) kruiden naar keuze
  • Laat alles nog enkele minuten sudderen, tot de tomatensaus een beetje is ingedikt. Als de saus te dun blijft, kun je nog een blikje tomatenpuree toevoegen
  • Snijdt ondertussen de mozzarella in stukjes
  • Verdeel alle groenten + wokreepjes over de bodem van de ovenschaal
  • Nu kan de röstilaag (gewoon in bevroren toestand) eroverheen
  • Bestrooi de rösti met cajunkruiden naar eigen smaak
  • Als finishing touch verdeel je de stukjes mozzarella over de röstilaag
  • Nu gaat alles in de oven op 225 graden. Het moet er ongeveer 45 minuten in, tot de röstilaag een beetje bruin is geworden en de mozzarella is gesmolten.

Mocht je net als ik veel overhouden, dan kun je het de volgende dag gewoon weer opwarmen in de oven en dan smaakt het nog prima.

Lekker met een salade erbij.

Eet smakelijk!

DSC06318

Alle foto’s bij deze blog, zijn door mijzelf gemaakt.

 

 

Throwback Thursday: 25 augustus 2015

Over Throwback Thursday

#throwbackthursday is een bekende hashtag in de wereld van de sociale media. De bedoeling is om een foto van vroeger te posten en eventueel herinneringen op te halen. Ik wil graag een paar vaste rubrieken op deze blog introduceren en ik heb het volgende idee met Throwback Thursday: ik schrijf al jarenlang Geocachingverslagen, een verslag van elke geocachingdag. De Heideroosjes vonden hun eerste cache in 2004, dus reken maar uit hoeveel herinneringen ik heb aan bijna 12 jaar geocaching. Ook maak ik vrij veel foto’s. Maar eigenlijk doe ik daar verder niets mee. “Cacheverslagen” is een enorm Word-bestand van 1480 pagina’s. Fotobestanden zijn overal en nergens te vinden in mijn laptop of op de externe harde schijf. Daarom lijkt het me leuk om elke donderdag een oud verslag plus bijbehorende foto’s te plaatsen, wat op die datum heeft plaats gevonden, maar dan een of meerdere jaren terug in de tijd. Wij hebben caches op elke datum van het jaar gevonden, dus ik zou met deze rubriek in principe nog jarenlang vooruit kunnen.

Vandaag gaan we terug naar 25 augustus 2015

Dit keer gaan we niet zover terug in de tijd, namelijk maar een jaar. Ik ben toen laat in de middag/begin van de avond nog gaan geocachen. Met een auto (die van mijn ouders) nog wel. Dat komt dus echt niet vaak voor.

Het verslag:

  1. Kornsche Boezem #1
  2. Kornsche Boezem #2
  3. Kornsche Boezem #3
  4. Kornsche Boezem #4
  5. Kornsche Boezem #5

Maker: Team Tam

Type: Traditionals

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

 

  1. De Noordeveldse Molen

Maker: Mar.co

Type: Traditional

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

 

  1. Kornsche Boezem #6
  2. Kornsche Boezem Bonus

Maker: Team Tam

Type: Traditionals

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

 

  1. De Korn

Maker: Mar.co

Type: Traditional

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

 

  1. Ontdek uw eigen land (deel 5)

Maker: Team JoWi

Type: Traditional

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

 

  1. Dussen

Maker: Team Verheij

Type: Traditional

Heideroosjes: Maartje

Gevonden op: 25 augustus 2015

Plaats: Dussen

Ik besloot dus eens gek te doen en laat in de middag (na het werk) nog te gaan geocachen. Ik had zelfs al de auto gereserveerd. Het moest niet te ver weg zijn en algauw kwam ik uit op de Kornsche Boezem, bij Dussen. Dat is min of meer de rand van de Biesbosch, het gebied is ontstaan na dezelfde overstroming – de Sint Elisabethsvloedramp. De cache de Korn had al vaker op mijn verlanglijstje gestaan, maar nooit aan toegekomen wegens tijdgebrek. De cache lag eerst ook eenzaam en afgelegen, maar nu de serie er is, lagen er wel wat caches bij elkaar. Er was veel regen voorspeld, maar op bewolking na viel het allemaal wel mee. Ik ging per pont over met auto en al, bij Dussen, hij is nog steeds gratis. Bijzonder dat zoiets nog steeds gratis in stand gehouden kan worden. Vraag me af of een brug bouwen niet goedkoper is.

In een soort van speedtempo wandelde ik door de Kornsche Boezem. Verder niet echt een heel mooi natuurgebied, zeker niet door het grauwe weer. Het waren allemaal graspaden en het was er erg vochtig. Op zich wel tof, want daardoor had ik geen hooikoorts. De caches waren niet al te moeilijk verstopt, het is dat ik eigenlijk niets heb aan het kompas van mijn GPS (het is vaak heel onnauwkeurig) en dat alles op de kaart moet. Daardoor duurt het vinden soms wat langer. Onderweg maakte ik een kleine omweg naar de Noordeveldse Molen, om daar ook nog een cache mee te pikken. In de bonus-cache zat een heel mooie coin, uit Australië, met een kangoeroe erop.

Daarna wilde ik eigenlijk nog een multi doen, maar het begon keihard te regenen en het was een vage parkeerplaats (eh, geen parkeerplaats, alleen een smalle berm), dus werden het drie oppikkertjes aan de dijkjes van Dussen. Eerst dus de Korn, daarna Ontdek uw eigen land (help, een serie door het hele land, daar ben ik zo bevattelijk voor) en ten slotte Dussen. Die laatste lag in het parkje bij Kasteel Dussen, daar ben ik al vaker geweest om te geocachen, want hier lag vroeger een multi. Grappig is dat ik de cache herkende als een cache die ik ooit in Rijen heb gedaan. Bij het loggen las ik op de cache-pagina dat de eigenaren zijn verhuisd van Rijen naar Dussen en dat ze hun cache mee hebben verhuisd. Wel grappig, heb ik eigenlijk 2x dezelfde cache gevonden, maar toch een andere.

Wat ik hier op 25 augustus 2016 nog aan toe te voegen heb:

Dit is pas een jaar geleden, dus ik kan het me nog goed herinneren. Ik heb nog steeds dezelfde GPS en hij is nog steeds vaak onnauwkeurig op het kompas. Ik loop dan eigenlijk ook altijd op de kaart. Over het algemeen gaat dat ook wel goed. Op fora las ik iets over een productiefout in mijn type GPS, maar heb dat niet verder uitgezocht. Heb op dit moment geen geld gereserveerd voor een nieuwe GPS, dus deze moet nog een paar jaar mee gaan. Ik ben niet meer verder gegaan met die serie van Ontdek uw eigen land, afgelegen plekken zijn nou eenmaal lastig te bereiken met het openbaar vervoer. En ik heb nog steeds geen auto. Daar heb ik al helemaal geen geld voor (en dan zou een nieuwe GPS nog voorgaan ;>)

 

 

Heideroosjes 12 jaar!

Gisteren waren de Heideroosjes jarig. We werden 12 jaar oud! Op 22 augustus 2004 vonden we onze eerste cache. Dat was de Deer Cache in Oisterwijk, een cache die al lang in het archief zit. Het was samen met Stephanie en Karin (Anke kwam pas later bij het geocaching-team, Stephanie richtte haar eigen team op en Karin vond geocaching toch wat minder leuk). Ieder team heeft bij geocaching een nickname. Dus toen wij onze eerste cache vonden, moesten we ook een nickname bedenken. Ik zelf was in die tijd helemaal geobsedeerd door de Lord of the Rings en het bijzonder door Aragorn, the Ranger from the North.

Aragorn

Dus ik wilde “de Dolers” of “the Rangers” heten. Maar wij waren alle drie lid van de kanovereniging en daar werden wij de Heideroosjes genoemd. Daarom vond Stephanie  dat we de Heideroosjes moesten heten. En Karin stemde voor haar voorstel. Dus daarom heten wij nu nog steeds de Heideroosjes. Je kunt je naam wel online veranderen, maar ja, iedereen kent ons nu onder deze naam. En in alle logboekjes kun je het natuurlijk ook niet meer veranderen.

heideroosjesband

Nu moet ik ook nog een misverstand uit de wereld helpen: andere geocachers denken vaak dat ons team naar de voormalige punk/rock band de Heideroosjes is vernoemd. Dit is dus niet het geval. We zijn wel bekend met de muziek van deze band, ik heb ze 1x live gezien. Ik vind niet al hun liedjes geweldig, maar de ballad  A bag full of stories vind ik wel mooi en die past ook wel een beetje bij de zak vol herinneringen die ik heb aan 12 jaar geocaching.  Het lied gaat natuurlijk niet over geocaching, maar dit stukje past er wel bij:

But it takes me to places
no tourist will find
And even if I don’t earn a dime,
I’ll forever remind 

Maar we zijn dus vernoemd naar een ander liedje over een Heideroosje. Een liedje dat de toenmalige voorzitter van de Kanovereniging altijd voor ons zong om ons te ergeren. Wij waren toen tienermeisjes en vonden het een vreselijk liedje. Nou ja, om heel eerlijk te zijn vind ik het nog steeds een afschuwelijk liedje. Ik houd niet zo van Nederlandstalige muziek. Het gaat om het liedje Oh Heideroosje van de Havenzangers.

heideroosjeshavenzangers

Stephanie en ik kennen trouwens nog steeds de tekst uit ons hoofd, hebben we gisterenavond nog gedemonstreerd.

Goed, wij zijn dus al 12 jaar de Heideroosjes, een nickname die nu zo’n 6700x in logboekjes is geschreven (klopt niet helemaal, want earthcaches, webcams en virtuals hebben geen logboekje). Als Anke en ik samen het team hadden opgericht, hadden we waarschijnlijk MaAn geheten, het woord wat je krijgt als je de eerste letters van onze voornamen achter elkaar zet. En dat is natuurlijk ook gewoon een mysterieus hemellichaam, de maan.

Het is nog een tijdje hip geweest in de geocaching-wereld om logo-stickers te gebruiken: een soort van sticker met je nickname er op en een plaatje, waarop je dan de datum en tijd kon invullen. Wij hadden eerst een mannetje met een wereldbol en later een plaatje van een maan. Het nadeel van die stickers was dat ze best groot zijn en de caches/logrollen werden steeds kleiner (micro), dus stopten de meeste geocachers weer met die stickers en wij ook. Door het steeds kleiner worden van logrolletjes, baal ik ook wel eens van de hoeveelheid letters die de naam “Heideroosjes” heeft. Van de andere kant hoort die nickname nou eenmaal bij ons. Ik vind het altijd wel grappig om bij foto’s te zetten: “Heideroosjes op de heide”. Op Ameland liepen wij een cache in een natuurgebied dat de Roosduinen heette en daar heb ik toen de Heideroosduinen van gemaakt. In de buurt van Dieren is een restaurant dat Heideroosje heet.

Hoe het bloemetje er nu eigenlijk uit ziet, weet ik niet precies. De internetpagina’s spreken elkaar nogal tegen. Het zou zoiets als dit moeten zijn:

heideroosjesplant

We vinden geocaching nog steeds leuk, dus het zou helemaal geweldig zijn als we over nog eens 12 jaar nog steeds bestaan en dat ik dan een stukje schrijf over 24 jaar Heideroosjes.

Het 12-jarig bestaan “vierde” ik in Rotterdam met het vinden van drie caches, waaronder een zeldzame virtuele cache. Over de soorten geocaches zou ik ook nog eens kunnen schrijven.

De afbeeldingen bij deze blog komen van internet.

Meatless Monday: Aardappel Anders/champignontaart

aardapel andersVanaf het moment dat Aardappel Anders op de markt werd gelanceerd, ben ik er helemaal fan van. Ik weet nog goed hoe die eerste reclame ging, met aardappels die uit zo’n rekje springen en dan dat liedje van Je kunt ons koken, je kunt ons bakken, je kunt ons poffen, maar het kan ook anders, met Aardappel Anders. Zo’n superfoute jaren ’90, feelgood reclame van Calvé. Er zijn verschillende smaken, waaronder twee vegetarische (ook nog room/bieslook), maar tuinkruiden/knoflook is mijn absolute favoriet.

Zelf ben ik niet zo gek op heel veel eieren in ovengerechten, omdat ik niet van overvloedig ei houd. Hetzelfde geldt voor heel veel kaas in ovengerechten. Aardappel Anders saus heeft precies de juiste mix van ingrediënten om een ovenschotel voor mij wel goed op smaak te maken. Daarom vandaag dus een recept met Aardappel Anders: Champignontaart uit de oven.

DSC05227

Ingrediënten:

  • 1 zakje aardappelschijfjes (450 gram)
  • 1 bakje gewone champignons (250 gram)
  • 1 bakje kastanjechampignons (250 gram)
  • 1 rode ui
  • 1 pot Aardappel Anders saus (kies je lievelingssmaak)
  • 7 plakjes bladerdeeg
  • 1 zakje geraspte kaas
  • koriander

DSC05229

Hoe maak je het?

  • Leg eerst de plakjes bladerdeeg uit de vriezer, zodat ze kunnen ontdooien
  • Snijdt de ui in stukjes en roerbak kort in een wokpan
  • Snijdt ook de champignons in stukje en bak die met de uien mee, tot ze gaar zijn
  • Voeg naar smaak koriander toe aan het groentemengsel
  • Vet de ovenschaal in met een beetje olie
  • Leg 1 plakje bladerdeeg op de bodem en leg 5 andere plakjes dakpansgewijs langs de randen van de ovenschaal, de uitstekende stukjes snij je af met een mesje en daarmee “puzzel” je de gaten dicht.
  • Doe een laagje van het champignon/ui-mengsel in de ovenschaal en meng dit met een laagje aardappel/anders. Maak zo 2 of 3 lagen tot de ovenschaal vol is.
  • Snijdt het laatste plakje bladerdeeg in vieren en plaats die kruiselings over de taart.
  • Bestrooi nu de taart met geraspte kaas.
  • Strooi nog naar smaak koriander over de kaaslaag heen
  • Nu gaat de taart in de oven, ongeveer 20 tot 30 minuten op 220 graden, tot de kaaslaag goudbruin is geworden.

Eet smakelijk!

DSC05231

Foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt. De afbeelding van de Aardappel Anders pot, komt van internet.

 

Waymarking

waymarking

Veel mensen vinden kanoën een aparte hobby, zeker voor een vrouw. Geocaching is ook niet iets wat iedereen kent. Maar dat valt allebei in het niets als ik over waymarking begin; dan klapperen de mensen echt met hun oren.

Waymarking en geocaching draaien allebei op de servers van de organisatie Groundspeak. Het zijn allebei spelletjes waarvoor je een gps nodig hebt. Wij doen geocaching en waymarking dan ook onder dezelfde nickname, op allebei de sites heten wij de Heideroosjes.

waymarking1

Maar wat is waymarking dan? Het is een manier om je “weg te markeren” door dingen die je bezoekt te markeren; het coördinaat vast te leggen met je gps. Als het object nog nooit door iemand is vastgelegd, kun je het claimen door het te loggen op de website van waymarking. Je vult dan het coördinaat in, geeft het punt een naam en beantwoordt enkele vragen over het object. Meestal wordt een verhaaltje ook wel op prijs gesteld. Als het object al door iemand ander is gemarkeerd, kun je je bezoek melden via een visit.

Je kunt van alles waymarken; gebouwen, pretparken, dierentuinen, restaurants, kapellen, stations. Noem maar op. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt het waymarken. Het is dan ook zaak om je te beperken tot een bepaald soort object, want anders word je helemaal gestoord.

Voor mij is dat de ANWB-paddestoel, ook wel fietspaddestoel genoemd en meestal gewoon “paddo”.

DSC05693

Mensen die met mij gaan wandelen (geocachen) of fietsen, weten dat ik bij elke paddestoel van mijn fiets spring om foto’s te maken en hem te waymarken. Het leukste is dan natuurlijk als de paddo nog niet geclaimd is. Anders kun je de paddo nog wel een “visit” geven, een logje dat je hem gezien hebt. Waymarking gaat dan ook niet zo snel als geocaching. Ook het loggen van een waymark kost tijd, want je moet foto’s uploaden, een coördinaat opgeven (en ik had dus al mijn coördinaten van de vakantie gewist…per ongeluk) en een verhaaltje schrijven. De website loopt ook heel vaak vast. Daarom doe ik het ook wel eens een hele tijd niet, maar als ik dan weer in een gebied ben met veel paddo’s (zoals tijdens mijn vakantie op de Veluwe), dan wil ik die toch weer allemaal verzamelen. En dat allemaal voor een virtuele medaille. Bij 500 krijg ik weer een medaille. Dat wil ik nog graag bereiken, zowel in eigen waymarks, als in visits. Daarna komt de volgende medaille pas weer bij 1000, dus dat duurt dan weer heel lang.

waymarking stats

Waymarking doe ik sinds 2007. Ik vond toen een geocoin in de vorm van een ANWB-paddestoel in een geocache. En op de pagina van die geocoin stond een link naar de waymarking-website. Het leek me wel grappig, dus printte ik de opdracht uit en stopte die in mijn geocaching-rugzak. De week er op kwam ik dus meteen een paddo tegen en die bleek nog niet geclaimd te zijn. Daarmee begon een nieuwe hobby.

Ondertussen heb ik zelf ook een paddestoel-coin, gekregen van de Paddo-Officers (de beheerders van de ANWB-paddestoelen-groep op waymarking) voor mijn inzet.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De Heideroosjes hebben veel paddo’s in Nederland, waaronder op alle vijf de Waddeneilanden. Ook vrij veel in België, maar daar worden ze niet meer onderhouden. In België zijn ze paddo’s wit met groene tekst. In Nederland wit/rood met zwarte tekst, hoewel er ook nog oude, witte modellen zijn (stiekem zijn die het leukste).

Bij het station in Assen (Drenthe) en bij het bezoekerscentrum in Nationaal Park de Hoge Veluwe staan reuzepaddestoelen. Ik heb ze beide in het echt gezien en wordt daar echt blij van.

Ook heb ik mijn persoonlijke paddestoel, oorspronkelijk een sinterklaassurprise, die mijn vader voor mij gemaakt heeft. Qua formaat is hij precies gelijk aan een echte paddo. Deze staat als decoratie in huis.

waymarkingpp

Op deze website wordt een foto van mij gebruikt (die van de oude betonnen paddestoel bij de brug over het kanaal bij Helvoirt, dat was dus de allereerste paddestoel) en daarom kreeg ik een gratis decoratie-paddestoel van de eigenaars.

Af en toe waymark ik ook  wel eens wat anders. Zoals Penny Smashers, dit zijn van die automaten waar je muntjes in kan pletten, zodat er een afbeelding op komt. Ze staan vaak bij toeristische attracties.

DSC04706

Een tijdlang ben ik fanatiek geweest met fietsknooppuntborden, maar die zijn er zoveel, dat ik het niet meer origineel vond. Verder heb ik een paar kastelen, uitkijktorens, stations, molens, dierentuinen en de dichtbijzijndste McDonald’s geclaimd.

Tja, het is een volslagen nutteloze hobby, maar het is ook weer grappig, omdat ik vaak hilarische mailtjes krijg van de Paddo-Officers. Dus voorlopig blijf ik het nog wel doen. Tot de volgende virtuele medaille.

Foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt. Afbeeldingen van de website van waymarking.

 

Throwback Thursday: 18 augustus 2010

Over Throwback Thursday

#throwbackthursday is een bekende hashtag in de wereld van de sociale media. De bedoeling is om een foto van vroeger te posten en eventueel herinneringen op te halen. Ik wil graag een paar vaste rubrieken op deze blog introduceren en ik heb het volgende idee met Throwback Thursday: ik schrijf al jarenlang Geocachingverslagen, een verslag van elke geocachingdag. De Heideroosjes vonden hun eerste cache in 2004, dus reken maar uit hoeveel herinneringen ik heb aan bijna 12 jaar geocaching. Ook maak ik vrij veel foto’s. Maar eigenlijk doe ik daar verder niets mee. “Cacheverslagen” is een enorm Word-bestand van 1480 pagina’s. Fotobestanden zijn overal en nergens te vinden in mijn laptop of op de externe harde schijf. Daarom lijkt het me leuk om elke donderdag een oud verslag plus bijbehorende foto’s te plaatsen, wat op die datum heeft plaats gevonden, maar dan een of meerdere jaren terug in de tijd. Wij hebben caches op elke datum van het jaar gevonden, dus ik zou met deze rubriek in principe nog jarenlang vooruit kunnen.

Vandaag gaan we terug naar 18 augustus 2010:

Tja, 18 augustus is blijkbaar de minst populaire datum in de maand augustus, om te geocachen. In onze hele carrière vonden we slechts 3x een cache op deze datum. Daarom deze keer een verslag van een cache waar ik zelf niet eens bij was. De Heideroosjes bestaan uit 2 personen en we cachen ook vrij regelmatig afzonderlijk van elkaar. Het account ga je niet meer splitsen na bijna 12 jaar. Het is van ons samen. Dus daarom dit keer een verslagje over een cache die Anke zes jaar geleden vond, met Nopi, het team van haar moeder en zusjes.

Het verslag:

  1. [WWFM VII] Groeten uit Brabant!

Maker: Zugführer

Type: Mysterie

Heideroosjes: Anke

Nopi: Noortje, Pien en Petra

Gevonden op: 18 augustus 2010

Plaats: Middelburg

 

De drie zusjes en hun moeder hadden het plan opgevat om vandaag naar het strand te gaan. De weersvoorspellingen waren niet echt heel geweldig, dus had Anke voor de zekerheid maar wat caches uitgezocht. Omdat ze door Middelburg zouden komen, bedacht Anke dat ze de WWFM-mysterie wel op kon gaan halen. Tijdens het WWFM kregen we een soort van tweeling-mysterie op te lossen, waarvan de Groeten uit Zeeland in Brabant verstopt lag (die werd dus diezelfde avond nog gelogd), maar de Groeten uit Brabant lag in Zeeland verstopt en die konden we dus niet even zomaar gaan loggen. Vandaag heeft Anke dat goed gemaakt.

Toevoeging van het Flash Mob verslag van 15 mei 2010: WWFM staat voor World Wide Flash Mob. Het idee achter Flash Mob is dat een groep mensen op een plek samenkomt, een ludieke actie uitvoert en daarna zonder uitleg weer verdwijnt. Het idee komt overigens niet uit het geocachen, maar is iets wat wereldwijd plaats vindt en dat uiteindelijk “misbruikt” wordt om er een geocaching-event van te maken. Het is altijd op verschillende plekken in het land en voor ons is Eindhoven de dichtbijzijndste locatie. Dit keer zouden we met z’n allen “Brabant” van Guus Meeuwis gaan zingen op een plein in Eindhoven.

Wat ik hier op 18 augustus 2016 nog aan toe te voegen heb:

Tja, ik was hier niet bij, dus ik heb er verder niets aan toe te voegen. Ik heb er dus ook geen foto’s van.

De afbeelding van Middelburg is van internet geplukt.

 

Throwback Tuesday: “nieuwe” cache in Oisterwijk

Deze week schrijf ik naast een Throwback Thursday ook een Throwback Tuesday, want de geschiedenis van deze geocaching-route is te leuk.

Maandag kwam er een nieuwe cache in Oisterwijk online. Meteen al kwam de naam mij erg bekend voor, was er niet ook al zoiets in die omgeving geweest, aan het begin van onze geocachingcarrière? Even terug zoeken gaf me de volgende informatie: vroeger lag er een multi in Oisterwijk van dezelfde makers en die heette Bos en Ven. Een multi die wij vonden op 23 januari 2006, wat maar liefst 10,5 jaar geleden is. Het was pas onze 23ste found. Ik vond de cache uiteindelijk met Miron, maar heb de route gelopen met Stephanie. Omdat we een fout hadden gemaakt in de berekening, konden we de cache bij de eerste poging niet vinden. Bos en Ven ging in het archief in 2008, maar er stonden notes op de gearchiveerde cachepagina dat de cache terug zou komen met een opgepimpte route en onder een andere naam.

Dat werd dus deze Bos, heide en vennen, onze 6728ste found. Ondanks dat ik nog wist waar de eindcache destijds lag (we hebben er heel lang naar moeten zoeken, toen), besloot ik toch om de route nog een keer te gaan lopen. De route is acht kilometer lang. Het is tenslotte prachtig zomerweer en de heide staat eindelijk in bloei, dus ik zag dat stukje over de Kampina wel zitten. De Kampina is een groot heidegebied tussen Oisterwijk en Boxtel.  In de route zat dus weinig nieuws, ik ken deze omgeving te goed, omdat ik er al zo vaak gewandeld heb. De route begint bij het Beeldven (de foto rechtsboven), een klein ven, met een rare geschiedenis.  Dan langs Kasteel Nemerlaer en over de bloeiende heide van de Kampina.

Wat ik wel jammer vind, is dat het eindcoördinaat van de cache al wordt gegeven. Je hoeft onderweg alleen vragen te beantwoorden om de code van het cijferslot te achterhalen. Ik ken genoeg geocachers die deze route nu niet gaan lopen, maar meteen met het slot aan de gang gaan, met wat draaien heb je zo’n simpel cijferslotje best snel open. De cache zit in een zeer opvallende behuizing (wel een goede) en tot mijn grote verbazing had ik nog de TTF!

TTF staat voor Third to Found en dat betekend dus dat je de derde persoon/team bent, die de cache heeft gevonden. Dat is in deze omgeving, drie dagen na publicatie, best een wonder, want er wonen hier veel eremetaaljagers. Ik denk dat ik geluk heb dat het vakantietijd is. Maar wel leuk om eremetaal te hebben bij een multi in je eigen woonplaats. Het tweede eremetaal binnen een week, want twee dagen geleden had ik ook al een STF (Second to Found) op een cache in Wijchen. Ik word nog eens een echte goudjager, maar niet heus. Je hebt mensen die een app krijgen bij elke cache die online komt, maar dat hoeft van mij niet. Om multi’s in Oisterwijk te promoten meteen een favorite uitgedeeld. En ik ben ook de eerste die de reizende pinguïn-coin van de makers ga verplaatsen.

Alle foto’s bij deze blog zijn door mij zelf gemaakt.

 

Huisdieren

Nou heb ik al twee maanden een blog en heb ik nog nooit over mijn huisdieren geschreven. Daar ga ik vandaag eens verandering in brengen. Ik vind huisdieren namelijk erg belangrijk en kan me een leven zonder beesten in huis dan ook niet voorstellen. Het liefste zou ik alle zielige en verwaarloosde dieren in huis nemen, maar ja er zijn natuurlijk grenzen. Het allerliefste zou ik een hond willen, maar daar is nu de tijd en de ruimte niet voor. Dus is mijn favoriete huisdier op dit moment een cavia.

DSC04181
Ik (9) met de eerste drie cavia’s

 

Ik was acht jaar oud toen ik mijn allereerste cavia kreeg voor mijn communie (iets wat ik nu overigens niet meer zou doen, maar dat terzijde). Pluis was een witte borstelcavia met rode oogjes en ik kreeg hem van mijn oom en tante en nichtjes, het was een jong van hun cavia. Ik vond de cavia helemaal geweldig, het was mijn allermooiste cadeau. Een paar dagen later haalden we zijn over gebleven broertje ook op, ook een witte borstelcavia met rode oogjes en die werd Pluus gedoopt (had eigenlijk Pluche moeten zijn, maar dat kon ik niet goed spellen als 8-jarige). Officieel was Pluus van mijn broertje, maar ik geloof dat ik ze altijd eten heb gegeven en het hok schoon maakte. Pluis en Pluus waren de start van een lange serie cavia’s (op de foto zie je ook nog hun jongere zusje Vlekje – omdat ze geen vlekjes had). Als tiener heb ik een jaar of twee geen cavia’s gehad, maar hamsters. Voor mijn vijftiende verjaardag kreeg ik echter weer een cavia, Willie, en sindsdien heb ik non-stop cavia’s gehad, op het hoogtepunt zelfs zeven cavia’s tegelijkertijd…

Ondertussen wonen cavia 16 en 17 bij mij en over hen ga ik wat meer vertellen.

FF

Mijn huidige cavia’s zijn twee mannetje en ze heten Fabin en Fluff.

Fabin is een driekleurige, gladharige cavia van ruim 5 jaar oud. Fluff is een dikke borstelcavia met zwart haar en een bruine neus. Hij is 3,5 jaar oud.

Ze komen van Caviaopvang Caviaplein een caviaopvang in Dongen (toen nog in Tilburg), waar ik ze in april 2013 heb opgehaald. Ze wonen nu dus bijna 3,5 jaar bij mij.

Fluff was nog maar een babycavia toen ik hem kreeg, hij is geboren in de opvang, ergens in februari 2013. Fabin was door zijn vorige eigenaars naar de opvang gebracht en hij zou al twee jaar oud zijn. Ik heb altijd een beetje aan deze leeftijd getwijfeld, ik denk dat hij iets jonger was, meer tussen de 1 en de 1,5 jaar oud. Ik weet dus niet precies hoe oud hij is, maar hij woont nu bijna 3,5 jaar bij mij + de geschatte 1,5 jaar erbij, maakt hem zo’n 5 jaar oud. Hij is nog helemaal gezond, dus hopelijk gaat hij nog een paar jaar mee. Fabin werd naar de opvang gebracht omdat hij alleen in een hok zat. In de opvang gaven ze hem babycavia Fluff als vriendje.

Fabin heeft amper twee weken in de opvang doorgebracht, want toen heb ik hun al opgehaald. In de opvang heetten ze Fabian en Fluff. Al mijn huisdieren krijgen al jarenlang een naam die begint met een F. Dat is ooit begonnen als grapje, maar tegenwoordig is het uitzoeken van een F-naam serious business. Ze konden hun opvang-namen dus houden, maar ik vond Fabian zo statig klinken voor een cavia, dus haalde ik er een letter uit en werd het Fabin, dat klinkt ook wel lekker fantasy-achtig.

Echt goed vrienden zijn Fabin en Fluff nooit geweest. In het begin was Fluff best bang en verschool hij zich achter Fabin. Maar toen hij gewend was, ging hij minder aardig doen tegen Fabin. Het schattige borstelcaviaatje Fluff groeide uit tot een grote en dikke cavia, veel groter en dikker dan Fabin. Fabin eet langzamer en minder en Fluff kaapte al het eten weg. Vorig jaar in de zomer begon Fluff ook tegen Fabin te vechten. De hele dag viel hij Fabin lastig, zat hij hem achterna, besprong hij hem (en ja, het zijn echt allebei mannetjes, ze hebben 2,5 jaar samen gezeten en bij cavia’s is dat vrij duidelijk te zien), gromde en piepte hij naar Fabin. En Fabin deed eigenlijk niets terug. Ze hadden een behoorlijk grote kooi, van 1 meter 20 bij 80 cm, dus ruimte genoeg voor allebei. Ik heb wat dingen geprobeerd, maar er hielp niets. De dag kwam dat Fabin alleen nog maar zielig weggedrukt in een hoekje van het hok zat, ik was bang dat hij dood zou gaan. Dus toen heb ik ze uit elkaar gehaald. Ze wonen nu in afzonderlijke hokken. Die hokken staan wel naast elkaar, dus ze kunnen elkaar zien, horen en ruiken. Maar ze negeren elkaar volkomen, dus ik denk niet dat ze elkaar missen. Als ik ze samen heb buiten de hokken, valt Fluff onmiddellijk Fabin aan. Dus dat doe ik ook niet meer.

evil-minion

Wel ironisch dat Fabin naar de opvang kwam uit eenzaamheid en dat hij nu alsnog alleen moet wonen. Maar ja, Fluff is gewoon een Minion die is blijven hangen in zijn mutatie. Ik ben er van overtuigd dat hij eigenlijk een paars monster zou moeten zijn ;>)

Fluff is dus best een drukke cavia. Hij rent door zijn hok en heeft altijd honger. Hij heeft een bal om mee te spelen, maar zijn favoriete bezigheid is eten. Als hij persé eten wil, dan gaat hij aan de tralies van zijn hok hangen, wat een rammelend geluid veroorzaakt. Hij stopt dan pas als eten heeft gekregen en dan wil hij zowel hard voer als groenten. Zijn favoriete groente is wortel, maar iets anders gaat er ook best in. Op de foto zit hij op een zak voer, hij keek mij aan alsof hij die vier kilo best wel in 1x zou lusten. Natuurlijk doe ik dat niet, volgens mij zou hij zich dan serieus dood eten.

20160308_163639

Fabin is juist een heel rustige cavia. Dat is niet alleen omdat hij ouder is, hij is altijd al heel rustig geweest. Hij blijft ook rustig zitten als je hem vast hebt, Fluff is dan onrustig. Helaas heeft Fabin wel de neiging om je onder te plassen. Gek eigenlijk, want in zijn hok doet hij alles netjes in de hoeken, ik heb ook veel cavia’s gehad die het overal deden, tot in hun voerbak aan toe. Fabin geniet ook meer van zijn eten dan Fluff, hij schrokt niet alles in 1x naar binnen. Als ze hooi krijgen, gaat Fabin er eerst een dag onder zitten, voor hij het op gaat eten, Fluff heeft het dan allemaal al naar binnen gewerkt. Fabin is ook lang niet zo schrikachtig als Fluff. Fabin houdt ook van groenten, maar hij vindt variatie wel lekker, terwijl Fluff het liefste de vertrouwde wortel heeft. Fabin is ook wel meer een fotomodel, hij blijft rustig zitten als ik een foto maak, Fluff loopt weg.

Grappig hoe die beestjes toch zo’n verschillend karakter kunnen hebben.DSC04255

Ik hoop dat ik nog een paar jaar van deze cavia’s kan genieten, maar de leeftijd van een cavia is totaal onvoorspelbaar. De meeste die ik heb gehad werden 4 of 5 jaar oud, eentje haalde de 7 jaar en een paar anderen werden niet zo oud. Volgens het boekje worden ze 4 tot 7 jaar oud, dus dat is ook nog een verval van drie jaar. We zullen zien.

DSC04175

Foto’s van Fabin en Fluff zijn door mijzelf gemaakt. De foto met Pluis, Pluus en Vlekje is door mijn moeder gemaakt en is een scan uit mijn foto-album.

 

Meatless Monday: Stamppot met groenten

De inspiratie voor dit recept komt uit foldertje van de Stichting Ik Kies Bewust, dat als reclame bij een tijdschrift zat. Ik hield eigenlijk nooit zo van stamppot, waarschijnlijk omdat alle oer-Hollandse stamppotten met vlees en jus zijn. Maar deze vegetarische editie is wel lekker!

Het recept is voor vier personen.

DSC04838

Ingrediënten:

  • 1 kilo kruimige aardappelen
  • 500 gram broccoli (of bloemkool)
  • 1 prei
  • 400 gram champignons
  • 2 uien
  • 300 gram verse spinazie
  • 150 gram hazelnoten
  • witte kaas (feta)
  • zwarte peper
  • provinciaalse kruiden

Zo maak je het:

– Was de aardappelen en snijdt ze in grove stukken. (Ik schil ze niet, ik eet altijd aardappelen met schil, maar als je dat niet lekker vind, dan moet je ze eerst schillen ;>) Kook de stukken aardappel gaar in een laag water met een beetje zout en peper.

– Snijdt ondertussen de broccoli in roosjes en kook deze ook beetgaar

– Snijdt de uien en prei in kleine stukjes en roerbak deze, voeg later ook de stukjes champignons toe en helemaal op het einde ook heel kort de spinazie (die slinkt namelijk heel snel)

– Als de aardappelen beetgaar zijn, giet je ze af en kook je ze kort droog. Hierna kun je stampen.

– Stamp ook de broccoli door de aardappels heen en vervolgens de overige groenten. Houd de stamppot warm op een laag vuur

– Stamp de hazelnoten fijn en meng deze door de stamppot

– Voeg kruiden naar keuze toe: ik koos voor zwarte peper en provinciaalse kruiden

– Serveer de stamppot met de verkruimelde witte kaas

Lekker met groenteballetjes (die kwamen gewoon uit een kant-klaar pakje van het merk Tivall) of met een salade.

Voor een zomerse touch kun je ook nog stukjes radijs toevoegen ter garnering.

Eet smakelijk!

DSC04839

Foto’s bij deze blog zijn door mij zelf gemaakt. Deze blog verscheen eerder op de website die ik voor school maakte.

 

MIC-deeltijd, leerjaar 1, blok 4

Een tijdje terug had ik gezegd dat ik nog een review ging schrijven over wat ik vond van de vakken tijdens het eerste leerjaar van de hbo-deeltijdopleiding Media, Informatie & Communicatie. Een opleiding die je in deeltijd alleen kan volgen aan de Hogeschool van Amsterdam. Er is dus meestal maar 1 klas per studiejaar die deze studie doet.

Je kunt de opleiding overigens ook in voltijd doen en dan zijn er iets meer klassen (en kan het ook bij Saxion Hogescholen). Er is ons gezegd dat deeltijd wel iets andere vakken heeft, dan voltijd, maar ik weet dus niet precies wat het verschil is.

Goed, de deeltijdstudenten moeten in het eerste jaar 13 vakken volgen en als je die allemaal haalt, heb je 60 studiepunten en je propedeuse. Om naar het volgende studiejaar door te mogen, moet je minimaal 50 studiepunten halen.

Blok 4

Media & Maatschappij: Het vervolg op het vak Medialandschap van blok 1. Zelfde docent, zelfde manier van lesgeven. Alleen vond ik het hier vervelend dat er heel veel gebruik werd gemaakt van losse teksten die online te lezen waren. Dat vond ik lastig leren, hoewel het wel fijn is dat je niet al die boeken apart hoefde te kopen. Omdat ik dacht dit vak wel makkelijk te halen, gezien mijn ervaringen met het eerdere vak, besteedde ik er niet zoveel aandacht aan. Er was ook simpelweg geen tijd voor in dit blok. Die deksel kreeg ik meteen zwaar op mijn neus, want ik haalde dus een totaal onverwachte onvoldoende, terwijl ik dacht het goed gemaakt te hebben. Bij de herkansing maakte ik dit wel goed. Overigens moest de halve klas herkansen, dus ik denk dat meer mensen dit vak op een zijspoor hadden gezet. Het was beter geweest als dit vak er in blok 2 bij had gezeten.

Dit vak leverde drie studiepunten op en bij de herkansing haalde ik een 7

Contentmanagement: Dit was wel mijn lievelingsvak. Tenminste, het WordPress-onderdeel. De andere colleges hadden van mij niet zo nodig gehoeven, daar zat weinig nieuwe informatie in. We moesten een blog maken over een eigen gekozen onderwerp met WordPress. Ik draaide er een beetje in door en besteedde er eigenlijk meer aandacht aan, dan had gemoeten. Maar ik werd er helemaal enthousiast van, vandaar dus ook dat ik nu deze blog heb. De Custom Fields hebben we me nog wel beziggehouden, maar ook dat werd opgehelderd.

Dit vak leverde vier studiepunten op en ik haalde dus een 9.

Audiovisuele Communicatie: Pfft, al mijn struggles met Digitale Media vielen in het niet bij mijn steeds verder groeiende haat voor dit vak. We moesten dus een filmpje maken. Vantevoren had ik bedacht – vanwege het markerting en communicatie-gehalte van de opleiding – dat we een promotiefilmpje moesten maken. Ik had ook al helemaal bedacht om dat voor de Kanovereniging te doen. Mooi niet dus, het moest een fictiefilmpje worden waarin nauwelijks gesproken mocht worden en eigenlijk ook geen muziek. Ik bleef eerst in het kanothema hangen en maakte een script over kanoën, dat zo’n beetje publiekelijk werd afgekraakt in de les. Uiteindelijk heb ik een filmpje gemaakt over eenzame mensen die elkaar ontmoeten en dan voorzichtig verliefd worden. Tegen die tijd had ik al zo’n grote haat voor dit vak ontwikkeld, dat ik het allemaal pure tijdsverspilling vond. Docent besteedde ook heel weinig tijd aan het daadwerkelijke omgaan met een camera of het editprogramma. We moesten vooral films kijken, ook veel van zijn eigen hand en die beoordelen. Het was duidelijk dat hij zelf helemaal gestoord was van films en films maken, maar hij kreeg dit niet overgebracht op de klas. Volgens mij vonden slechts enkele klasgenoten dit vak leuk. Goed, uiteindelijk was dit het laatste vak waarvoor het punt moest binnen komen. Er kwam een lijstje met punten online en ik had 55 punten. Ik hoopte maar dat dit rechtstreeks omgezet zou worden tot een 5,5, zodat ik niet opnieuw hoefde te gaan filmen in de zomervakantie. Nou, het werd zelfs afgerond naar een heel cijfers, dus zo had ik een 6.

Dit leverde drie studiepunten op en zo had ik dus uiteindelijk een 6.

Bedrijfskunde: Een onderdeel van Werkervaring. Van dezelfde docent als Organisatiekunde, deze colleges waren iets beter. Ik mocht dit dan wel weer over PostNL doen, ondanks mijn “minderwaardige mbo-baan” van postbode. Nou, voor PostNL heb ik zeker wel wat bedrijfsverbeterende oplossingen. Ook kwam er veel terug uit mijn cursus boekhouden en calculaties. Dat scheelde wel. Ik schreef dus een keurige bedrijfsanalyse met een verbeterplan voor PostNL en daar haalde ik een 8 voor. Die dus verder nergens mee zou tellen, alleen als voldoende/vinkje voor de Werkervaringslijst. Dat heeft mij nogal gefrustreerd.

Blok 4 was dus onevenredig zwaar ten opzichte van de andere blokken. De blog voor Contentmanagement was veel werk. Het filmgedoe was ook veel werk. Dan nog alles voor Media & Maatschappij. Ik moest dus ook nog Organisatiekunde opnieuw leren, want die herkansing zat ook bij dit blok. De bedrijfsanalyse…en dan nog alle andere ellende betreffende Werkervaring. Het was echt te veel. Daar waren alle klasgenoten het over eens.

Werkervaring: Het vak dat maar liefst 20 studiepunten opleverde en waar ik veel moeite voor heb moeten doen om die te krijgen. Ik ben er tot op mijn botten toe van doordrongen dat ik te laat ben begonnen voor dit vak en er te weinig voor gedaan heb. Dit omdat ik lang van plan ben geweest om na het eerste jaar hbo door te gaan naar Geschiedenis op de universiteit. De toelatingseisen en het feit dat het voltijd is, maakten uiteindelijk dat ik dat niet heb gedaan. Die beslissing kwam pas laat in het schooljaar. Ik ben ook heel boos geweest over de voortdurende denigrerende opmerkingen over mijn baan als postbode. Goed, ik heb het aan moeten vechten bij de Examencommissie. Ik ben last-minute met dingen begonnen: deze blog en het zoeken van vrijwilligerswerk. En uiteindelijk heb ik last-minute een 5,5 voor dit vak gekregen + de felbegeerde 20 studiepunten. Wel met de belofte voor ernstige beterschap in het tweede jaar en voortzetting van de begonnen dingen. Ik vind nog steeds dat de studiepunten van Werkervaring opgesplitst moeten worden. Dus dat je gewoon apart punten krijgt voor Bedrijfskunde en Office. Blijkbaar is dat iets wat volgend jaar ook gaat gebeuren. Goed, ik kan hier nog pagina’s vol over schrijven, maar dat is voor de lezer niet erg interessant. Ik heb mijn Werkervaringslesje wel geleerd.

Propedeuse: Ik geloof dit pas echt voor 100% als ik het papiertje in mijn handen heb. Maar ik heb dus de 60 studiepunten gehaald met twee negens, een acht, drie zessen en jawel zeven zevens. Gemiddeld levert dit een dikke 7 op. Ik heb dan ook het hele schooljaar gegrapt over mijn zeventjesmentaliteit (als reactie op de zesjesmentaliteit van studenten, waar vaak over gesproken wordt).