Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.
Vandaag gaan we terug naar 25 mei 2017:
Vanwege een gebrek aan OV-fietsen op station Gorinchem, sleepte ik mijn eigen fiets mee in de trein om te gaan geofietsen in de Oostwaardpolder, onderdeel van de Biesbosch.
Het avontuur:
Het stond al een hele tijd op mijn verlanglijstje om te gaan fietscachen in de Biesbosch. Wat mij ervan weerhield was het feit dat ik dan mijn fiets moest meeslepen in de trein vanwege een gebrek aan OV-fietsen op station Gorinchem. Daarnaast is het een vrij lange reis van bijna 2 uur met vaak overstappen, terwijl Gorinchem hier hemelsbreed niet eens zover vandaag is. Vandaag ging ik het avontuur dan toch aan.
Om ongeveer 10.45 uur, kon ik daar eindelijk op mijn fiets springen. Het was nog een stukje fietsen naar de Biesbosch, over een lange brug, maar dat was op zich goed te doen. Het was trouwens enorm druk met fietsers. Zowel in de trein als in de Biesbosch. Het was dan ook een vrije dag (hemelvaart) en het was supermooi weer. ’s Morgens was het echter nog maar 7 graden, dus ik had toch een lange broek aangetrokken en mijn jas mee. Die jas ging tijdens het wachten op station Geldermalsen al uit. Die broek was op sommige momenten wel een beetje warm, maar op de momenten dat ik ging wandelen en door het hoge gras en de brandnetels moest lopen, vond ik het weer fijn. Dus het was een wisselend succes. Ik had mijzelf gewapend tegen de zon met een pet en zonnebrandcrème en dat hielp in ieder geval tegen verbranding. Ook de hooikoorts viel mij reuzemee, in zo’n grassig gebied.
Oorspronkelijk was het doel om Fietsrondje Oostwaard en Rondje Biesbosch te gaan doen en dan wilde ik ook nog het Biesboschmuseum bezoeken, maar ik kreeg al heel snel door dat dat echt te ambitieus was voor één dag. Omdat ik toen al met Fietsrondje Oostwaard bezig was, besloot ik toen om mijn pijlen voor die dag daarop te richten en een andere keer terug te komen voor het andere rondje en het Biesboschmuseum. Jammer dat ik daarmee dus niet het DZP-doel vervulde, maar evengoed vond ik nog een heleboel caches. De eerste cache, nummertje 15 werd echter meteen een not-found. Later bleek dat deze cache geript was en nog niet vervangen. Ik had dat niet gelezen, omdat ik de serie al een paar weken geleden blind had ingeladen met een query. Ik was dus even bang dat de hele serie gearchiveerd was, maar gelukkig voor mij bleek dat niet zo te zijn. Want vanaf nummertje 16 ging het eigenlijk wel voorspoedig. Hoofdzakelijk fietsend over smalle dijkjes langs het water van de Biesbosch, vond ik de nummers 17 tot en met 25 allemaal heel vlot. Wel met dank aan goede hints. Er lag er ook eentje bij het pontje, die lag heel erg in het zicht en het was vreselijk druk bij het pontje. Toch vroeg niemand wat ik aan het doen was, toen ik onder het touw waarmee de deur vastgebonden was aan de reling doorkroop, om de cache te kunnen pakken. Het pontje ging dus naar de rest van de Biesbosch en naar het daar gelegen Rondje Biesbosch, maar ik nam daar dus ook de definitieve beslissing om dat een andere dag te gaan doen.
Fietsrondje Oostwaard bevatte twee bonuscaches, eentje na de eerste helft en eentje na de tweede helft. Ik was keurig in het midden begonnen, dus ik vond eerst de hints voor het tweede extraatje. Die extraatjes waren gewoon invullers en alle hints werden 2x gegeven, dus zelfs voor mij – ik vergeet regelmatig om hints op te schrijven – goed te doen. Deze cache lag ook best op een interessant plekje, de nagebouwde rattenkeet. Vroeger overnachtten hier de eendenjagers van de Biesbosch, in een hutje dat vergeven was van het ongedierte, met name ratten. Hoewel ik zelf ook een paar keer in de Biesbosch heb gekampeerd met de kanovereniging, hebben we gelukkig nooit last gehad van ratten.
Ik fietste door naar de jachthaven van Hank, ook hier was ik al vaker geweest. In de bosjes lag een cache, maar ik vond het niet zo’n frisse locatie, omdat die bosjes ook als openbaar toilet worden gebruikt. Dan was er ook nog eens geen hint, een afwijking en de cache bleek een klein kokertje te zijn met een vochtige logrol. Niet echt een topcache dus.
Daarna ging ik verder met de eerste helft van het fietsrondje. Bij nummer 1 kwam ik een ander team tegen, een compleet gezinnetje op de fiets. Ik vroeg me stiekem af of ze het vol gingen houden met twee van die kleine kinderen in de brandend hete zon, maar volgens de logjes hebben ze toch minstens de helft gedaan. Misschien kwamen ze wel uit de buurt, ik weet het niet. Ik had niet zo’n zin om de hele tijd achtervolgd te worden door hun, daar krijg ik een opgejaagd gevoel van. Dus besloot ik de multi bij het monument van het vliegtuig te gaan proberen. Helaas waren de vragen lastig te beantwoorden en stond er ook geen checksum ofzo bij. Volgens de logjes waren de meeste mensen verschillende keren terug gekomen. Ik kon ook niet alle antwoorden vinden en daardoor werd het berekenen van een eindcoördinaat onmogelijk, dus heb ik het opgegeven. Voordeel was wel dat het gezinnetje mij nu in had gehaald en dat ik ze niet meer ben tegengekomen. Ik deed de tweede helft van de ronde lekker op m’n gemak. Ik heb het fietsen een paar keer onderbroken om naar een extra cache toe te wandelen. De eerste was paalkamperen in de Biesbosch. Die lag op een bekend plekje, bij de schrankkeet, waar je mag overnachten. In augustus 2009 heb ik hier met een aantal geocachers gebarbecued ter ere van het Second Geoeating Event.
Ik ben ook nog eens bij de schrankkeet geweest met mijn moeder, in oktober 2014, omdat de route Biesbosch er ook langs liep. Deze wandelroute is alweer in het archief gegaan, wat waarschijnlijk beter is voor de natuur, want al die zoeksporen van geocachers tasten de natuur toch aan, helaas. Fietstrails lijken wel minder belastend te zijn dan wandeltrails. De cache lag nu onder de ijzeren loopbrug. Grappig was dat er net een kano voorbij kwam. Ik kreeg ook wel weer zin in een rondje kanoën in de Biesbosch.
De cache – van de fietsserie – die aan het begin van het wandelpad lag, bleek verplaatst te zijn. Ik kon hem dus eerst niet vinden, maar toen ik terug naar mijn fiets liep, struikelde ik bijna over een stukje nepgras. Tada, dat was dus de cache. Zo vond ik hem toch. Helaas bleek de opvolgende cache dan wel echt verdwenen te zijn. De boom waar hij in moest zitten, was veroverd door een stel kinderen om er een boomhut van te maken. En daarbij is de cache dus verloren gegaan. Jammer, maar helaas.
Twee caches verder ging ik een stukje lopen naar de heen-en-weer-cache. Hiervoor moest je overvaren met een pontje dat je zelf aan een kabel voortrekt en dat vind ik dus leuke dingen. Het was hier heel rustig, dus ik had het pontje voor mezelf. Ik genoot tijdens het draaien van de glinsterende weerspiegeling van de zon op het water. Ik blijf dat mooi vinden, tijdens het kanoën zie je het ook vaak. De cache was lastiger te vinden, ik had het al bijna opgegeven, toen ik hem toch nog vond. Naarmate de dag vorderde leek het steeds slechter met het geocachen te gaan. Ik kreeg na een kwartier draaien het mechaniek van de Groene Doos niet doorgrond, dus ik moest opgeven. Verdomme. Hierna kwam ik langs de Papsluis. Hier lag vroeger ook al een cache en die is nu opnieuw online gekomen. Maar hoe ik mijn hersens ook pijnigde, ik kon me simpelweg niet meer herinneren waar dat onding toen verstopt lag. Ik weet wel dat ik er destijds ook twee keer voor terug ben gekomen. Ik heb het nu ook vrij snel opgegeven, het was veel te heet en ik was een beetje duizelig van de hitte en dreigde bijna in de sluis te vallen.
Mijn water was op en ik had eigenlijk heel erg dorst. Het tweede extraatje lag bij Fort Bakkerskil en de toiletten hadden een aparte ingang. Ik besloot hier brutaal mijn waterfles te gaan vullen. Eerst klokte ik een hele waterfles aan water naar binnen en vervolgens vulde ik hem nog eens voor tijdens de rest van de tocht. Dat water hielp enorm, ik kon er weer helemaal tegen. Ik vond de laatste cache van de fietsserie en besloot toen om nog te gaan wandelen voor de caches in de Draepkil-polder. Dit is dus echt een gebied waar ik zonder geocaching nooit geweest zou zijn. Een grassig stukje bos met water natuurlijk. Veel hoog gras en veel brandnetels, dus hier was ik blij met mijn lange broek. De caches werden allemaal gevonden en zo kon ik ook de bonus berekenen. Daar heb ik nog het langste naar moeten zoeken.
Na dit rondje had ik 32 caches gevonden en was het tijd om terug naar het station te fietsen. Omdat ik toch nog een keer langs nummer 15 kwam, ging ik nog een keer zoeken, maar de cache was er echt niet. Aan de overkant van de brug deed ik nog een halfslachtige poging voor de carpoolcache, maar het was daar zo vies, dat ik besloot dat de slechte kwaliteit van deze cache-omgeving het zoeken niet waard was, na een dag met hoofdzakelijk mooie caches en cachelocaties.
Op het station aangekomen moest ik mijn fiets over steile trapjes naar een ander perron slepen, omdat er geen lift is op station Gorinchem. Dat was niet echt leuk meer, na 55 kilometer fietsen en wandelen. En daarna volgde weer die lange treinreis met vaak overstappen terug naar huis. Maar ik had wel een goede cachedag gehad in een mooie omgeving, met maar liefst 32 founds.
Wat ik hier op 25 mei nog aan toe te voegen heb:
Dat was wel een avontuurlijke dag ja. Met veel caches en ruimschoots genoeg beweging. En ik houd van de Biesbosch. Owh ja, voor dat andere rondje ben ik later dat jaar nog eens terug gegaan, ook toen sleepte ik mijn fiets weer mee in de trein.
Ik kan de foto’s van deze dag niet terug vinden, dus helaas.