Over Throwback Thursday
#throwbackthursday is een bekende hashtag in de wereld van de sociale media. De bedoeling is om een foto van vroeger te posten en eventueel herinneringen op te halen. Ik wil graag een paar vaste rubrieken op deze blog introduceren en ik heb het volgende idee met Throwback Thursday: ik schrijf al jarenlang Geocachingverslagen, een verslag van elke geocachingdag. De Heideroosjes vonden hun eerste cache in 2004, dus reken maar uit hoeveel herinneringen ik heb aan bijna 12 jaar geocaching. Ook maak ik vrij veel foto’s. Maar eigenlijk doe ik daar verder niets mee. “Cacheverslagen” is een enorm Word-bestand van 1480 pagina’s. Fotobestanden zijn overal en nergens te vinden in mijn laptop of op de externe harde schijf. Daarom lijkt het me leuk om elke donderdag een oud verslag plus bijbehorende foto’s te plaatsen, wat op die datum heeft plaats gevonden, maar dan een of meerdere jaren terug in de tijd. Wij hebben caches op elke datum van het jaar gevonden, dus ik zou met deze rubriek in principe nog jarenlang vooruit kunnen.
14 juni 2014
Vandaag gaan we terug naar maandag 14 juli 2014. De dag ervoor had ik (Anke was op vakantie) onze 5000ste cache gevonden. Maar vandaag was ik ook vrij en er was mooi weer voorspeld, dus besloot ik eens gek te doen en nog een dag te gaan geocachen. Ik vond deze dag maar liefst 50 caches. Anke en Guy waren op vakantie in Drenthe en vonden op dezelfde dag ook nog eens 24 caches. Zo zaten de Heideroosjes aan maar liefst 74 founds op 1 dag en haalden we al bijna de 5100 op de dag na de 5000.
Het verslag wat ik toen geschreven heb, dit keer wel met foto’s:
Ja en toen vatte ik het gestoorde plan op om de dag na #5000 een flinke rush richting de #5100 te halen. Dit wel in combinatie met de founds van Anke en Guy. Een paar dagen van tevoren had ik de trail de Puntjes van Geo3hoek ontdekt in de polder van Tull en ’t Waal, gemeente Houten. Dat leek me wel leuk, lekker fietsen door polder, weinig huizen en weinig mensen. Dus alle caches in de GPS geladen en een nieuw opschrijfboekje in gebruik genomen.
Dus in de eerste trein na 9.00 uur (in verband met mijn voordeelurenabonnement) naar station Houten Castellum. Houten Castellum is een supermooi plaatsje, helemaal gebouwd in de vorm van een oude, Romeinse vestingstad. Alle straten heten dan ook naar Romeinse termen, echt wel leuk. Een OV-fiets gehuurd in de fietsenstalling bij het station (ze hadden er daar echt veel staan voor zo’n klein station) en dwars door het Castellum op weg naar de brug die me uit de stadswijk naar de polder zou brengen. Onderweg heel vaak gestopt voor ANWB-paddestoelen en fietsknooppuntborden, die waren er daar genoeg, dit voor mijn waymarking-hobby.
De eerste cache die ik vond was #22, ik begon dus midden in het rondje. Of dat later goed zou uitpakken voor de bonus, zou ik dan wel weer zien. Achteraf bleek ik de bonus niet te hebben ingeladen, dus maakte het toch niets uit.
Het eerste stukje liep langs het kanaal tussen Houten en de polder en het was toen nog bewolkt en winderig, ik droeg mijn jas. Na een aantal caches kreeg ik het toch warm en ging mijn jas in mijn rugzak. Bij vijf caches vond ik het leuk dat ik al 1/10 van de serie had gevonden. Wel moest ik beter opletten, want soms lag er een cache in een zijpadje en de eerste had ik dus per ongeluk overgeslagen en toen moest ik weer terug. Ook had ik niet goed begrepen dat er ook een drietal wandelcaches in de polder lag, waar je niet kon komen met de fiets, maar dat is later nog goed gekomen.
De meeste caches waren snel gevonden, een enkeling zat wat genieperig verstopt. Zoals die ene in de treurwilg toen er een zeer langzaam rijdende auto steeds dichterbij kwam en ik aangegaapt werd door de bestuurder, omdat ik in die boom probeerde te klimmen. Ik vond hem wel.
Onderweg kwam ik ook nog wat andere caches tegen. De eerste daarvan was het Klooster. Ik dacht bij de ruïne van een oud klooster midden in de polder uit te komen, maar dat was te fantasierijk gedacht, het was gewoon de naam van het industrieterrein midden in de polder. Met uitzicht op het distributie-centrum van de V&D werd deze cache gelogd. Verder met de trail, ondertussen was ik bij het kanaal ‘om de hoek’ aan beland. Er liepen zeg maar twee kanalen, die elkaar kruisten.
Op het eerste stuk kwam ik nauwelijks mensen tegen, op dit fietspad was het een stuk drukker met fietsers, veel dagjesmensen, zo te zien. De gekste cache op dit stuk was die aan de op z’n kant staande boten brug. Ik was bang dat dat hele gevaarte op mijn hoofd zou vallen als ik de cache probeerde te pakken. Ik was hier eigenlijk te klein voor, maar met behulp van mijn pen is het gelukt om de cache eraf te tikken (ja, ik heb hem ook weer terug gekregen).
Aan het einde van de trail maakte ik mijn tweede uitstapje naar Ailuropoda melanoleuca, dit was een cache in de vorm van een pandabeer en die lag onder een bruggetje in een parkje aan de rand van Nieuwegein. De maker van deze cache was boos dat iedereen z’n copy past trail-log ook bij zijn cache plaatste. Ik kon me zijn frustratie wel voorstellen, maar ja deze cache lag zo leuk op de route, dat ook ik hem niet heb laten liggen. Heb wel een mooi logje geschreven, zo aardig ben ik dan weer wel.
Helaas was het bij #49, het hoogste nummer van de trail te druk om de cache te kunnen zoeken. Dit was bij een sluizencomplex, de sluis werd op dat moment geschut en er stonden allemaal mensen te kijken. Japanse toeristen op vouwfietsjes, een groepje bejaarde fietsers, mannen die met duikpakken klaar stonden om iets aan de sluis te gaan doen. Ik heb nog even rondgeslopen daar, maar kon het zo gauw niet vinden en dan voel ik mee ook te veel bekeken. Dit werd dus mijn eerste not-found.
Over de brug naar de andere kant van het kanaal. De temperatuur was flink toegenomen en het was nu zelfs mooi zomers weer. En ik stomme sukkel – die heel snel verbrand – was me vergeten in te smeren. Gelukkig had ik wel mijn pet meegenomen.
Door de warmte en de hooikoorts (wind en grassige kruiden) begon de vermoeidheid toe te slaan, maar ik wilde nog wel verder. Het ging nu wel moeizamer, want er zaten een aantal caches bij waarvoor een stukje gewandeld moest worden. Op zich was dit wel een mooi gebied, maar de hele tijd afstappen en een gebied in lopen kost natuurlijk ook tijd. Ik heb een hele tijd gezocht bij een reusachtige vergroeide ‘heksenboom’, terwijl op het veld ernaast jongens aan het voetballen waren. Die negeerden mij gelukkig. Ook nog een mooi paadje met allemaal bomen gezien. En over een hekje geklommen om een andere boomcache te loggen. Ook nog een uitstapje gemaakt naar de Red Box, die lag ook in een bosachtig gebied met heel hoge bomen. De cache zelf lag in een moerasstuk, met zeiknatte modder, volgens mij kwam de zon hier nooit. Gelukkig de cache kunnen loggen zonder helemaal onder de modder te komen.
En weer verder met de trail. #11 was door de afgelopen 10 cachers niet gevonden, dus besloot ik die ook over te slaan, ook omdat dit een wandelcache was en om nou tijd te gaan verspillen voor een vrijwel zekere not-found, dat zag ik niet zitten.
Hierna ging het weer wat vlotter tot aan #20. Die zou op een rotonde moeten liggen, midden in het kleine dorpje Tull en ’t Waal. Ik liep vertwijfeld om het elektriciteitshuisje op de rotonde heen, maar kon niets zien. Dus wilde ik het opgeven, hij werd vaker niet dan wel gevonden. Ik sloeg het fietspad in richting de drie wandelcaches midden in de polder. Tijdens de wandeling naar de drie caches (een ruime kilometer heen en ook weer terug) merkte ik pas dat ik heel veel honger had. Niet zo gek, ik had geen lunch meegenomen en de hele dag niet meer gegeten dan een koekje. Stom natuurlijk. Dorst viel wel mee, ik had wel een flesje water bij. Van de drie caches vond ik er eentje niet, hoewel ik de boom letterlijk en figuurlijk omhelst heb. Jammer. Er waren nog wel koeien, dat maakte de not-found nog een beetje goed.
Door de beschrijving vermoedde ik dat de bonus ook ergens aan het fietspad zou moeten liggen, maar ik was de formule dus vergeten en besloot om niet in het wild te gaan zoeken, dat zou te veel tijd en moeite kosten.
Dus fietste ik terug naar het dorpje en logde als laatste #21. Hiermee was ik de polder rond en had ik 45 founds van de trail en 5 not-founds. En dan nog 3 uitstapjes-founds. Van de 5 not-founds, 1 helemaal niet gezocht, 1 niet kunnen zoeken vanwege Dreuzels en 2 wel gezocht, maar niet gevonden en de bonus dus niet omdat ik die niet had ingeladen. Het was tijd om terug naar de brug te gaan en terug naar Houten Castellum. Ik had nog een uur over (vanwege de korting op de trein), dus besloot ik nog twee trads in Houten Castellum zelf te doen. Die bleken zeker wel leuk te zijn, het Bastion lag op een soort van uitzichtpunt op de stadswal. Grenspaal Schonauwen lag bij een oude grenspaal in de buurt, die was weggemoffeld in de bosjes, dat vond ik jammer, maar de cache was er wel. Ik bleek nu ook vlakbij het station te zijn, maar benaderde dat nu vanaf de andere kant. En daar zat dus een AH, waar ik een paar broodjes kocht om mijn honger te stillen. Vervolgens mijn OV-fiets weer ingeleverd en ongeveer een uur later was ik thuis.
Ik had wel mooi 50 founds deze dag. Anke en Guy hadden er 26, dus samen 76. Ik dacht eigenlijk dat ik er maar 49 had, maar ik was er eentje vergeten op te schrijven in m’n nieuwe boekje. Een mooi rond getal. Ik wil overigens nog wel een keertje terug naar Houten Castellum, omdat er nog meer caches lagen en ook nog een aantrekkelijke multi bij een kasteel, Rondje Wickenburg, waar ik nu geen tijd voor heb gehad.
Wat ik hier op 14 juli 2016 nog aan toe te voegen heb:
Tja, dit is dus een typisch verslag van een obsessieve slagdag. Slagdag is het woord dat wij gebruiken als we van plan zijn om veel (zeg maar meer dan 20 caches) caches op een dag te gaan vinden. Ik ga nog ooit een geocaching-woordenboek toevoegen om te verklaren waarom wij dat zo noemen. Ik moet ook nog een keer vertellen wat waymarking is.
Mijn vrienden noemen mij vaak de Obsessieve Geocaching Junk, omdat ik het fanatiekste ben van ons allemaal en ook helemaal in het geocachen op kan gaan. Dat is meteen ook de reden waarom ik vaak alleen op pad ga, dan ben ik niemand tot last met mijn obsessieve gedrag.
Het een hele dag nauwelijks eten tijdens het geocachen komt ook regelmatig voor, dat heeft ook te maken met die obsessie, ik krijg dan pas honger als ik even rust neem.
Helaas heb ik dus hooikoorts en zonne-allergie, twee irritante zomerkwalen die nogal vaak proberen het geocachen te verpesten. Maar ik vind het geen reden om er voor binnen te gaan zitten.
Af en toe vind ik zo’n slagdag dus heel leuk, maar vaak is een mooie wandelmulti toch het allermooiste. Voor de genoemde Kasteel Wickenburg ben ik nooit meer terug geweest, mijn geocaching-wishlist is namelijk heel erg lang.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...